Iedereen heeft recht op een zinvolle werkplek. Vanuit deze overtuiging heeft Creathos het product 'duurzame werkomgeving' ontwikkeld. Voor organisaties die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen oppakken, maar nog niet zo goed weten hoe.
Een visie op de Nieuwe Wereld:
Het Nieuwe Organiseren-Werken-Leiderschap-Zijn
Geinspireerd? Neem contact op of bezoek de website van Oei voor Groei www.oeivoorgroei.nl
Iedereen heeft recht op een zinvolle werkplek. Vanuit deze overtuiging heeft Creathos het product 'duurzame werkomgeving' ontwikkeld. Voor organisaties die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen oppakken, maar nog niet zo goed weten hoe.
Een visie op de Nieuwe Wereld:
Het Nieuwe Organiseren-Werken-Leiderschap-Zijn
Geinspireerd? Neem contact op of bezoek de website van Oei voor Groei www.oeivoorgroei.nl
Wie op een succesvolle manier medewerkers van vandaag wil faciliteren en leiden, moet
waardering hebben voor hun vak en de uitvoering daarvan faciliteren. Dat betekent een
aantal zaken voor de manier van leiding geven. Managers moeten meer sturen op de
collectieve ambitie, en minder op basis van planning en control en hiërarchie. Ze moeten
fungeren als hitteschild voor de ruis van ‘boven’, zodat de professionals niet lastig worden
gevallen met formulieren, rapporten, inspecties en meer van dat soort bureaucratie. Ze
moeten sturen op output, tenzij iemands vakdeskundigheid te wensen overlaat. Ze moeten
zorgen voor een moderne organisatie met een open, taakgerichte samenwerkingscultuur,
waar medewerkers zich voortdurend kunnen ontwikkelen. En ze moeten medewerkers
faciliteren en durven differentiëren, want geen enkele medewerker is gelijk (en niets is zo
ongelijk als de gelijke behandeling van ongelijken!). Een inspirerende visie op modern leiderschap in professionele HNW-organisaties.
Yncubate; een cultuuromslag naar meer innovatiekracht en connectivitywederWIJs
De dynamiek tussen generaties bepaalt de mate van energieverlies en het tempo van vernieuwing binnen organisaties. In feite zijn generaties dus spontane vernieuwingsimpulsen. Yncubate helpt organisaties hier slim gebruik van te maken ten behoeve van de mate van de interne energie en innovatiekracht.
De schat ligt klaar - presentatie evaluatie Barbahuis.
De opbrengst van een bijzonder innovatieprogramma. Een nieuwe aanpak van (her) ontwikkelen van sociale huur woningen met als kernwaarden klantgericht, betaalbaar en duurzaam
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!Wilma Klaren
Presentatie van de opbrengsten van Barbahuis. Barbahuis is een aanpak van ontwikkelen van nieuwbouw en
transformatie van sociale huur appartementen op basis van drie klantwaarden: altijd thuis, betaalbaarheid en duurzaamheid.
Ondernemingsbrochure Systematisch Creatief:
- Introductie
- Wat kan Systematisch Creatief voor u betekenen?
- Onze diensten
- De benadering van Systematisch Creatief
- De 3e weg
- Een onderneming van Gert Veenhoven
In 2014 schreef ik zes artikelen, gevoed door evenzoveel bijeenkomsten van 'Zinvol Leiderschap' (georganiseerd door Bindje). Die artikelen zijn gebundeld in dit boekwerk, dat in gezamenlijkheid verhaalt over het organiseren in de huidige en komende tijd.
This document discusses why games are fun and why educators should care about games. It begins by defining what a game is, examining previous definitions of games, and proposing that a game exists in a unique mental state called the "gamestate." The document then outlines eight elements of successful game design: sensation, fantasy, narrative, challenge, fellowship, discovery, expression, and submission. It discusses specific considerations for educational games, including individual and interpersonal motivations. The document concludes by discussing gamification and thanking the audience.
Wie op een succesvolle manier medewerkers van vandaag wil faciliteren en leiden, moet
waardering hebben voor hun vak en de uitvoering daarvan faciliteren. Dat betekent een
aantal zaken voor de manier van leiding geven. Managers moeten meer sturen op de
collectieve ambitie, en minder op basis van planning en control en hiërarchie. Ze moeten
fungeren als hitteschild voor de ruis van ‘boven’, zodat de professionals niet lastig worden
gevallen met formulieren, rapporten, inspecties en meer van dat soort bureaucratie. Ze
moeten sturen op output, tenzij iemands vakdeskundigheid te wensen overlaat. Ze moeten
zorgen voor een moderne organisatie met een open, taakgerichte samenwerkingscultuur,
waar medewerkers zich voortdurend kunnen ontwikkelen. En ze moeten medewerkers
faciliteren en durven differentiëren, want geen enkele medewerker is gelijk (en niets is zo
ongelijk als de gelijke behandeling van ongelijken!). Een inspirerende visie op modern leiderschap in professionele HNW-organisaties.
