SlideShare a Scribd company logo
1 of 61
“Een volk dat zijn groote mannen eert, sticht
zichzelf eene eerezuil”
Michiel Kersten | Artetcetera. Kunst in woorden
Standbeelden van Coster en Hals in Haarlem
“Een standbeeld is een sterk symbool: het
beeldt een enkele figuur uitbeeldt met of
zonder (historische) attributen. Met het
voetstuk steekt de persoon letterlijk boven
het alledaagse leven uit” uit S.H. Levie het
vaderlandsch gevoel, Amsterdam 1978
Virginia
verwijderdin
Balitmore
(Maryland).
Geschenkvan
bankierJ.Henry
Ferguson.
Ontwerpvande
beeldhouwer
LaurGardin
Fraser.Park
hernoemdnaar
HarrietTubman
(unionspionne),
eenAfro,
Amerikaans
abolitionist.Zij
komtookophet
$20biljet.
“Een volk van standbeelden ontbloot geeft
het aanzien alsof het nimmer groote mannen
zag geboren worden” uit S.H. Levie het
vaderlandsch gevoel, Amsterdam 1978
Standbeelden hebben – klaarblijkelijk – een
enorme potentiële zeggingskracht, omdat zij
voor iedereen te zien zijn, dagelijks. En
daarbij om een weliswaar indirecte wijze,
een indringende band en relatie oproepen
met het handelen van voorouders…
J. van Harderwijk (1833): “Wekt liefde voor
het vaderland. De liefde voor het vaderland
spoort aan tot roemrijke daden. Schilders en
kunstenaar wek die liefde op door uwe
taferelen….”
Haarlem – (stand)beelden van historische figuren
• Laurens Jansz Coster – 1722 – Gerrit van Heerstel - Prinsenhof
• Laurens Jansz Coster 1856 – Louis Royer – Grote Markt
• Frans Hals – 1900 - Henri Scholtz - Florapark
• H.A. Lorentz - 1929 – Arend Odé – Lorentzplein
• Hildebrand – 1968 – Jan Bronner - Kleverlaan
• Hannie Schaft – 1977 – Truus Menger-Oversteegen - Kenaupark
• Malle Babbe - 1978 - Kees Verkade – Barteljorisstraat
• Gotfried Bomans - 1982 – Wim Jonker - Wijngaardtuin
• Wigbolt Ripperda - 1983 - Jolanda Prinsen – Ripperdapark
• Samuel Ampzing - 2006 - Eric J. Coolen – Oude Groenmarkt
• Louis Ferron - 2006 - Bert Holt – Gasthuisstraat
• Harry Mulisch – 2013 – Jikke van Loon - Grote Markt
• Kenau en Ripperda – 2013 – Graziella Curreli - Stationsplein
en
va
n
Ha
arl
e
m,
Ke
nn
e
m
er
Sp
ort
ce
nt
er
Beelden in Haarlem in de 19de
eeuw
Coster op de Grote Markt
Frans Hals in het Florapark
Monument voor Laurens Jansz Coster in De
Haarlemmerhout ontworpen door Jan David Zocher, 1823
(400ste
gedenkjaar ontdekking boekdrukkunst)
Standbeeld c.q.
monument voor
Laurens Jansz
Coster op het
Prinsenhof te
Haarlem. Dit beeld
stond tussen 1801
en 1856 op de
Grote Markt.
Daarna op
oorspronkelijk
plaats (Prinsenhof)
terug- geplaatst
Uitgevoerd door
Gerrit van Heerstal
naar ontwerp van
Romeyn de Hooghe.
Haarlem's regt op de eer van de uitvinding
der boekdrukkunst gehandhaafd : of beknopt
overzigt van den stand der zaak, vooral na het
onderzoek van den heer De Vries, en de
toelichtingen van de heeren Schinkel en
Noordziek, 1843
Oproeping aan Nederland om de eer des
vaderlands te handhaven van J.J.F. Noordziek ,
1847
Gutenberg-Denkmal op de Gutenberg Platz (nabij de
Mainzer Dom), 1837, van de hand van de Deense
beeldhouwer Bertel Thorvaldsen (1770-1844).
Gegoten in Parijs door Charles Crozatier.
18
47
NRC, 27 juli 1847,
oproeping van de heer J.J.F.
Noordziek te Den Haag om
een beeld op te richten in
Haarlem dat recht doet aan
het belang van de uitvinder
van de boekdrukkunst.
Beeld moet gereed zijn
1848: Een metalen beeld
ontworpen door een
‘Nederlandse’ kunstenaar.
Louis Royer
(Mechelen 1793 – 1868 Amsterdam)
Opleiding Academie Mechelen, les/opleiding in Parijs
1820 Voltooiing opleiding in Amsterdam
1832 Prix de Rome – Berthel Thorvaldsen en
werkzaam atelier Antonio Canova
1827 Terug in Nederland (Den Haag)
Beeldhouwer koninklijke familie
1837 Verhuizing naar Amsterdam
1839 en van de oprichters van Arti et Amicitiae
• 1841 – Michiel de Ruyter (gietijzer) – Vlissingen
• 1848 -Willem van Oranje (brons) – Den Haag
• 1852 – Rembrandt (gietijzer) – Amsterdam
• 1856 – Laurens Jansz Coster (brons) – Haarlem
• 1856 – Eendracht (Naatje ) (natuursteen) – A’dam
• 1867 – Joost van den Vondel (brons) Amsterdam
In1852ishetgeldnognietbijeengebrachtomhet
beeldtekunnenuitvoeren/gieteninbrons.Welishet
modelvanLouisRoyerklaar.Volgenskennersvan
Royerzijnertwaalfverschillendemodellengeweestop
hetateliervandekunstenaar.
Louis Royer (beeld) en M.G. Tetar van Elven (sokkel), Laurens Jansz
Coster, Brons en natuursteen, 1855, Grote Markt, Haarlem. Gegoten
door de firma van Enthoven in Den Haag
Costerfeest–tergelegenheidvandeonthullingvan
hetbeeldvanCosteropdeGroteMarktop15,16en
17juli1856compleetmetfestiviteitenbijhetPaviljoen
L.J. Coster. Gedenkboek der Costerfeesten van 15, 16 en 17
julij 1856. Haarlem 1858. Feest kende problemen: onweer,
inzakkende tribunes, te weinig eten bij feestmaal
let
ter
-
bo
de
,
vo
or
he
t
jaa
r
18
56
(ju
li
18
56
)
Een andere aanmerking
geldt den totaalindruk, dien
het beeld ten opzighte van
het historisch karakter der
voorgestelde persoon …
Die indruk is zwak en
onbestemd; hij mist
grootschheid en kracht en
voldoet hoogstens den
oppervlakkige
beoordeellaar …. doet dit
voorovervallende een
onaangename uitwerking
.Gecit
eerd
door
Nop
Maas
,NRC,
1993
Nacionaal. Een dier ellendige woorden om den volksgeest te
bederven! Anthropofagie, lepra, onreinheid, luiheid, steelzucht, dat
alles kan 'nacionaal' zijn, indien men slechts weet van welke 'nacie',
of er over Battaks, IJslanders, Arabieren, Lazzaroni of Kaffers
gesproken wordt. Nacionaal op zich-zelf zegt niets; de vraag is, of
men nacionale gebreken of deugden bedoelt. Onze 'bezadigdheid'
(eufemie voor lamlendigheid en geesteloosheid) is zeer nacionaal,
maar er niet minder afschuwelijk om. En onze nacionale jenever is
een nacionale pest. Daarentegen voor onze nacionale volharding (al
treuzelt zij te veel), vrijheidszucht (al is zij wat kruideniersachtig),
zindelijkheid (al is zij wat eenzijdig), taal (al is zij te schraal voor den
zang), voor onze nacionale groenten en koeien - alle eerbied! Maar
niet bijvoorbeeld...
Niet bijvoorbeeld voor onzen nacionalen Coster, voor 'onzen' Coster.
Hij drukt onze belachelijke zelfaanbidding uit en hem te sloopen is
een nacionaal belang.'
Frans Hals
in het
Florapark
1894 – 1900
1894Commissievooroprichtingvaneen
standbeeldvoorFransHals,Niewsvanden
Dag5juli1894
uitgevoerd
1899-1900,
(onthulling
juni1900),
brons(beeld)
engraniet
(sokkel),hoog
ca.7meter.
Tweebeelden
opdesokkel,
voorstellende
Floraende
Schilderkunst),
gesigneerd:
HenriA
Scholtz1899/
B.Verbeyst,
Bruxelles)
Geschiedenis van het standbeeld Frans Hals in het Florapark
1894 Comité voor de oprichting van het monument voor Frans Hals.
Initiatief J. Krol Kzn (gemeenteraadslid), die zelf in Florapark 8 woonde.
Leden - burgemeester jhr. Mr. J.WG. Boreel van Hogeland, gemeentearchivaris, bestuurslid Teylers
Genootschap, afgevaardigde van Arti et Amicitiae en Pulchri Studio (H.W. Mesdag en Jozef Israëls.
1897 - Het benodigde kapitaal is er (25.000 gulden door anonieme schenking = J. Krol Kzn = bekend gemaakt
in 1994 – was al eerder bekend). Uitschrijving prijsvraag.
1898 - 16 inzendingen. Tentoongesteld in Teylers Museum. Beoordeling van de inzendingen – Jury bestond
uit het comité plus beeldhouwers Charles Verstappen en Constantin Meunier. Winnaar is Henri A. Scholtz jz.
Tweede plaats Charles van Wijk. Derde plaats Bart van Hove samen met Willem Kromhout (plantsoen).
1899 - Beelden en palmtakken worden gegoten bij de Firma (Jean Baptist) Verbeyst in Brussel & Antwerpen
14 juni 1900 onthulling van het beeld door koningin Wilhelmina in aanwezigheid koningin-moeder Emma.
De Kroniek, 21 juli 1895
Jan Veth: “een karikatuur van werkelijk eerbetoon”. 10 juli 1895 schrijft Tak
aan Veth dat Bauer deze week een prent geeft over de plannen voor het
Frans Hals standbeeld dat door Jan Veth zwaar bekritiseerd wordt.
.
Comité Standbeeld, voor het eerst ter sprake gebracht in Vereeniging tot verfraaiing en tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer gevestigd in Haarlem
• J. Krol Kzn, Haarlem
• Jhr. F. Teding van Berkhout, Haarlem
• Mr. A.W. Thöne, Haarlem
• J. Scholten, Haarlem
• Mr. A.J. van Enschedé, Haarlem (overleden voor realisatie)
• S.J. Graaf van Limburg Stirum, Haarlem (overleden voor realisatie)
• H.W. Mesdag, voorzitter Pulchri Studio, Den Haag
• Jozef Israëls, Den Haag
• Prof C.L. Dake, voorzitter van de Mij Arti et Amicitiae, Amsterdam (bedankt vóór realisatie)
• Gerard Muller secretaris van Arti et Amicitiae, Amsterdam
• Mr. W. van Hulst (later toegetreden)
Steuncomités in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Middelbrug, Den Bosch Utrecht, enz
1ste
prijs – (fl 1.000,-) door Henri Scholtz, Amsterdam
2de
prijs – (fl 500,-) door Chs van Wijk, Den Haag
3de
prijs – (fl 250) door Bart van Hove, Amsterdam
Aan Henri Scholtz is de opdracht gegeven.
Nieuws van den dag, 15 - 12 - 1898
eld
Frans
Hals,
1898,
gipsmod
el|
Rechts
Bartvan
Hove,
Ontwerp
voor
standbe
elFrans
Hals,
1898,
Teylers
Museum
els
bl
ad
va
n
15
-
12
-
18
98
Algemeen
Handelsblad zaterdag
24 december 1898
“Maar een groot
kunstwerk zal het o.i. in
geen geval worden” –
“en Veth had wel een
beetje gelijk… - Giovanni
Charles van der Stappen, Monument Afred Verwee, Brussel, 1899
Henri (Hendrik) Adolphe Scholtz
(Amsterdam 1868-1904 Schaarbeek)
Leerling van Charles van der Stappen
(1843-1910) aan Académie des beaux-arts
te Brussel
Woonde en werkte tot 1902 in
Amsterdam
Lid van Arti et Amicitiae
1902 Verhuizing naar Schaarbeek
van
Jan
Krol
Kznin
1885
aan
het
Flora
park,
ontw
orpen
in
1873
door
Louis
Paul
Zoche
r
Jan Krol Kzn. (Sneek 19 juni 1842 - Haarlem 14 juli 1916).
Lid van de Gemeenteraad van Haarlem, 1885-1899.
Lid van Trou moet Blijcken. (Jaarb. stad Haerlem, 1917)
Schenking van f 25.000,- voor standbeeld. Niet-verplaatsbaar
Rechts Schenking van J. Krol
Kzn in 1913. Artikel uit de NRC
20-03-1913
Commissie Frans Hals-feesten
G.B. Crommelin - Voorzitter
W.C. de Vos - Secretaris
A. Koolhoven - Penningmeester
Mr. N.J.L. Brantjes
L.M. Barnet Lyon
Mr. W. Jager Gerlings
J.J. Kerbert
Mr. B.J. Loman
A. van Rossum
W. Robert
Mr. A.W. Thöme
H..D. Tjeenk Willink jr.
Th. G. Schürmann
J.J. Zeewoldt
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem
De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem

