Het Meetnet Urbane Soorten (MUS) volgt broedvogels van de stedelijke omgeving. De telling wordt gecoordineerd door Sovon. De resultaten van 7 jaar MUS.
Gaat de Wilde Eend in duikvlucht achteruit? Populatieontwikkeling Wilde Eend en Krakeend onder de loep. Lezing NOU-congres Sovon Vogelonderzoek Nederland
Gaat de Wilde Eend in duikvlucht achteruit? Populatieontwikkeling Wilde Eend en Krakeend onder de loep. Lezing NOU-congres Sovon Vogelonderzoek Nederland
Let op (erratum): het genoemde aandeel tweede legsels op slide-18 betreft 50% in plaats van 41,3%.
Lezing eerste resultaten door:
Loes van den Bremer (Sovon)
Gert Ottens (Vogelbescherming)
Op de Landelijke Dag 2012 hielden Jouke Altenburg en Hans Schekkerman een verhaal over de nieuwe vogelatlas. Samenvatting: De Nederlandse natuur is volop in beweging. Wie had bijvoorbeeld dertig jaar geleden gedacht dat de
Grote Zilverreiger een Nederlandse broedvogel en overwinteraar zou worden? En wat te denken van de
teloorgang van de Zomertortel?
Tussen 2012 en 2015 wordt het veldwerk uitgevoerd voor de nieuwe Atlas van de Nederlandse vogels.
Deze atlastellingen leveren niet alleen mooie producten als een boek en een (interactieve) website op.
Het atlasveldwerk vormt een cruciaal middel om de ‘reguliere’ Sovon-tellingen als BMP, PTT, MUS
enz. te ijken. Daarnaast kunnen de verzamelde gegevens gebruikt worden voor wetenschappelijk
onderbouwde natuurbescherming, -beheer en -beleid.
Het veldwerk van het atlasproject is alleen haalbaar dankzij de belangeloze inzet van honderden
deskundige vrijwillige vogelaars. Hun soortenlijsten en aantalsschattingen uit alle 1674 atlasblokken
vormen de basis.
De lezing gaat in op de achtergrond van het veldwerk in de winter en het broedseizoen en geeft een
doorkijkje naar de nieuwe eindproducten die mogelijk zijn
Landelijke vogelmeetnetten voor natuurbeheer en natuurbeleidSovon Vogelonderzoek
Sovon volgt al decennialang met landelijke meetnetten veranderingen in populaties van alle wilde vogels in Nederland. Continuïteit is cruciaal voor de waarde van de gegevens. Tegelijkertijd verandert de informatiebehoefte van opdrachtgevers en stakeholders. Sovon is daarom continu bezig met innoveren van meetnetten en invoer, zonder daarbij de oorspronkelijke doelstellingen uit het oog te verliezen. Een overzicht van de ontwikkeling van meetnetten en het belang voor natuurbeheer en -beleid.
Met alleen inzet akkerrandenbeheer komen Veldleeuweriken niet verder | Henk-J...Sovon Vogelonderzoek
Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Henk-Jan Ottens. Samenvatting: De afname van de Veldleeuwerik in Nederland is duizelingwekkend. Sedert de eerste
aantalsschattingen midden jaren zeventig is de populatie met honderdduizenden broedparen
afgenomen. En de afname gaat onverdroten door. Nog altijd neemt de populatie jaarlijks met ca. 5% af
waardoor huidige schattingen voor ons land uitkomen op nog slechts 30.000 broedparen.
In Oost Groningen wordt sinds 2007 onderzoek gedaan naar broedende Veldleeuweriken in
akkergebieden. Belangrijk doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van agrarisch
natuurbeheer voor Veldleeuweriken. In de afgelopen jaren zijn zo’n 250 nesten opgezocht, zijn ouders
gevolgd, is onderzoek gedaan naar het voedsel en zijn 40 vogels met radio-zenders uitgerust om ze te
kunnen volgen.
Na al die jaren is een stevig beeld ontstaan van de betekenis van agrarisch natuurbeheer voor
broedende Veldleeuweriken. Op de landelijke dag ga ik hier nader op in en laat ik zien waar de schoen
wringt voor Veldleeuweriken in agrarische gebieden.