Yncubate; een cultuuromslag naar meer innovatiekracht en connectivitywederWIJs
De dynamiek tussen generaties bepaalt de mate van energieverlies en het tempo van vernieuwing binnen organisaties. In feite zijn generaties dus spontane vernieuwingsimpulsen. Yncubate helpt organisaties hier slim gebruik van te maken ten behoeve van de mate van de interne energie en innovatiekracht.
De schat ligt klaar - presentatie evaluatie Barbahuis.
De opbrengst van een bijzonder innovatieprogramma. Een nieuwe aanpak van (her) ontwikkelen van sociale huur woningen met als kernwaarden klantgericht, betaalbaar en duurzaam
Evaluatie Barbahuis. De schat ligt klaar!Wilma Klaren
Presentatie van de opbrengsten van Barbahuis. Barbahuis is een aanpak van ontwikkelen van nieuwbouw en
transformatie van sociale huur appartementen op basis van drie klantwaarden: altijd thuis, betaalbaarheid en duurzaamheid.
Ondernemingsbrochure Systematisch Creatief:
- Introductie
- Wat kan Systematisch Creatief voor u betekenen?
- Onze diensten
- De benadering van Systematisch Creatief
- De 3e weg
- Een onderneming van Gert Veenhoven
In 2014 schreef ik zes artikelen, gevoed door evenzoveel bijeenkomsten van 'Zinvol Leiderschap' (georganiseerd door Bindje). Die artikelen zijn gebundeld in dit boekwerk, dat in gezamenlijkheid verhaalt over het organiseren in de huidige en komende tijd.
This document discusses why games are fun and why educators should care about games. It begins by defining what a game is, examining previous definitions of games, and proposing that a game exists in a unique mental state called the "gamestate." The document then outlines eight elements of successful game design: sensation, fantasy, narrative, challenge, fellowship, discovery, expression, and submission. It discusses specific considerations for educational games, including individual and interpersonal motivations. The document concludes by discussing gamification and thanking the audience.
This document discusses Operation Smile, a non-profit organization that provides cleft lip and palate surgery to patients around the world. It notes that Operation Smile has over 300 employees worldwide, 13,000 medical volunteers in over 60 countries, and has treated hundreds of thousands of patients through over 180 medical missions this year alone. The document also describes some of Operation Smile's work in areas like electronic medical records, volunteer management, genetics research, and using technology like 3D printing and voice/facial recognition to advance their efforts.
Este documento discute las nuevas tendencias y desafíos en la gestión escolar. Señala que la educación debe adaptarse a los cambios científicos, tecnológicos, económicos y culturales. También destaca la necesidad de que las escuelas preparen a los estudiantes para actuar en el futuro mediante el desarrollo de competencias para la vida y la construcción de un proyecto personal. Asimismo, resalta la importancia de fortalecer la formación ciudadana y la socialización de los estudiantes en entornos escolares
This study analyzed a 3.4m sediment core from the northeastern Arabian Sea offshore of Saurashtra, India to understand variations in productivity and climate over the late Pleistocene to Holocene time period. A multi-proxy analysis including foraminifera abundances, carbon and oxygen isotopes, and mineralogy was used. The results indicate there were three major periods of change: 12-8ka during the Younger Dryas and early Holocene with low sea levels and weak monsoons; 8-4ka in the middle Holocene with stronger monsoons, higher sea levels, and moderate productivity; and 4-1ka in the late Holocene with strong monsoons, high sea levels, and
GameBasedLearning&GamificationforLanguageClassroomsTodd Vercoe, M.A.
This document discusses using games and gamification in the language classroom. It begins by defining key terms like "game" and discusses how games can promote critical thinking, problem solving, and motivation for learning. Several commercial games like Scrabble, Upwords and Pictionary are described as options for language teaching. The document also covers designing original educational games and discusses elements of successful game design. Gamification techniques are explained as using game elements to enhance lessons. Challenges of gamification like poor implementation leading to demotivation are also outlined.
Este documento resume los conceptos clave de la evaluación externa de una organización. Explica que la evaluación externa identifica las fortalezas, debilidades, oportunidades y amenazas en el mercado que afectan a la organización. Luego describe las cinco fuerzas externas clave que influyen en una organización: fuerzas económicas, sociales, políticas, tecnológicas y competitivas. Finalmente, resume algunas herramientas para analizar el entorno externo como la matriz EFE y la matriz de perfil competitivo.
