Voorganger Ds. Hasper luister mee via ww.kerknoordwolde.nl of via You Tube en zoek op KerkNoordwolde Over de dienst Hoe diep kun je zinken? Als iemand daarover mee kan praten is het wel de profeet Jona. Op de vlucht voor zijn roeping komt hij in de diepten der zee terecht in het binnenste van een grote vis. Maar juist daar ontdekt hij iets geweldig kostbaars dat zijn leven verandert. Of tenminste de goede richting uit stuurt! Je kunt niet dieper vallen dan in Gods eigen hand.

1. Dienst zondag 30 juli
Dominee: Ds. Hasper
Organist: Arjen Zwart

2. Zingen voor de dienst:
lied 88

3. 1.
Gelukkig al wie binnentreedt
in ‘t huis aan God gewijd
en Hem hier tegenwoordig weet
in zijn verborgenheid

4. 2.
Gelukkig wie de stilte eert
en wachtend op het Woord
zijn oren al naar God toekeert
of hij zijn stem al hoort.

5. 3.
Gelukkig wie de psalmen zingt
in het geloof: hier woont
de God die door zijn volk omringd
op lofgezangen troont

6. 4.
Gelukkig wie de wereld niet
verzaakt wanneer hij zingt
maar aldus zingt dat haar verdriet
de hemel binnendringt.

7. 5.
Gelukkig wie het Woord vertolkt
naar dat hij ‘t heeft verstaan
en hier temidden van Gods volk
dienstvaardig voor mag gaan.

8. 6.
Gelukkig wie het Woord gelooft
en hier van hogerhand
het waterteken van de doop
en brood en wijn ontvangt.

9. 7.
Gelukkig wie hier met muziek
de lofzang gaande houdt
en zingende het hoogste lied
al in de hemel schouwt.

10. 8.
Gelukkig wie met nieuwe moed
weer gaat de wereld in verzeker
van het hoogste goed:
Gods eigen zegening.

11. Welkom en
mededelingen

13. Zingen: “Dank u voor
deze mooie morgen”

14. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
allen:

15. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
mannen:

16. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
vrouwen:

17. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
allen:

18. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
mannen:

19. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
vrouwen:

20. Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168) t. & m. M.G. Schneider; v. J. Kuyper
allen:

21. Zingen: Psalm 42
“Evenals een moede hinde”

22. Psalm 42 (LB) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1551

23. Psalm 42 (LB) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1551

24. Psalm 42 (LB) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1551

25. Psalm 42 (LB) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1551

26. Psalm 42 (LB) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1551

27. Psalm 42 (LB) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1551

28. Groet & bemoediging

29. Zingen: Klein Gloria

30. Ere zij de Vader - Klein Gloria (EL 254 ) m. anoniem

31. Wetslezing: Marcus 12:28-34 Het grootste gebod
28En een van de schriftgeleerden, die hen hoorde
redetwisten en wist dat Hij hun goed geantwoord
had, kwam naar Hem toe en vroeg Hem: Wat is het
eerste van alle geboden?
29En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle
geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de
Heere is één.30En u zult de Heere, uw God,
liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en
met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is
het eerste gebod.
31En het tweede, hieraan gelijk, is dit:
U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen
ander gebod groter dan deze.

32. 32En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist,
Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één
is, en er is geen ander dan Hij. 33En Hem lief te
hebben met heel het hart en met heel het verstand en
met heel de ziel en met heel de kracht, en de naaste
lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle
brandoffers en slachtoffers.
34En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord
had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het
Koninkrijk van God. En niemand durfde Hem
meer iets te vragen.

33. Kyriëgebed

34. Zingen: Jdh. 150
“ Welke vriend is onze
Jezus”

35. 1
Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, dat ik door
Hem,
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer
juist omdat wij 't al niet brengen
in 't gebed tot onze Heer.

36. 2
Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in 't strijduur beeft,
gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen
dan Hij, die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing;
Hij alleen is 't , die ons schraagt.

37. 3
Zijn wij zwak, belast, beladen
en ter neêr gedrukt door zorg.
Dierb're Heiland, onze Toevlucht,
Gij zijt onze Hulp en Borg!
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer;
in zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.

