In dit e-journal vindt u boeiende verhalen, voorbeelden en onderzoeksresultaten van Sneller Herstel. Binnen Sneller Herstel werken belangrijke kennis- en zorginstellingen samen aan onderzoek en onderwijs in het revalidatie werkveld.
We wensen u veel leesplezier en inspiratie!
In dit e-journal vindt u boeiende verhalen, voorbeelden en onderzoeksresultaten van Sneller Herstel. Binnen Sneller Herstel werken belangrijke kennis- en zorginstellingen samen aan onderzoek en onderwijs in het revalidatie werkveld.
We wensen u veel leesplezier en inspiratie!
Digizine sensire veilig en gezond thuis (2012)Daan Dohmen
Het digizine over beeldzorg dat het Medisch Service Centrum van Sensire (nu NAAST) in 2012 maakte samen met partner FocusCura (waaronder het team dat nu Luscii heet)
Je bent bij ViVa! Zorggroep op je plek als je niet alleen wil dokteren, maar ...Corparis
Bij ViVa! Zorggroep ben je als specialist ouderengeneeskundige een duizendpoot. En soms een luis in de pels. Want het vak is een uitdagende combinatie van huisartsgeneeskunde, psychiatrie en sociale geneeskunde. Specialist ouderengeneeskunde Naomi Verheijen vertelt hoe het écht is om bij ViVa! Zorggroep te werken.
Waar staat ViVa! Zorggroep voor?
Digizine sensire veilig en gezond thuis (2012)Daan Dohmen
Het digizine over beeldzorg dat het Medisch Service Centrum van Sensire (nu NAAST) in 2012 maakte samen met partner FocusCura (waaronder het team dat nu Luscii heet)
Je bent bij ViVa! Zorggroep op je plek als je niet alleen wil dokteren, maar ...Corparis
Bij ViVa! Zorggroep ben je als specialist ouderengeneeskundige een duizendpoot. En soms een luis in de pels. Want het vak is een uitdagende combinatie van huisartsgeneeskunde, psychiatrie en sociale geneeskunde. Specialist ouderengeneeskunde Naomi Verheijen vertelt hoe het écht is om bij ViVa! Zorggroep te werken.
Waar staat ViVa! Zorggroep voor?
BIGmagazine: een portret van de mensen achter de BIG-opleidingen van SPON/Rad...Merel van Ommen, Ph.D
BIGmagazine is het interessemagazine voor mensen in de geestelijke gezondheidszorg. Zowel opleidelingen, promovendi, alumni als praktijkinstellingen kunnen in dit magazine meer lezen over de opleidingen tot gz-psycholoog, psychotherapeut en klinisch psycholoog. Hoofdopleiders, opleidelingen, praktijkopleiders en filosofen komen aan het woord over de toekomst van hun werkveld. BIGmagazine is kritisch, inhoudelijk en positief , vol enthousiasme en gericht op (persoonlijke) ontwikkeling.
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Mark Logtenberg
Vlugschrift Puck Bulthuis:
Particuliere ondernemers in kleinschalige woonvormen met zorg hebben hun intrede gedaan in de zorgsector. Deze zorgondernemers, zoals ik hen verder zal noemen, werken samen met investeerders en vastgoedpartijen. Met dit vlugschrift wil ik verkennen wat deze samenwerking bijzonder maakt, wat de kwaliteit ervan inhoudt en hoe die kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden. Want op de kwaliteit van deze samenwerking moet de overheid naar mijn mening ook toezicht houden.
Met bijdrage van Gerard Thaens, Mark Logtenberg en Bart van de Kwast.
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Mark Logtenberg
Particuliere ondernemers in kleinschalige woonvormen met zorg hebben hun intrede gedaan in de zorgsector. Deze zorgondernemers, zoals ik hen verder zal noemen, werken samen met investeerders en vastgoedpartijen. Met dit vlugschrift wil ik verkennen wat deze samenwerking bijzonder maakt, wat de kwaliteit ervan inhoudt en hoe die kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden. Want op de kwaliteit van deze samenwerking moet de overheid naar mijn mening ook toezicht houden.