El documento resume los conceptos fundamentales del derecho penal, incluyendo la definición de delito, tipicidad, antijuridicidad, culpabilidad, causas de justificación, imputabilidad, sujetos procesales como el Ministerio Público, juez y abogado defensor, etapas del proceso penal como investigación preparatoria y juicio oral, y elementos de la sentencia.
Deze presentatie illustreert de veranderingen in de wereld en hoe die invloed hebben op de ontwikkeling van mensen, organisaties en leiderschap en hoe het Succeskompas de basis vormt voor nieuw leiderschap
Change management - Lecture for students Minor proces improvement - WindesheimGert Veenhoven
This document discusses change management and outlines a framework for facilitating change with four phases: connect, inspire, communicate, and educate. It emphasizes that any organization undergoing change will consist of diverse individuals with different experiences, priorities, and preferences. An effective change process must take this diversity into account and focus on connecting with individuals on an emotional level, inspiring them with a compelling vision, engaging in two-way communication, and supporting various learning styles through an educational approach.
Speciaal voor HR en/of OD Professionals in het Noorden is er op 10 en 11 november de mogelijkheid om deel te nemen aan de masterclass "Resultaatgericht werkdrukbeleid".
Heb je een rol in de ontwikkeling van werkdrukbeleid of in de cultuuromslag naar meer een cultuur van resultaatgerichtheid, verantwoordelijkheid en zelforganisatie? Lees dan deze folder over deze tweedaagse waarin je samen met andere HR professionals kan werken aan theoretische en praktijk en waarin alle relevante aspecten voor werdrukbeleid aan de orde komen.
Speciaal voor HR en/of OD Professionals in het Noorden is er op 10 en 11 november de mogelijkheid om deel te nemen aan de masterclass "Resultaatgericht werkdrukbeleid".
Heb je een rol in de ontwikkeling van werkdrukbeleid of in de cultuuromslag naar meer een cultuur van resultaatgerichtheid, verantwoordelijkheid en zelforganisatie? Lees dan deze folder over deze tweedaagse waarin je samen met andere HR professionals kan werken aan theoretische en praktijk en waarin alle relevante aspecten voor werdrukbeleid aan de orde komen.
Op 20 mei vond de 1e expositie van Gert Veenhoven plaats in de Melkfabriek Bunne in het kader van de "Kunst Thuis" kunstroute van de Culture Raad Eelde.
De prospectus geeft een overzicht van de schilderijen en de context waarin Gert schildert.
Dagblad van het Noorden - Heartbreak Hotel met PergolaGert Veenhoven
Ik voer mee op de "Voorwaarts Voorwaarts". Ik was uitgenodigd om mee te denken met de Gemeente Groningen, pandbeheerders en ondernemers over invulling van leegstand en ruimte. 't Was een mooie dag. Er werd veel energie gegenereerd met mooie, open, goede en resultaatgerichte dialoog. En het zeilen op de Voorwaarts Voorwaarts was prachtig....
In het Dagblad verscheen een artikel met - verrassend - mijn collage van telefoon foto's!
Slimmer, leuker en waardevoller met aandacht voor tijd
1. INLEIDING Het was in 1982 toen ik op mijn
zestiende op een Commodore VIC 20-com-
puter (met 5 kilobyte geheugen) een pro-
grammaatje schreef in BASIC. Internet was
er nog niet en telefoonverkeer ging via dra-
den. Nu zit ik achter mijn pc te schrijven op
een computer met een miljoen keer zoveel
geheugen, een harde schijf met heel veel me-
gabyte en een terabyte in de cloud. Onvoor-
stelbaar grote hoeveelheden data gaan via
mobiele en draadloze netwerken door ons
luchtruim. Gordon Moore, een van de op-
richters van chipfabrikant Intel, voorspelde
al in 1965 een tweejaarlijkse verdubbeling
van het aantal schakelingen op een compu-
terchip. Deze ICT-ontwikkeling maakte het
mogelijk steeds grotere en complexere com-
putersystemen te bouwen, zoals de ‘enter-
prise resource planning’-systemen (o.a.
SAP).
Het leidde tot andere processen en meer ge-
automatiseerde schakels. Zo kwam er bij
multinationals een intensieve gegevensover-
dracht op gang tussen leveranciers en klan-
PRAKTIJK EN PROFESSIE
Slimmer,
leuker en
waardevoller
met aandacht
voor tijd
Gert VEENHOVEN
FALEN ALS OPMAAT VOOR EEN NIEUW PARADIGMA
G. Veenhoven is aikidoka en geeft als zelfstandig advi-
seur vorm en structuur aan bedrijfsprocessen en samen-
werking. E-mail: gert@systematisch-creatief.nl.
Tijdschrift voor Begeleidingskunde, 5 (3), 31-38 31
2. processen en systemen was zoek. Ik kwam
erachter dat er geen plek was voor mijn idee-
ën. Langzamerhand drong tot mij door: ik
heb iets niet goed gedaan. Maar wat was de
fout? Ik kon het niet zien. En was het wel
een fout?
