Veel mensen met een laag inkomen tekenen noodgedwongen een kleine ecologische voetafdruk op. Toch dreigen zij de rekening te betalen voor een klimaatbeleid zonder sociale component. Zo treffen de lage emissiezones en een koolstoftaks hen harder, terwijl zij niet de grootste uitstoters van broeikasgas zijn. Ook mensen in armoedesituaties liggen wakker van de ecologische uitdagingen, maar ze worden nauwelijks betrokken in het publieke overleg over de toekomst van onze planeet. Net omdat hun toekomst vandaag al onder druk staat, willen mensen in armoede mee denken en praten.
Een sociaal klimaatbeleid is nochtans perfect mogelijk. Zo bestrijdt energiezuinig renoveren in de sociale huisvesting energiearmoede en dragen investeringen in openbaar vervoer bij aan de strijd tegen klimaatopwarming en vervoersarmoede.
Het is hoog tijd om op een andere manier over armoede en sociale ongelijkheid na te denken. Het 10de ‘Tweejaarlijks Verslag van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting’ laat er geen twijfel over bestaan: “klimaatbeleid zal sociaal zijn of zal niet zijn.” En ondertussen tonen ook tal van inspirerende en innoverende sociaal-culturele praktijken hoe duurzaam en sociaal hand in hand kunnen gaan.
Veerle Stroobants (Steunpunt tot bestrijding van armoede) neemt je mee in de bevindingen van het tweejaarlijkse Verslag 2018-2019: “Duurzaamheid en armoede. Een bijdrage aan politiek debat en politieke actie.”. Dat rapport kwam tot stand in overleg met mensen in armoede en hun verenigingen en met actoren uit sociale en milieuorganisaties, instellingen en administraties.
Onze huidige manier van denken en spreken schiet tekort om een integraal probleem zoals de klimaatcrisis te begrijpen. En al helemaal niet om er verzet tegen te bieden. Het ontbreken van een verbindend discours leidt tot een ecopanische toestand waarbij goedbedoelde initiatieven elkaar tegenwerken. De filosofie kan helpen om mensen en organisaties een nieuwe samenhang te laten zien, zodat ze een schaal kunnen ontdekken waarop ze verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Hoe? Door een paradigmashift van eigenwijsheid, waarbij het denkende ik centraal staat, naar eco-wijsheid, waarbij het ik is ingebed in een ecosysteem. Pas als we het probleem op een netwerkmatige manier benaderen en mensen als knooppunten zien, bieden zich nieuwe oplossingen aan.
Ecosoof Henk Oosterling legt in zijn lezing uit wat er nodig is om de shift van eigenwijsheid naar eco-wijsheid te maken én welke kerncompetenties je daarvoor nodig hebt. Hij schetst hoe je samen integraal verzet kan voeren op verschillende schalen en schotelt je een ecosofisch vergezicht voor. Tot slot maakt hij ruim de tijd vrij om met het publiek in gesprek te gaan over de praktijken van verzet in de sociaal-culturele sector in Vlaanderen en Brussel, en over de vragen die zijn verhaal ongetwijfeld oproepen.
De ondertitel van ‘Het klimaat zijn wij’ van de Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer slaat de spijker op zijn kop: ‘De wereld redden begint bij het ontbijt’. Niet evident want de voedselproductie is grotendeels in handen van marktspelers. Voedsel opnieuw ontwikkelen als een common met gedeeld eigenaarschap en gebruik biedt tal van kansen. Commons versterken lokale gemeenschappen en netwerken. Ze dragen bij aan een meer duurzame voedselproductie op mondiaal vlak. En ze verlenen een grotere groep verbruikers toegang tot gezonde, lokaal geproduceerde duurzame voeding. Denk maar aan Bio land funds, Community Supporter Agriculture (CSA), stadstuinieren, coöperatieve kruidenierswinkels enz.
Hoe kan commoning bijdragen tot een duurzame en rechtvaardige voedseltransitie? Wat is er nodig om die transitie te verduurzamen? En hoe kan jij hier vanuit de civiel sociaal-culturele sector aan meewerken? In deze sessie verdiep je je in deze boeiende vragen.
Dirk Holemans geeft je een inleiding tot de commons in voedselsystemen. Hij schetst het belang van de recommoning van grond en oogst.
Veel mensen met een laag inkomen tekenen noodgedwongen een kleine ecologische voetafdruk op. Toch dreigen zij de rekening te betalen voor een klimaatbeleid zonder sociale component. Zo treffen de lage emissiezones en een koolstoftaks hen harder, terwijl zij niet de grootste uitstoters van broeikasgas zijn. Ook mensen in armoedesituaties liggen wakker van de ecologische uitdagingen, maar ze worden nauwelijks betrokken in het publieke overleg over de toekomst van onze planeet. Net omdat hun toekomst vandaag al onder druk staat, willen mensen in armoede mee denken en praten.
