Verandering in cultuur is een lastig onderwerp binnen de zorg in Nederland. De verschillende teams binnen zorginstelling maken dit niet makkelijk. Lean Six Sigma kan een handig hulpmiddel zijn om inzet te krijgen in de verschillende (zorg) processen waardoor een cultuurverandering mogelijk kan worden.
MEE Gelderse Poort - Samenwerken met ervaringsdeskundigenMEE Gelderse Poort
Ervaringsdeskundigen zijn belangrijke schakel voor cliënt.
STIP GGz Arnhem is het steunpunt voor de (O)GGz en werkt tussen formele en informele zorg. MEE Gelderse Poort is verantwoordelijk voor de coördinatie.
STIP is een bijzonder steunpunt omdat er mensen werken die de eigen ervaring als (O)GGZ cliënt met scholing/training ontwikkeld hebben tot ervaringsdeskundigheid.
Verandering in cultuur is een lastig onderwerp binnen de zorg in Nederland. De verschillende teams binnen zorginstelling maken dit niet makkelijk. Lean Six Sigma kan een handig hulpmiddel zijn om inzet te krijgen in de verschillende (zorg) processen waardoor een cultuurverandering mogelijk kan worden.
MEE Gelderse Poort - Samenwerken met ervaringsdeskundigenMEE Gelderse Poort
Ervaringsdeskundigen zijn belangrijke schakel voor cliënt.
STIP GGz Arnhem is het steunpunt voor de (O)GGz en werkt tussen formele en informele zorg. MEE Gelderse Poort is verantwoordelijk voor de coördinatie.
STIP is een bijzonder steunpunt omdat er mensen werken die de eigen ervaring als (O)GGZ cliënt met scholing/training ontwikkeld hebben tot ervaringsdeskundigheid.
Whitepaper van Present Media waarin wordt toegelicht dat het denken vanuit de
behoeften van patiënten een oplossing biedt voor de bedrijfskundige uitdagingen van
ziekenhuizen. In deze whitepaper wordt een patiëntcyclus geïntroduceerd, aan de hand
waarvan duidelijk wordt gemaakt welke rol online middelen kunnen vervullen bij het
behalen van de organisatiedoelen.
De langdurige zorg beproefd op het vermogen van aanpassing en vernieuwingErik Schensema RQIM
In een ouderenzorginstellingen in Apeldoorn heeft er in 2015 een omslag plaats gevonden in de wijze van sturing en organiseren. Anticiperend op de maatschappelijke ontwikkelingen en met een kritisch oog op de kwaliteit van zorg en dienstverlening wordt er meer gewerkt naar zelforganisatie en eigen regie. Georganiseerd in een geïntegreerd aanbod in stadsdeelgebieden zal er meer op maat en op vraag van ouderen professionele ondersteuning geboden worden in samenwerking met ketelpartners, vrijwiligers en professionals. Een mooi en uniek proces wat naast een theoretische en pragmatische aanpak ook een wetenschappelijke onderbouwing kent. Zie hier de eerste resultaten een vervolg van de huidige status wordt spoedig naar buiten gebracht.
Het Medisch Centrum Haaglanden bouwt aan een
nieuw beddenhuis voor MCH Antoniushove. Daar
wordt onder meer de geconcentreerde zorg van het
oncologisch centrum van de Coöperatie geboden,
een samenwerking met twee andere ziekenhuizen.
Jurriën van Zutphen, Manager Facilitair Bedrijf
van het MCH, beantwoordt een aantal prangende
vragen.
In de folder van Compassion for Care kun je lezen waar wij naar op weg zijn en wat jij zou kunnen doen om te helpen onze doelen te verwezenlijken: compassie het leidend principe in de zorg!
BIGmagazine: een portret van de mensen achter de BIG-opleidingen van SPON/Rad...Merel van Ommen, Ph.D
BIGmagazine is het interessemagazine voor mensen in de geestelijke gezondheidszorg. Zowel opleidelingen, promovendi, alumni als praktijkinstellingen kunnen in dit magazine meer lezen over de opleidingen tot gz-psycholoog, psychotherapeut en klinisch psycholoog. Hoofdopleiders, opleidelingen, praktijkopleiders en filosofen komen aan het woord over de toekomst van hun werkveld. BIGmagazine is kritisch, inhoudelijk en positief , vol enthousiasme en gericht op (persoonlijke) ontwikkeling.