Broedvogel Monitoring Project: al 29 jaar bij de tijd | Jan-Willem Verheer & ...Sovon Vogelonderzoek
De jaarlijkse monitoring van broedvogels in Nederland startte in 1984 met de komst van het BMP. In
de erop volgende jaren groeide het Broedvogel Monitoring Project uit tot een begrip. Arend van Dijk
heeft het BMP vanaf de start tot en met 2012 op bezielende wijze gecoördineerd. Alle reden dus om
naar aanleiding van zijn aanstaande pensionering stil te staan bij 29 jaar BMP: de ontwikkeling en
groei van het project en die berg spannende resultaten. De opkomst en neergang van Nederlandse
broedvogels, zoals gedocumenteerd door dat leger aan BMP-tellers, zal dus centraal staan.
Is er nog hoop voor de scholekster - Bruno Ens - Landelijke Dag SOVON 2011Sovon Vogelonderzoek
Het gaat al jaren slecht met de Scholeksters in Nederland. Het jaar 2008 werd daarom door SOVON en Vogelbescherming uitgeroepen tot "Jaar van de Scholekster". Ook in 2009 werden er nog overal in Nederland Scholeksters geteld door enthousiaste vrijwilligers. En in het voorjaar van 2011 kwam dan eindelijk het rapport over alle bevindingen. Die stemmen niet vrolijk. Alleen de stadse Scholeksters lijken het goed te doen, maar slechts een klein deel van de Scholeksters broedt in de stad. De grote meerderheid van de Scholeksters die in de weilanden en op de kwelders broedt heeft het daar moeilijk. Al jaren worden er veel te weinig jongen grootgebracht. En buiten de broedtijd, als de dieren in de Waddenzee en Delta overwinteren, is schraalhans keukenmeester. Kan het tij nog gekeerd worden? Zo ja, hoe?
Let op (erratum): het genoemde aandeel tweede legsels op slide-18 betreft 50% in plaats van 41,3%.
Lezing eerste resultaten door:
Loes van den Bremer (Sovon)
Gert Ottens (Vogelbescherming)
Op de Landelijke Dag 2012 hielden Jouke Altenburg en Hans Schekkerman een verhaal over de nieuwe vogelatlas. Samenvatting: De Nederlandse natuur is volop in beweging. Wie had bijvoorbeeld dertig jaar geleden gedacht dat de
Grote Zilverreiger een Nederlandse broedvogel en overwinteraar zou worden? En wat te denken van de
teloorgang van de Zomertortel?
Tussen 2012 en 2015 wordt het veldwerk uitgevoerd voor de nieuwe Atlas van de Nederlandse vogels.
Deze atlastellingen leveren niet alleen mooie producten als een boek en een (interactieve) website op.
Het atlasveldwerk vormt een cruciaal middel om de ‘reguliere’ Sovon-tellingen als BMP, PTT, MUS
enz. te ijken. Daarnaast kunnen de verzamelde gegevens gebruikt worden voor wetenschappelijk
onderbouwde natuurbescherming, -beheer en -beleid.
Het veldwerk van het atlasproject is alleen haalbaar dankzij de belangeloze inzet van honderden
deskundige vrijwillige vogelaars. Hun soortenlijsten en aantalsschattingen uit alle 1674 atlasblokken
vormen de basis.
De lezing gaat in op de achtergrond van het veldwerk in de winter en het broedseizoen en geeft een
doorkijkje naar de nieuwe eindproducten die mogelijk zijn
Landelijke vogelmeetnetten voor natuurbeheer en natuurbeleidSovon Vogelonderzoek
Sovon volgt al decennialang met landelijke meetnetten veranderingen in populaties van alle wilde vogels in Nederland. Continuïteit is cruciaal voor de waarde van de gegevens. Tegelijkertijd verandert de informatiebehoefte van opdrachtgevers en stakeholders. Sovon is daarom continu bezig met innoveren van meetnetten en invoer, zonder daarbij de oorspronkelijke doelstellingen uit het oog te verliezen. Een overzicht van de ontwikkeling van meetnetten en het belang voor natuurbeheer en -beleid.
Met alleen inzet akkerrandenbeheer komen Veldleeuweriken niet verder | Henk-J...Sovon Vogelonderzoek
Presentatie op de Landelijke Dag 2012 door Henk-Jan Ottens. Samenvatting: De afname van de Veldleeuwerik in Nederland is duizelingwekkend. Sedert de eerste
aantalsschattingen midden jaren zeventig is de populatie met honderdduizenden broedparen
afgenomen. En de afname gaat onverdroten door. Nog altijd neemt de populatie jaarlijks met ca. 5% af
waardoor huidige schattingen voor ons land uitkomen op nog slechts 30.000 broedparen.
