42. Alles heeft zijn tijd en beloop
31Voor alles is er een vastgestelde tijd,
en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel.
2Er is een tijd om geboren te worden
en een tijd om te sterven;
een tijd om te planten
en een tijd om het geplante uit te trekken;
3een tijd om te doden
en een tijd om te genezen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen;
4een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om rouw te bedrijven
en een tijd om te huppelen;
Prediker 3: 1-14
43. 5een tijd om stenen weg te werpen
en een tijd om stenen te verzamelen,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om zich ver te houden van omhelzen;
6een tijd om te zoeken
en een tijd om verloren te laten gaan,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te werpen;
7een tijd om stuk te scheuren
en een tijd om dicht te naaien,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken;
Prediker 3: 1-14
44. 8een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten,
een tijd van oorlog
en een tijd van vrede.
9Welk voordeel heeft hij die werkt, van datgene waarvoor hij
zwoegt?
10Ik heb gezien welke bezigheid God de mensenkinderen
gegeven heeft om zich daarmee te vermoeien.
11Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw
in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan
heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden.
12Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te
verblijden en het goede te doen in hun leven,
Prediker 3: 1-14
45. 13ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al
zijn zwoegen. Dat is een gave van God.
14Ik weet dat alles wat God doet, voor eeuwig blijft; niets is eraan
toe te voegen, niets ervan af te doen, en God doet het opdat men
vreest voor Zijn aangezicht.
Prediker 3: 1-14
46. De tekenen van het einde van de wereld
241En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen
kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel
te wijzen.
2Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik
zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden
die niet afgebroken zal worden.
3Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe
toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze
dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de
voleinding van de wereld? 4En Jezus antwoordde en zei tegen
hen: Pas op dat niemand u misleidt.5 Want velen zullen komen
onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen
velen misleiden.
Mattheus 24: 1-14
47. 6U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op,
word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar
het is nog niet het einde. 7Want het ene volk zal tegen
het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen
het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en
besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
8Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën. 9Dan
zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult
door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam.
10En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren
en elkaar haten. 11En er zullen veel valse profeten opstaan en die
zullen er velen misleiden. 12En doordat de wetteloosheid zal
toenemen, zal de liefde van velen verkillen. 13Maar wie volharden
zal tot het einde, die zal zalig worden.14En dit Evangelie van het
Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een
Mattheus 24: 1-14
48. Als een dief in de nacht
8Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de
Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.9De Heere
vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid
beschouwen),maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen
verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. 10Maar de dag
van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de
hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend
vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.
Nieuwe hemelen en een nieuwe aarde
11Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan
te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht;
12u, die de komst van de dag van God verwacht
en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur
2 Petrus 3: 8-16
49. elementen brandend zullen wegsmelten.
13Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe
hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
14Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om
onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede
15
en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook
onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven
is, u geschreven heeft, 16zoals ook in alle brieven, wanneer hij
deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die
moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige
mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere
Schriften.
2 Petrus 3: 8-16
51. ELB 181
De Heer is mijn licht en zijn liefde is mijn steun.
Zijn eeuwige armen, waar ’k veilig op leun.
Hij trok m’ uit het duister,
zijn bloed kocht mij vrij.
Mijn ziel rust in Jezus, mijn Redder is Hij.
Mijn Redder is Hij, mijn Redder is Hij.
Mijn ziel rust in Jezus, mijn Redder is Hij.
52. ELB 181
De mensheid wordt steeds meer
in vrees en angst gehuld,
’t profetische Woord wordt steeds trouwer vervuld.
Maar wat ook gaat wank’len,
mijn Jezus wankelt niet,
de Rots aller eeuwen, mijn kracht en mijn lied.
Mijn kracht en mijn lied, mijn kracht en mijn lied,
de Rots aller eeuwen, mijn kracht en mijn lied.