Een sociaal klimaatbeleid is nochtans perfect mogelijk. Zo bestrijdt energiezuinig renoveren in de sociale huisvesting energiearmoede en dragen investeringen in openbaar vervoer bij aan de strijd tegen klimaatopwarming en vervoersarmoede.
Het is hoog tijd om op een andere manier over armoede en sociale ongelijkheid na te denken. Het 10de ‘Tweejaarlijks Verslag van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting’ laat er geen twijfel over bestaan: “klimaatbeleid zal sociaal zijn of zal niet zijn.” En ondertussen tonen ook tal van inspirerende en innoverende sociaal-culturele praktijken hoe duurzaam en sociaal hand in hand kunnen gaan.
Veerle Stroobants (Steunpunt tot bestrijding van armoede) neemt je mee in de bevindingen van het tweejaarlijkse Verslag 2018-2019: “Duurzaamheid en armoede. Een bijdrage aan politiek debat en politieke actie.”. Dat rapport kwam tot stand in overleg met mensen in armoede en hun verenigingen en met actoren uit sociale en milieuorganisaties, instellingen en administraties.
Onze huidige manier van denken en spreken schiet tekort om een integraal probleem zoals de klimaatcrisis te begrijpen. En al helemaal niet om er verzet tegen te bieden. Het ontbreken van een verbindend discours leidt tot een ecopanische toestand waarbij goedbedoelde initiatieven elkaar tegenwerken. De filosofie kan helpen om mensen en organisaties een nieuwe samenhang te laten zien, zodat ze een schaal kunnen ontdekken waarop ze verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Hoe? Door een paradigmashift van eigenwijsheid, waarbij het denkende ik centraal staat, naar eco-wijsheid, waarbij het ik is ingebed in een ecosysteem. Pas als we het probleem op een netwerkmatige manier benaderen en mensen als knooppunten zien, bieden zich nieuwe oplossingen aan.
Ecosoof Henk Oosterling legt in zijn lezing uit wat er nodig is om de shift van eigenwijsheid naar eco-wijsheid te maken én welke kerncompetenties je daarvoor nodig hebt. Hij schetst hoe je samen integraal verzet kan voeren op verschillende schalen en schotelt je een ecosofisch vergezicht voor. Tot slot maakt hij ruim de tijd vrij om met het publiek in gesprek te gaan over de praktijken van verzet in de sociaal-culturele sector in Vlaanderen en Brussel, en over de vragen die zijn verhaal ongetwijfeld oproepen.
De ondertitel van ‘Het klimaat zijn wij’ van de Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer slaat de spijker op zijn kop: ‘De wereld redden begint bij het ontbijt’. Niet evident want de voedselproductie is grotendeels in handen van marktspelers. Voedsel opnieuw ontwikkelen als een common met gedeeld eigenaarschap en gebruik biedt tal van kansen. Commons versterken lokale gemeenschappen en netwerken. Ze dragen bij aan een meer duurzame voedselproductie op mondiaal vlak. En ze verlenen een grotere groep verbruikers toegang tot gezonde, lokaal geproduceerde duurzame voeding. Denk maar aan Bio land funds, Community Supporter Agriculture (CSA), stadstuinieren, coöperatieve kruidenierswinkels enz.
Hoe kan commoning bijdragen tot een duurzame en rechtvaardige voedseltransitie? Wat is er nodig om die transitie te verduurzamen? En hoe kan jij hier vanuit de civiel sociaal-culturele sector aan meewerken? In deze sessie verdiep je je in deze boeiende vragen.
Dirk Holemans geeft je een inleiding tot de commons in voedselsystemen. Hij schetst het belang van de recommoning van grond en oogst.
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Daanheineke
2005. Daan Heineke e.a. in opdracht van VWS.
In de handreiking Wmo en ketensamenwerking (en het bijbehorende memo wijzigingen Wmo en ketensamenwerking) vindt u niet zozeer een blauwdruk voor ketensamenwerking, als wel informatie die u inzicht geeft in de gevolgen van bepaalde keuzes. Er worden zeven klantprofielen beschreven met hun respectievelijke ondersteuningsbehoeften. Van daaruit volgt een schets van de benodigde zorg- en welzijnsdiensten en de mogelijkheden tot samenwerking daartussen. De handreiking beschrijft de stappen voor ketenregie op beleidsniveau en biedt tot slot per klantprofiel een praktijkvoorbeeld van ketensamenwerking.