In dit e-journal vindt u boeiende verhalen, voorbeelden en onderzoeksresultaten van Sneller Herstel. Binnen Sneller Herstel werken belangrijke kennis- en zorginstellingen samen aan onderzoek en onderwijs in het revalidatie werkveld.
We wensen u veel leesplezier en inspiratie!
Whitepaper van Present Media waarin wordt toegelicht dat het denken vanuit de
behoeften van patiënten een oplossing biedt voor de bedrijfskundige uitdagingen van
ziekenhuizen. In deze whitepaper wordt een patiëntcyclus geïntroduceerd, aan de hand
waarvan duidelijk wordt gemaakt welke rol online middelen kunnen vervullen bij het
behalen van de organisatiedoelen.
De langdurige zorg beproefd op het vermogen van aanpassing en vernieuwingErik Schensema RQIM
In een ouderenzorginstellingen in Apeldoorn heeft er in 2015 een omslag plaats gevonden in de wijze van sturing en organiseren. Anticiperend op de maatschappelijke ontwikkelingen en met een kritisch oog op de kwaliteit van zorg en dienstverlening wordt er meer gewerkt naar zelforganisatie en eigen regie. Georganiseerd in een geïntegreerd aanbod in stadsdeelgebieden zal er meer op maat en op vraag van ouderen professionele ondersteuning geboden worden in samenwerking met ketelpartners, vrijwiligers en professionals. Een mooi en uniek proces wat naast een theoretische en pragmatische aanpak ook een wetenschappelijke onderbouwing kent. Zie hier de eerste resultaten een vervolg van de huidige status wordt spoedig naar buiten gebracht.
Het Medisch Centrum Haaglanden bouwt aan een
nieuw beddenhuis voor MCH Antoniushove. Daar
wordt onder meer de geconcentreerde zorg van het
oncologisch centrum van de Coöperatie geboden,
een samenwerking met twee andere ziekenhuizen.
Jurriën van Zutphen, Manager Facilitair Bedrijf
van het MCH, beantwoordt een aantal prangende
vragen.
In de folder van Compassion for Care kun je lezen waar wij naar op weg zijn en wat jij zou kunnen doen om te helpen onze doelen te verwezenlijken: compassie het leidend principe in de zorg!
BIGmagazine: een portret van de mensen achter de BIG-opleidingen van SPON/Rad...Merel van Ommen, Ph.D
BIGmagazine is het interessemagazine voor mensen in de geestelijke gezondheidszorg. Zowel opleidelingen, promovendi, alumni als praktijkinstellingen kunnen in dit magazine meer lezen over de opleidingen tot gz-psycholoog, psychotherapeut en klinisch psycholoog. Hoofdopleiders, opleidelingen, praktijkopleiders en filosofen komen aan het woord over de toekomst van hun werkveld. BIGmagazine is kritisch, inhoudelijk en positief , vol enthousiasme en gericht op (persoonlijke) ontwikkeling.
In dit e-journal vindt u boeiende verhalen, voorbeelden en onderzoeksresultaten van Sneller Herstel. Binnen Sneller Herstel werken belangrijke kennis- en zorginstellingen samen aan onderzoek en onderwijs in het revalidatie werkveld.
We wensen u veel leesplezier en inspiratie!
Wil je weten hoe jij je als anios echt goed voorbereidt op de toekomst? Zodat je straks met hart én hoofd kiest voor een vervolgspecialisme?
Zes zorginstellingen in de regio Groningen en Drenthe bieden je de mogelijkheid om het vak van arts verstandelijk gehandicapten én specialist ouderengeneeskunde in al zijn facetten te leren kennen met daarbij de verbinding naar de eerstelijnszorg. Hierbij horen uitstekende arbeidsvoorwaarden.
!ste Lijnszorg - Stapje voor stapje naar gastvrije state of mindJohn Hokkeling
In allerlei sectoren, waaronder de ouderenzorg en ziekenhuiszorg, is gastvrijheid een belangrijk aandachtspunt. In
de eerstelijnszorg was er minder aandacht voor, maar daar komt snel verandering in. Binnen steeds meer praktijken
en gezondheidscentra kijken zorgverleners naar gedrag en beleving, pijlers onder een gastvrij gevoel. Saskia
Klaasen en John Hokkeling van het bedrijf SYNDLE helpen daarbij. Zij noemen zich ‘gastvrijheidsontwikkelaar’ en
‘gastvrijdenker’ en ze zijn gespecialiseerd in de zorgsector.