TWEE PATRONEN Elke tijd vraagt een eigen
manier van organiseren en besturen. Door
de grote dynamiek en onvoorspelbaarheid
van veranderingen in deze tijd zijn snelheid,
wendbaarheid, talent en (eigen) verantwoor-
delijkheid veelbesproken thema’s in organi-
saties. Vragen die hierbij een rol spelen zijn
onder andere: hoe blijven we aantrekkelijk
voor onze klanten?
Hoe houden we onze
medewerkers duur-
zaam inzetbaar? En
wat kunnen we
doen, zodat iedereen
zijn verantwoorde-
lijkheid pakt? Het
beantwoorden van
deze vragen is niet
gemakkelijk en in
mijn werk als advi-
seur loop ik vaak tegen de volgende twee pa-
tronen aan.
• De verandering wordt gezocht in be-
staande managementparadigma’s. Het om-
armen van iets fundamenteel nieuws blijkt
voor het management vaak moeilijk, omdat
dit een vorm van kwetsbaarheid vereist die
meestal niet spoort met het gangbare den-
ken. Het vergt een acceptatie van het idee
dat fouten of falen bij het werk horen en dat
de huidige manier van denken en doen niet
meer voldoet. Er wordt een kanteling ge-
vraagd van de betrokkenen (en van mij).
• Gebrek aan tijd. Iets anders doen kost ex-
tra tijd en energie. Het vereist visie en moed
ten. Dit gaf verregaande mogelijkheden tot
meer overzicht en sturing in ketens en net-
werken (de zogenaamde ‘supply chain’). Sa-
men met de vervagende handelsgrenzen
maakte deze ontwikkeling dat lokale mark-
ten internationale markten werden, en een
verregaande globalisering haar intrede deed.
Er ontstond bij multinationals een paradig-
ma van ‘hoger, sneller en beter’ - ik was er-
bij en deed mee.
Groei, excelleren en meer waarde (geld) voor
de aandeelhouder. Daar ging het om, ook
voor behoud van de werkgelegenheid, want
de concurrentie zat niet stil. In de bedrijfskun-
de ontstond aandacht voor ‘change manage-
ment’, om te zorgen
dat zoveel mogelijk
mensen mee zouden
kunnen doen met sys-
teemimplementaties
of andere technologi-
sche ontwikkelingen
en veranderingen.
Dan gaat de verande-
ring sneller, was de
gedachte.
Ik ben bijna twintig
jaar onderdeel geweest van deze ontwikke-
ling en heb de kans gehad om veel kennis en
ervaring op te doen met het organiseren van
‘change’. De laatste jaren werkte ik voor het
Londense hoofdkantoor van een bedrijf met
44 fabrieken en ruim 200 verkoopkantoren
wereldwijd, maar op een gegeven moment
liep ik vast.
De veranderinitiatieven stapelden zich op en
de ene reorganisatie volgde op de andere. De
menselijke maat leek er steeds minder toe
te doen; economische belangen gingen bo-
ven alles. Ik zag veel verspilling van talent
en dat was zeker niet mijn idee van ‘hoger,
sneller en beter’; de balans tussen mensen,
PRAKTIJK EN PROFESSIE
32 Tijdschrift voor Begeleidingskunde
Het drong tot mij
door: ik heb iets
niet goed gedaan.
Maar wat was de
fout? En was het
wel een fout?
3. voor de klant kan worden gecreëerd, terwijl
tevens gewerkt wordt aan een gezonde en
veerkrachtige organisatie. De basis voor
mijn betoog ligt in mijn biografie, waarbij
een faalervaring het startpunt is geweest
voor een transformatief persoonlijk leerpro-
ces. Een groeiend bewustzijn van tijd en een
waarderende manier van kijken zijn daarin
van groot belang geweest. Vervolgens plaats
ik deze twee bouwstenen in de context van
organisaties en beschrijf ik een toepassing
om, juist in tijden van versnelling, eerst te
vertragen. De standaardreactie is vaak: ‘We
hebben geen tijd om de bijl te slijpen, want
we hebben nog zoveel bomen te kappen.’
Een begrijpelijke manier van denken, voor
de korte termijn, maar ook een manier van
denken die op de langere termijn om proble-
men vraagt. Harder werken leidt namelijk
niet altijd tot beter presteren.
Dit artikel gaat over hoe je deze patronen
kunt doorbreken, waardoor meer waarde
PRAKTIJK EN PROFESSIE
www.tsvb.nl 33
WAARDEREND ONDERZOEK
Waarderend onderzoek ofwel ‘apprecia-
tive inquiry’ (AI) is een benadering en me-
thode die vanaf 1987 werd ontwikkeld
door de grondlegger David Cooperrider.
