5. 138 Van David.
Ik wil U loven met heel mijn hart,
voor U zingen onder het oog van de
goden,
2 mij buigen naar Uw heilige
tempel,
Uw naam loven om Uw liefde en
trouw:
grote dingen hebt U beloofd, tot eer
van Uw naam.
3 Toen ik U aanriep, hebt U
geantwoord,
mij bemoedigd en gesterkt.
27. Volle verzeek'ring, Jezus is mijn!
Wat schenkt dat rust aan 't
volgzaam gemoed.
In Hem zal 'k zalig, zalig steeds zijn,
wedergeboren door Jezus' bloed.
28. Refrein
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
29. Voll' onderwerping, zijn eigendom,
in Hem te rusten, heerlijk genot.
't Eigen ik doden, zijn wil alleen,
rijk in mijn Heiland, leven voor God.
30. Refrein
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
31. Volle verlossing, gans vrij te zijn.
'k Mag alles leggen in zijn hand.
't Harte naar boven, 't oog
hemelwaarts;
zo Jezus volgen naar 't vaderland.
32. Refrein
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
33. Volle bewustheid, Hij leeft voor mij,
dit geeft mij blijvend heerlijk genot!
'k Mag altijd wand'len aan Jezus' zij.
'k Mag nu steeds leven voor mijne God.
34. Refrein
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
46. 1. Is hier een hart, door vrees benard,
Vermoeid door 's levens strijd?
Twijfel drukt u neer, gij struikelt telkens
weer.
O, vat weer moed, want God is goed
En steeds tot hulp bereid:
Zo gij slechts kunt geloven,
Ziet gij zijn heerlijkheid.
47. Refr.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht,
Voor elk die wond'ren van Hem
verwacht!
Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht,
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
48. 2. Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt?
Leg dan uw lasten neer!
Tob niet langer voort, vertrouw op 's
Heren woord.
Hij hoort uw beê en schenkt u vree
In liefde eind'loos teer.
Zo gij slechts kunt geloven,
Niets is onmoog'lijk meer!
49. Refr.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht,
Voor elk die wond'ren van Hem
verwacht!
Ja, wie Hem aanraakt, ervaart zijn kracht,
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
52. In het midden van de nacht,
fluister ik Uw Naam heel zacht.
Want U neemt mij aan zoals ik ben;
U kent mij zoals niemand kent.
Ik ben bang Heer, want de nacht is kil en
koud,
zo benauwd.
Ik hoor alleen maar stilte.
53. De mensen gaan gewoon maar door,
er is niemand die mij hoort,
niemand die mij verwarmen kan.
God, wat duurt de nacht ontzettend lang!
Want ik zie geen ster aan de donkere
hemel staan
en zelfs geen maan.
Ik hoor alleen maar stilte.
54. Maar in de stilte zegt U mij:
“Mijn lieve kind, Ik ben dichtbij.
In de stilte zal 'k bij je zijn,
met je delen in je angst en pijn.
Door te zwijgen zal je horen wat ik wil.
Wees daarom stil; Ik spreek tot jou in
stilte.”
55. Dank U Heer, dat ik nu weet:
dat U nimmer mij vergeet,
dat door zwijgen ik spreken kan,
dat door luist'ren ik horen kan,
dat de stilte waardevol kan zijn.
U vult mij met Uw Woord in stilte.
56. Is de nacht dan nu voorbij?
Nam U mijn angst weg van mij?
Ja, de stilte is anders stil,
de nacht is koud maar niet meer kil.
En ik weet nu dat hier in de stilte
Gods woorden juist aanwezig zijn.
U spreekt tot mij,
ik antwoord:
Dank U voor de stilte.
66. Jezus, Hij is Koning,
Jezus, Hij is Koning,
Koning van het gans heelal.
Ja, diep in mijn hart leeft dit geloof:
Jezus, Hij is Koning!
67. Jezus heeft ons vrijgekocht,
Jezus heeft ons vrijgekocht,
vrijgekocht door 't dierbaar bloed.
Ja, diep in mijn hart leeft dit geloof:
Jezus heeft ons vrijgekocht.
68. Wij zullen overwinnen,
wij zullen overwinnen,
wij zullen overwinnaars zijn.
Ja, diep in mijn hart leeft dit geloof:
Wij zullen overwinnaars zijn.
69. Jezus, Hij zal komen,
Jezus, Hij zal komen,
komen zal Hij met gejuich.
Ja, diep in mijn hart leeft dit geloof:
Jezus, Hij zal komen.
74. Staand' op de beloften
van mijn Heer en God,
ga ik moedig voorwaarts
onder hoon en spot.
Bergen zullen wank'len,
maar Gods Woord houdt stand,
veil'ge gids naar 't hemels vaderland !
75. Refrein:
Glorie, glorie !
Nimmer kan het eeuwig Woord des
Heren falen !
Glorie, glorie !
'k Sta vast op de beloften
van mijn God !
76. Staand’ op de beloften
van mijn Heer en God,
weet ik in zijn hand geborgen
gans mijn lot.
Glorie en aanbidding zij mijn
dier’bre Heer,
zijn beloften falen nimmermeer.
77. Refrein:
Glorie, glorie !
Nimmer kan het eeuwig Woord des
Heren falen !
Glorie, glorie !
'k Sta vast op de beloften
van mijn God !
78. Staand' op de beloften
van mijn Heer en God,
vind ik in zijn Woord
mijn hoogste zielsgenot.
Zijn beloften zijn, o welk een zaligheid,
ja en amen, tot in eeuwigheid !
79. Refrein:
Glorie, glorie !
Nimmer kan het eeuwig Woord des
Heren falen !
Glorie, glorie !
'k Sta vast op de beloften
van mijn God !
80. Staand op de beloften
van mijn Heer en God,
onderhoud ik vast en moedig
zijn gebod.
Rustend in mijn Jezus als mijn al in al,
vrees ik voor geen tegenspoed of val.
81. Refrein:
Glorie, glorie !
Nimmer kan het eeuwig Woord des
Heren falen !
Glorie, glorie !
'k Sta vast op de beloften
van mijn God !