Mindfulness voor verpleegkundigen: Soft of Zinvol II
Interview in %22Het alternatief voor de zorg. Humaniteit boven bureaucratie'.
1. 1
‘Het potentieel voor deze verandering zit in de zorgprofessionals van het ziekenhuis zelf’
‘Het liefste ziekenhuis van Nederland’
Over menslievende zorg in de complexe context van een
ziekenhuis
Interview met Marlies Overdijk
Jan Prij
‘De essentie van menslievende zorg is om in een complexe zorgomgeving (…) oog en oor te
krijgen voor de opgaven van de patiënt en zijn naasten(…) je daaraan te verbinden en je zorg
daarop af te stemmen. Hoe kort het contact ook is. De kern van het gesprek in de lerende
gemeenschappen is aan de hand van de eigen dagelijkse praktijk van de deelnemers te
reflecteren op alles wat op de werkvloer speelt in het perspectief van bovenstaande essentie.’1
Maar hoe doe je dat precies, tegen welke hindernissen loop je aan en waarom is het eigenlijk
nodig, die reflectie in lerende gemeenschappen? Over dit soort vragen ga ik in gesprek met
drs. Marlies Overdijk (1962). Zij heeft filosofie gestudeerd en is werkzaam als senior trainer
en coach, met name op de gebieden van ‘Menslievende zorg’ en de omgang met lastig gedrag
en agressie binnen dienstverlenende organisaties. Ze is tevens manager bij een
postacademisch opleidingsinstituut.
Menslievende zorg is ooit op de agenda gezet door Annelies van Heijst. Zij stelt in haar werk
de ethische kern van de zorgrelatie en van zorgpraktijken centraal. Het gaat er volgens haar
om geraakt en betrokken te zijn bij de ander, de patiënt voor wie zorgprofessionals er willen
zijn en voor wie ze ook echt iets kunnen betekenen.2
Aangevuld met elementen uit de
presentietheorie van Andries Baart (zie hierover elders in de bundel), vormde dit
gedachtegoed de basis voor het nu al jarenlang lopende programma Menslievende zorg in het
St. Elisabeth Ziekenhuis.
De kern van Menslievende zorg is de zorgrelatie tussen patiënt en zorgverlener. Precies daarin
ontstaat en wordt bepaald wat goede zorg is, elke keer opnieuw. Overdijk: ‘Menslievende
zorg neemt de zorgpraktijk als uitgangspunt; we zijn er niet op uit de complexiteit van de zorg
te reduceren of de bureaucratie te verminderen. Menslievende zorg impliceert het afstemmen
van deskundige zorg op die ene patiënt. Begrippen als bekommernis en herbergzaamheid zijn
binnen dit gedachtegoed over ‘goede zorg’ essentieel.3
In de kern gaat het erom relationeel
aan te sluiten en af te stemmen op de patiënt, in elke zorgsituatie opnieuw.
2. 2
Het is misleidend te denken dat complexiteit in de zorg per definitie fout is en af zou leiden
van goede zorg. Het zorgproces en de organisatie van de zorg zijn vaak complex en we nemen
dat als uitgangspunt.’
Overdijk vervolgt: ‘Patiënten komen naar het ziekenhuis, met een klacht, met pijn, met
zorgen. Ze ondergaan onderzoeken, krijgen diagnoses, worden soms opgenomen, krijgen
behandelingen en therapie of lopen bij de poli voor controle. En soms worden ze niet meer
beter, gaan ze dood. Ze hebben wachttijden te verdragen, moeten alert zijn of ze de juiste
medicatie krijgen, ze moeten soms hun verhaal vertellen aan de arts die “met z’n kop in de
computer zit”. Intussen lopen allerlei zorgen van de patiënt door: niet alleen over zichzelf -
zoals vrees voor pijn, voor een uitslag, boosheid over de ontstane afhankelijkheid, moeite met
kwetsbaarheid of gêne over je fysiek, maar ook over het thuisfront: het geregel met thuis en
het werk, de opvang voor de hond, afhankelijke kinderen en ouders. Het zijn allemaal
“opgaven” waar een patiënt mee moet “dealen”.
‘Professionele zorg houdt in dat er allerlei handelingen plaatsvinden rondom een patiënt ,
verricht door deskundige mensen: verpleegkundigen, artsen en andere zorgverleners. Voor
hen zijn die handelingen “gewoon werk”, meestal deskundig verricht werk, maar geregeld
ook niet. Voor de patiënt en diens naasten went dat niet, zelfs niet als ze heel vaak en soms
lang in het ziekenhuis moeten zijn.’