Leen Heylen
is onderzoekster bij Vonk 3 (Thomas More). Vergrijzing, nieuwe gezinssamenstellingen, veranderingen in basisvoorzieningen en mobiliteitsgedrag zijn herkenbare tendensen die het dorpse leven stevig onder druk zetten. Vaak worden ‘zorgzame buurten en dorpen’ hierop als antwoord geformuleerd. Maar wat schuilt er achter deze beleidstaal? En hoe maken we onze dorpen zorgzaam? Leen gaf hierover enkele belangrijke inzichten mee op het netwerkevent van Avansa Kempen 'Het kloppend hart van het dorp'
Met dit Groene armoedeplan geven we duidelijk aan waar Groen in Antwerpen op vlak van sociaal beleid voor staat. Dit plan is een bron waar onze Groene mandatarissen uit kunnen putten bij het uitwerken van acties. Het plan is – uiteraard - in continue opbouw. Sommige onderdelen werken we verder uit samen met het middenveld en in dialoog met mensen in armoede. We sluiten bondgenootschappen met hen om dit plan waar te maken. De politieke acties uit dit plan moeten bijdragen aan het versterken van het individu en de doelgroep.
Verpleeghuiszorg 2025 - Liefdevolle zorg. Voor onze ouderenSignificant
Onze verpleeghuiszorg
Sommige Nederlanders hebben het beeld dat ouderen
in Nederlandse verpleeghuizen gezellig samen bingoën.
Wanneer hun partner of één van hun ouders vervolgens
naar een verpleeghuis gaat zijn zij soms diep teleurgesteld
in de daadwerkelijke situatie. Anderen roepen zodra ze het
woord ‘verpleeghuis’ horen, uitspraken als ‘daar wil ik nog
niet dood gevonden worden’ en zijn bij voorbaat negatief.
Ondertussen werkt het personeel keihard aan kwalitatief
goede zorg, maar vindt zij lang niet altijd waardering van
het sociale netwerk van hun cliënten en van de samenleving.
Kortom; niet iedereen ervaart ‘waardigheid en trots
en liefdevolle zorg voor onze ouderen’.
Voor U ligt het programma waarmee D66 Winsum de verkiezingen van 1998
ingaat.
Niet het
college klakkeloos volgend, niet per definitie in de oppositie, maar steeds bezien
welke keuze voor Winsum het beste is.
Prof. Nicaise start met de uiteenzetting: "Tussen het Berlaymontgebouw en de kartonnendozenslapers van het Centraal Station: Europa en de armoedebestrijding in België"
Sinds 2000 zet Europa zijn lidstaten aan om - in alle vrijheid - een gezamenlijk beleid tegen armoede te voeren. In een driejaarlijkse cyclus worden nationale actieplannen voor armoedebestrijding uitgewerkt, die samen besproken worden. Het doel is niet alleen om armoede permanent op de Europese agenda te zetten (als tegengewicht tegen het wat eenzijdig economische EU-beleid) maar ook om van elkaar te leren. Na 10 jaar stellen we vast dat de armoede niet is afgenomen. Hebben we het verkeerd aangepakt? Zijn er onverwachte nieuwe oorzaken van armoede bijgekomen? Of heeft Europa misschien lippendienst bewezen aan het sociaal beleid, maar in de feiten de armoede in de hand gewerkt?
Prof. Dr. Ides Nicaise is verbonden aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) en de Onderzoekseenheid
Pedagogische Wetenschappen (K.U.Leuven). Hij publiceerde over armoede en gelijke kansen. Als vrijwilliger
is hij actief binnen de Internationale Beweging A.T.D.-Vierde Wereld.
Presentatie voor de studiedag "De elektronische overheid" op 24 februari in Leuven.
Anno 2011 is een overheid zonder ICT stilaan ondenkbaar geworden. De voorbije jaren hebben informatie- en communcatietechnologieën immers een belangrijke positie ingenomen binnen de publieke sector. Overheden zijn online aanwezig via websites, wisselen onderling informatie uit via netwerken, en verwerken deze informatie intern via tal van systemen en toepassingen. Zowel voor hun interne werkzaamheden als voor hun relaties met externe partijen maken overheidsorganisaties dus steeds nadrukkelijker gebruik van ICT. Naar de inzet van ICT en de organisatorische en bestuurlijke veranderingen die daarmee gepaard gaan, wordt verwezen met het concept ‘e-government’, oftewel ‘de elektronische overheid’. Daarbij wordt ook vaak gewezen op het evolutionair karakter van het fenomeen e-government: bestaande technologieën worden op een steeds meer geïntegreerde en effectieve manier ingezet, en nieuwe technologieën bieden zich aan.
Tijdens deze studiedag willen we de evolutie van e-government in België van naderbij bekijken. We maken hiervoor gebruik van de kennis, de ervaringen en de inzichten van verschillende deskundigen uit de praktijk en de wetenschap. Op die manier maken we een stand van zaken van de ontwikkeling van e-government op verschillende bestuursniveaus en in verschillende domeinen. Welke e-government initiatieven werden op elk van deze bestuursniveaus en in elk van deze domeinen ontwikkeld? Wat zijn de basisprincipes en de bouwstenen van elk van deze initiatieven? En in welke mate hebben zij bijgedragen tot een beter presterende overheid? Daarnaast richten we onze blik ook op de toekomst en gaan we na welke nieuwe mogelijkheden zich aanbieden en wat de komende jaren de belangrijkste uitdagingen zijn.
http://soc.kuleuven.be/io/ned/vorming/studiedag/ios1102_egov.htm
De gemeenten van de regio Kortrijk beschikken voortaan over een productencatalogus waarin hun dienstverlening, premies, vergunningen en informatieaanbod geïnventariseerd zijn. Een krachtige tool om contextueel relevante diensten te presenteren. Ook een uitstekend middel om de dienstverlening van de gemeente integraal aan te bieden. Het bouwen van een dergelijke catalogus vergt een specifieke aanpak. In Wevelgem was het uitbouwen van een productencatalogus een specifiek e-government project.