Het uitgangspunt is dat je verandering
kunt bereiken vanuit de focus op hetgeen
wat wel werkt in plaats van een aanhou-
dende focus op problemen. Waarderend
onderzoek is gebaseerd op de volgende
principes.
• Sociaal-constructionistisch principe. Er
bestaat geen objectieve werkelijkheid
die voor iedereen identiek is. Iedere
mens construeert een eigen realiteit.
Wij kijken hierbij door de lens van
onze eigen overtuigingen, tradities en
normen. Binnen een AI-proces is er ex-
pliciet ruimte voor verschillende ziens-
wijzen.
• Poëtisch principe. Het poëtisch principe
veronderstelt dat een verhaal of werke-
lijkheid voor meerdere interpretaties
vatbaar is. Verhalen krijgen, door ze te
vertellen, steeds opnieuw betekenis.
Alles is dan onze eigen creatie. Het
vertellen van krachtige, positieve ver-
halen is dan ook een vast onderdeel
van elk AI-proces.
• Simultaniteitsprincipe. Het stellen van
de vraag is de eerste stap naar veran-
dering. De vraag stellen is hem beant-
woorden. Volgens het simultaniteits-
principe zijn er geen neutrale vragen.
Elke vraag die je stelt ‘doet’ ook iets in
de ontwikkeling. Onderzoek en veran-
dering gebeuren in een AI-proces dus
gelijktijdig.
• Anticiperend principe. Beelden over
de toekomst beïnvloeden onze huidige
acties, die de toekomst vormen. Of,
zoals Antoine de Saint-Exupéry het zo
mooi heeft verwoord: ‘Als je een schip
wilt bouwen, roep dan geen mensen
bij elkaar om hout te verzamelen, het
werk te verdelen en taken te geven. In
plaats daarvan, leer ze om te verlan-
gen naar de enorme eindeloze zee’.
• Positiviteitsprincipe. Positieve emoties
zijn essentieel voor groei en optimaal
functioneren. Onze hersenen werken
ook beter, als ze over een positief ge-
formuleerde opdracht mogen naden-
ken.
4. stress (te veel en te lang leidt tot ‘bore-out’
en ‘burn-out’) en positieve stress (die je no-
dig hebt voor ‘peak performance’ en ‘flow’).
Ik intensiveerde mijn aikidotraining. Deze
krijgskunst, gebaseerd op eeuwenoude Ja-
panse budowijsheid en overdracht van mees-
ter naar leerling, hielp mij om me veel meer
bewust te zijn van (ont)spanning, zowel op
fysiek, emotioneel als mentaal niveau. ‘Ho-
ger, sneller en beter’ kan, zolang kunnen, wil-
len, moeten en mogen met elkaar in balans
zijn. Met mijn harde werken en twintig jaar
carrière in een prestatiecultuur was ik dit be-
wustzijn van balans kwijtgeraakt. Had ik ge-
faald? Het is maar hoe je het bekijkt. In de
ogen van mijn collega’s wel, en in eerste in-
stantie was dat ook mijn gevoel, maar terug-
kijkend was dit ‘falen’ juist de katalysator
voor mijn ontwikkeling en bewustwording.
Het goede kunnen blijven zien, leverde mij
veel nieuwe inzichten op.
OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE TIJD Ongeveer
twee jaar geleden ontmoette ik een colle-
ga-adviseur en econoom, die al veel jaren be-
zig is met het onderwerp ‘tijd in organisa-
ties’. Hij nam mij mee in zijn visie over de
waarde van tijd. Hij spreekt onder andere
over een objectieve tijd (de kloktijd) en een
subjectieve tijd (hoe mensen de tijd bele-
ven). Door de objectieve tijd verder onder te
verdelen in fysieke tijd en sociale (of ver-
snellende) tijd, toont hij de waarde van tijd
voor klanten, talentontwikkeling en samen-
werking.
Wat betreft het onderscheid tussen objectie-
ve en subjectieve tijd sluit dit aan bij het ge-
dachtegoed van Nobelprijswinnaar en filo-
soof Henri Bergson. Deze maakt in zijn essay
Tijd en vrije wil (1888) onderscheid tussen
twee soorten tijd: de astronomische of
kwantitatieve tijd en de geleefde of kwalita-
in de praktijk. Ik sluit af met de aanbeveling
om je bij een fout of faalervaring altijd af te
vragen of harder werken de oplossing is.
WAARDEREND ONDERZOEKEN Door te le-
zen en boeiende mensen te ontmoeten werd
ik gestimuleerd om met een meer waarde-
rende blik te kijken naar mijn werk en mijn
leven, aan de hand van waarderend onder-
zoek (zie kader).