‘Menslievende zorg draait er allereerst om die doorlopende zorgen op te merken en ze ook in
beeld te houden: af te stemmen op dat kind, die man, die oude mevrouw.
Het verlenen van service is dan heel belangrijk’, zegt Overdijk: ‘De vervolgafspraken goed
maken bijvoorbeeld, of voldoende rolstoelen bij de ingang, toegankelijke bewegwijzering en
een gezellige koffietent. En te midden van alle drukte aardig en beleefd blijven helpt je ook in
je professionaliteit. “Lief” zijn, menslievend zijn, de zorgen willen opmerken en erop
reageren, gaat een stap verder, een laag dieper dan professionaliteit. De concrete patiënt is dan
namelijk pas echt “in zicht”. Dat noemen we de relationele benadering. Dat die houding niet
altijd gemakkelijk is vol te houden te midden van drukte, aanhoudende planningsvragen,
fusieperikelen, productieafspraken en routine ('zo doen we dat hier'), is evident. En toch is dat
de kern van zorg. Veel zorgverleners doen dit vanzelfsprekend en ook goed: ze weten hoe dat
afstemmen gaat, ze hebben er het repertoire voor. Bij de ene patiënt zus, bij de andere zo.
Maar te vaak lukt het ook niet’.’
Vrije ruimte om te reflecteren op het werk
In de lerende gemeenschappen, een essentieel onderdeel van het programma Menslievende
zorg in het Elisabeth Ziekenhuis, stond het leren reflecteren op de zorgpraktijk, op wat goede,
menslievende zorg is en hoe die kan worden georganiseerd centraal. Waar gaat het dan
precies om? Overdijk: ‘In lerende gemeenschappen gaat het om het leren met collega’s door
met elkaar te reflecteren op de praktijk. Het gaat er niet primair om concrete problemen op te
lossen. Lerende gemeenschappen bestaan in allerlei organisaties: binnen gemeenten,
onderwijs, maar ook bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. Lerende gemeenschappen in
ziekenhuizen zijn in Nederland een relatief nieuw fenomeen. In lerende gemeenschappen
reflecteren we door te praten en samen casussen, filmpjes en klachtbrieven te analyseren.
3. 3
We leren door samen te denken en woorden te geven aan wat het is en hoe het zou kunnen
zijn.
‘Het bijzondere van lerende gemeenschappen is dat ze ruimte creëren om na te denken over
het eigen werk juist zonder dat er meteen iets opgelost hoeft te worden. Anders geformuleerd:
een lerende gemeenschap is een groep mensen die een bepaalde betrokkenheid of belang heeft
bij een bepaald onderwerp, in dit geval menslievende zorg. Ze willen hun kennis en
ervaringen daarover delen en samen leren hoe het beter kan.’
‘Maar hoe? In de lerende gemeenschappen nemen we voorbeelden uit de praktijk van alledag
onder de loep. Met behulp van verschillende werkvormen en leermiddelen reflecteren we over
concrete situaties die deelnemers zelf inbrengen: wat zijn de “opgaven” van de patiënt en zijn
naasten? Wat zijn de geschreven en ongeschreven regels in het werk, en in de organisatie van
de zorg? Welke effecten hebben die op de patiënt en op wat goede zorg zou zijn? Hoe
organiseer je je zorg, de afstemming op de verschillende afdelingen en wat betekent alles wat
wij regelen en organiseren eigenlijk voor de patiënt? Hoe stel je de organisatie bij, op grond
van wat je door de reflectie op de zorg(praktijk) ontdekt? Sommige werkwijzen en
organisaties voegen meer ellende toe voor patiënten en hun naasten. Dat wordt met die
protocollen, werkwijzen en organisatieprincipes niet beoogd, maar is soms wel het effect’.
‘Een verpleegkundige vertelde dat in het weekend de patiënten van twee verschillende
afdelingen samen op één afdeling werden verpleegd. Op zaterdagmiddag om twee uur worden
de patiënten van de ene afdeling naar de andere gebracht. Ze komen, vaak na ingrijpende
operaties, met andere mensen op een kamer en krijgen te maken met verpleegkundigen die
niet altijd ervaren en gewend zijn om de zorg te geven die zij specifiek nodig hebben.