Handreiking Ketensamenwerking in de Wmo. Maatschappelijke ondersteuning in sa...Daanheineke
2005. Daan Heineke e.a. in opdracht van VWS.
In de handreiking Wmo en ketensamenwerking (en het bijbehorende memo wijzigingen Wmo en ketensamenwerking) vindt u niet zozeer een blauwdruk voor ketensamenwerking, als wel informatie die u inzicht geeft in de gevolgen van bepaalde keuzes. Er worden zeven klantprofielen beschreven met hun respectievelijke ondersteuningsbehoeften. Van daaruit volgt een schets van de benodigde zorg- en welzijnsdiensten en de mogelijkheden tot samenwerking daartussen. De handreiking beschrijft de stappen voor ketenregie op beleidsniveau en biedt tot slot per klantprofiel een praktijkvoorbeeld van ketensamenwerking.
Leen Heylen
is onderzoekster bij Vonk 3 (Thomas More). Vergrijzing, nieuwe gezinssamenstellingen, veranderingen in basisvoorzieningen en mobiliteitsgedrag zijn herkenbare tendensen die het dorpse leven stevig onder druk zetten. Vaak worden ‘zorgzame buurten en dorpen’ hierop als antwoord geformuleerd. Maar wat schuilt er achter deze beleidstaal? En hoe maken we onze dorpen zorgzaam? Leen gaf hierover enkele belangrijke inzichten mee op het netwerkevent van Avansa Kempen 'Het kloppend hart van het dorp'
Met dit Groene armoedeplan geven we duidelijk aan waar Groen in Antwerpen op vlak van sociaal beleid voor staat. Dit plan is een bron waar onze Groene mandatarissen uit kunnen putten bij het uitwerken van acties. Het plan is – uiteraard - in continue opbouw. Sommige onderdelen werken we verder uit samen met het middenveld en in dialoog met mensen in armoede. We sluiten bondgenootschappen met hen om dit plan waar te maken. De politieke acties uit dit plan moeten bijdragen aan het versterken van het individu en de doelgroep.
Verpleeghuiszorg 2025 - Liefdevolle zorg. Voor onze ouderenSignificant
Onze verpleeghuiszorg
Sommige Nederlanders hebben het beeld dat ouderen
in Nederlandse verpleeghuizen gezellig samen bingoën.
Wanneer hun partner of één van hun ouders vervolgens
naar een verpleeghuis gaat zijn zij soms diep teleurgesteld
in de daadwerkelijke situatie. Anderen roepen zodra ze het
woord ‘verpleeghuis’ horen, uitspraken als ‘daar wil ik nog
niet dood gevonden worden’ en zijn bij voorbaat negatief.
Ondertussen werkt het personeel keihard aan kwalitatief
goede zorg, maar vindt zij lang niet altijd waardering van
het sociale netwerk van hun cliënten en van de samenleving.
Kortom; niet iedereen ervaart ‘waardigheid en trots
en liefdevolle zorg voor onze ouderen’.
Voor U ligt het programma waarmee D66 Winsum de verkiezingen van 1998
ingaat.
Niet het
college klakkeloos volgend, niet per definitie in de oppositie, maar steeds bezien
welke keuze voor Winsum het beste is.
Prof. Nicaise start met de uiteenzetting: "Tussen het Berlaymontgebouw en de kartonnendozenslapers van het Centraal Station: Europa en de armoedebestrijding in België"
Sinds 2000 zet Europa zijn lidstaten aan om - in alle vrijheid - een gezamenlijk beleid tegen armoede te voeren. In een driejaarlijkse cyclus worden nationale actieplannen voor armoedebestrijding uitgewerkt, die samen besproken worden. Het doel is niet alleen om armoede permanent op de Europese agenda te zetten (als tegengewicht tegen het wat eenzijdig economische EU-beleid) maar ook om van elkaar te leren. Na 10 jaar stellen we vast dat de armoede niet is afgenomen. Hebben we het verkeerd aangepakt? Zijn er onverwachte nieuwe oorzaken van armoede bijgekomen? Of heeft Europa misschien lippendienst bewezen aan het sociaal beleid, maar in de feiten de armoede in de hand gewerkt?