Het sociaal-constructionistische principe
van AI leerde mij dat er geen werkelijkheid
bestaat die voor iedereen identiek is; men-
sen construeren elk een eigen realiteit. Wij
kijken hierbij door de lens van onze eigen
overtuigingen, tradities en normen en dat
geldt ook voor ‘hoger, sneller en beter’. Mijn
‘hoger, sneller en beter’ was niet identiek aan
die van de mensen op het hoofdkantoor. Het
zou mooi zijn als je het met elkaar over die
twee beelden kunt hebben, maar dat is nooit
gebeurd. Het gesprek is niet gevoerd. Ik kon
niet anders dan dit beeld van het hoofdkan-
toor als ‘fout’ bestempelen.
Ik hield vast aan mijn droom om organisa-
ties te helpen om beter te presteren, maar
vooral ook om plezierig te werken. Mijn
droom hielp me om in actie te komen (het
anticiperend principe uit AI). De vraag die
daarbij speelde was: welke kwaliteiten kan
ik ontwikkelen, om verandering in organisa-
ties te versnellen? Het stellen van die vraag
was de volgende stap in mijn verandering
(het simultaniteitsprincipe). De vraag stel-
len is voldoende, om in beweging te komen.
Ik kon anders naar ‘fout’ kijken en gaan om-
denken naar ‘anders’ of ‘ook goed’.
Dit proces van omdenken gaf mij veel men-
tale ruimte en maakte het mogelijk om inspi-
ratie uit andere werelden te halen. Zo kwam
ik in contact met de wereld van de stressre-
ductie en de sport. Ik leerde over negatieve
PRAKTIJK EN PROFESSIE
34 Tijdschrift voor Begeleidingskunde
5. Er is een snelle ontwikkeling gaande, waar-
bij steeds meer apparaten en machines aan
het internet gekoppeld worden (het ‘internet
of things’). Dit maakt het bijvoorbeeld mo-
gelijk dat er in de komende jaren zelfrijden-
de auto’s aan het verkeer gaan deelnemen.
Je kunt je voorstellen dat het, voor het bepa-
len van plaats en (onderlinge) afstand, van
belang is dat de klokken gelijkgezet zijn.
Naast het feit dat we objectieve tijd gebrui-
ken om techniek te laten werken en onder-
ling te communiceren in onze complexere
wereld, is dit ook de klok van ‘hoger, sneller
en beter’.
De objectieve tijd is dan ook het dominante
perspectief van tijd dat in de bedrijfskunde
in de jaren tachtig en negentig van de vorige
eeuw sterk is doorontwikkeld (zoals toege-
past bij Lean en Scrum). Ook ik heb aan den
lijve ondervonden dat de ICT-techniek ons
ook heeft geleid naar een verregaande syn-
chronisatie en aandacht voor de lineaire tijd:
we zetten onze klokken immers soms tot op
de milliseconde gelijk.
Aan de andere kant is er de subjectieve tijd,
tieve tijd. Op zijn beurt inspireerde Bergson
filosofen als Arnold Cornelis (de vertraagde
tijd) en Jürgen Habermas (systeem- en leef-
wereld). De filosofe Joke Hermsen refereert
aan een oud-Grieks gezegde, waarin twee ge-
zichten van tijd benoemd worden: de tijd van
de goden Chronos en Kairos. Chronos dat
staat voor de lineaire, meetbare tijd en
Kairos voor de tijd van het geschikte mo-
ment. Een aantal facetten van de twee ver-
schillende perspectieven op tijd is samenge-
vat in tabel 1.
Door deze visie op tijd kreeg mijn zoektocht
om meer in balans te komen een nieuwe di-
mensie. Ik ervoer dat gesprekken over tijd
‘harde’ onderwerpen zacht en ‘zachte’ onder-
werpen hard maakt.
We kunnen niet zonder de objectieve tijd.
Zonder deze tijd kunnen we in onze huidige
samenleving geen afspraken maken en kun-
nen we de techniek niet voor ons laten wer-
ken. De objectieve tijd stelt ons voor uitda-
gingen. Synchronisatie, het proces van
afstemmen van objectieve tijd, zal mijns in-
ziens nog belangrijker worden dan het al was.
PRAKTIJK EN PROFESSIE
www.tsvb.nl 35
OBJECTIEF PERSPECTIEF SUBJECTIEF PERSPECTIEF
Klok aan de wand Interne klok
Astronomische tijd Beleefde tijd
Kwantitatieve tijd Kwalitatieve tijd
Chronos Kairos
Verloopt volgens cyclisch ritme Verloopt volgens individuele beleving
Opdeling van tijd (lineair) Geheel van tijd (circulair)
Systeemwereld Leefwereld
Bouwsteen in organisaties voor Bouwsteen in organisaties voor
systemen, afspraken en klantbeleving en ontwikkeling van
regelkringen individueel talent
Systematisch Creatief
Tabel 1 Verschillende perspectieven op tijd.