Verpleegkundigen zijn daar soms zelf ook onzeker over. Deze handeling levert de nodige
“opgaven” op voor de patiënt: het heen en weer verkassen, de onzekerheid: voel ik me veilig
in deze handen? En op maandagmorgen om zeven uur wordt hij of zij weer teruggereden,
want dat komt de organisatie het beste uit. Vanuit bedrijfseconomisch opzicht is deze
werkwijze goed te begrijpen en misschien kan het ook niet anders. In de lerende gemeenschap
reflecteren we in de eerste plaats op de beleving van de patiënt, kun je oog krijgen voor diens
opgaven en daarbij aansluiten? Maar we denken ook na of het organisatorisch anders kan.
‘Het reflecteren aan de hand van praktijksituaties, secuur leren kijken naar wat de opgaven
zijn, wat er in het geding is en voor wie, en deze inzichten vervolgens spiegelen aan de
opvatting over wat goede zorg is voor deze specifieke mevrouw, dit kind, deze oude man in
deze situatie en daarnaar handelen, dat vormt de kern van het werk in lerende
gemeenschappen. Het is niet eenvoudig voor zorgprofessionals die het liefst onmiddellijk
oplossingen bedenken voor alles wat zich binnen het stramien als problematisch voordoet –en
vaak gelukkig ook maar- Juist de diepgaande reflectie op de eigen praktijk leidt tot het
ontstaan van een bewustzijn, dat je niet meer kunt negeren en wat noopt tot anders handelen
en organiseren. Het gaat om leren ‘zien wat nodig is’ voor elke individuele patiënt en zijn
naaste in een specifieke situatie. Dat leren gaat net zo hard door te reflecteren op situaties
waarin het goed ging, waar afgestemde zorg is geleverd als door te reflecteren over situaties
waarin het schuurde of fout ging.’
4. 4
‘Belangrijk om te weten is dat menslievende zorg geen pleidooi is voor voortdurende
compassie met de patiënt, noch voor een voortdurend besef van de eigen kwetsbaarheid. Dat
is niet vol te houden en daar is een patiënt ook helemaal niet bij gebaat. Het gaat erom, tegen
de achtergrond van het besef van gedeelde kwetsbaarheid, zoals Frans Vosman het
formuleert, het perspectief van de betrokken patiënt op dat moment te kunnen innemen. Waar
is de patiënt, naast de medische en de verpleegkundige klacht, bezorgd over? Wat vreest hij of
zij, waar schaamt hij of zij zich voor, waar voelt hij of zij zich ongemakkelijk over?
Vervolgens keer je weer terug in je rol als professional en kijk je opnieuw wat je voor deze
meneer, mevrouw kunt betekenen.
Overdijk vertelt over het fenomeen van de ‘lastige’ patiënt in het ziekenhuis, zoals de moeder
op de kinderafdeling, waar haar jonge dochtertje ligt, die de ene vraag na de andere heeft voor
de verpleegkundige, de hele dag door. Voortdurend probeert de verpleegkundige inhoudelijk
antwoord te geven, maar ze verzucht bij de overdracht dat deze moeder ‘zo lastig is’. Tijdens
die overdracht realiseert ze zich opeens dat ze niet heeft afgestemd en aansluiting gezocht bij
deze vrouw die zich zorgen maakt over haar dochter en tien andere dingen. De volgende
dienst is ze het gesprek anders ingegaan: ‘U maakt zich volgens mij zorgen’, en zo ontstond er
een ander gesprek. De vragen van de moeder werden anders van toon en minder frequent. Bij
de verpleegkundige verdween het energieverlies dat voortkwam uit de weerstand tegen deze
‘lastige’ moeder. Het klinkt misschien te simpel om waar te zijn, maar het is geen
gemeengoed.
Overdijk: ‘Er zijn afdelingen die intensief aan het programma hebben meegedaan en waar nu
niet meer wordt gesproken over “lastige patiënten”, maar over patiënten waarvan men zich
afvraagt waar ze de afstemming en aansluiting missen. Dat is geen trucje, maar het besef dat
patiënten en hun naasten opgaven hebben. Het levert betere zorg voor de patiënten op en de
verpleegkundigen geven aan dat het werk minder inspanning kost.’