Prof. Dr. Ides Nicaise is verbonden aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) en de Onderzoekseenheid
Pedagogische Wetenschappen (K.U.Leuven). Hij publiceerde over armoede en gelijke kansen. Als vrijwilliger
is hij actief binnen de Internationale Beweging A.T.D.-Vierde Wereld.
Presentatie voor de studiedag "De elektronische overheid" op 24 februari in Leuven.
Anno 2011 is een overheid zonder ICT stilaan ondenkbaar geworden. De voorbije jaren hebben informatie- en communcatietechnologieën immers een belangrijke positie ingenomen binnen de publieke sector. Overheden zijn online aanwezig via websites, wisselen onderling informatie uit via netwerken, en verwerken deze informatie intern via tal van systemen en toepassingen. Zowel voor hun interne werkzaamheden als voor hun relaties met externe partijen maken overheidsorganisaties dus steeds nadrukkelijker gebruik van ICT. Naar de inzet van ICT en de organisatorische en bestuurlijke veranderingen die daarmee gepaard gaan, wordt verwezen met het concept ‘e-government’, oftewel ‘de elektronische overheid’. Daarbij wordt ook vaak gewezen op het evolutionair karakter van het fenomeen e-government: bestaande technologieën worden op een steeds meer geïntegreerde en effectieve manier ingezet, en nieuwe technologieën bieden zich aan.
Tijdens deze studiedag willen we de evolutie van e-government in België van naderbij bekijken. We maken hiervoor gebruik van de kennis, de ervaringen en de inzichten van verschillende deskundigen uit de praktijk en de wetenschap. Op die manier maken we een stand van zaken van de ontwikkeling van e-government op verschillende bestuursniveaus en in verschillende domeinen. Welke e-government initiatieven werden op elk van deze bestuursniveaus en in elk van deze domeinen ontwikkeld? Wat zijn de basisprincipes en de bouwstenen van elk van deze initiatieven? En in welke mate hebben zij bijgedragen tot een beter presterende overheid? Daarnaast richten we onze blik ook op de toekomst en gaan we na welke nieuwe mogelijkheden zich aanbieden en wat de komende jaren de belangrijkste uitdagingen zijn.
http://soc.kuleuven.be/io/ned/vorming/studiedag/ios1102_egov.htm
De gemeenten van de regio Kortrijk beschikken voortaan over een productencatalogus waarin hun dienstverlening, premies, vergunningen en informatieaanbod geïnventariseerd zijn. Een krachtige tool om contextueel relevante diensten te presenteren. Ook een uitstekend middel om de dienstverlening van de gemeente integraal aan te bieden. Het bouwen van een dergelijke catalogus vergt een specifieke aanpak. In Wevelgem was het uitbouwen van een productencatalogus een specifiek e-government project.
Selfservice is een passend antwoord op de vraag hoe gemeenten in kunnen spelen op tijden van bezuinigingen. Met innovatieve oplossingen als informatiezuilen en geautomatiseerde processen, worden burgers én gemeentemedewerkers geholpen.
Op dinsdag 26 november organiseerde Heliview het congres ‘Klantgerichte overheid’.
Ricoh was met partner Logis.P aanwezig met een stand en verzorgde een workshop over selfservice voor gemeenten.
De toolkit leefstijlprofielen zal begin 2012 beschikbaar zijn en laat je toe een beter zicht te krijgen op de smaken en voorkeuren van de inwoners van je gemeente/stad. Op basis hiervan kan je vervolgens enkele 'groeigroepen' selecteren waarvoor je extra inspanningen wilt leveren. Zo kan je hen goesting geven in stijl en uiteindelijk meer mensen laten deelnemen aan het vrijetijdsaanbod
16042008 Presentatie Beurs Overheid & Ict Versie 0.01JoostvanLierNLD
This presentation was held at Overheid & ICT in 2008. This presnetation delivers a short overview of a report that i have written with Guill van den Boom.
Meten en monitoren in de praktijk - Hoe de gemeente Molensloot haar dienstver...Boudewijn Bugter
Op een druilerige dinsdagmiddag in 2013 zakte Jeske van der Heijden, manager Dienstverlening van de (fictieve) gemeente Molensloot, met gesloten ogen onderuit in haar bureaustoel. Ze hadden de dienstverlening en hun kanalen ingericht op basis van wat ze dachten dat de inwoners en bedrijven nodig hadden. En alle afdelingen wisten elkaar steeds beter te vinden. Toch zei haar gevoel haar dat het beter kon. Daarom zette ze 6 stappen, die de dienstverlening ingrijpend verbeterden.
DE 5 VRAGEN WAAR MOLENSLOOT MEE WORSTELDE
Op die dinsdag in oktober 2013 was het niet voor het eerst dat Jeske nadacht over betere dienstverlening. In een sessie met haar webmanager en wat KCC- en baliemedewerkers had ze zich er al eens over gebogen. Samen kwamen ze tot 5 vragen:
- Wat hebben onze klanten écht nodig – en kloppen onze aannames daarover?
