7. ü Open vragen: Welke,
wat, hoe, wie, etc.
ü Gesloten vragen: A/B,
Ja/Nee, etc.
ü Sluit af met
samenvattende Ja/Nee
vraag.
Open vragen
Gesloten vragen
Ja/Nee
8. Ø Wat moet … voor jou hebben?
CRITERIA
Ø Waarom is CRITERIUM belangrijk?
Vanaf/Naartoe (tot 3x doorvragen met Waarom)
Ø Hoe weet jij of je … goed doet?
Interne/Externe validatie
Ø Waarom koos je voor …?
Procedures/Opties
Ø Wat is de relatie tussen … (vorig jaar en nu)?
Verandervoorkeur (hetzelfde/verandering)
Proactief/Reactief
Details/Hoofdlijnen
Zelf/Ander gericht
12. 1. Handling People
q Don't criticize, condemn or complain.
q Give honest and sincere appreciation.
q Arouse in the other person an eager want.
2. Make people like you
3. Win people over
4. Lead