In Oost Groningen wordt sinds 2007 onderzoek gedaan naar broedende Veldleeuweriken in
akkergebieden. Belangrijk doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de effecten van agrarisch
natuurbeheer voor Veldleeuweriken. In de afgelopen jaren zijn zo’n 250 nesten opgezocht, zijn ouders
gevolgd, is onderzoek gedaan naar het voedsel en zijn 40 vogels met radio-zenders uitgerust om ze te
kunnen volgen.
Na al die jaren is een stevig beeld ontstaan van de betekenis van agrarisch natuurbeheer voor
broedende Veldleeuweriken. Op de landelijke dag ga ik hier nader op in en laat ik zien waar de schoen
wringt voor Veldleeuweriken in agrarische gebieden.
Broedvogel Monitoring Project: al 29 jaar bij de tijd | Jan-Willem Verheer & ...Sovon Vogelonderzoek
De jaarlijkse monitoring van broedvogels in Nederland startte in 1984 met de komst van het BMP. In
de erop volgende jaren groeide het Broedvogel Monitoring Project uit tot een begrip. Arend van Dijk
heeft het BMP vanaf de start tot en met 2012 op bezielende wijze gecoördineerd. Alle reden dus om
naar aanleiding van zijn aanstaande pensionering stil te staan bij 29 jaar BMP: de ontwikkeling en
groei van het project en die berg spannende resultaten. De opkomst en neergang van Nederlandse
broedvogels, zoals gedocumenteerd door dat leger aan BMP-tellers, zal dus centraal staan.
Is er nog hoop voor de scholekster - Bruno Ens - Landelijke Dag SOVON 2011Sovon Vogelonderzoek
Het gaat al jaren slecht met de Scholeksters in Nederland. Het jaar 2008 werd daarom door SOVON en Vogelbescherming uitgeroepen tot "Jaar van de Scholekster". Ook in 2009 werden er nog overal in Nederland Scholeksters geteld door enthousiaste vrijwilligers. En in het voorjaar van 2011 kwam dan eindelijk het rapport over alle bevindingen. Die stemmen niet vrolijk. Alleen de stadse Scholeksters lijken het goed te doen, maar slechts een klein deel van de Scholeksters broedt in de stad. De grote meerderheid van de Scholeksters die in de weilanden en op de kwelders broedt heeft het daar moeilijk. Al jaren worden er veel te weinig jongen grootgebracht. En buiten de broedtijd, als de dieren in de Waddenzee en Delta overwinteren, is schraalhans keukenmeester. Kan het tij nog gekeerd worden? Zo ja, hoe?
1. This document discusses research into how starling flocks form complex flocking behaviors through self-organization and local interactions between individuals.
2. A computer model called StarDisplay was able to replicate the shapes, internal structures, and variations in shape of empirical starling flocks by including behaviors like banking while turning and differences in speed.
3. The model also showed that asynchronous behaviors during turning, large flock sizes, and fewer interaction partners between individuals could lead to more complex and variable flock shapes, matching observations of birds.
Nederland heeft als land de hoogste vogelteldichtheid in de wereld. We weten van bijna al onze
broedvogels en niet-broedvogels waar ze zitten en hoe de trend verloopt. Daarnaast verzamelen we
gegevens over broedsucces van heel wat soorten, we ringen grote aantallen vogels en weten in welke
dichtheden ze per habitattype voorkomen. Toch moeten we op de vraag waarom een bepaalde soort
achteruit gaat vaak het exacte antwoord schuldig blijven. En dat is nog duidelijker als we vragen naar
de meest effectieve beschermingsmaatregelen. Momenteel wordt er gewerkt aan een systeem dat
gegevens en informatie over vogelpopulaties verzamelt, analyseert en interpreteert. Een grote rol
spelen daarbij populatiemodellen die de diverse gegevensbronnen geïntegreerd analyseren.
Bij het verzamelen daarvan zien we een belangrijke rol voor de huidige waarnemers, de ogen en oren
in het veld. Dankzij dit werk kan Sovon beter begrijpen waarom zich bepaalde ontwikkelingen in de
vogelstand voordoen en kan Vogelbescherming beter ‘science-based’ beschermen en daarmee de
kansen vergroten dat de vogelstand snel en voldoende kan profiteren van beschermingsmaatregelen.