Anderhalve maand geleden, op de laatste dag voor mijn sabbatical en tijd voor de operatie, een leuk interview gehad met Kristel van Navenant. Bij mij om de hoek.
Schrijven over wat er toe doet in de zorg is fijn! Deze keer mocht ik schrijven over Anne-Mei The, Kennismaker in BijzijnXL 03. Mooi werk doet ze voor de zorg.
1. De taak van de wetenschap is feiten voor schijn en bewijzen voor indrukken in de plaats
te stellen (John Ruskin). Binnen de verpleegkunde ontwikkelt de wetenschap zich met
sprongen. Maar wie zijn de mannen en vrouwen daarachter, de kennis-makers? Wat is hun
passie, waar winden ze zich over op, wat inspireert hen. En vooral: wat doen ze voor de
patiëntenzorg? In dit nummer: Bianca Buurman, lector en senior onderzoeker Transmurale
Ouderenzorg in een samenwerkingsverband tussen AMC en Hogeschool Amsterdam.
‘Er liggen zoveel uitdagende aspecten van de zorg te wachten op verdere ontwikkeling!’
BijZijn-XL
00>
nr. 09 - 2015
DE KENNIS-MAKERS
BijZijn-XL
00>
nr. 09 - 2015
DE KENNIS-MAKERS
>
Wat is de passie van waaruit je
onderzoek doet?
‘Ik heb altijd al een voorliefde voor de
ouderenzorg gehad. Het is uitdagende,
complexe zorg waar je als verpleegkundige
veel kunt doen. Daarbij gaat het niet alleen
om de ziekte of de aandoening, maar ook
over de oudere in zijn of haar omgeving:
welke voorzieningen zijn er nodig, hoe
ondersteunen we de oudere in de gemeen
schap, voldoet de woning nog? Die hele
puzzel hoort bij het leveren van volwaardige
ouderenzorg. Daarbij is het belangrijk om
zaken niet zomaar voor waar aan te nemen
of te denken: “dat hoort nu eenmaal bij de
ouderdom”. Goed onderzoek laat zien dat
die vooroordelen niet altijd kloppen. Ik vind
het erg leuk om dat uit te zoeken en zo
nieuwe kansen en mogelijkheden voor het
welzijn van deze groep te ontdekken.
Daarnaast kan ik enorm genieten van de
levensverhalen van oude mensen. Het is fijn
maar ook belangrijk om goed naar die
verhalen te luisteren en ze mee te nemen in
de zorg die je aanbiedt. Dat is mijn passie.’
Hoe blijf je binnen alle wetenschap verbon
den met de praktijk en de individuele
patiënt?
‘Door samenwerking met de ouderen zelf
en door samen te werken met verpleeg
kundigen die in de praktijk werken. Ik heb
geregeld interviews met deze mensen om
te horen waar ze mee te maken hebben.
Op die manier ontdek ik de thema’s die
belangrijk zijn in deze zorg. Verder loop ik af
en toe mee, bijvoorbeeld in de wijkverple
ging. Dat laat soms heel belangrijke
aandachtspunten zien. Op een van die
dagen viel het me bijvoorbeeld op hoeveel
echt oude mensen er in een wijk woonden.
Daar waren veel mensen bij met een vorm
van dementie. Ik zag hoe waardevol het is
dat zij kunnen blijven wonen op de plek
waar ze al hun hele leven hebben gewoond.
Maar ik zag ook de keerzijde daarvan.
Woont iemand op twee hoog achter, dan
wordt het wel heel moeilijk om naar buiten
te gaan of oudere kennissen te ontvangen.
Het levensbestendig wonen is een waarde
vol gedachtegoed. Maar als het gevolg is
dat iemand de deur niet meer uitkomt en
vereenzaamt, dan span je het paard achter
de wagen.