6. ning. De klant is helder in haar doelen: ze wil
de kwaliteit van de geleefde tijd van burgers
verhogen en dit moet zichtbaar zijn in alle
dienstverlening aan de burgers. Beleving is
dan ook hun onderscheidend vermogen ten
opzichte van andere marktpartijen. Deze
klant is hierin al jarenlang succesvol, getui-
ge de grote klantwaardering van de burgers
en solide financiële resultaten.
Onze klant werd geconfronteerd met een op-
dracht waarin een sterke en eenzijdige focus
op snelheid en efficiency werd gelegd. De
onrust sloeg toe en een conflict lag op de
loer. We zetten de Caleidoscoop als strate-
gisch analyse-instrument in (zie figuur 1).
Deze Caleidoscoop is ontstaan uit mijn in-
tensieve samenwerking met econoom Maar-
ten de Winter. Het is een denk- en dialoog-
model dat helpt om vanuit drie paradigma’s
naar organisaties te kijken. Inspiratie voor
het model kwam vanuit de kennisdomeinen
economie, bedrijfskunde en psychologie.
Het model kent een blauw paradigma (rati-
de tijd van kwaliteit: een klok die diep in je-
zelf zit, die van de beleving, van ontmoeten,
van willen en emoties. Daar waar we de tijd
niet meer versnipperen, maar beleven door
een onverdeelde aandacht, waarbij we de
tijd als het ware vergeten. Een tijd waarin
we onze talenten inzetten en creatief (sa-
men)werken met passie en zin. Met deze tijd
kunnen we onze balans herstellen; de balans
tussen hoofd, hart, handen en buik.
Mijn intensieve aikidotraining heeft daarbij
een cruciale rol gespeeld. Ik kon daardoor
beter balanceren tussen het moeten, willen,
kunnen en mogen, en slaagde er steeds be-
ter in om een verbinding te maken tussen het
denken en de taal van de vakgebieden eco-
nomie, bedrijfskunde en psychologie. Het in-
vlechten van de subjectieve tijd helpt om de
balans in (de ontwikkeling van) organisaties
te bevorderen, maar deze manier van den-
ken en kijken heeft onvoldoende plek in
onze hedendaagse bedrijfskunde. ‘Hoger,
sneller en beter’ kan een rijker motto wor-
den, als elementen uit de subjectieve tijd (zo-
als vertragen en aandacht) een plek krijgen
binnen organisatieontwikkeling. Ik vond ook
eigen woorden voor wat ik wilde: ‘Slimmer,
leuker en waardevoller.’
CASUS: DE CALEIDOSCOOP Dat tijdsbe-
wustzijn een grote rol kan spelen in organi-
satieontwikkeling, heb ik ervaren bij een
project dat ik samen met een collega bij een
klant uitvoerde. Deze casus maakt duidelijk
hoe een waarderend perspectief en een bre-
dere kijk op tijd kunnen leiden tot innovatie.
De betreffende klant levert maatschappelij-
ke diensten aan burgers en is verbonden aan
een gemeente. Deze gemeente is zowel eige-
naar als opdrachtgever en stuurt de dienst-
verlening aan de burgers via een periodieke,
meerjarige opdracht voor deze dienstverle-
PRAKTIJK EN PROFESSIE
36 Tijdschrift voor Begeleidingskunde
Figuur 1 De Caleidoscoop.
7. samenwerking gerichte sfeer is ontstaan. In
korte tijd is een omslag gemaakt van een de-
fensieve houding naar een meer waarderen-
de houding. Daarmee is voeding gegeven aan
een ‘win, win, win’-situatie voor klant, ge-
meente en burger. Waarderend naar je orga-
nisatie kijken en het thema tijd hierin betrek-
ken leidt tot meer bedrijfskundig inzicht en
maakt dat er, naast operationeel manage-
ment en project-/programmamanagement,
ook plaats komt voor waardecreatiemanage-
ment.
TOT BESLUIT Waarderend kijken en het ont-
wikkelen van een rijker tijdsbewustzijn heeft
me erg geholpen om anders te denken en het
paradigma ‘hoger, sneller en beter’ om te
bouwen tot ‘slimmer, leuker en waardevol-
ler’. Met name mijn ervaringen met de twee
perspectieven op tijd zijn van grote waarde
geweest en zijn dat nog steeds. Met een gro-
ter tijdsbewustzijn kun je spanning en ont-
spanning tot een organiserend principe ma-
ken en verder bouwen aan de mogelijkheden
om in organisaties het potentieel (en talent)
van waarde te laten zijn voor de klant.