Birds' interactions with the landscape - BTO research from global to localSovon Vogelonderzoek
This document summarizes research from the British Trust for Ornithology (BTO) on birds' interactions with the landscape from global to local scales. Key points include:
- The BTO collects extensive bird data with over 50,000 volunteers to provide impartial evidence on population trends.
- Satellite tracking is revealing birds' actual migration routes and interactions between environmental conditions and events.
- Research on cuckoos and swifts is showing the importance of stopovers in West Africa tied to rainfall patterns for spring migration strategies.
- Analysis of long-term BTO datasets is demonstrating declines in many migrant and farmland bird populations but increases in some wetland species.
- Habitat availability and protection from
Vogels hebben net als mensen slaap nodig om te functioneren. Dit wordt buiten het broedseizoen door veel vogelsoorten in groepen gedaan op zogenaamde slaapplaatsen. Voor slaapplaatstellers is dit een uitgelezen mogelijkheid om onder andere de aantallen in kaart te brengen. Waarom vogels samen slapen op een slaapplaats, wat het tellen van slaapplaatsen aan informatie oplevert en hoe u zelf mee kunt doen zal in deze lezing ten gehore worden gebracht.
LiveAtlas, het digitale antwoord op de Vogelatlas (Paul van Els)Sovon Vogelonderzoek
LiveAtlas is het vervolg op de Vogelatlas van Nederland. Jaarrond, flexibel en digitaal. Paul van Els vertelt hoe je gegevens kunt invoeren met de app en wat het zo leuk maakt om te tellen voor de LiveAtlas.
Het broedseizoen is voorbij en vele vogels zijn alweer op trek, maar een aantal blijft in Nederland overwinteren. Gedurende deze workshop voor beginnende vogelkijkers gaan we aan de slag met het herkennen van de Friese overwinterende watervogels. Hierbij leer je ook meer over de ecologie van deze vogels; waar komen ze voor, hoe overwinteren ze, welke gaan eventueel nog op trek of zijn juist naar Nederland getrokken? We sluiten de workshop af met leuke watervogelquiz!
Met het najaar in het vooruitzicht zullen de ganzen langzamerhand Fryslân weer bezoeken vanuit hun broedgebied. Maar welke soorten ganzen zijn er waar in Fryslân te verwachten en in welke hoeveelheid?
In deze workshop worden diverse soorten ganzen uitgelicht en gaan we oefenen met de herkenning en het tellen van (grote) groepen ganzen. Leuk om te doen!
Voor stichting Anemoon hebben we dit jaar weer de Zeggenkorfslak en de Platte schijfhoren in Friesland in kaart gebracht. Voor de wetenschap en eigen studie hebben we de andere soorten korfslak ook geïnventariseerd.
Dit jaar is gewerkt aan een nieuwe lijst met soorten van Fries belang. Ook de vlinders zijn daarin meegenomen en voor het eerst ook de nachtvlinders. De lijsten zijn nog niet definitief, maar toch zullen we er al een presentatie over geven. Behalve de lijsten zelf zal er uitgebreider worden ingegaan op een paar ‘Friese’ vlinders. Hoe gaat het daarmee, en wat kunnen we doen om ze te helpen? Uiteraard wordt de presentatie verluchtigd met schitterende foto’s.
Broedvogels singels en wallen_Friese vrijwilligersdag-3 sept 2022.pptxSovon Vogelonderzoek
Het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) is een landelijk bolwerk voor een aantal houtwalspecialisten onder de broedvogels. Maar de samenstelling en dichtheid van de broedvogelgemeenschap van singels en wallen is in de NFW wel anders dan in Zuidoost-Fryslân. Dat heeft te maken met de samenstelling van de singels en wallen en met het landschap. Waar het verschil in zit, ga ik vertellen in de presentatie. Uit de habitatanalyse leid ik ook beheeraanbevelingen af voor de agrarische collectieven.
Insecten komen bij de provincie Fryslân steeds hoger op de agenda en de argusvlinder is zelfs uitgeroepen tot provinciale doelsoort. In de Argustelling worden de argusvlinder en de groene glazenmaker door vrijwilligers in beeld gebracht. Hoe dat werkt en wat de resultaten zijn, komt in deze lezing aan de orde. Ook hoe we de komende jaren gaan inzetten op bredere insectenmonitoring en hoe u daarbij kunt helpen.