38. Kinderlied:
“Heb Jezus nodig heel
mijn leven”

39. ‘k Heb Jezus nodig (EL 435) t. M. Tuinder; m. S.J. Loh

40. ‘k Heb Jezus nodig (EL 435) t. M. Tuinder; m. S.J. Loh

41. Gebed om de Geest

42. Schriftlezing: Psalm 130
Jona 2

43. Zesde boetpsalm 130
1Een pelgrimslied.
Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE;
2Heere, hoor naar mijn stem.
Laat Uw oren opmerkzaam zijn
op mijn luide smeekbeden.
3Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let,
Heere, wie zal staande blijven?
4Maar bij U is vergeving,
opdat U gevreesd wordt.

44. 5Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht
Hem en ik hoop op Zijn woord.
6Mijn ziel wacht op de Heere,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.
7Laat Israël hopen op de HEERE,
want bij de HEERE is goedertierenheid
en bij Hem is veel verlossing.
8Ja, Hij zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.

45. Jona's gebed 2
1Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit
het binnenste van de vis.
2Hij zei:Ik riep uit mijn benauwdheid tot de
HEERE en Hij antwoordde mij.
Uit de schoot van het graf riep ik om hulp,
U hoorde mijn stem.
3Want U wierp mij de diepte in, in het hart van
de zeeën, een watervloed omringde mij;
al Uw baren en Uw golven sloegen over mij
heen.

46. 4En ík zei:
Verstoten ben ik van voor Uw ogen;
toch zal ik opnieuw aanschouwen
Uw heilige tempel.
5Water omving mij, bedreigde mijn leven,
de watervloed omving mij.
Zeewier was om mijn hoofd gebonden.

47. 6Naar de diepste gronden van de bergen
daalde ik af in de aarde;
haar grendels sloten zich voor eeuwig achter
mij. Maar uit het verderf trok U mijn leven
omhoog, HEERE, mijn God!
7Toen mijn ziel in mij bezweek,
dacht ik aan de HEERE;
mijn gebed kwam tot U,
in Uw heilige tempel.

48. 8Wie nietige afgoden vereren,
verlaten Hem Die hun goedertieren is.
9Maar ik, met dankzegging zal ik U offers
brengen; wat ik beloofd heb, zal ik nakomen.
Het heil is van de HEERE!
10Toen sprak de HEERE tot de vis, en hij
spuwde Jona uit op het droge.

49. Schriftlezing: Psalm 130
Jona 2

50. Zingen Jhd. 108
“Leid mij Heer o
machtig Heiland”

51. 1
Leid mij, Heer, o machtig Heiland,
door dit leven aan Uw hand.
Ik hen zwak, maar Gij zijt machtig,
wees mijn gids in 't barre land.
Gij, mijn sterkte, Gij, mijn Leider,
vul mij met Uw Geest steeds meer.
Vul mij met Uw Geest steeds meer.

52. 2
Laat mij zijn een Godsgetuige,
sprekend van U meer en meer.
Leid mij steeds door Uwe liefde,
groeiend naar Uw beeld, o Heer.
Brood des levens. Brood des hemels.
Voed mij dat ik groei naar U. (bis)

53. 3
Laat door mij Uw levend water
vloeien als een klare stroom.
O, Heer Jezus, 't wordt steeds later
dat Uw Geest over allen koom'.
Machtig Heiland, mijn Verlosser,
kom, Heer Jezus, in Uw kracht. (bis)

54. Uitleg: Samenvatting: Hoe diep kun je
zinken? Als iemand daarover mee kan
praten is het wel de profeet Jona. Op de
vlucht voor zijn roeping komt hij in de
diepten der zee terecht in het binnenste
van een grote vis. Maar juist daar
ontdekt hij iets geweldig kostbaars dat
zijn leven verandert. Of tenminste de
goede richting uit stuurt! Je kunt niet
dieper vallen dan in Gods eigen hand.

55. Zingen: “Hoe wonderlijk
mooi- Ik zal er zijn”

56. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest

57. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest

58. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
refrein:

59. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest

60. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest

61. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
refrein:

62. Gebeden

63. QR-code voor uw gift.
2/3 van de gift is voor de evangelisatie
1/3 van de gift is voor de eigen gemeente
Wordt aan het einde opnieuw getoond.

64. Zingen: Gez. 254

65. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

66. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

67. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

68. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

69. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

70. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

71. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

72. God in den hoog’ alleen zij eer (LvdK 254) t. & m. N. Decius; v. D.C. Meyer, J. Wit

73. Zegen
Zingen: Amen, Amen & Amen

74. QR-code voor uw gift.
2/3 van de gift is voor de evangelisatie
1/3 van de gift is voor de eigen gemeente
Wordt aan het einde opnieuw getoond.