Ook kon ik merken dat de wijkverpleeg
kundige dicht bij de mensen staat. Dat
geeft mogelijkheden die we nu nog
onvoldoende benutten. Wijkverpleegkundi
gen kunnen bijvoorbeeld heel goed met de
oudere praten over wat deze wil als er meer
zorg nodig is. Wil iemand nog wel een
ziekenhuisopname of reanimatie? Die vraag
wordt nu vaak pas in het ziekenhuis
gesteld. Er is dan weinig tijd om alle
consequenties van het antwoord te
overzien. De wijkverpleegkundige kan er
rustig de tijd voor nemen, het meerdere
keren aan de orde stellen en de oudere zo
in de gelegenheid stellen om er goed
over na te denken.’
Wat maakt dat je vakoverschrijdend
kunt blijven denken?
‘Ons uitgangspunt is: Wat is nodig voor
ouderen? Als je goede ouderenzorg wilt
blijven leveren, dan kun je daarbij niet
anders dan over de grenzen van je vak
heenkijken. Artsen, fysiotherapeuten,
mantelzorg, wijkzorg; allemaal leveren ze
een essentieel deel van wat nodig is. Dat is
iets waar ik helemaal voor sta. Daarbij is
wel heel belangrijk dat we vanuit de patiënt
blijven redeneren! Dus niet vanuit de
gedachte dat we als zorgverleners alles
onder elkaar moeten regelen. Dat gebeurt
nog wel eens en dan wordt de patiënt
bedolven onder goedbedoelde hulp waar
hij of zij helemaal niet op zit te wachten.
Ook heel belangrijk is om mee te nemen
wat er buiten de context van de medische
zorg gebeurt. Een oudere is niet alleen
maar patiënt. Dat is vaak maar een heel
klein onderdeel van het hele leven dat
iemand leidt. Het is essentieel om dat leven
serieus te nemen. In een van onze projec
ten, De Transmurale Zorgbrug, kijken we
hoe we mensen na een ziekenhuisopname
beter kunnen helpen. We weten dat oude
mensen vaak met flink wat zorgvragen het
ziekenhuis uitkomen. Door gesprekken met
vertegenwoordigers van de intra- en
extramurale zorg, maar bijvoorbeeld ook
met de gemeente, kunnen we welzijn en
gezondheid na de opname verbeteren.
De gemeente kan daarbij kijken naar wat
iemand nodig heeft om in zijn leefomgeving
goed te blijven functioneren en welke
voorzieningen daarvoor beschikbaar zijn.
De wijkverpleegkundigen krijgen in dit
project een wat andere rol. Momenteel
kijken zij vaak vooral naar de ADL, en
minder vaak naar de problemen die zijn
ontstaan door de ziekenhuisperiode, zoals
geheugenproblemen, delier, valangst of
overbelasting van de mantelzorg. In het
ziekenhuis zijn die aspecten meestal
gedocumenteerd in een uitgebreid
geriatrisch assessment, maar die kennis
wordt vaak niet doorgegeven. Door dit over
te dragen aan de wijkverpleegkundige kan
de zorg na de opname beter worden
voortgezet.
Ten slotte is het heel belangrijk om vooral
ook met de doelgroep zelf te praten. In het
project hebben we een klankbordgroep van
ouderen die in het traject meedenken.
Daarin kwam bijvoorbeeld naar voren:
“Sleep mensen toch niet zo van hier naar
daar: ziekenhuis, revalidatieafdeling,
poliklinieken… Laat oude mensen zo veel
mogelijk thuis, daar varen ze wel bij!” Onze
eerste reactie was: dat kan niet. Maar als je
daar echt over gaat nadenken en dan ziet
hoe belangrijk dat is, dan komen er ook
oplossingen.