Over de voorwaarden en het effect van lerende gemeenschappen
Overdijks aandeel in het programma Menslievende zorg was en is het opleiden van
zorgprofessionals die de lerende gemeenschappen in het St. Elizabeth Ziekenhuis begeleiden,
de zogenaamde ‘procesbegeleiders’ van de lerende gemeenschappen. Daarnaast ondersteunt
ze deze groep mensen die zelf ook weer een lerende gemeenschap vormt rond het thema
‘Leiderschap geven aan menslievende zorg op de afdeling’ en verzorgt ze een module
Menslievende zorg in het leiderschapsprogramma van het ziekenhuis.
Een belangrijk uitgangspunt van lerende gemeenschappen is dat er onder de oppervlakte in de
deelnemers zelf een grote praktische wijsheid aanwezig is, die alleen maar hoeft te worden
wakker gekust. Met praktische wijsheid wordt hier het klassieke begrip bedoeld, zoals
beschreven door Frans Vosman en Andries Baart in hun boek ‘Aannemelijke zorg’: …in de
driehoek van de “patiënt met zijn eigenheid en geschiedenis”, de “werker met zijn eigen
vakeisen en bestaansethiek ”en de “instelling op het kruispunt van historische,
5. 5
maatschappelijke en politieke directieven”.4
Overdijk: ‘Mensen die in de zorg werkzaam zijn,
weten vaak heel goed wat goede zorg is, vaak zonder dat ze dat kunnen expliciteren, omdat ze
het zo vanzelfsprekend vinden dat ze het niet eens kunnen benoemen. Ze belichamen in
zekere zin in hun doen en laten de tacit knowlegde [stilzwijgende kennis, red.] die voor goede
zorg nodig is. In de lerende gemeenschappen sporen we die kennis op waardoor ze bewuster
gaan kijken naar nieuwe zorgsituaties. Die bewustwording heeft invloed op zowel het
handelen in als de organisatie van de zorg. Er ontstaan dus wel “oplossingen”, maar op een
andere manier, langs een ander “stappenplan”, dan zorgprofessionals gewend zijn.’
In de loop van het programma is een tiental lerende gemeenschappen opgezet die bijna
allemaal nog steeds functioneren.
Overdijk: ‘Dat gaat overigens met vallen en opstaan, soms is het een weerbarstig traject. Het
vraagt ook heel wat van de procesbegeleiders om dergelijke bijeenkomsten, met collega’s met
verschillende hiërarchische posities en achtergronden inhoudelijk, met de beoogde reflectie en
groepsdynamica te begeleiden. Bovendien heeft dit traject ook te maken met alle personele
perikelen die gebruikelijk zijn in organisaties.’
‘De manier van leren waarvoor gekozen is, vind ik zeer te prijzen. Het gebeurde via een
langdurig programma, met leren vanuit de praktijk en op basis van strategische keuzes en
commitment van de top. Het aanboren van praktische wijsheid, daar weer toegang toe krijgen
en de zorg in haar essentie verbeteren, daar gaat het om. Maar is dat is noch gemakkelijk noch
vanzelfsprekend. Er is zoveel wat zorgprofessionals, hoofden en managers daar van afleidt:
bureaucratische druk, marktwerking, fusie, en verschillende lopende en nieuwe projecten.
Zorgprofessionals daarentegen, neigen ernaar te leunen op routine en- plat gezegd –
“productie te draaien”, en dat is ook te begrijpen. Er is grote behoefte aan “trucjes” en
stappenplannen die houvast bieden, ook bij professionals. De worsteling met protocollen en
procedures -er last van hebben, maar er ook houvast aan ontlenen- zie ik in de lerende
gemeenschappen terug, ook in die van de procesbegeleiders. Sommigen lukt het heel goed de
lerende gemeenschap vorm te geven en de relatie met de afdeling te leggen, maar er wordt
ook geworsteld.’
‘Recentelijk is er op afdelingen die een lerende gemeenschap Menslievende zorg willen
starten nog een training gestart voor nieuwe procesbegeleiders. Daaraan nemen ook
teamleiders van het facilitaire bedrijf deel. De gezamenlijke reflectie op wat goede zorg is,
hoe deze te “combineren” met de concepten van Lean en Gastvrije zorg’ is voor iedereen
zeer inspirerend.’