Sinds 2017 monitoren Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging samen de Noordse woelmuis in Fryslân. De monitoring vindt plaats door op vaste locaties keutels te zoeken en te verzamelen. Middels DNA-analyse kan vastgesteld worden van welke soorten de keutels afkomstig zijn. Op deze manier kan de verspreiding van de Noordse woelmuis en die van concurrerende soorten woelmuizen in beeld gebracht worden. Sinds 2017 is de toch al beperkte verspreiding van de Noordse woelmuis in Fryslân verder afgenomen en is de soort waarschijnlijk uit een aantal leefgebieden verdwenen. In de presentatie wordt ingegaan op de factoren die hiervoor verantwoordelijk zijn. Op 2 september vindt een excursie plaats naar de Grutte en Lytse Griene in het Sneekermeergebied, waarbij we laten zien hoe die keutels gevonden kunnen worden. Tevens wordt dan ingegaan op verbetermaatregelen die in het gebied worden getroffen voor de Noordse woelmuis.
Aanpassingen broedgedrag als reactie op klimaatverandering (Christiaan Both)Sovon Vogelonderzoek
Ook vogels moeten zich zien aan te passen aan klimaatverandering. Bijvoorbeeld vrouwtjes van de Bonte Vliegenvanger. Zij brengen de laatste jaren soms twee broedsels achter elkaar groot, met twee verschillende mannetjes.
2. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Inhoud
• MUS
• Resultaten landelijk
• Resultaten regionaal
• Huismus en Gierzwaluw
• Benchmark
• MUS-cursus
• Conclusies en hoe verder
3. Sovon Vogelonderzoek Nederland
MUS
Meetnet Urbane Soorten
• Een langjarig monitoring-
programma voor alle (algemene)
vogelsoorten in bebouwde gebieden
Doelstellingen:
• Het monitoren van trends in de aantallen en
verspreiding van alle broedvogelsoorten
• Uitvoering door ervaren vogeltellers en door
beginners
4. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Waarom een nationaal stadsvogelmeetnet?
• We weten te weinig van vogels in bebouwd
gebied
• Stadsvogelen niet populair
• Stadsvogels wel populair
• 16% van Nederland is reeds verstedelijkt
• Typische stadsvogels gaan hard achteruit.
Zoals Huismus op de Rode Lijst en Spreeuw.
Kuifleeuwerik bijna uitgestorven
5. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Telmethode MUS is eenvoudig
• Waarnemers kiezen zelf een postcodegebied
• 12 willekeurige telpunten
• 5 minuten alles tellen
• 3 telrondes:
1e: 1-30 april (bij zonsopkomst)
2e: 15 mei-15 juni (bij zonsopkomst)
3e: 15 juni-15 juli (zomeravondtelling,
speciaal voor Gierzwaluwen)
6. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Random aangewezen telpunten
Wat wordt geteld?
• woonwijken
• winkelcentra
• industrieterrein & havens
• begraafplaatsen
• sportvelden
• golfterreinen
• parken & vijvers
• Infrastructuur & kassen
• steden, dorpen en gehuchten
• nieuwbouw
8. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Ervaringen van waarnemers
die ontvangen 4 keer/jaar een MUS-Nieuwsbrief
Tijdens iedere telronde is er wel wat bijzonders te zien. Was het tijdens de vorige
ronde een grote zilverreiger, deze keer vloog er bij telpunt 6 plots een scholekster
met eten in zijn bek langs. Hij landde op het vlakbij gelegen platte dak van de
school. Daar ontdekte ik nr. 2. Kort daarna verscheen er een klein koppie aan de
dakrand. Het jong van deze scholeksters.
IJburg 2012: Het einde van het Zwarte Roodstaart tijdperk! (want de nieuwbouw
is bijna klaar...) Roodstaarten verdwenen. Huismussen verschenen. Gelukkig
blijven de Witte Kwikken wel lekker algemeen. Ook positief: broedende
Boerenzwaluwen bij de havensluis voor derde opeenvolgende jaar.
Bij punt 2 een Spreeuw die een goede imitatie van een Buizerd, Gaai en Tureluur
deed. Bij punt 5 een Spreeuw die daarentegen een nog betere Boomklever deed!