More Related Content

Similar to De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem

Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)
Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)
Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)Eric Van 't Hoff
 
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goud
Gouden eeuw college 4   gary schwartz - grenzen van goudGouden eeuw college 4   gary schwartz - grenzen van goud
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goudVeenMedia
 
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. V. Isaac Israels
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925.  V. Isaac Israels75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925.  V. Isaac Israels
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. V. Isaac IsraelsMichiel C.C. Kersten
 
Reiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de Rome
Reiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de RomeReiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de Rome
Reiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de RomeMichiel C.C. Kersten
 
Restaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragersRestaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragersbvba kerat
 
Liefde als inspiratiebron iii De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...
Liefde als inspiratiebron iii   De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...Liefde als inspiratiebron iii   De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...
Liefde als inspiratiebron iii De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...Michiel C.C. Kersten
 
Cultuur Van De Burgerij Schilderkunst V5
Cultuur Van De Burgerij  Schilderkunst V5Cultuur Van De Burgerij  Schilderkunst V5
Cultuur Van De Burgerij Schilderkunst V5Peertie
 
Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)
Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)
Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)Carla Oldenburger
 
Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.
Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.
Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.Carla Oldenburger
 
Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...
Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...
Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...Carla Oldenburger
 
01 Realisme Inleiding 2
01 Realisme Inleiding 201 Realisme Inleiding 2
01 Realisme Inleiding 2Peertie
 
Heiligen in veelvoud: inleiding
Heiligen in veelvoud: inleidingHeiligen in veelvoud: inleiding
Heiligen in veelvoud: inleidingCRKC
 

Similar to De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem (20)

Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)
Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)
Hedendaagse kunst lezing (Eindhoven 14-11-2013)
 
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goud
Gouden eeuw college 4   gary schwartz - grenzen van goudGouden eeuw college 4   gary schwartz - grenzen van goud
Gouden eeuw college 4 gary schwartz - grenzen van goud
 
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. V. Isaac Israels
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925.  V. Isaac Israels75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925.  V. Isaac Israels
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. V. Isaac Israels
 
Reiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de Rome
Reiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de RomeReiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de Rome
Reiskoorts Lezing III | Reizen met een beurs | De Prix de Rome
 
Hendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuw
Hendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuwHendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuw
Hendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuw
 
Restaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragersRestaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragers
 
Liefde als inspiratiebron iii De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...
Liefde als inspiratiebron iii   De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...Liefde als inspiratiebron iii   De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...
Liefde als inspiratiebron iii De muze van de kunstenaar - Ernst Ludwig Kirc...
 
Cultuur Van De Burgerij Schilderkunst V5
Cultuur Van De Burgerij  Schilderkunst V5Cultuur Van De Burgerij  Schilderkunst V5
Cultuur Van De Burgerij Schilderkunst V5
 
Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)
Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)
Carla Oldenburger: Kunst van de Zochers Algemeen (2011)
 
Tinco Lycklama, Friesch dagblad artikel
Tinco Lycklama, Friesch dagblad artikelTinco Lycklama, Friesch dagblad artikel
Tinco Lycklama, Friesch dagblad artikel
 
Projecten_2023-1993-NL.pdf
Projecten_2023-1993-NL.pdfProjecten_2023-1993-NL.pdf
Projecten_2023-1993-NL.pdf
 
Kunst H7 En H8
Kunst H7 En H8 Kunst H7 En H8
Kunst H7 En H8
 
Frans Hals en de moderne kunst
Frans Hals en de moderne kunst Frans Hals en de moderne kunst
Frans Hals en de moderne kunst
 
Lezingen in Zwolle
Lezingen in Zwolle Lezingen in Zwolle
Lezingen in Zwolle
 
Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.
Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.
Carla Oldenburger: Style characteristics of gardens an parks in the Netherlands.
 
Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...
Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...
Carla Oldenburger: Carpet Factory Kinheim. Beverwijk. Designers, Orders, Cata...
 
01 Realisme Inleiding 2
01 Realisme Inleiding 201 Realisme Inleiding 2
01 Realisme Inleiding 2
 
R.v.Tienhoven CV Dutch 2023.pdf
R.v.Tienhoven CV Dutch 2023.pdfR.v.Tienhoven CV Dutch 2023.pdf
R.v.Tienhoven CV Dutch 2023.pdf
 
Tinco lycklama een romantische avonturier
Tinco lycklama een romantische avonturierTinco lycklama een romantische avonturier
Tinco lycklama een romantische avonturier
 
Heiligen in veelvoud: inleiding
Heiligen in veelvoud: inleidingHeiligen in veelvoud: inleiding
Heiligen in veelvoud: inleiding
 

More from Michiel C.C. Kersten

Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...
Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...
Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...Michiel C.C. Kersten
 
Humor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden Eeuw
Humor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden EeuwHumor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden Eeuw
Humor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden EeuwMichiel C.C. Kersten
 
Regentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuw
Regentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuwRegentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuw
Regentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuwMichiel C.C. Kersten
 
Lodewijk Schelfhout en het Kubisme
Lodewijk Schelfhout en het KubismeLodewijk Schelfhout en het Kubisme
Lodewijk Schelfhout en het KubismeMichiel C.C. Kersten
 
Feest in Parijs 1900! Montmartre en de kunsten
Feest in Parijs 1900! Montmartre en de kunstenFeest in Parijs 1900! Montmartre en de kunsten
Feest in Parijs 1900! Montmartre en de kunstenMichiel C.C. Kersten
 
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 2
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 2Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 2
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 2Michiel C.C. Kersten
 
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 1
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 1Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 1
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 1Michiel C.C. Kersten
 
Naar buiten: Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden Eeuw
Naar buiten:  Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden EeuwNaar buiten:  Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden Eeuw
Naar buiten: Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden EeuwMichiel C.C. Kersten
 
Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800
Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800
Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800Michiel C.C. Kersten
 
Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...
Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...
Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...Michiel C.C. Kersten
 
Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...
Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...
Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...Michiel C.C. Kersten
 
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...Michiel C.C. Kersten
 
75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme
75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme
75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: SymbolismeMichiel C.C. Kersten
 
Nederlandse kunst 1850 1925 I - Haagse School - deel 2
Nederlandse kunst 1850 1925 I -  Haagse School - deel 2Nederlandse kunst 1850 1925 I -  Haagse School - deel 2
Nederlandse kunst 1850 1925 I - Haagse School - deel 2Michiel C.C. Kersten
 
Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...
Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...
Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...Michiel C.C. Kersten
 
Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...
Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...
Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...Michiel C.C. Kersten
 
Tuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw Nederland
Tuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw NederlandTuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw Nederland
Tuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw NederlandMichiel C.C. Kersten
 

More from Michiel C.C. Kersten (20)

Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...
Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...
Paul Cézanne. Vader van de moderne kunst . Les 1 van 6 door Michiel Kersten -...
 
Frans Hals, an introduction 2018
Frans Hals, an introduction 2018Frans Hals, an introduction 2018
Frans Hals, an introduction 2018
 
Humor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden Eeuw
Humor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden EeuwHumor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden Eeuw
Humor in de gouden eeuw. Genreschilderkunst uit de Gouden Eeuw
 
Regentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuw
Regentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuwRegentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuw
Regentenstukken in de Nederlandse kunst - 16de en 17de eeuw
 
Lodewijk Schelfhout en het Kubisme
Lodewijk Schelfhout en het KubismeLodewijk Schelfhout en het Kubisme
Lodewijk Schelfhout en het Kubisme
 
Feest in Parijs 1900! Montmartre en de kunsten
Feest in Parijs 1900! Montmartre en de kunstenFeest in Parijs 1900! Montmartre en de kunsten
Feest in Parijs 1900! Montmartre en de kunsten
 
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 2
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 2Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 2
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 2
 
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 1
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 1Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw   deel 1
Naar buiten! Wandelen rond Haarlem in de Gouden Eeuw deel 1
 
Naar buiten: Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden Eeuw
Naar buiten:  Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden EeuwNaar buiten:  Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden Eeuw
Naar buiten: Wandelen rond Haarlem en omstreken in de Gouden Eeuw
 
De Goudse Glazen, Gouda - deel 1
De Goudse Glazen, Gouda - deel 1De Goudse Glazen, Gouda - deel 1
De Goudse Glazen, Gouda - deel 1
 
De Goudse Glazen, Gouda - deel II
De Goudse Glazen, Gouda - deel IIDe Goudse Glazen, Gouda - deel II
De Goudse Glazen, Gouda - deel II
 
Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800
Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800
Watteau, boucher, fragonard. Schilderkunst van het Ancien Régime. 1700-1800
 
Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...
Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...
Feesten in parijs 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven in Parijs (Montmartr...
 
Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...
Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...
Feesten in parijs rond 1900. Kunstenaars en het uitgaansleven (Montmartre), d...
 
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...
75 jaar Nederlandse kunst 1850-1925. VI. modernisme Jan Sluijters en Leo Gest...
 
75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme
75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme
75 jaar Nederlandse kunst. 1850-1925. 3de bijeenkomst: Symbolisme
 
Nederlandse kunst 1850 1925 I - Haagse School - deel 2
Nederlandse kunst 1850 1925 I -  Haagse School - deel 2Nederlandse kunst 1850 1925 I -  Haagse School - deel 2
Nederlandse kunst 1850 1925 I - Haagse School - deel 2
 
Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...
Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...
Doorbraak van de moderne kunst. Parijs 1880-1920. Neo-Impressionisme, divisio...
 
Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...
Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...
Doorbraak moderne kunst. Parijs 1880 1920 - Paul Gauguin en de Nabis in Pont ...
 
Tuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw Nederland
Tuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw NederlandTuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw Nederland
Tuin in kunst, tuin als kunst. III - 17de eeuw Nederland
 

De standbeelden van Coster en Frans Hals in Haarlem

  • 1. “Een volk dat zijn groote mannen eert, sticht zichzelf eene eerezuil” Michiel Kersten | Artetcetera. Kunst in woorden Standbeelden van Coster en Hals in Haarlem
  • 2. “Een standbeeld is een sterk symbool: het beeldt een enkele figuur uitbeeldt met of zonder (historische) attributen. Met het voetstuk steekt de persoon letterlijk boven het alledaagse leven uit” uit S.H. Levie het vaderlandsch gevoel, Amsterdam 1978
  • 4.
  • 5. “Een volk van standbeelden ontbloot geeft het aanzien alsof het nimmer groote mannen zag geboren worden” uit S.H. Levie het vaderlandsch gevoel, Amsterdam 1978
  • 6. Standbeelden hebben – klaarblijkelijk – een enorme potentiële zeggingskracht, omdat zij voor iedereen te zien zijn, dagelijks. En daarbij om een weliswaar indirecte wijze, een indringende band en relatie oproepen met het handelen van voorouders…
  • 7. J. van Harderwijk (1833): “Wekt liefde voor het vaderland. De liefde voor het vaderland spoort aan tot roemrijke daden. Schilders en kunstenaar wek die liefde op door uwe taferelen….”
  • 8. Haarlem – (stand)beelden van historische figuren • Laurens Jansz Coster – 1722 – Gerrit van Heerstel - Prinsenhof • Laurens Jansz Coster 1856 – Louis Royer – Grote Markt • Frans Hals – 1900 - Henri Scholtz - Florapark • H.A. Lorentz - 1929 – Arend Odé – Lorentzplein • Hildebrand – 1968 – Jan Bronner - Kleverlaan • Hannie Schaft – 1977 – Truus Menger-Oversteegen - Kenaupark • Malle Babbe - 1978 - Kees Verkade – Barteljorisstraat • Gotfried Bomans - 1982 – Wim Jonker - Wijngaardtuin • Wigbolt Ripperda - 1983 - Jolanda Prinsen – Ripperdapark • Samuel Ampzing - 2006 - Eric J. Coolen – Oude Groenmarkt • Louis Ferron - 2006 - Bert Holt – Gasthuisstraat • Harry Mulisch – 2013 – Jikke van Loon - Grote Markt • Kenau en Ripperda – 2013 – Graziella Curreli - Stationsplein
  • 10. Beelden in Haarlem in de 19de eeuw Coster op de Grote Markt Frans Hals in het Florapark
  • 11. Monument voor Laurens Jansz Coster in De Haarlemmerhout ontworpen door Jan David Zocher, 1823 (400ste gedenkjaar ontdekking boekdrukkunst) Standbeeld c.q. monument voor Laurens Jansz Coster op het Prinsenhof te Haarlem. Dit beeld stond tussen 1801 en 1856 op de Grote Markt. Daarna op oorspronkelijk plaats (Prinsenhof) terug- geplaatst Uitgevoerd door Gerrit van Heerstal naar ontwerp van Romeyn de Hooghe.
  • 12. Haarlem's regt op de eer van de uitvinding der boekdrukkunst gehandhaafd : of beknopt overzigt van den stand der zaak, vooral na het onderzoek van den heer De Vries, en de toelichtingen van de heeren Schinkel en Noordziek, 1843 Oproeping aan Nederland om de eer des vaderlands te handhaven van J.J.F. Noordziek , 1847
  • 13.
  • 14. Gutenberg-Denkmal op de Gutenberg Platz (nabij de Mainzer Dom), 1837, van de hand van de Deense beeldhouwer Bertel Thorvaldsen (1770-1844). Gegoten in Parijs door Charles Crozatier.
  • 15. 18 47 NRC, 27 juli 1847, oproeping van de heer J.J.F. Noordziek te Den Haag om een beeld op te richten in Haarlem dat recht doet aan het belang van de uitvinder van de boekdrukkunst. Beeld moet gereed zijn 1848: Een metalen beeld ontworpen door een ‘Nederlandse’ kunstenaar.
  • 16. Louis Royer (Mechelen 1793 – 1868 Amsterdam) Opleiding Academie Mechelen, les/opleiding in Parijs 1820 Voltooiing opleiding in Amsterdam 1832 Prix de Rome – Berthel Thorvaldsen en werkzaam atelier Antonio Canova 1827 Terug in Nederland (Den Haag) Beeldhouwer koninklijke familie 1837 Verhuizing naar Amsterdam 1839 en van de oprichters van Arti et Amicitiae • 1841 – Michiel de Ruyter (gietijzer) – Vlissingen • 1848 -Willem van Oranje (brons) – Den Haag • 1852 – Rembrandt (gietijzer) – Amsterdam • 1856 – Laurens Jansz Coster (brons) – Haarlem • 1856 – Eendracht (Naatje ) (natuursteen) – A’dam • 1867 – Joost van den Vondel (brons) Amsterdam
  • 18. Louis Royer (beeld) en M.G. Tetar van Elven (sokkel), Laurens Jansz Coster, Brons en natuursteen, 1855, Grote Markt, Haarlem. Gegoten door de firma van Enthoven in Den Haag
  • 19.
  • 21.
  • 22. L.J. Coster. Gedenkboek der Costerfeesten van 15, 16 en 17 julij 1856. Haarlem 1858. Feest kende problemen: onweer, inzakkende tribunes, te weinig eten bij feestmaal
  • 23.
  • 24.
  • 25. let ter - bo de , vo or he t jaa r 18 56 (ju li 18 56 ) Een andere aanmerking geldt den totaalindruk, dien het beeld ten opzighte van het historisch karakter der voorgestelde persoon … Die indruk is zwak en onbestemd; hij mist grootschheid en kracht en voldoet hoogstens den oppervlakkige beoordeellaar …. doet dit voorovervallende een onaangename uitwerking
  • 26. .Gecit eerd door Nop Maas ,NRC, 1993 Nacionaal. Een dier ellendige woorden om den volksgeest te bederven! Anthropofagie, lepra, onreinheid, luiheid, steelzucht, dat alles kan 'nacionaal' zijn, indien men slechts weet van welke 'nacie', of er over Battaks, IJslanders, Arabieren, Lazzaroni of Kaffers gesproken wordt. Nacionaal op zich-zelf zegt niets; de vraag is, of men nacionale gebreken of deugden bedoelt. Onze 'bezadigdheid' (eufemie voor lamlendigheid en geesteloosheid) is zeer nacionaal, maar er niet minder afschuwelijk om. En onze nacionale jenever is een nacionale pest. Daarentegen voor onze nacionale volharding (al treuzelt zij te veel), vrijheidszucht (al is zij wat kruideniersachtig), zindelijkheid (al is zij wat eenzijdig), taal (al is zij te schraal voor den zang), voor onze nacionale groenten en koeien - alle eerbied! Maar niet bijvoorbeeld... Niet bijvoorbeeld voor onzen nacionalen Coster, voor 'onzen' Coster. Hij drukt onze belachelijke zelfaanbidding uit en hem te sloopen is een nacionaal belang.'
  • 29.
  • 31. Geschiedenis van het standbeeld Frans Hals in het Florapark 1894 Comité voor de oprichting van het monument voor Frans Hals. Initiatief J. Krol Kzn (gemeenteraadslid), die zelf in Florapark 8 woonde. Leden - burgemeester jhr. Mr. J.WG. Boreel van Hogeland, gemeentearchivaris, bestuurslid Teylers Genootschap, afgevaardigde van Arti et Amicitiae en Pulchri Studio (H.W. Mesdag en Jozef Israëls. 1897 - Het benodigde kapitaal is er (25.000 gulden door anonieme schenking = J. Krol Kzn = bekend gemaakt in 1994 – was al eerder bekend). Uitschrijving prijsvraag. 1898 - 16 inzendingen. Tentoongesteld in Teylers Museum. Beoordeling van de inzendingen – Jury bestond uit het comité plus beeldhouwers Charles Verstappen en Constantin Meunier. Winnaar is Henri A. Scholtz jz. Tweede plaats Charles van Wijk. Derde plaats Bart van Hove samen met Willem Kromhout (plantsoen). 1899 - Beelden en palmtakken worden gegoten bij de Firma (Jean Baptist) Verbeyst in Brussel & Antwerpen 14 juni 1900 onthulling van het beeld door koningin Wilhelmina in aanwezigheid koningin-moeder Emma.
  • 32. De Kroniek, 21 juli 1895 Jan Veth: “een karikatuur van werkelijk eerbetoon”. 10 juli 1895 schrijft Tak aan Veth dat Bauer deze week een prent geeft over de plannen voor het Frans Hals standbeeld dat door Jan Veth zwaar bekritiseerd wordt.
  • 33. .
  • 34. Comité Standbeeld, voor het eerst ter sprake gebracht in Vereeniging tot verfraaiing en tot bevordering van het vreemdelingenverkeer gevestigd in Haarlem • J. Krol Kzn, Haarlem • Jhr. F. Teding van Berkhout, Haarlem • Mr. A.W. Thöne, Haarlem • J. Scholten, Haarlem • Mr. A.J. van Enschedé, Haarlem (overleden voor realisatie) • S.J. Graaf van Limburg Stirum, Haarlem (overleden voor realisatie) • H.W. Mesdag, voorzitter Pulchri Studio, Den Haag • Jozef Israëls, Den Haag • Prof C.L. Dake, voorzitter van de Mij Arti et Amicitiae, Amsterdam (bedankt vóór realisatie) • Gerard Muller secretaris van Arti et Amicitiae, Amsterdam • Mr. W. van Hulst (later toegetreden) Steuncomités in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Middelbrug, Den Bosch Utrecht, enz 1ste prijs – (fl 1.000,-) door Henri Scholtz, Amsterdam 2de prijs – (fl 500,-) door Chs van Wijk, Den Haag 3de prijs – (fl 250) door Bart van Hove, Amsterdam Aan Henri Scholtz is de opdracht gegeven.
  • 35. Nieuws van den dag, 15 - 12 - 1898
  • 38. Algemeen Handelsblad zaterdag 24 december 1898 “Maar een groot kunstwerk zal het o.i. in geen geval worden” – “en Veth had wel een beetje gelijk… - Giovanni
  • 39.
  • 40. Charles van der Stappen, Monument Afred Verwee, Brussel, 1899
  • 41. Henri (Hendrik) Adolphe Scholtz (Amsterdam 1868-1904 Schaarbeek) Leerling van Charles van der Stappen (1843-1910) aan Académie des beaux-arts te Brussel Woonde en werkte tot 1902 in Amsterdam Lid van Arti et Amicitiae 1902 Verhuizing naar Schaarbeek
  • 42.
  • 43.
  • 44.
  • 46. Jan Krol Kzn. (Sneek 19 juni 1842 - Haarlem 14 juli 1916). Lid van de Gemeenteraad van Haarlem, 1885-1899. Lid van Trou moet Blijcken. (Jaarb. stad Haerlem, 1917) Schenking van f 25.000,- voor standbeeld. Niet-verplaatsbaar
  • 47. Rechts Schenking van J. Krol Kzn in 1913. Artikel uit de NRC 20-03-1913
  • 48.
  • 49.
  • 50. Commissie Frans Hals-feesten G.B. Crommelin - Voorzitter W.C. de Vos - Secretaris A. Koolhoven - Penningmeester Mr. N.J.L. Brantjes L.M. Barnet Lyon Mr. W. Jager Gerlings J.J. Kerbert Mr. B.J. Loman A. van Rossum W. Robert Mr. A.W. Thöme H..D. Tjeenk Willink jr. Th. G. Schürmann J.J. Zeewoldt