‘Ouderenwetenzelf
vaakheelgoed
watzenodighebben’
LECTOR BIANCA BUURMAN
TEKST: Martine Steen, arts, tekstschrijver en eigenaar van
MindforMore Mindfulnesstrainingen. www.mindformore.nl.
DE KENNIS-MAKERS
2. DE KENNIS-MAKERS
<
Onderzoek laat zien dat door het verbete
ren van de nazorg de sterfte bij deze groep
patiënten afneemt. Vandaar dat wij dit
project inmiddels breed in Nederland
hebben uitgerold.’
Wie zijn of waren voor jou inspirerende
lectoren en docenten en waarom?
‘Sophia de Rooij, hoogleraar Geriatrie in
Groningen, heeft mij enorm gestimuleerd
om het pad van de wetenschap op te gaan.
Als je vanuit de verpleegkunde in onder
zoek stapt, wordt er vaak gevraagd: “Oh,
kan dat dan als verpleegkundige, onder
zoek doen?” Voor De Rooij is dat geen
issue. Voor haar geldt: “Als je goed bent
en staat voor je vak, dan kun je onderzoek
doen”.
Verder is Marieke Schuurmans, hoogleraar
Verplegingswetenschap in Utrecht, voor mij
een voorbeeld van iemand die zich afvraagt
hoe je de positie van de verpleegkundige
kunt versterken. Zij durft daarbij haar nek
uit te steken. Ze is vernieuwend en
inspirerend voor verpleegkundigen die het
vak willen ontwikkelen. Ik hoop ook zo te
kunnen zijn en op die manier mee te
werken om de zorg verder te verbeteren.
Prof. dr. Bas Bloem, neuroloog in het
Nijmeegse Radboudumc, inspireert mij
met zijn visie op patiëntgerichte zorg. Zijn
oprichting van het Parkinsonnet is een
geweldig voorbeeld van wat daarin mogelijk
is. Hij heeft daarvoor wel wat heilige huisjes
moeten omgooien. De manier waarop hij
dat doet, vanuit verbindend leiderschap,
spreekt mij erg aan.’
Welke ontwikkelingen binnen de
verpleegkunde bekijk je met argusogen?
‘Binnen de verpleegkundige ontwikkeling
heb ik eigenlijk geen argusogen. Ik vind de
ontwikkelingen daar vooral inspirerend.
Wel kijk ik kritisch naar wat er gebeurt
binnen de transitie naar de langdurige
zorg. Er worden verpleeghuisbedden
gesloten, mensen moeten zo lang
mogelijk thuis blijven en geprikkeld
worden om na te denken over hoe ze dat
gaan organiseren. Op zich is dat goed.
De ouderen willen dat over het algemeen
graag en zijn gemotiveerd om daarin mee
te werken. Maar wat je ziet, is dat er
onvoldoende is nagedacht over wat er in
de eerste lijn nodig is om dat goed voor
elkaar te kunnen krijgen. Wijkverpleging,
huisartsen: ze zitten met een grote groep
heel kwetsbare mensen waar ze niet goed
raad mee weten. Voordat je besluit om
nog meer bedden af te stoten of nog meer
te bezuinigen op de wijkzorg, moet je die
zorg steviger neerzetten; de professionals
trainen en de ouderen voorlichten en
bewust maken. Daar is tijd voor nodig.’
Welke ontwikkelingen moeten volgens
jou gecultiveerd worden? Waar zitten
veelbelovende mogelijkheden?
‘Ik kan heel veel dingen bedenken, want
er liggen zoveel uitdagende aspecten van
de zorg te wachten op verdere ontwikke
ling!
Een van de belangrijkste dingen is denk ik
dat we nog meer vanuit het perspectief van
de patiënt gaan handelen. Dat we zoeken
naar de echte hulpvraag. Wat wil deze
patiënt, wat past daarin en hoe organiseren
we dat? Dat kunnen we niet genoeg
benadrukken.