(die hier niet eens voorkomt!) Punt 11 een Opvliegend Bokje! Overal is het
voorjaar weer heerlijk te zien, Spreeuwen volop met nestmateriaal in de weer,
Turkse tortel op het nest.
11. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Welke vogels tellen mee?
• Alle vogels met terreinbinding (jagende Sperwer en foeragerende meeuwen wel)
• Geen onderscheid maken tussen zang, foerageren, geslacht of leeftijd
• Bij Gierzwaluw niet alleen de laag vliegende vogels maar ook die hoog vliegen;
wordt dezelfde hoog vliegende groep op meerdere telpunten gezien, noteer
deze dan slechts één keer.
Niet noteren
• Overtrekkende vogels (bv. overtrekkende Sperwer, ganzen, Graspiepers niet)
• Slaaptrek (bv. bij meeuwen, kraaien en Spreeuw).
13. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Allochtonen tellen ook mee, kent u deze?
Muskuseend Zwarthalszwaan
Chinese Knobbelgans Lachduif
14. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Invoer digitaal
Eerst de kopgegevens en
daarna de resultaten.
MUS is zinvol en leuk.
Kost weinig tijd:
3x 1,5-2 uur telling en 3x
0,5 uur invoer
= ca. 7 uur/voorjaar
15. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Invoer digitaal
Eerst de kopgegevens en
daarna de resultaten.
MUS is zinvol en leuk.
Kost weinig tijd:
3x 1,5-2 uur telling en 3x
0,5 uur invoer
= ca. 7 uur/voorjaar
27. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Stadsduif en Slechtvalk (2007)
Stadsduif vooral in kleine en grote steden.
Toename van Slechtvalk in MUS tussen 2007-12
30. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Huismus
50
aantal/postcodegebied
40
30 ronde 1
ronde 2
20 ronde 3
10
0
grote verschillen tussen steden, in A’dam en Den Haag zijn grote delen
Huismusloos. Arnhem springt er uit, net als ook Almere een nieuwe stad.
31. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Wat veroorzaakt het opmerkelijke verschil tussen Groningen en Almere?
200
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
1980
1982
1984
1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
BMP MUS PTT
Boven aantal Huismus/telpunt.
Is Almere zo succesvol door meer
groen in de stad?
32. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Huismus
grote verschillen tussen
steden, in A’dam en
Den Haag zijn grote
delen Huismusloos.
Arnhem (rechtsonder)
springt er uit, net als
Almere, een nieuwe
stad!
150
100
50
0
2007 2008 2009 2010 2011 2012
NL hoog laag
33. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Gierzwaluw in detail
Nieuwbouw - open
Nieuwbouw - gesloten
Naoorlogs - open
6 jaar is nog kort voor de Gierzwaluw.
Naoorlogs - gesloten De afname speelt zich vooral af in de
Vooroorlogs - open Gierzwaluw oude vooroorlogse wijken, daar waar
de hoogste aantallen zitten.
Vooroorlogs - gesloten
Oud
Bedrijventerrein
Park
0.00 2.00 4.00 6.00 8.00 10.00
2007 2008 2009 2010 2011 2012
trend NL 100 88 116 98 106 84 Moderate decline (p<0.01) **
Nieuwbouw - open 100 235 235 112 136 115 Uncertain
Nieuwbouw - gesloten 100 56 117 99 114 167 Moderate increase (p<0.01) **
Naoorlogs - open 100 97 123 116 124 99 Moderate increase (p<0.05) *
Naoorlogs - gesloten 100 99 129 111 126 92 Stable
Vooroorlogs - open 100 92 116 89 103 79 Moderate decline (p<0.01) **
Vooroorlogs - gesloten 100 63 92 81 82 59 Moderate decline (p<0.01) **
Oud 100 88 133 101 83 84 Uncertain
Bedrijventerrein 100 94 130 98 110 89 Stable
Park 100 99 113 87 102 128 Uncertain
34. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Enkele soorten uitgelicht per stad
stadsduif gierzwaluw merel spreeuw huismus
Nederland - - - -- +
Almere ? ? 0 - 0
Amsterdam 0 - - ? ++
Apeldoorn -- ? - -- +
Groningen ? -- 0 ? +
Nijmegen - -- - -- ?