Editor's Notes

  1. Baltimore Four monuments removed The mayor of Baltimore, Catherine Pugh, ordered the removal of four monuments to the era of the Confederacy, saying it was in the interest of public safety after the violence in Charlottesville. The statues were taken down before dawn on Aug. 16 <getal>
  2. Costermonument Costermonument Het monument in 2010 Het monument in 2010 KunstenaarJ.D. Zocher Jaar1823 MateriaalBentheimer zandsteen LocatieHaarlemmerhout, Haarlem Monumentnummer19197 Portaal Portaalicoon Kunst & Cultuur Het Costermonument is een gedenkteken in de Nederlandse stad Haarlem. In de 19e eeuw wordt naar het werk verwezen als gedenksteen. Inhoud 1Achtergrond 2Beschrijving 3Waardering 4Zie ook Achtergrond De Haarlemmer Laurens Janszoon Coster werd in Nederland beschouwd als uitvinder van de boekdrukkunst in 1423. Daarbuiten wordt de uitvinding eerder toegeschreven aan de Duitse drukker Johannes Gutenberg. In 1722 maakte Gerrit van Heerstal een stenen standbeeld van Coster, naar een ontwerp van Romeyn de Hooghe, voor de Haarlemse hortus medicus. Het beeld stond van 1801 tot 1856 op de Grote Markt. Coster zou tijdens een wandeling in Haarlemmerhout zijn geïnspireerd voor zijn uitvinding. Volgens overlevering sneed hij letters van stukjes beukenschors, die afdrukken in het zand achterlieten toen ze vielen. Ter gelegenheid van de 400-jarige viering van dat moment werd een gedenksteen opgericht naar een ontwerp van Jan David Zocher. Op 10 juli 1823 werd een viering gehouden in de Grote Kerk, waarbij hoogleraar Johannes van der Palm een redevoering hield en Hendrik Tollens een gedicht voordroeg. Vervolgens trok het gezelschap naar de Hout en werd het monument door president-burgemeester jhr. David Hoeufft onthuld.[1] Drieëndertig jaar later, op 16 juli 1856, werd in de ochtend een herdenking gehouden bij het Costermonument. Het gezelschap trok vervolgens naar de Grote Markt, waar het bronzen standbeeld van Laurens Janszoon Coster van beeldhouwer Louis Royer werd onthuld. Beschrijving Het monument bestaat uit een vierkant bouwwerk van Bentheimer zandsteen met pilasters op de hoeken. Op de vier zijden is een krans in reliëf aangebracht, met op twee zijden in het midden van de krans een inscriptie in het Latijn en Nederlands: Aanhalingsteken openen TER EERE VAN LOURENS IANSZOON KOSTER UITVINDER DER BOEKDRUKKUNST DOOR BURGEMEESTEREN EN RADEN DER STAD HAARLEM OP HET VIERDE EEUWGETYDE MDCCCXXIII Aanhalingsteken sluiten Op de andere zijden zijn het wapen van Haarlem en het wapen van Coster te zien, dat wil zeggen het wapen waar de schepen L.J. Coster mee zegelde. Op de vooruitspringende delen van het dekstuk zijn diverse elementen te zien die verwijzen naar Coster, waaronder een gevleugelde letter A. Waardering Het standbeeld werd in 1969 als rijksmonument in het Monumentenregister opgenomen.[2] Zie ook Lijst van beelden in Haarlem Lijst van rijksmonumenten in Haarlem Zuid-West Laurens Janszoon Coster Portret van Laurens Janszoon Coster Standbeeld van Laurens Janszoon Coster op de Grote Markt in Haarlem Beeld van Coster in de hortus in Haarlem Laurens Janszoon Coster is de naam die wordt toegedicht aan een vijftiende-eeuwse Haarlemse koster, die met name in Nederland eeuwenlang beschouwd werd als uitvinder van de boekdrukkunst. Tegenwoordig bestaat echter grote twijfel aan de historiciteit van het personage Coster en wordt breed aangenomen dat de Duitser Johannes Gutenberg de uitvinder van de boekdrukkunst geweest is. Costers betrokkenheid is voornamelijk gebaseerd op mondelinge overlevering uit het begin van de zestiende eeuw. Er zijn rond die tijd twee Haarlemmers met de naam Laurens Janszoon geweest.[1] De eerste (1370-1439) was koopman en heeft nooit de achternaam Coster gebruikt. De tweede (1410-1484) gebruikte die achternaam wel en is eigenaar geweest van het huis op de Grote Markt 33 in Haarlem dat in 1929 is afgebroken, een paar deuren verwijderd van wat het Costerhuis (Grote Markt 25) is gaan heten. Voor de mythische uitvinding in 1423 zou deze dus veel te jong zijn geweest. De enige aanwijzing voor vroeg drukwerk in Nederland stamt uit de Keulse Kroniek uit 1499. Daarin vermeldt de eerste Keulse drukker Ulrich Zell, een drukkersleerling uit Keulen, toen tussen de 60 en 69 jaar oud, dat de boekdrukkunst in 1450 in Mainz werd toegepast, maar dat voor die tijd al Vurbyldung in de Nederlanden was geweest, waar men het gebruikte om teksten over Latijnse grammatica te drukken (Donatus).[2] De naam Coster wordt echter niet genoemd. Inhoud 1Overlevering 2Coster-Legende 3Costeriana 4Gedenktekens 5Zie ook Overlevering In ultimo is de Costerlegende gebaseerd op een enkele bron, namelijk het zeventiende hoofdstuk van Hadrianus Junius' Batavia. Dit hoofdstuk heeft de vorm van een klassieke pleitrede tegen de aanhangers van Gutenberg.[3] Volgens de overlevering deed Coster de uitvinding bij toeval in het stadsbos de Haarlemmerhout, toen hij in een park stukjes beukenschors in de vorm van letters sneed, die op het moment dat ze op de grond vielen een afdruk in het zand achterlieten. Deze voorstelling van zaken is echter vrijwel zeker a-historisch. De pers als 'machine' bestond al eeuwen en dat daarmee teksten gedrukt konden worden, was in de vijftiende eeuw bekend en gebruikelijk. Het verschil met het 'gedrukte boek' bestond hieruit dat men niet met losse, opnieuw te gebruiken letters drukte, maar een 'houtsnede' maakte van zowel een afbeelding als een bijbehorende tekst. Zo konden bladen gedrukt worden, die aan elkaar geplakt en bijeengebonden een blokboek vormden. Deze manier van drukken beperkte door slijtage van de houten 'matrix' het aantal afdrukken tot hooguit enkele honderden. Coster-Legende In 1988 – een "Coster-jaar" – verscheen er een studie met daarin de resultaten van een archief-onderzoek naar de historische Laurens Jansz. Coster. In dit boek werd aangetoond, dat Gerrit Thomas (ca. 1482 - ca. 1568), die beschouwd kan worden als degene die aan de basis stond van de Coster-cultus, zijn stamboom ietwat had "opgesierd", om zodoende te kunnen claimen, dat hij (Thomas) in rechte lijn van Laurens Jansz. Coster zou afstammen. Een andere conclusie was dat Laurens Jansz. Coster nooit heeft gewoond op de Grote Markt 25 (het huis, waar het standbeeld van Coster voor staat). Coster was de eigenaar van Grote Markt 33, maar dit huis werd door de Gemeente Haarlem in 1929 afgebroken.[1] Costeriana Er bestaan oude drukwerkjes uit de Nederlanden die Costeriana genoemd worden. Mocht Coster echt bestaan hebben en als de Costeriana oud genoeg zijn, dan zou het kunnen dat ze daadwerkelijk door Coster gemaakt zijn, maar ze zijn gesigneerd noch gedateerd. De drukkwaliteit van de Costeriana is daarnaast zeer matig. De status van Coster als (verondersteld) belangrijk uitvinder wordt er door de Costeriana niet aannemelijker op. Echter bij het Britse veilinghuis Sotheby's is een kleine snipper van een stuk drukwerk geveild dat 18 letters bevat en dat onder meer zegt dat het in 1430 in Haarlem gedrukt werd; de naam van de drukker wordt echter niet genoemd. De verzameling Costeriana is aangelegd door de eerste bibliothecaris van Haarlem in 1821, toen het kersverse Koninkrijk der Nederlanden zat te springen om nationale symbolen.[4] Gedenktekens In Haarlem staat op de Grote Markt een standbeeld van Laurens Janszoon Coster, dat is ontworpen door de beeldhouwer Louis Royer en onthuld op 16 juli 1856. Het beeld is in de loop der jaren enkele keren van locatie veranderd, voor het laatst in 1966. Het beeld wordt door de meeste Haarlemmers aangeduid als Loutje en wordt veelal gebruikt als ontmoetingspunt omdat de hele Grote Markt er op uitkijkt. Andere gedenktekens voor Coster als uitvinder van de boekdrukkunst zijn het standbeeld in de hortus van het Stedelijk Gymnasium Haarlem, in 1722 gemaakt door Gerrit van Heerstal naar een ontwerp van Romeyn de Hooghe, en het Costermonument in de Haarlemmerhout. Uiteraard zijn alle verbeeldingen ontsproten aan de fantasie van de makers, er bestaan geen afbeeldingen door tijdgenoten. Coster-raam in de Grote Kerk in Haarlem Plaquette in de Grote Kerk in Haarlem Plaquette en buste van Coster aan de Grote Markt in Haarlem Geromantiseerde afbeelding uit 1628 van boekdrukken in Haarlem in 1440 Costermonument in de Haarlemmerhout <getal>
  3. Louis Royer Louis Royer Royer wordt door zijn vriend Roothaan gefeliciteerd met de Prix de Rome, een schilderij van Jan Willem Pieneman Royer wordt door zijn vriend Roothaan gefeliciteerd met de Prix de Rome, een schilderij van Jan Willem Pieneman Persoonsgegevens Geboren19 juni 1793 Overleden5 juni 1868 GeboortelandBelgië Beroep(en)Beeldhouwer Oriënterende gegevens Stijl(en)Classicisme Portaal Portaalicoon Kunst & Cultuur Bestand:Beelden in Vondelpark-511086.ogv Beeld Vondel in Vondelpark, Amsterdam, Polygoonjournaal 1965 Louis Royer (soms ook: Roijer) (Mechelen, 19 juni 1793 - Amsterdam, 5 juni 1868) was een van oorsprong Vlaams beeldhouwer die in de negentiende eeuw standbeelden van diverse beroemde Nederlanders maakte.[1] Biografie Louis Royer was de zoon van een landmeter (Joannes). Hij groeide op in een hoekhuis aan de Hazenstraat in Mechelen[2] en studeerde er aan de Academie. Hij haalde in 1810, als klasgenoot van A.F. Van den Eynde, de eerste prijs voor een tekening naar levend model. Zijn meest bekende werken waren echter beeldhouwwerken. Hij had zwart haar en wenkbrauwen, bruine ogen, puntige neus, middelgrote mond, ronde kin, ovaal gezicht, klare huidskleur en was op 20-jarige leeftijd 1 meter 640 groot.