Een succesvol voorbeeld? Overdijk vertelt over de afdeling radiologie, waar ze veel
kortstondige contacten met patiënten hebben. Twee mensen van de afdeling zijn zich door
hun deelname aan de lerende gemeenschap voor eens en altijd de opgaven van patiënten gaan
realiseren. ‘Het is natuurlijk niet zo dat elke foto een doodsbericht gaat inhouden, maar ook
een mogelijk gebroken enkel kan veel zorgen teweegbrengen. Elke keer en voor iedere patiënt
is het in meer of mindere mate spannend. Alleen al het feit dat je je van boven of- onder moet
uitkleden en in zo’n klein hokje moet wachten op het “ik kom zo” van de dokter kan een
6. 6
opgave zijn. Iedereen heeft kleine en grote opgaven die geadresseerd moeten worden. De
deelnemende verpleegkundigen blijven zich daar nu van bewust en benaderen de patiënten
anders: met oog en oor voor hun zorgen, al is het maar met een hand op een arm of een
knipoog. Ze zeggen nu meer voldoening uit hun werk te halen. Dat is het gevolg van een
diepgaande vorm van leren.’
Belangrijk is wel dat het functioneren van lerende gemeenschappen staat of valt met steun en
commitment vanuit de organisatie, vanuit management en bestuur. Het is geen privé-initiatief
voor professionals.
Overdijk: ‘Managers die een visie hebben op wat goede zorg is en de presentietheorie
belichamen in hun managementstijl zijn essentieel. Teamleiders, hoofden en managers die
doorhebben waar menslievende zorg om gaat en waar het in de lerende gemeenschappen over
gaat, die een beeld, een visie en een referentiekader hebben van wat goede zorg in een
ziekenhuis betekent. Zulke managers faciliteren menslievende zorg en de
leergemeenschappen. Zij kunnen manoeuvreren tussen de botsende logica’s waarin zorg
georganiseerd en gegeven wordt, en ze kunnen de medewerkers discretionaire ruimte bieden.
Niet iedere leidinggevende kan dat meteen; ook zij hebben daarbij ondersteuning nodig.’
‘De betrokken hoofden zijn daarom ook een lerende gemeenschap begonnen. We hadden met
de hoofden, waaronder Rita Arts (zie het interview met Rita Arts en Marcel Boonen elders in
de bundel), een uitstekende startbijeenkomst. Toch hebben we deze lerende gemeenschappen,
mijn inziens, nog onvoldoende van de grond gekregen. De interne en externe krachten waar
de deelnemers en procesbegeleiders (en hun hoofden) mee te maken hebben, zijn fors. ‘Het is
nog een puzzel hoe die leergemeenschap voor hoofden het beste verder vorm te geven is. Dat
geldt ook voor het vergroten van de inbreng van de artsen. ‘Artsen zijn over het algemeen
afwezig geweest in dit proces, op een paar bevlogen artsen na. Hoe kun je hen als ziekenhuis
meekrijgen; dat is een zeer belangrijke vraag.’
Om de lerende gemeenschappen tot een blijvend succes te maken is het volgens Overdijk van
belang over de opzet ervan na te denken: ‘Verpleegkundigen zijn doeners. Ze zijn praktisch
en oplossingsgericht, dat is hun kracht. Reflectie is niet per se hun natuurlijke stand. Ook niet
van artsen trouwens. In de lerende gemeenschap gaat een groep collega’s twee uur per maand
de reflectie met elkaar aan. De procesbegeleiders geven daarbij leiding aan een groep
collega’s. Hoe lastig dat is, wordt vaak onderschat. Het is ingewikkeld voor een
zorgprofessional om zelf leiding te geven aan een lerende gemeenschap van collega’s over
een onderwerp dat de kern van hun werk vormt. Daarnaast moet je iedereen laten begrijpen
waar menslievende zorg nou wel en niet over gaat en de groepsdynamiek sturen. Voorwaar
geen sinecure!’
Over de noodzaak om het vol te houden
Inmiddels zijn het St. Elisabeth Ziekenhuis en het Tweesteden Ziekenhuis gefuseerd en
bieden ze nu samen excellente zorg in de regio. Deze ontwikkeling brengt ook weer druk met
zich mee. Wat betekent de fusie voor de toekomst van lerende gemeenschappen? Het is een
7. 7
open vraag of en hoe de lerende gemeenschappen vol te houden zijn. Het is hoe dan ook
lastig, maar wel mogelijk en ook zeer wenselijk volgens Overdijk:
‘Durf vast te houden aan de essentie van goede zorg! Het helpt als je procesbegeleiders met
bepaalde competenties uitrust en je de ondersteuning vanuit de managers en het bestuur blijft
realiseren. De voorbeeldrol van presente managers is belangrijk als vliegwiel en
inspiratiebron’.