Utrecht - - 0 -- -
Zoetermeer ? ++ - ? -
Eindhoven ? - ? ? ++
5 soorten die in de steden ongeveer hetzelfde
doen als landelijk. Verrassend is de grote
variatie bij de Huismus. Lokale
omstandigheden (nestgelegenheid, dekking en
voedsel) zijn voor deze standvogel niet overal
gelijk.
35. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Resultaten
Kauw hoogste aantallen in het oudste deel van N en oudste deel
(Malburgen)in Z. Stadsduif geconcentreerd vooral in winkelcentra
36. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Resultaten in Arnhem, in 2012 intergraal geteld met MUS
Gierzwaluw ook in MUS een lastige soort (vliegende vogels tellen) maar
vertoont (verrassende) gelijkenis met Huismus. Huismus hoogste aantallen
in Z!! en wordt gezien als kwartiermaker van Gierzwaluw
37. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Resultaten
De groene wijken (bomen) springen er uit bij Vink. Merel is minder
kritisch en broedt vooral in struiken e.d en ook belangrijk gazons
voor regenwormen
38. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Resultaten
Zwartkop vooral in de groene wijken. Tuinfluiter heeft ook meer een
voorkeur voor struwelen (en vochtiger bodem) en opvallend is dat de
cluster samenvalt met belangrijkste cluster Zwartkop.
39. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Benchmark met MUS
huizenbroeders geteld aantal per punt
Voorbeeld
Stadsvogelindicator
Zoetermeer
Weergegeven is het
aantal/punt per
soortgroep hier de
huizenbroeders zoals
Huismus, Gierzwaluw, Sp
reeuw en Kauw.
Soortgroepen naar
broedplek, habitat of
voedsel geven een beter
beeld van de kwaliteit
van de
leefomgeving, dan bij
één soort.
40. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Score/index t.o.v. vergelijkbare
wijken in NL
rood en roze: onder gemiddeld, geel: gemiddeld en blauw boven gemiddeld
In de Stadsvogelindicator wordt
een vergelijk gemaakt per punt
met dezelfde (bouwjaar, type)
wijken/buurten in de rest van NL.
Er komt een score of index uit in
5 klassen. Rood & roze onder
gemiddeld licht en donker blauw
boven gemiddeld.
De vergelijking kan ook gemaakt
worden alleen van de wijken in de
stad zelf.
41. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Benchmark per buurt
huizenbroeders
Alle punten per buurt
(CBS-indeling) of wijk
krijgen dan samen een
score voor de soortgroep.
Blauw & geel is boven &
gemiddeld en roze & rood
onder gemiddeld.
Extra voorzieningen en
beheer gericht op
huizenbroeders moet
vooral gedaan worden in
de rode en roze wijken.
47. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Vacante postcodegebieden aanmelden via
www.sovon.nl Telprojecten-MUS
ook is er een internet MUS-cursus voor slechts €12,50
Overal zijn nieuwe MUS-tellers zeer
welkom maar speciaal in:
Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Flevola
nd, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
48. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Wie kan meedoen?
Kauw Kleine Mantelmeeuw
Merel Groenling
Houtduif Zwartkop ,als je ca. 40 soorten kent
Huismus Roek
Gierzwaluw Halsbandparkiet
op uiterlijk en geluid
Koolmees Heggenmus
Spreeuw Zanglijster
Zwarte Kraai Soepeend
Turkse Tortel Huiszwaluw
Ekster Roodborst
Wilde Eend Scholekster
Kokmeeuw Boerenzwaluw
Vink Gaai
Stadsduif Nijlgans
Tjiftjaf Putter
Meerkoet Waterhoen
Pimpelmees Boomkruiper
Winterkoning Knobbelzwaan
Grauwe Gans Grote Bonte Specht
Zilvermeeuw Soepgans
50. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Samenvatting
• MUS is een eenvoudig meetnet voor gevorderden
en voor beginners
• MUS levert belangrijke gegevens op over de
vele vogels van het stedelijk gebied
• De ervaringen van de tellers zijn positief, de
telresultaten zien er goed uit en zijn
verrassend
• De stadse vrijwilligers kunnen een coördinerende
en stimelerende rol spelen naar waarnemers
en gemeente.
51. Sovon Vogelonderzoek Nederland
Dankwoord
• MUS-tellers
• Sovon-medewerkers
• Foto’s meest Harvey van Diek en JS
Vragen mus@sovon.nl