[2] Op 17-jarige leeftijd ging hij in de leer bij de beeldhouwer Jan Frans van Geel. Hij deed praktijkervaring op in verschillende ateliers van Vlaamse beeldhouwers, werd opgeleid in de late Vlaamse barok maar kwam onder invloed van het neoclassicisme. Vervolgens zette hij zijn studie voort in Parijs. Rond 1820 week hij uit naar Amsterdam. Hij won in 1823 als eerste de Nederlandse versie van de Prijs van Rome, ingesteld door Koning Willem I, en mocht hij zijn kunstenaarschap vier jaar lang in Rome verdiepen en ontwikkelen. In Rome kreeg hij te maken met de grootste classicistische beeldhouwers. Hij werkte met Bertel Thorvaldsen en op het atelier van Antonio Canova, die toen al was overleden maar van wie de werkplaats met leerlingen nog functioneerde. In 1827 keerde Royer terug naar het noorden en vestigde zich in Den Haag, waarnaar het kunstzinnig leven zich vanuit Amsterdam in het kielzog van de koninklijke familie verplaatst had. Hij werd al snel aangesteld als hofbeeldhouwer en portretteerde de hele koninklijke familie in bustes van marmer. Kort daarop werd hij tevens benoemd tot directeur van de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Na zijn verhuizing in 1837 naar Amsterdam, trad er een verandering op in Royers werk: hij legde zich toe op beeldhouwwerken van beroemdheden uit de Nederlandse geschiedenis. Royer was in zijn tijd de belangrijkste Nederlandse beeldhouwer. Hij stond bekend als de "Canova van Nederland", later sprak men van hem als "de beeldhouwer". Hij had eigenlijk geen concurrentie. Als gevolg van een oplevend historisch-nationalistisch besef kregen vele nationale helden op staatkundig, krijgskundig of kunstzinnig gebied rond het midden van de negentiende eeuw een eigen standbeeld, die vrijwel alle door Royer werden ontworpen. De beelden werden opgericht op initiatief van nationale of plaatselijke comités die hiervoor geld inzamelden en de onthullingen ervan liepen uit op nationale manifestaties, vaak in aanwezigheid van koninklijke hoogheden, die enkele dagen duurden en ter gelegenheid waarvan boekwerken, gedenkpenningen en uitgebreide artikelen en bijlagen in kranten en tijdschriften verschenen. Royer was in 1839 een van de oprichters van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae. Hij werd drie keer koninklijk onderscheiden. Nadat de classicistiche stijl uit de mode was geraakt, werd Royer bij het grote publiek echter snel vergeten. In een poging hem aan de vergetelheid te ontrukken organiseerde Museum Amstelkring in Amsterdam in 1994 een overzichtstentoonstelling van zijn werk, waarbij in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam een fototentoonstelling te zien was met eigentijdse opnamen van zijn beelden. Louis Royer wordt ook wel gezien als voorbeeld voor Jan Bronner, grondlegger van de 'Groep van de figuratieve abstractie', bij afkorting 'De Groep' genaamd, waardoor hij van grote invloed is geweest op de latere stroming van 'de figuratieve abstractie'. Werk Het gietijzeren beeld van Rembrandt op het gelijknamige plein in Amsterdam Enkele van zijn sculpturen in de openbare ruimte zijn: 1841 - standbeeld Michiel de Ruyter, gietijzer, Keizersbolwerk, Boulevard de Ruyter, Vlissingen (onthulling 25 augustus 1841 op het Rondeel, op 23 augustus 1894 verplaatst naar de boulevard, onthulling aldaar 25 augustus 1894) 1848 - standbeeld Willem van Oranje, brons, Plein, Den Haag 1852 - standbeeld Rembrandt van Rijn, gietijzer, Rembrandtplein, Amsterdam (onthulling 27 mei 1852) 1856 - standbeeld van Laurens Janszoon Coster, brons, Grote Markt, Haarlem (onthulling 16 juli 1856) 1856 - monument 'De Eendracht' (Naatje van de Dam), natuursteen, Dam, Amsterdam (onthulling 27 augustus 1856) 1860 - buste Simon Stijl, marmer, Harlingen (onthulling 29 december 1860) rond 1860 - Mariabeeld, engelen met baldakijn en aanvullingen van het Praalgraf van Engelbrecht I van Nassau in Breda 1867 - ontwerp standbeeld Joost van den Vondel, brons, Vondelpark, Amsterdam (onthulling 18 oktober 1867) <getal>
  4. Standbeeld van Laurens Janszoon Coster Standbeeld van Laurens Janszoon Coster Haarlem - Grote markt - Standbeeld van Laurens Janszoon Coster.JPG KunstenaarLouis Royer/M.G. Tétar van Elven Jaar1856 Materiaalbrons/natuursteen LocatieGrote Markt, Haarlem HoogteFout in uitdrukking: woord "ca" niet herkend. Monumentnummer513375 Portaal Portaalicoon Kunst & Cultuur Het standbeeld van Laurens Janszoon Coster is een gedenkteken in de Nederlandse stad Haarlem. Het beeld wordt door de inwoners Lautje genoemd. Inhoud 1Achtergrond 2Beschrijving 3Fotogalerij 4Waardering 5Zie ook Achtergrond De Haarlemmer Laurens Janszoon Coster werd in Nederland beschouwd als uitvinder van de boekdrukkunst in 1423. Daarbuiten wordt de uitvinding eerder toegeschreven aan de Duitse drukker Johannes Gutenberg. In 1722 maakte Gerrit van Heerstal een stenen standbeeld van Coster, naar een ontwerp van Romeyn de Hooghe, voor de Haarlemse hortus medicus. Het beeld werd in 1801 naar de Grote Markt verplaatst. In de Haarlemmerhout, waar Coster de inspiratie zou hebben opgedaan voor zijn uitvinding, werd in 1823 het Costermonument van J.D. Zocher jr. geplaatst. De heer J.J.F. Noordziek, oud-bibliothecaris bij de Koninklijke Bibliotheek en redacteur van de Staatscourant, publiceerde in juli 1847 zijn Oproeping aan Nederland, om de eer des vaderlands te handhaven. Het beeld van Van Heerstal voldeed volgens Noordziek niet aan de vereisten van de hedendaagse kunst en stak te veel af tegen het beeld dat in 1840 voor Gutenberg in Mainz was opgericht. De 'gedenksteen' in de Hout voldeed ook niet als monument, hij wilde een 'waardiger' standbeeld voor Coster oprichten.[1][2] Er werd een commissie gevormd die zich voor dit doel zou inzetten. Om de kosten te financieren werd een inzamelingsactie gestart. Het beeld zou moeten worden geplaatst in 1848, 25 jaar na het vierde eeuwfeest van de uitvinding. Mede door de politieke onrusten in 1848 liep het project vertraging op, maar in oktober 1849 kon de commissie laten weten dat zij de opdracht voor een metalen standbeeld had gegund aan Louis Royer.[3] De commissie bemoeide zich actief met het ontwerp; Royer maakte minstens twaalf verschillende versies.[4] Het beeld toont Coster met hoofddeksel en in zijn hand een drukletter A, geïnspireerd op het (fantasie)portret dat Jacob van Campen begin 17e eeuw van de drukker maakte. Op verzoek van de commissie voegde Royer een boomstronk toe, als verwijzing naar de Haarlemmerhout.[5] Begin jaren vijftig viel een gipsmodel om, maar in 1855 kon de firma Enthoven in Den Haag het beeld in brons gieten. De achtzijdige, natuurstenen sokkel werd ontworpen door de architect M.G. Tétar van Elven en gehouwen door de Haarlemse steenhouwer L. Sabelis jr. en zijn zoon. Het stenen beeld van Van Heerstal werd van de Markt gehaald en teruggeplaatst op de Prinsenhof. Lithografie van de onthulling door C.C.A. Last. Onthulling Op 15, 16 en 17 juli 1856 vonden de Costerfeesten plaats in Haarlem, met onder meer volksspelen en een orgelconcert in de Grote Kerk. In de ochtend van de zestiende vertrok een stoet met vele genodigden van het Station Haarlem naar het Costermonument in Haarlemmerhout. Er werd daar een rede gehouden door Joh. Enschedé, als een van de oudste boekdrukkers. Daarna trok men verder naar de Grote Markt, waar prins Hendrik zie bij het gezelschap aansloot. Onder de aanwezigen waren verder de ministers van Oorlog, Binnenlandse Zaken en Financiën en de burgemeester en gemeenteraad van de stad. De heer Metman, voorzitter van de oprichtingscommissie, hield een toespraak, waarbij het monument werd onthuld. Het werd vervolgens door burgemeester De Bruyn Kops in dank aanvaard. Koning Willem III beloonde de leden van de oprichtingscommissie met onderscheidingen; dr. A. de Vries werd benoemd tot commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, de heren mr. L. Metman en A.D. Schinkel werden benoemd tot ridders in dezelfde orde en initiatiefnemer Noordziek, secretaris van de commissie, werd benoemd tot ridder in de Orde van de Eikenkroon.[6] Aanvankelijk stond er een hekwerk om het beeld. Wegens herinrichting van de Markt is het beeld een aantal malen verplaatst. Beschrijving Het circa drie meter hoge bronzen beeld toont Coster ten voeten uit, gekleed in een lang geplooid gewaad. Hij houdt met zijn linkerhand een boek tegen zijn borst geklemd en toont in zijn rechterhand een gevleugelde letter A. Achter hem staat een boomstronk. Sokkel De achtzijdige sokkel staat op een twee treden hoog stoepje en is circa vier meter hoog. Hij is gemaakt van Escauzijnse steen, natuursteen afkomstig uit de groeve van Écaussinnes. De sokkel heeft vier brede en vier smalle zijden en heeft twee inspringingen. Hij is gedecoreerd met gotische drie- en vierpasmotieven en op de zijden een bladmotief in de band die onder de dekplaat loopt. Op de vier brede zijden is een inscriptie aangebracht, in het Latijn en in het Nederlands. De Nederlandse opschriften luiden: Aanhalingsteken openen LOURENS JANSZOON COSTER, HULDE VAN HET NEDERLANDSCHE VOLK, MDCCCLVI Aanhalingsteken sluiten Aanhalingsteken openen UITVINDER VAN DE BOEKDRUKKUNST MET BEWEEGBARE UIT METAAL GEGOTEN LETTERS Aanhalingsteken sluiten Fotogalerij Zicht op de sokkel Zijaanzicht met boomstronk Verbeeld door Anton Heyboer (1948) Waardering Het standbeeld werd in 1999 als rijksmonument in het Monumentenregister opgenomen. "Het uit 1856 daterende standbeeld in deels neogotische deels Naturalistische trant is van algemeen belang vanwege de kunst- en cultuurhistorische waarde en als hommage aan Lourens Janszoon Coster, de vermeende uitvinder van de boekdrukkunst. Tevens is het beeld van belang vanwege de beeldondersteunende waarde die het door zijn situering op de Grote Markt bezit."[7] Zie ook Lijst van beelden in Haarlem Lijst van rijksmonumenten aan de Grote Markt (Haarlem) Bronnen, noten en/of referenties Boudewijnse, J. (1887) "Levensbericht van J.J.F. Noordziek." in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1887 "Oproeping aan Nederland, om de eer des vaderlands te handhaven", aangehaald in Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27 juli 1847 "De hoofd-commissie tot het oprigten van een Metalen Standbeeld..", Nieuwe Rotterdamsche courant, 18 oktober 1849 Hout, A.H.P.J. van den en Langendijk, E. (red.) (1996) Louis Royer 1793-1868 : een Vlaamse beeldhouwer in Amsterdam. Amsterdam: Van Soeren & Co. ISBN 9068810383 Kuik, C.J. (1980) Helden op sokkels : Literaire standbeelden in Nederland. Baarn: Bosch & Keuning n.v. ISBN 9024643392 "'s Gravenhage den 16 julij", Rotterdamsche courant, 17 juli 1856 Informatie over rijksmonumentnummer 513375 <getal>