Overdijk: ‘Ik hoop dat ze de lerende gemeenschappen volhouden, ook of juist in deze fusie-
en verandertijd! Want de patiënten blijven komen. Zij hebben er geen boodschap aan dat je
aan het fuseren bent of aan het verbouwen. Daardoor krijgen zij er eerder meer opgaven bij.
Juist nu is de aansluiting bij wat bij zich in al die veranderingen voordoet en bij de
belevingswereld van patiënten van groot belang voor de kwaliteit van de zorg.’
Overdijk komt nogmaals terug op een kwestie die volgens haar het hart van menslievende
zorg raakt: mensen serieus nemen in hun zorgen en angsten, ‘naast hen gaan staan’ en niet
tegenover hen:
‘Ik ben geen tegenstander van positief denken, integendeel, maar ik ben wel een enorme
tegenstander van het imperatief van het positief denken dat over ons wordt uitgegoten: het
dekt het lijden, de schaamte, het verdriet en de wanhoop teveel toe. Zeker waar het gaat om
aanhoudend, chronisch lijden. De onderliggende aanname bij positief denken is dat je
helemaal zelf verantwoordelijk bent voor je lot en hoe je met je lot omgaat. Hoe eenzaam kun
je mensen maken? Je wordt vastgezet in het frame: als je niet gelukkig bent, is het je eigen
schuld. Patiënten hebben pijn waar ze niet zelf vanaf kunnen komen, ze maken leed mee waar
ze niet om gevraagd hebben, ze kunnen niet meer terug naar hun werk, hoe graag ze dat ook
zouden willen. Voor veel mensen in het leven is dat de realiteit waar ze mee te maken hebben.
Ga naast ze staan! Dat is waar goede zorg over gaat. Heb oog voor het lijden van mensen,
klein en groot, uitzichtloos en oplosbaar. Dat is de opgave. De “terreur” van positief denken
komt bij de zorgverlener als professional en als mens binnen. Ook daarover wordt nagedacht
in de lerende gemeenschappen.’
‘Let wel: Ik zeg niet dat je geen eigen verantwoordelijkheid hebt, maar het moet in perspectief
geplaatst worden. De keerzijde is namelijk dat er onvoldoende oog is voor tragiek en lijden,
waardoor mensen geïsoleerd en eenzaam worden. Deze houding wordt helaas gestimuleerd en
zelfs gefaciliteerd door het politieke idee van de participatiemaatschappij. En dan wordt er
ook nog gedaan alsof mensen het zelf zo willen. Die participatiegedachte heeft vele
uitstekende kanten, de uitwassen baren mij grote zorgen.’
‘Er is in organisaties altijd weer de neiging om naar een nieuw model te grijpen of naar buiten
te kijken voor inspiratie, terwijl ik denk: “Er zit binnen ziekenhuizen zoveel vernuft en
kennis, de praktische wijsheid die is opgeslagen in zorgprofessionals, de verpleegkundigen,
artsen, voedingsassistenten, en niet te vergeten de vrijwilligers!” De sleutel tot goede zorg
moet binnen en niet buiten worden gezocht. Menslievende zorg is nog altijd geen
vanzelfsprekendheid, terwijl het toch over je core business gaat: goede zorg geven. Op het
moment dat zorg daadwerkelijk en duurzaam menslievend is, heb je de lerende
gemeenschappen niet meer nodig.’
8. 8
1
Marlies Overdijk en Gert Olthuis ‘Hou en klein en heb geduld -het begeleiden van lerende gemeenschappen
door collega’s’ in: Andries Baart, Frans Vosman e.a. De patiënt terug van weggeweest, Werken aan
menslievende zorg in het ziekenhuis, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2015, pp. 139-140.
2
Zie onder meer: Annelies van Heijst, Menslievende zorg: een ethische kijk op professionaliteit, Kampen:
Klement 2005.
3
Frans Vosman en Andries Baart ‘Zorg uit zorg denken’ in: Andries Baart, Frans Vosman e.a. De patiënt terug
van weggeweest. Werken aan menslievende zorg in het ziekenhuis, Amsterdam: Uitgeverij SWAP, pp. 43-57.
4
Frans Vosman en Andries Baart ‘Aannemelijke zorg’ Over het uitzieden en verdringen van praktische wijsheid
in de gezondheidszorg. Den Haag Uitgeverij Lemma 2008.