Daarnaast: laten wij blijven kijken of de
problemen die wij zien ook wel echt de
problemen van de mensen zijn. We hebben
dat onderzocht en wat zagen we? Vijftig
procent van de dingen die wij als probleem
benoemen, zien de ouderen zelf niet als
probleem. Neem als voorbeeld vallen. Wij
zien een verhoogd valrisico en denken dat
mensen daarover inzitten. De patiënt zelf
bekijkt dit vaak veel nuchterder: het hoort
gewoon bij het ouder worden. Een ander
voorbeeld: oude mensen in verpleeghuizen
worden soms tot vervelens toe gestimuleerd
om iets met elkaar te ondernemen zodat ze
niet eenzaam worden. Terwijl ook zij het
soms heerlijk vinden om een poos alleen
te zijn.
Verder: Verpleegkundigen zijn vaak heel
zorgzaam. Maar is het wel verstandig om
mensen altijd de zorg uit handen te
nemen? Op die manier maak je mensen
ook afhankelijk, en stimuleer je ze niet om
zelf in beweging te komen. Geef mensen
de kans om voor zichzelf te zorgen.
Ten slotte: we kunnen in de zorg soms
best een beetje pedant zijn. Laten we niet
vergeten dat mensen, ook ouderen, zelf
vaak heel goed weten wat ze nodig
hebben.’
Hoe zie je de rol van het ziekenhuis
management voor de verpleegkunde?
‘Algemeen gesproken is binnen het
verpleegkundig management een cultuur
verandering nodig. Het is niet voldoende
om het verpleegkundige vak te professio
naliseren, we moeten ook kijken hoe we die
hoogopgeleide verpleegkundigen vervol
gens kunnen blijven uitdagen. Zet verpleeg
kundigen in het bestuur, maak paden
waarlangs ze zich verder kunnen ontwikke
len en inzetten. Dat vervolg hoeft niet altijd
een wetenschappelijke loopbaan te zijn,
het kan ook in het onderwijs zijn, of als
beleidsmedewerker. Ik zie hoe hoog
opgeleide verpleegkundigen soms
weggaan uit een instelling omdat er geen
perspectieven voor hun ontwikkeling zijn.
Zonde! Het management zou zich nog meer
kunnen inzetten om deze waardevolle
groep binnen het ziekenhuis te houden’
Wat is je eigen ervaring als patiënt? Of kun je
iets vertellen over een ervaring uit de praktijk
van de patiëntenzorg die je heeft geraakt,
en waarom?
‘Toen ik 15 was, is mijn moeder overleden
aan kanker. Dat is inmiddels 23 jaar
geleden. Het was een andere tijd. Maar wat
me uit die periode nog helder voor de geest
staat, is dat er vanuit de zorg niemand was
die aandacht gaf aan mij als kind. De zorg
en aandacht voor mijn moeder was goed
geregeld. Maar ook voor mij was de situatie
enorm indrukwekkend: de ziekenhuis
omgeving met alle instrumentaria, de
verpleegkundigen die zich druk met mijn
moeder bezig hielden, de voortschrijdende
ziekte met alle gevolgen van dien. Toen zij is
overleden heb ik haar dossier opgevraagd.
Nergens in dat dossier was te vinden dat zij
kinderen had, of dat de verpleegkundige
daar aandacht aan gaf. Later, toen ik als
oncologieverpleegkundige werkte, ben ik
daar altijd alert op gebleven. Kinderen even
aandacht geven, vragen of het goed met ze
ging, of ze iets wilden weten. Want anders
kun je je als kind erg eenzaam, onzeker en
buitengesloten voelen.
Dat is volgens mij waar het in ons vak over
gaat. Echt luisteren. Echt kijken. Verbinden.
Stel de vraag: wat is er nodig?! Voor de
patiënt, en voor de mensen om de
patiënt heen.’
BijZijn-XL
00>
nr. 09 - 2015
DE KENNIS-MAKERS