  5. Een standbeeld voor Frans Hals Redacteur Tak en de medewerkers van De Kroniek bepaalden het onderwerp van de wekelijkse plaat in een vergadering ten huize van de uitgever, in de tijd van Marius Bauer eerst C.M. van Gogh en later Scheltema & Holkema, allebei in Amsterdam.35 Tak had grote invloed op de keuze van de onderwerpen en de vormgeving van de prenten waarvoor hij 35 Thys, op. cit. (noot 1), pp. 128-129. Uitgever en kunsthandelaar C.M. van Gogh was een neef van de schilder Vincent van Gogh. Hij gaf De Kroniek uit tot 29-3-1896. Daarna was Scheltema en Holkema's Boekhandel tot 28-12-1901 de uitgever. [p. 137] illustratie Brief van Marius Bauer aan Jan Veth met een voorstel voor Velasquez Redivivus. Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam. illustratie Otto Eerelman, Koningin Wilhelmina als amazone. Olieverfschets 1895. Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag. De jonge koningin zit in amazonezit op haar lievelingspaard, de arabier Woyko. Naar aanleiding van de opdracht voor dit schilderij aan Eerelman, maakte Marius Bauer de spotprent In het Land van Rembrandt. zelf de onderschriften maakte. Hij lijkt hierin op Charles Philipon, die van 1831 tot 1835 als redacteur van het Franse satirische weekblad La Caricature de tekenaars op dezelfde manier dirigeerde en ook voor de onderschriften zorgde. Een groot verschil met La Caricature was dat de wekelijkse prenten bij dat blad in dienst stonden van de strijd tegen de Juli-Monarchie, terwijl de spotprenten bij De Kroniek de ‘kwesties van de dag’ behandelden en vaak functioneerden als satirische illustraties bij het hoofdartikel. De spotprenten die de lezers van De Kroniek bij de drie eerste jaargangen kregen, geven dan ook een goed en breed inzicht in de gebeurtenissen die de samenleving op dat moment bezighielden. Ook De Amsterdammer en De Nederlandsche Spectator gaven hun lezers wekelijks een spotprent die niet meer beoogde te zijn dan een satirisch commentaar op de actualiteit. De prenten van de drie bladen behandelen opvallend vaak hetzelfde onderwerp! Marius Bauer zou zich, aldus zijn vrouw, geen onderwerpen hebben laten opdragen.36 Het waarheidsgehalte van die mededeling lijkt betrekkelijk, omdat ook zijn prenten illustraties zijn bij de hoofdartikelen van - meestal - Pieter Lode wijk Tak en Jan Veth, terwijl uit de correspondentie tussen Tak en Veth blijkt dat zij in de vergaderingen ook met Marius Bauer afspraken over de onderwerpen van zijn prenten maakten. Op 10 juli 1895 schrijft Tak aan Veth dat in de vergadering is afgesproken dat Bauer ‘deze week een prent [geeft] over Frans Hals-standbeeld’.37 Die prent verscheen bij een hoofdartikel waarin Jan Veth felle kri- 36 Thys, op. cit. (noot 1), pp. 128-129. 37 Brief van Tak aan Jan Veth, 10-7-1895, brievencollectie Jan Veth, Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam. Thys dateert deze brief abusievelijk 16-7-1895. [p. 138] tiek gaf op het plan een monument voor Frans Hals in Haarlem neer te zetten.38 Een week eerder had De Opregte Haarlemsche Courant bericht, dat het hoofdcomité voor de oprichting van dat monument een circulaire had verstuurd waarin het liet weten dat het plan bij velen reeds grote sympathie genoot, dat koningin-regentes Emma haar instemming had betuigd en steun had toegezegd en dat er al subcomités waren gevormd in Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Utrecht, Middelburg, Leiden, Zwolle, Maastricht, Groningen, 's-Hertogenbosch, Arnhem, Leeuwarden, Nijmegen, 's-Gravenhage, Assen, en Batavia.39 In zijn hoofdartikel herinnerde Jan Veth aan het drama van de schilderijen van Frans Hals uit het Haarlemse Hofje van Beresteyn. Die waren, ondanks vergeefse pogingen van de historicus Johannes van Vloten om er geld voor bij elkaar te krijgen, niet voor het Rijksmuseum aangekocht, maar naar het buitenland verkocht.40 Om nu in Haarlem een standbeeld voor Frans Hals neer te zetten, vond Veth ‘een karikatuur van werkelijk eerbetoon’. Dat de lezers bij De Kroniek een prent van Rusticus kregen met daarop een rij standbeelden van vaderlandse schilders aan een haven, terwijl op de voorgrond hun schilderijen worden ingescheept, kan geen toeval zijn. Dat onderwerp moet in de platenvergadering bij uitgever Van Gogh zijn afgesproken en het onderschrift en het gedicht eronder zijn door Tak of Veth geschreven. De pers reageerde lauw op dit zoveelste plan voor een standbeeld voor een grote vaderlander, maar De Nederlandsche Spectator wijdde er een hoofdartikel aan. De redactie wenste het initiatief succes, maar vond het wel opmerkelijk dat in het hoofdcomité de namen van de directeuren van alle grote musea ontbraken. Tussen De Kroniek in de persoon van Jan Veth en De Nederlandsche Spectator in de persoon van P.A.M. Boele van Hensbroek, die Carel Vosmaer na diens dood in 1888 als schrijver van de opiniërende Vlugmaren was opgevolgd en zijn Vlugmaren ook met Flanor of ‘en vriend van Flanor’ ondertekende, brak een felle polemiek uit. Boele van Hensbroek vond de plannen voor een standbeeld voor Frans Hals wel een waardig eerbetoon en sneerde dat Jan Veth die plannen alleen maar had afgekraakt, omdat ze niet van hem en zijn vrienden afkomstig waren. Dat in 1882 de laatste Frans Hals uit het Haarlemse hofje het vaderland had verlaten, was voor hem geen reden om nu een standbeeld van de schilder een schaamlap te vinden. Bovendien verweet hij Veth dat die de pogingen van Vosmaer in 1876 om de schilderijen in Nederland te houden, niet vermeldde. Een standbeeld van een groot man, aldus Boele van Hensbroek, was altijd een uitstekend middel voor ouders om hun kinderen te leren hoe belangrijk de vereeuwigde persoon was geweest.41 Veth antwoordde in De Kroniek dat Boele van Hensbroek een standbeeld van Frans Hals wel ‘een uitstekend leermiddel’ had genoemd, maar dat De Nederlandsche Spectator niet geprotesteerd had, toen in 1876 en 1882 de vier schilderijen van Frans Hals uit het Hofje van Beresteyn naar het buitenland waren verkocht.42 Veth strooide extra zout in de wond door de instemmende reacties te publiceren van twee bekende maar helaas anoniem gebleven heren die hadden geweigerd in het comité voor het beeld zitting te nemen.43 De eerste vond het onzinnig 30.000 gulden uit te geven voor een beeld van de schilder wiens werk men intussen het land uit heeft laten gaan. Hij noemde met name De min met het kind op de arm uit de collectie-Ilpenstein dat voor een gering bedrag in het museum in Berlijn was terechtgekomen, vertelde over het luide applaus van het Nederlandse publiek toen op de veiling-Copes van Hasselt in de Brakke Grond Leve de trouw voor 18.000 gulden aan de Franse Graaf de Pourtalès in Parijs was toegeslagen en herinnerde zich verbitterd hoe hij jaren tevoren bij een bevriende kunsthandelaar in Parijs voor 60.000 francs een schilderij van Hals had gezien van twee meisjes en een jongen in een bokkenwagen, waarvoor Nederland geen belangstelling had gehad en dat naar Brussel was gegaan.44 De ander wist in Engeland een groot schilderij van Frans Hals te koop en vond dat men beter dat kon kopen in plaats van een ‘wellicht slecht monument 38 De Kroniek, 14-7-1895. 39 De Oprekte Haarlemsche Courant, 9-7-1895. De leden van het hoofdcomité waren jhr. mr. J.W.G. Boreel van Hoogelanden, burgemeester van Haarlem en erevoorzitter, J. Krol Kz., voorzitter, H.W. Mesdag, voorzitter van Pulchri Studio in Den Haag, Jozef Israëls, prof C.L. Dake, Gerard Muller, secretaris van Arti et Amicitiae in Amsterdam, mr. A.J. Enschedé, H.J. Scholten, S.J. graaf van Limburg Stirum, mr. A.W. Thone, jhr. F. Teding van Berkhout, penningmeester, en mr. Z.W. Straatman, secretaris. 40 De Kroniek, 30-6-1895. Van Vloten vroeg f150.000,-, maar kreeg slechts toezeggingen voor een paar honderd gulden. 41 De Nederlandsche Spectator, 20-7-1895. 42 De Kroniek, 28-7-1895. Zie ook: J.F. Heijbroek sr., ‘Potgieter walgt van hofjes....maar juicht over de regentenkamer’, De Leidse Hofjes 10 (1981), pp. 56-62. 43 De Kroniek, 4-8-1895. 44 Het schilderij De min met het kind van Frans Hals is in 1872 voor f4.500,- vanuit het kasteel Ilpenstein naar de collectie Suermondt in Aken gegaan en hangt nu in de Gemälde Galerie van de Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz in Berlijn. Zie hiervoor cat. tent. Frans Hals. Tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het gemeentemuseum te Haarlem, (Frans Hals Museum), Haarlem 1962, p. 31. Het schilderij De kinderen met een bokkenwagen bevindt zich in de collectie van Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Het is afkomstig uit de collectie van de viscount Boyne Bridgnorth en is in 1928 aan dat museum geschonken door mevrouw Ernest Brugmann de Waha. Beide schilderijen waren te zien op de Frans Hals-tentoonstelling in Haarlem in 1989. Zie: S. Slive, Frans Hals, Den Haag 1989, pp. 89 en 160. De verblijfplaats van Leve de trouw was, althans onder deze titel, niet te achterhalen. [p. 139] illustratie Marius Bauer, Een standbeeld voor FRANS HALS. De Kroniek, 21-7-1895. illustratie J.M. Schmidt Crans, “Sticht maar hofjes, geeft hun tot aandenken de portretten van uw bloedverwanten - regenten zullen ze wel “waardeeren””. De Nederlandsche Spectator, 1876, no. 4. te laten maken’. Veth sloot zich hierbij aan en verzuchtte dat de Vereniging Rembrandt die Victor de Stuers na het echec van Van Vloten in 1883 had opgericht, tenminste begonnen was de schade een beetje te herstellen. De Kroniek bleef de Vereniging Rembrandt steunen en in de aandacht van de welgestelde kunstliefhebbers aanbevelen. Boele van Hensbroek liet het voortdurende verwijt van Veth dat De Nederlandsche Spectator zich nooit tegen de verkoop van de schilderijen van Frans Hals had verzet, niet op zich zitten en verwees naar de Vlugmare van Flanor, toen nog Carel Vosmaer, in het nummer van 12 februari 1876, waarin die zich wel degelijk fel had gekeerd tegen het plan van de regenten van het Hofje van Beresteyn om de schilderijen te verkopen.45 Hij had ook nog kunnen wijzen op de spotprent van J.M. Schmidt Crans op de verkoopplannen in de vierde aflevering van De Nederlandsche Spectator van hetzelfde jaar. Het standbeeld van Frans Hals is er in 1898 toch gekomen, gemaakt door Henri Scholz en betaald door J. Krol Kz., de voorzitter van de hoofdcommissie, tegenover wiens voormalige huis aan het Haarlemse Florapark het nog steeds staat. 45 De Nederlandsche Spectator, 10-8-1895. [p. 140] <getal>