- Hoe wordt onze (digitale) dienstverlening gebruikt en ervaren?
- We willen het onze klanten zo makkelijk mogelijk maken. Lukt dat ook?
- Waarom kiezen klanten welk kanaal en wat drijft een kanaalswitch?
- Wat moeten we doen om op de korte en lange termijn verbeteringen te realiseren?
INGRIJPENDE VERBETERINGEN IN 6 STAPPEN
Jeske en haar collega’s verbeterden hun dienstverlening in 6 stappen. Ze gingen als volgt te werk:
- Aanscherpen bestaande visie op (digitale) dienstverlening;
- Verkrijgen van inzicht in de basics: trends, behoeften, wensen, eisen en (kanaal-)gebruik;
- Verdiepen van inzicht: wat gaat goed, wat moet beter?
- Verbeterkansen en speerpunten benoemen;
- Opstellen verbeter- en ontwikkelroadmap, werkproces inrichten en werkafspraken maken;
- Doorlopend werken aan verbetering.
TEVREDENHEID KLANTEN OMHOOG
Het is begin november 2014, als Jeske van der Heijden opnieuw haar blik laat glijden over de velden aan de rand van het dorp. De zon schijnt, letterlijk en figuurlijk. Tevreden blikt ze terug op de afgelopen twee jaar. Haar onbestemde gevoel is weg. Daarvoor in de plaats voelt ze tevredenheid, maar ook vastberadenheid. De gemeente Molensloot heeft klinkende resultaten bereikt. Ze hebben een heel effectieve werkwijze weten te implementeren, die echt een gewoonte is geworden en daardoor eenvoudig te doorlopen is. Door op deze manier te werken, is het gelukt om de tevredenheid van de klanten te verhogen. En dat zonder dat de dagelijkse praktijk daar onder leed.
Dat verhaal zou ze eigenlijk wel eens willen delen met andere organisaties. Maar hoe? Ze leunt achterover, en sluit haar ogen...
BENIEUWD NAAR HET VERHAAL VAN JESKE EN DE GEMEENTE MOLENSLOOT?
De ins en outs van deze werkwijze lees je in deze presentatie.
Meer weten? Neem gerust contact met ons op:
Customer Revolution
T (070) 220 82 00
http://www.customerrevolution.nl
Meer weten over ToptaakMonitor?
http://www.toptaakmonitor.nl
Vrouwenpodium High Tea 8 september 2014
Prinsesjesdag stond dit jaar in het teken van de decentralisaties en de gevolgen voor vrouwen. In Nieuwspoort kwamen vrouwen uit de achterban van de in Vrouwenpodium samenwerkende organisaties bijeen om gezamenlijk de te verwachten gendereffecten te benoemen en tot aanbevelingen te komen aan overheid en politiek hoe deze te voorkomen. Belangrijk is daarbij in ieder geval dat er een monitor komt die de emancipatie implicaties van decentralisatie ontwikkelingen volgt.
De vele aanbevelingen voor gemeenten en 2e Kamer worden gebundeld en aangeboden aan alle fracties in de Tweede Kamer.
Aanbevelingen opgesteld tijdens de high tea bijeenkomst van Vrouwenpodium voor Tweede Kamer, gemeenten en vrouwenorganisaties over emancipatie implicaties van de decentralisatie van WMO, Jeugdwet en Participatiewet
Turks gezegde:
Strek je benen niet langer dan je deken. Dat betekent: geef niet meer uit dan je hebt.
Wereldwijd krijgt armoede steeds meer het gezicht van een vrouw. Dat geldt ook voor Nederland. Vrouwen, en met name oudere vrouwen, hebben extra te lijden onder de financiële crisis. Zij behoren relatief vaak tot de laagste inkomensgroepen. Velen van hen zijn economisch niet zelfstandig. Anderen zijn als weduwe of gescheiden vrouw gedurende vele jaren aangewezen op een zeer laag inkomen. We spreken niet voor niets over 'verborgen armoede': deze problematiek is veelal met taboes omgeven.
Daarom hebben FNV Vrouw en NOOM het project Wonderen doen met weinig geld geïnitieerd. De oudere vrouwen van nu zijn van jongs af aan gewend geweest om met weinig geld om te gaan. Ze kunnen wonderen doen met weinig geld. Daar ligt ook hun kracht. Met dit project proberen we die kracht te versterken
Vorming 'Vrije tijd voor iedereen' - Wijkcentrum De Kring, 09112016COMEET
Presentatie bij vorming 'Vrije Tijd voor iedereen', door Wijkcentrum De Kring. Ervaringsdeskundigen maken het begrip armoede concreet a.d.h.v. persoonlijke verhalen & lichten drempels tot vrijetijdsparticipatie toe.
Valente, branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang, telt 69 leden. Wie zijn zij en waarom zijn ze lid? Een aantal van hen stelt zich voor.