Met datzelfde tijdsbewustzijn doorbreek je
ook de paradox van harder werken en min-
der presteren. Met meer bewustzijn op tijd
kun je werken aan andere manieren van
(zelf) organiseren en ‘right-tasking’, in plaats
van ‘multi-tasking’. ‘Hoger, sneller en beter’
blijft belangrijk, maar wel binnen de grenzen
van het menselijke; dat betekent met serieu-
ze aandacht voor de beleving en een plek om
kwaliteit van tijd te ervaren.
Met meer tijdsbewustzijn en een rijker be-
grip van tijd kunnen we organisaties ‘slim-
mer, leuker en waardevoller’ maken. Er zijn
diverse andere bouwstenen die heel goed
passen binnen deze visie; ik doel op werk-
vormen als ‘design thinking’, geweldloze
onaliseren) afkomstig uit de economie,
waarin management een sterke focus heeft
op de kwaliteit van het product en de dienst.
Dit is het paradigma van tijd is geld. In het
groene paradigma (socialiseren) is er ook
een focus op de acceptatie van beleid, pro-
ducten en diensten. De klant is niet meer een
nummer, maar heeft een naam of hoort bij
een klantengroep. Tijd heeft daarmee ook
een dimensie van snelheid gekregen. In veel
bedrijven is blauw-groen het gangbare para-
digma (effectiviteit = kwaliteit x acceptatie),
maar wij hebben daar een geel paradigma
(individualiseren) aan toegevoegd. Hierin
bevinden zich aandacht voor de beleving en
waardecreatie vanuit een completer mens-
beeld. Klanten krijgen een gezicht en de
kwaliteit van tijd krijgt een plek: tijd is
aandacht. Daarmee ontstaat de nieuwe wet
E = K x A x A, waarbij de laatste A staat voor
‘aandacht’.
De ontwikkeling van dit model laat overi-
gens een mooie parallel zien met mijn pro-
fessionele biografie. Ik heb intensief geleefd
binnen het blauwe paradigma (ICT), waarna
ik via de verbetering van bedrijfsprocessen
actief geworden ben in de groene wereld
(‘change management’). Mijn recentere be-
wustzijnsontwikkeling heeft ervoor gezorgd
dat de gele wereld onderdeel is gaan uitma-
ken van mijn denken en handelen.
Een van de projectleiders van onze klant zei
het volgende over de wet: ‘Het dialoogpro-
ces met de gemeente is steeds waardevoller
geworden. De gemeente begrijpt steeds be-
ter dat ze weliswaar opdrachtgever is, maar
ook de kaders voor de waardecreatie bepaalt
en daarmee ook verantwoordelijkheid
draagt voor de waardecreatie voor de bur-
ger.’ Het gesprek over een ‘service level
agreement’ is naar een hoger niveau van ‘va-
lue level agreement’ getild, waarmee een op
PRAKTIJK EN PROFESSIE
www.tsvb.nl 37
8. PRAKTIJK EN PROFESSIE
•• Bergson, H. (2014). Tijd en vrije wil. Amsterdam:
Boom.
•• Compernolle, T. (2006). Stress, vriend en vijand.
Schiedam: Scriptum.
•• Compernolle, T. (2016). Brainchains. Tielt: Lannoo.
•• Covey, S.R. (2005). De 8ste eigenschap. Amster-
dam: Business Contact.
•• Csikszentmihalyi, M. (1998). Creativiteit. Amster-
dam: Boom.
•• Gallwey , T. (1999). Het innerlijk spel door tennis.
Delft: Elmar.
•• Hermsen, J. (2014). Kairos. Amsterdam: De Arbei-
derspers.
•• Hoff, R. van den (2011). Society 3.0. Amersfoort:
Lindonk De Bres.
AANBEVOLEN LITERATUUR
•• Hoogendijk, C.J. (2015). Appreciative inquiries of
the 3.0 kind. Seattle: Createspace.
•• Kelly, T. Kelly, D. (2013). Creative confidence.
New York : HarperCollins.
•• Kotler, S. (2014). The rise of Superman. Londen:
Quercus.
•• Rifkin, J. (2014). De derde industriële revolutie. Am-
sterdam: Nieuw Amsterdam.
•• Robertson, B. (2015). Holacracy. Amsterdam: Busi-
ness Contact.
•• Rosenberg, M.B. (2009). Geweldloze communica-
tie. Rotterdam: Lemniscaat.
•• Winter, M. de (2011). Het sjoelbak syndroom. Am-
sterdam: Pearson Education.
DANKBETUIGING Ik dank Heike Aeillo,
Maarten de Winter en Cees Hoogendijk voor
hun inspiratie en meedenken bij het ontstaan
van dit artikel.
communicatie, zelfcoaching en holacratie.
Mijn ervaring is dat ze bijdragen aan de hu-
manisering van processen binnen organisa-
ties en dat is van groot belang voor de orga-
nisatie en alle betrokkenen.
38 Tijdschrift voor Begeleidingskunde