  6. Een standbeeld voor Frans Hals Redacteur Tak en de medewerkers van De Kroniek bepaalden het onderwerp van de wekelijkse plaat in een vergadering ten huize van de uitgever, in de tijd van Marius Bauer eerst C.M. van Gogh en later Scheltema & Holkema, allebei in Amsterdam.35 Tak had grote invloed op de keuze van de onderwerpen en de vormgeving van de prenten waarvoor hij 35 Thys, op. cit. (noot 1), pp. 128-129. Uitgever en kunsthandelaar C.M. van Gogh was een neef van de schilder Vincent van Gogh. Hij gaf De Kroniek uit tot 29-3-1896. Daarna was Scheltema en Holkema's Boekhandel tot 28-12-1901 de uitgever. [p. 137] illustratie Brief van Marius Bauer aan Jan Veth met een voorstel voor Velasquez Redivivus. Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam. illustratie Otto Eerelman, Koningin Wilhelmina als amazone. Olieverfschets 1895. Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag. De jonge koningin zit in amazonezit op haar lievelingspaard, de arabier Woyko. Naar aanleiding van de opdracht voor dit schilderij aan Eerelman, maakte Marius Bauer de spotprent In het Land van Rembrandt. zelf de onderschriften maakte. Hij lijkt hierin op Charles Philipon, die van 1831 tot 1835 als redacteur van het Franse satirische weekblad La Caricature de tekenaars op dezelfde manier dirigeerde en ook voor de onderschriften zorgde. Een groot verschil met La Caricature was dat de wekelijkse prenten bij dat blad in dienst stonden van de strijd tegen de Juli-Monarchie, terwijl de spotprenten bij De Kroniek de ‘kwesties van de dag’ behandelden en vaak functioneerden als satirische illustraties bij het hoofdartikel. De spotprenten die de lezers van De Kroniek bij de drie eerste jaargangen kregen, geven dan ook een goed en breed inzicht in de gebeurtenissen die de samenleving op dat moment bezighielden. Ook De Amsterdammer en De Nederlandsche Spectator gaven hun lezers wekelijks een spotprent die niet meer beoogde te zijn dan een satirisch commentaar op de actualiteit. De prenten van de drie bladen behandelen opvallend vaak hetzelfde onderwerp! Marius Bauer zou zich, aldus zijn vrouw, geen onderwerpen hebben laten opdragen.36 Het waarheidsgehalte van die mededeling lijkt betrekkelijk, omdat ook zijn prenten illustraties zijn bij de hoofdartikelen van - meestal - Pieter Lode wijk Tak en Jan Veth, terwijl uit de correspondentie tussen Tak en Veth blijkt dat zij in de vergaderingen ook met Marius Bauer afspraken over de onderwerpen van zijn prenten maakten. Op 10 juli 1895 schrijft Tak aan Veth dat in de vergadering is afgesproken dat Bauer ‘deze week een prent [geeft] over Frans Hals-standbeeld’.37 Die prent verscheen bij een hoofdartikel waarin Jan Veth felle kri- 36 Thys, op. cit. (noot 1), pp. 128-129. 37 Brief van Tak aan Jan Veth, 10-7-1895, brievencollectie Jan Veth, Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam. Thys dateert deze brief abusievelijk 16-7-1895. [p. 138] tiek gaf op het plan een monument voor Frans Hals in Haarlem neer te zetten.38 Een week eerder had De Opregte Haarlemsche Courant bericht, dat het hoofdcomité voor de oprichting van dat monument een circulaire had verstuurd waarin het liet weten dat het plan bij velen reeds grote sympathie genoot, dat koningin-regentes Emma haar instemming had betuigd en steun had toegezegd en dat er al subcomités waren gevormd in Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Utrecht, Middelburg, Leiden, Zwolle, Maastricht, Groningen, 's-Hertogenbosch, Arnhem, Leeuwarden, Nijmegen, 's-Gravenhage, Assen, en Batavia.39 In zijn hoofdartikel herinnerde Jan Veth aan het drama van de schilderijen van Frans Hals uit het Haarlemse Hofje van Beresteyn. Die waren, ondanks vergeefse pogingen van de historicus Johannes van Vloten om er geld voor bij elkaar te krijgen, niet voor het Rijksmuseum aangekocht, maar naar het buitenland verkocht.40 Om nu in Haarlem een standbeeld voor Frans Hals neer te zetten, vond Veth ‘een karikatuur van werkelijk eerbetoon’. Dat de lezers bij De Kroniek een prent van Rusticus kregen met daarop een rij standbeelden van vaderlandse schilders aan een haven, terwijl op de voorgrond hun schilderijen worden ingescheept, kan geen toeval zijn. Dat onderwerp moet in de platenvergadering bij uitgever Van Gogh zijn afgesproken en het onderschrift en het gedicht eronder zijn door Tak of Veth geschreven. De pers reageerde lauw op dit zoveelste plan voor een standbeeld voor een grote vaderlander, maar De Nederlandsche Spectator wijdde er een hoofdartikel aan. De redactie wenste het initiatief succes, maar vond het wel opmerkelijk dat in het hoofdcomité de namen van de directeuren van alle grote musea ontbraken. Tussen De Kroniek in de persoon van Jan Veth en De Nederlandsche Spectator in de persoon van P.A.M. Boele van Hensbroek, die Carel Vosmaer na diens dood in 1888 als schrijver van de opiniërende Vlugmaren was opgevolgd en zijn Vlugmaren ook met Flanor of ‘en vriend van Flanor’ ondertekende, brak een felle polemiek uit. Boele van Hensbroek vond de plannen voor een standbeeld voor Frans Hals wel een waardig eerbetoon en sneerde dat Jan Veth die plannen alleen maar had afgekraakt, omdat ze niet van hem en zijn vrienden afkomstig waren. Dat in 1882 de laatste Frans Hals uit het Haarlemse hofje het vaderland had verlaten, was voor hem geen reden om nu een standbeeld van de schilder een schaamlap te vinden. Bovendien verweet hij Veth dat die de pogingen van Vosmaer in 1876 om de schilderijen in Nederland te houden, niet vermeldde. Een standbeeld van een groot man, aldus Boele van Hensbroek, was altijd een uitstekend middel voor ouders om hun kinderen te leren hoe belangrijk de vereeuwigde persoon was geweest.41 Veth antwoordde in De Kroniek dat Boele van Hensbroek een standbeeld van Frans Hals wel ‘een uitstekend leermiddel’ had genoemd, maar dat De Nederlandsche Spectator niet geprotesteerd had, toen in 1876 en 1882 de vier schilderijen van Frans Hals uit het Hofje van Beresteyn naar het buitenland waren verkocht.42 Veth strooide extra zout in de wond door de instemmende reacties te publiceren van twee bekende maar helaas anoniem gebleven heren die hadden geweigerd in het comité voor het beeld zitting te nemen.43 De eerste vond het onzinnig 30.000 gulden uit te geven voor een beeld van de schilder wiens werk men intussen het land uit heeft laten gaan. Hij noemde met name De min met het kind op de arm uit de collectie-Ilpenstein dat voor een gering bedrag in het museum in Berlijn was terechtgekomen, vertelde over het luide applaus van het Nederlandse publiek toen op de veiling-Copes van Hasselt in de Brakke Grond Leve de trouw voor 18.000 gulden aan de Franse Graaf de Pourtalès in Parijs was toegeslagen en herinnerde zich verbitterd hoe hij jaren tevoren bij een bevriende kunsthandelaar in Parijs voor 60.000 francs een schilderij van Hals had gezien van twee meisjes en een jongen in een bokkenwagen, waarvoor Nederland geen belangstelling had gehad en dat naar Brussel was gegaan.44 De ander wist in Engeland een groot schilderij van Frans Hals te koop en vond dat men beter dat kon kopen in plaats van een ‘wellicht slecht monument 38 De Kroniek, 14-7-1895. 39 De Oprekte Haarlemsche Courant, 9-7-1895. De leden van het hoofdcomité waren jhr. mr. J.W.G. Boreel van Hoogelanden, burgemeester van Haarlem en erevoorzitter, J. Krol Kz., voorzitter, H.W. Mesdag, voorzitter van Pulchri Studio in Den Haag, Jozef Israëls, prof C.L. Dake, Gerard Muller, secretaris van Arti et Amicitiae in Amsterdam, mr. A.J. Enschedé, H.J. Scholten, S.J. graaf van Limburg Stirum, mr. A.W. Thone, jhr. F. Teding van Berkhout, penningmeester, en mr. Z.W. Straatman, secretaris. 40 De Kroniek, 30-6-1895. Van Vloten vroeg f150.000,-, maar kreeg slechts toezeggingen voor een paar honderd gulden. 41 De Nederlandsche Spectator, 20-7-1895. 42 De Kroniek, 28-7-1895. Zie ook: J.F. Heijbroek sr., ‘Potgieter walgt van hofjes....maar juicht over de regentenkamer’, De Leidse Hofjes 10 (1981), pp. 56-62. 43 De Kroniek, 4-8-1895. 44 Het schilderij De min met het kind van Frans Hals is in 1872 voor f4.500,- vanuit het kasteel Ilpenstein naar de collectie Suermondt in Aken gegaan en hangt nu in de Gemälde Galerie van de Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz in Berlijn. Zie hiervoor cat. tent. Frans Hals. Tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het gemeentemuseum te Haarlem, (Frans Hals Museum), Haarlem 1962, p. 31. Het schilderij De kinderen met een bokkenwagen bevindt zich in de collectie van Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Het is afkomstig uit de collectie van de viscount Boyne Bridgnorth en is in 1928 aan dat museum geschonken door mevrouw Ernest Brugmann de Waha. Beide schilderijen waren te zien op de Frans Hals-tentoonstelling in Haarlem in 1989. Zie: S. Slive, Frans Hals, Den Haag 1989, pp. 89 en 160. De verblijfplaats van Leve de trouw was, althans onder deze titel, niet te achterhalen. [p. 139] illustratie Marius Bauer, Een standbeeld voor FRANS HALS. De Kroniek, 21-7-1895. illustratie J.M. Schmidt Crans, “Sticht maar hofjes, geeft hun tot aandenken de portretten van uw bloedverwanten - regenten zullen ze wel “waardeeren””. De Nederlandsche Spectator, 1876, no. 4. te laten maken’. Veth sloot zich hierbij aan en verzuchtte dat de Vereniging Rembrandt die Victor de Stuers na het echec van Van Vloten in 1883 had opgericht, tenminste begonnen was de schade een beetje te herstellen. De Kroniek bleef de Vereniging Rembrandt steunen en in de aandacht van de welgestelde kunstliefhebbers aanbevelen. Boele van Hensbroek liet het voortdurende verwijt van Veth dat De Nederlandsche Spectator zich nooit tegen de verkoop van de schilderijen van Frans Hals had verzet, niet op zich zitten en verwees naar de Vlugmare van Flanor, toen nog Carel Vosmaer, in het nummer van 12 februari 1876, waarin die zich wel degelijk fel had gekeerd tegen het plan van de regenten van het Hofje van Beresteyn om de schilderijen te verkopen.45 Hij had ook nog kunnen wijzen op de spotprent van J.M. Schmidt Crans op de verkoopplannen in de vierde aflevering van De Nederlandsche Spectator van hetzelfde jaar. Het standbeeld van Frans Hals is er in 1898 toch gekomen, gemaakt door Henri Scholz en betaald door J. Krol Kz., de voorzitter van de hoofdcommissie, tegenover wiens voormalige huis aan het Haarlemse Florapark het nog steeds staat. 45 De Nederlandsche Spectator, 10-8-1895. [p. 140] <getal>