Valente, branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang, telt 69 leden. Wie zijn zij en waarom zijn ze lid? Een aantal van hen stelt zich voor.
1. Gewoon mens mogen zijn
= streven naar een samenleving
waarin iedereen tot zijn recht komt
en in zijn waardigheid erkend wordt.
2. Van armoede naar armoedebestrijding
• Armoede is uitsluiting
• Belangrijk in de strijd tegen armoede is dat
iedereen gelijkwaardig kan deelnemen aan de
samenleving.
• Gelijkwaardig is verschillend van gelijkaardig
• Iedereen heeft talenten en kwaliteiten
• Gelijkwaardigheid betekent ook het
waarderen van ieders inzet en de garantie dat
iedereen dezelfde kansen krijgt
3.
4. Van armoede naar armoedebestrijding
• Niet iedereen heeft gelijke startposities
• Er moet iets gedaan worden aan die
ongelijkheid
• Armoede betekent in de eerste plaats
uitsluiting
• Uitsluiting die maakt dat je rechten niet
gegarandeerd zijn
• Rechten : sociale grondrechten,
5. Van armoede naar armoedebestrijding
• Het recht op participatie aan de samenleving, op
maatschappelijke dienstverlening, op een leefbaar
inkomen, op een gezin, op cultuur en vrije tijd, op
onderwijs en vorming, op werk, op eten, op een gezonde
en betaalbare woning, op energie en water en het recht op
gezondheid en welzijn
• Toegang geblokkeerd tot iemand rechten : structurele
uitsluiting
• Confrontatie met sociale uitsluiting : neerkijken op iemand
anders, weigering van mensen om je als gelijkwaardig te zin
en te behandelen, je een plaats te geven
• Dat mensen geen (goede)woning hebben, geen werk is het
zichtbare deel van armoede
6. Van armoede naar armoedebestrijding
• Maar de binnenkant, de manier waarop
mensen armoede beleven is nog veel pijnlijker
om te dragen.
• Het is de ervaring van schaamte, stress, het
gevoel gefaald te hebben, eenzaam zijn en
zich onzeker en nutteloos voelen,
• Ook ervaring van wantrouwen en angst
• Armoede gaat ook over maatschappelijke
uitsluiting en kwetsbaarheid.
7. Van armoede naar armoedebestrijding
• ‘Het is de angst om wat er in ons gezin kan gebeuren.
Het wantrouwen dat wij hebben bij de hulpverlening
omdat we het gevoel hebben dat er boven onze
hoofden beslissingen genomen worden en de angst om
zelf geen controle meer te hebben en gecontroleerd te
worden. Een gevoel van steeds in het oog gehouden te
worden. Zeker wanneer er andere hulpverleners over
de vloer komen. Je voelt je niet op je gemak en
constant bekeken. Je bent kwaad en je wilt respectvol
behandeld worden. Die gevoelens blijven ons altijd
achtervolgen en zullen we altijd me ons meedragen ‘
8. Van armoede naar armoedebestrijding
• Armoede is niet enkel te vatten in meetbare
termen zoals inkomen. Toch is het inkomen
belangrijk.
• Het bepaalt als geen ander de kansen van
mensen en hun toegang tot rechten.
• De laagste lonen en vervangingsinkomen
volstaan zelden om van te leven.
• Bovendien neemt de kloof tussen de laagste
en de hoogste inkomens stilaan toe.
9. Van armoede naar armoedebestrijding
• Dit is niet goed voor de samenleving, de
bevolkingsgroepen vervreemden van elkaar
met alle negatieve gevolgen vandien.
• Meer en meer groepen worden bedreigd
• Armoede wordt diverser en stilaan ook
gekleurder
• Het treft dus steeds meer mensen
• Hoe meer uitsluiting, hoe langer het duurt,
hoe kwetsbaarder en hoe armer je bent
10. Van armoede naar armoedebestrijding
• Armoede is een onrecht
• Niemand kiest ervoor om arm te zijn.
• De samenleving zoekt de oorzaak van
armoede soms bij de persoon zelf
• Door dit te doen, riskeert men echter BLIND te
zijn voor maatschappelijke uitsluiting.
• Heeft immers in de eerste plaats een
maatschappelijke oorzaak.
11. Van armoede naar armoedebestrijding
• De samenleving slaagt er niet in om de
rechten van de mensen te verzekereren.
• Wie wil meedraaien in een steeds complexere
samenleving heeft kennis en vaardigheden
nodig .
• Die ongelijke start is dan ook de
verantwoordelijkheid van de ganse
samenleving
12.
13. Van armoede naar armoedebestrijding
• Het bestaan van armoede plaatst ook grote
vraagtekens bij ons systeem van de sociale
bescherming.