  7. <getal>
  8. <getal>
  9. Beschrijving Inleiding In 1885 gebouwde VRIJSTAANDE VILLA in neo-renaissance stijl. De villa, gelegen aan de zuidoostzijde van het Florapark, is gebouwd in opdracht van Jan Krol Kzn. Het pand is thans (1993) in gebruik als kantoorruimte. Het Florapark werd in 1873 door L.P. Zocher ontworpen en maakte onderdeel uit van een plan voor de aanleg en bebouwing van het Hazepatersveld. Het Hazepatersveld was een weiland, gelegen tussen de Dreef, Hazepaterslaan en Wagenweg, dat kort vóór 1873 door de gemeente Haarlem was aangekocht van de Doopsgezinde gemeente. De gemeente Haarlem stond voor ogen het weiland te transformeren tot een villapark en zij gaf hiertoe het bedrijf van L.P. Zocher's vader, J.D. Zocher & Co., de opdracht om een plan voor aanleg en bebouwing van het Hazepatersveld te ontwerpen. In dit plan van aanleg, dat in 1873 gereed kwam, is een contrast zichtbaar tussen enerzijds de formele, stedelijke aanleg zoals die aan het Floraplein en de Dreef gedacht was en anderzijds de landschappelijke aanleg van het Florapark en een deel van de Hazepaterslaan. In totaal waren er in het plan 50 woonhuizen geprojecteerd. In de uiteindelijke uitvoering zouden er echter 56 worden gerealiseerd, waardoor er sprake is van een zekere verdichting van het oorspronkelijke ontwerp. Als eerste kwam de stedelijk aandoende eclectische bebouwing langs het Floraplein tot stand (1876-'77), gevolgd door de neo-renaissancistische woonblokken langs de Dreef (1880 en 1882). Het Florapark en het westelijk deel van de Hazepaterslaan raakten pas in de periode na 1880 bebouwd, nadat de in Engelse landschapsstijl ontworpen parkaanleg alhier was voltooid. In het Florapark werden in de periode 1880-1892 acht vrijstaande villa's en drie dubbele villa's gebouwd. Eén van deze villa's, gelegen op de hoek met de Wagenweg, werd in 1939 afgebroken en vervangen door een school. De overige villa's zijn echter nog in het park aanwezig en verkeren voor een groot deel nog in orginele staat. Ook de parkaanleg en de kavelverdeling (er heeft geen verdichting van de percelen plaatsgevonden) zijn nog merendeels oorspronkelijk. Het Florapark heeft hierdoor zijn aanzicht als villapark behouden. De erfafscheidingen tussen de openbare weg en de percelen aan het Florapark, Dreef en Hazepaterslaan zijn bij de aanleg van het villapark in één uniforme stijl ontworpen. Deze oorspronkelijke erfafscheidingen zijn nog bij alle panden aanwezig, al dan niet deels opnieuw opgebouwd. Omschrijving Vrijstaande villa van drie bouwlagen: begane grond, verdieping en kapverdieping. Het pand is gebouwd op een in hoofdvorm rechthoekig grondplan en wordt gedekt door een samengestelde kap bekleed met grijze shingles. Het pand is opgetrokken in rode baksteen op een natuurstenen plint. De detailleringen in de gevels zijn van pleisterwerk of natuursteen. Tussen de begane grond en de verdieping is een omlopende natuurstenen geprofileerde cordonlijst aangebracht. Voorts zijn er enkele speklagen van pleisterwerk omlopend over het pand aangebracht. Op de hoeken van de gevels en gevelvlakken zijn gepleisterde en gebosseerde lisenen aangebracht. Ook de stenen in de strekken boven de vensters en deuren zijn deels bepleisterd. Langs de dakrand bevindt zich een omlopende houten geprofileerde kroonlijst met vlak daaronder een smalle eierlijst. De voorgevel (noordoost) is vrijwel symmetrisch van opzet en bestaat uit een middenstuk van drie traveeën breed met aan weerszijden daarvan een aangebouwde zijvleugel over twee bouwlagen. De linker en rechter travee van het middenstuk zijn iets risalerend en worden afgesloten door een tuitgevel met neo-renaissance detailleringen zoals onder meer bepleisterde afdekplaten en siermuurankers. De twee tuitgevels worden bekroond door een siersmeedijzeren windvaan. De middelste, iets terugwijkende, travee van het middenstuk omvat de entree met daarboven een balkon. De entree bestaat uit een dubbele houten bewerkte paneeldeur met een bovenlicht met smeedijzeren rooster. Rechts van de entree, die bereikbaar is door middel van een twee treden tellende natuurstenen trap, bevindt zich een jaartalsteen met het bouwjaar 1885. Het balkon heeft een bepleisterde balustrade die wordt afgedekt door een natuurstenen plaat en een dubbele openslaande deur met bovenlicht. De aangebouwde zijvleugels worden afgesloten door een plat dak met op de randen een houten balustrade. De voorgevel heeft voornamelijk houten schuifvensters, op de verdieping voorzien van een T-vorm. In de linker zijvleugel zijn de oorspronkelijke vensters op de begane grond vervangen door een groot nieuw raam. De vensters op de verdieping van de twee risalerende traveeën in het middenstuk, hebben een halfronde boogtrommel boven de ramen gevuld met een mozaïek van gele, rode en blauwe steentjes. In de tuitgevels bevinden zich twee aan twee gekoppelde draaivensters. Een aantal vensters in de voorgevel is voorzien van voorzetramen. De zuidoostgevel heeft ter hoogte van de zijvleugel op de verdieping twee houten T-schuifvensters. Op de begane grond bevinden zich in deze zijde van de zijvleugel geen vensters. De achterzijde van de zijvleugel kent zowel op de begane grond als verdieping een enigszins vernieuwd groot venster. Boven de zijvleugel bevindt zich, tegen het middengedeelte van het pand aan, een tuitgevel identiek aan de tuitgevels in de voorgevel. Deze tuitgevel wordt bekroond door een siersmeedijzeren versiering. De zuidoostgevel gaat voorts geleidelijk over in de achtergevel en haar erker-uitbouwen en kent nog een viertal houten schuifvensters. De achtergevel (zuidwest) is uitgebreid met twee bakstenen erkers van twee bouwlagen, gebouwd in de stijl van het pand. De twee erker-uitbouwen, die circa twee meter van elkaar staan met daar tussenin onder meer een brandtrap, worden afgesloten door een plat dak. De linker erker bezit nog merendeels de oorspronkelijke vensters en deuren, bestaande uit onder meer houten T-schuifvensters op de verdieping en een houten samengesteld draaiend venster en een houten achterdeur op de begane grond. De rechter erker bezit op de verdieping onder meer een uit drie delen bestaand groot en enigszins vernieuwd venster. Op de begane grond bevinden zich in deze erker onder meer dubbele houten tuindeuren die bereikbaar zijn door middel van een vijftreeds stenen trap. De linker erker is aan de linkerzijde (noordwest) in een latere periode (na de Tweede Wereldoorlog) uitgebreid met een aanbouw van eveneens twee bouwlagen hoogte en onder plat dak. Deze aanbouw, die onder meer een tweetal nieuwe houten T-vensters bevat, is qua vormgeving en detaillering enigszins aangepast aan de stijl van het pand. De na-oorlogse aanbouw loopt door in de noordwest-gevel en wordt deels, op punten waar de verdieping overkragend is, ondersteund door pilaren. De noordwestgevel is, buiten de nieuwere na-oorlogse aanbouw om, twee traveeën breed. De rechter risalerende travee is door de daklijst heen doorgetrokken en wordt afgesloten door een afgeknot zadeldak met wolfseind. Deze travee telt één vensteras met daarin onder meer in vieren gedeelde houten draaivensters. De linker travee van de noordwestgevel kent een driezijdige bakstenen uitbouw over de begane grond en verdieping. In deze uitbouw bevindt zich in elke zijde een houten schuifvenster. Het interieur van het pand is grotendeels gewijzigd en de oorspronkelijke tuin rondom de villa is vrijwel geheel ingericht als parkeerplaats. De villa bezit aan de straatzijde nog de oorspronkelijke erfafscheiding. Deze erfafscheiding bestaat uit een laag bakstenen muurtje afgedekt door een hardstenen plint, met daar bovenop een donkergroen geverfd smeedijzeren sierhekwerk. De erfafscheiding wordt op twee plaatsen onderbroken voor een entree. Deze entree's bestaan uit dubbele openslaande hekwerken die aan weerszijden worden gemarkeerd door een donkergroen geverfde gecanneleerde ijzeren zuil op een hardstenen basement. Het korintisch kapiteel van de zuil wordt bekroond door een in goudkleur geverfde denneappel. Waardering Overwegend gaaf bewaarde villa met bijbehorende erfafscheiding van algemeen belang wegens cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde, alsmede wegens ensemblewaarde als onderdeel van de villa-bebouwing in het door zijn landschappelijke aanleg waardevolle Florapar <getal>
  10. Boven: het standbeeld van Frans Hals dat dankzij een schenking van ƒ 25.000,- door Jan Krol in 1900 in het Florapark is geplaatst. Daaraan ging een prijsvraag vooraf waaraan 16 beeldhouwers deelnamen. Een bronzen beeld op een sokkel van graniet vervaardigd door Hendrik Adolphe Scholtz uit Amsterdam, leerling van de Belgische beeldhouwer Charles van der Stappen. Met de nodige feestelijkheden is het beeld op 14 juni 1900 door koningin Wilhelmina onthuld, in aanwezigheid van koningin-Moeder Emma. De feestdag werd besloten met een opvoering van de ‘Letterlievende Vereeniging J.J.Cremer’ in de schouwburg aan de Jansweg. Daarin is het stuk ‘Frans Hals’ opgevoerd, geschreven door H.M.P.van Emmerik. Onder: de door architect professor J.A.G. van der Steur ontworpen schouwburg waarvoor Krol in 1914 250.000 gulden doneerde onder het beding dat het naar een ontwerp van Van der Steur zou worden gebouwd op het westelijk deel van het Wilsonplein en dat daarin te allen tijd loges voor de commissaris der Koningin en burgemeester van Haarlem gereserveerd moesten blijven. Voor de inrichting is door het gemeentebestuur van Haarlem ƒ 50.000,- beschikbaar gesteld. Het gebouw kwam in februari 1918 gereed toen de schenker al was overleden. De schenking van mecenas Krol was anoniem en is pas vijftig jaar later, in de gemeenteraadsvergadering van 6 mei 1994, openbaar gemaakt <getal>