• Vervangingsinkomsten te laag, mensen zonder
papieren worden uitgesloten op basis van het
ontbreken van de juiste personen
• Het is een structureel probleem : de structuur van de
samenleving: regels in het economisch systeem, het
beleid die men voert,de wetten die men maakt, de
manier waarop instellingen werken. Deze creëren
armoede en houden het in stand
14. Van armoede naar armoedebestrijding
• Nog een voorbeeld uit de praktijk :
• Daklozen hebben recht op een referentieadres bij
het ocmw. Hierdoor kunnen zij post ontvangen en
zijn ze administratief in orde. Een aantal ocmw’s
passen deze wet echter niet toe of wachten extra
lang om dit voordeel toe te kennen. Het gevolg
hiervan is dat de dakloze heel wat rechten
misloopt: vb het recht op werkloosheidsuitkering,
op inschrijving op een wachtlijst voor een sociale
woning, enz…
15. Van armoede naar armoedebestrijding
• Een mentaliteitsverandering bij iedereen,
zodanig dat iedereen toegang heeft tot zijn
rechten
• Dan krijgen mensen pas een gelijkwaardige
plaats
• Iedereen is medeverantwoordelijk
• Nood aan solidariteit
16. Van armoede naar armoedebestrijding
• Nood aan een aanpak die oog en oor heeft
voor het ganse verhaal en werkelijkheid
• Zo kunnen mensen in armoede opnieuw
verbindingen leggen met zichzelf
• Het is belangrijk dat mensen steeds nieuwe
kansen kunnen krijgen
• Investeren in de groei van mensen is een
langetermijnsproces
17. Van armoede naar armoedebestrijding
• Mensen in armoede hebben immers een kennis
van armen die niet-armen niet hebben.
• Door te luisteren worden hun knelpunten
duidelijk
• Een goede dialoog zorgt voor wederzijds begrip
tussen de partners (mensen in armoede en niet-
armen, diensten en organisaties.
• Is essentieel om maatschappelijke structuren te
veranderen
18.
19. Van armoede naar armoedebestrijding
• En nu bij mijn taak als werk-
welzijnsconsulente:
• VDAB heeft een ESF project ingediend om
deze methodiek verder af te toetsen in de
praktijk
• Naar een integrale, versterkende
trajectbegeleiding voor arme werkzoekenden
20. Van armoede naar armoedebestrijding
• Continue, vertrouwensvolle begeleiding door een
ankerfiguur zijn van fundamenteel belang
• Perspectief op kwaliteitsvolle tewerkstelling
werken motiverend en geven een eerste aanzet
om de draad terug op te nemen
• Proces van vallen en opstaan moet mogelijk zijn
• Het zorgtraject uittekenen waarbij een
welstappenplan van de verschillende
dienstverleningsinstanties in kaart gebracht
worden
21. Van armoede naar armoedebestrijding
• Arme werkzoekenden, langdurig werklozen
die via de normale trajectwerking gericht op
arbeid niet aan de slag geraken en van wie
verondersteld wordt dat ze extra
ondersteuning nodig hebben om werk te
vinden, en uitkeringsgerechtigd of geschorst
zijn
• Die wel als doel hebben om nog te werken
22. Van armoede naar armoedebestrijding
• De werk welzijnsconsulent is iemand met een
breedbeeldperspectief
• Hij brengt niet alleen de competenties in
functie van tewerkstelling in kaart
• Opent ook perspectieven naar andere
dienstverleningen en coördineert ze
• Zijn voor de werkzoekenden beschikbaar als
vertrouwenspersoon
23. Van armoede naar armoedebestrijding
• Een op maat aanpak
• Een positieve aanpak
• Een integrale en gestructureerde aanpak over
de levensdomeinen heen
• Een gecoördineerde aanpak
• Een krachtgerichte en participatieve aanpak
waarbij wordt ingespeeld op de
mogelijkheden, interesse en competenties van
de werkzoekenden
24. Van armoede naar armoedebestrijding
• 5 W2 consulenten in de provincie West-
vlaanderen
• Regio VDAB Brugge : 2 (pt) :
Greet Seynaeve en Ingrid Verheyen
• Regio Oostende :
Katelijne Beelaerts
• Regio Kortrijk :
Bert Velghe
• Regio Roeselare-Menen :
Annemie Declercq
25. Van armoede naar
armoedebestrijding
• HART BOVEN HARD
• Zij die de wereld herleiden tot een portefeuille
en op die schaal scherper kunnen zien
waar de bron ligt, vullen almaar gulziger hun kruiken,
denkend: wie de bron bezit, bezit ook de rivier.
• Hoeveel water dient geput
om één portefeuille te doen zwellen?
Hoeveel kruiken blijven droog als de dorst van één
de dorst van allen mag miskennen?
• Zij die het hard spelen kunnen moeilijk horen
hoe in zoveel kruiken het hart luider slaat.
Hoe woede tot geloof, geloof tot een besef rijpt
dat als water zal gaan stromen tegen stroom:
• de bron zijn wij.
• Charles Ducal