Gastles bij Surf leergang Edubadges, gegeven op 22 januari 2021 over vraagstukken en dilemma's rondom de invoering van SURF Edubadges bij de Hogeschool Rotterdam
1. Beleidsvorming & afspraken rondom
kwaliteitsborging
Ervaringen met de discussies, dilemma’s en nog te maken keuzes rondom Edubadges
binnen de Hogeschool Rotterdam
Leergang Edubadges, webinar 4 thema communicatie, 22 januari 2021
Gastspreker: Robert Bouwhuis (r.bouwhuis@hr.nl)
2. Basisdiscussie
• Waarom zouden we prestaties die in of vanuit het onderwijs geleverd worden willen belonen met
een (digitaal) certificaat?
• Bevorderen student succes: “succes smaakt naar meer”
• Bevorderen studentmobiliteit: “soms wil je of moet je wel eens iets anders”
• Versterking arbeidsmarktpositie: “wat goed is komt snel”
• Bevorderen Leven Lang Ontwikkelen: “je bent nooit uitgeleerd” (studentmobiliteit in de tijd)
• Welke prestaties willen we eigenlijk belonen met een badge:
• Extracurriculaire activiteiten die nu niet zichtbaar zijn in een Studentinformatiesysteem (extra
workshops, deelname als voorlichter open dagen, student mentorschap, etc.)
• Onderdelen van formeel onderwijs (opgenomen in de OER en in een SIS, bijvoorbeeld
modules/onderwijseenheden/(deel)toetsen en judicia zoals cum laude of, bij sommige hogescholen,
honours.
3. Verplichte informatie over de te waarderen prestatie (= afronden module, afronden extracurriculaire
activiteit) die geldt voor alle edubadges die worden uitgegeven door een instelling:
• Edubadge afbeelding: keuzes: logo van de instelling? Naam of beeldmerk opleiding of domein? Beeldmerk specifiek vak?
• Standaard verloop setting (houdbaarheid van de badge): keuze: tijdelijke badge of een permanente badge? Onze optie:
permanent, want de prestatie is geleverd. Het kan wel zijn dat, zoals bij EHBO, de prestate steeds opnieuw aangetoond moet
worden met een badge die niet ouder is dan 1 jaar.
• Naam: modulenaam of naam activiteit of beschrijving leeruitkomst waarvoor de activiteit wordt uitgegeven
• Taal: de taal waarin de prestatie is geleverd
• Beschrijving: een beschrijving van de prestatie (voor welke prestatie wordt een badge verleend, bijvoorbeeld voor het
behalen van een leeruitkomst of het aantonen van één of meer competenties of het deelnemen aan een practicum of als
studentvoorlichter meewerken aan een seminar)
• Verdien criteria: de criteria waarmee de geleverde prestatie is beoordeeld (kan een beknopte tekst zijn of een permanente
url-verwijzing naar rubrics)
• Issuer: de entiteit (organisatieonderdeel: keuze: faculteit/domein of opleiding of examencommissie of andere examinerende
organisatie) die de badge verleent. Vaak zal dit het organisatieonderdeel zijn dat zorg draagt voor de beoordeling van de
prestatie.
Gebaseerd op https://www.surf.nl/files/2020-11/edubadges-template-badge-class_nl_final.pdf
4. Extra onderwijsgerelateerde informatie over de te waarderen prestatie die bij een formele badge
toegevoegd kan worden (en in geval van microcredentialing toegevoegd moet worden..)
• NLQF-niveau: tot welk niveau van de NLQF-standaard verhouden de beoordelingscriteria van de prestatie zich?
• Studielast: in aantal ECTS (Hoger onderwijs) of in aantal uren (MBO)
• Opleidingscode: vanuit welk(e) opleidingsprogramma(’s) (Croho/ISAT of Crebo) de module wordt aangeboden
• Gerelateerd onderwijskundig raamwerk: https://www.s-bb.nl/en/education/dutch-educational-system/complete-description-dutch-
educational-system of https://www.nuffic.nl/en/education-systems/netherlands/higher-education
• De formele badge kan worden uitgegeven voor het behalen van een in de OER vastgelegde kwaliteiten op het gebied van kennis,
inzicht en vaardigheden (als onderdeel van alle vastgelegde kwaliteiten die een student zich bij beëindiging van de opleiding moet
hebben verworven, zoals vastgelegd in WHW art. 7.13 lid 2c) of die een student gedemonstreerd moet hebben om in aanmerking te
komen voor een bepaald judicium zoals ‘honours’ of ‘cum laude’. Wanneer dit het geval is en wanneer de bovengenoemde velden
zijn ingevuld dan zal er een microcredential ontstaan.
• Vaak zal de uitkomst van de beoordeelde formele prestatie (deeltoets, examen, assessment) ook al worden vastgelegd in een
studentvolgsysteem (SIS) zoals Osiris. Een Edubadge zou deze prestatie sneller zichtbaar maken voor de buitenwereld omdat de
student dit kan delen op sociale media.
5. Edubadges als hulpmiddel bij flexibilisering: issues bij het werken aan een modulair maatwerkaanbod
dat stapelbaar is over opleidingen en instellingen heen..
Issues
1. de herkenbaarheid van de leerresultaten voor
studenten, werkgevers, examencommissies, collega-
opleidingsinstituten, overheidsinstanties zoals NVAO,
OCW, onderwijsinspectie, DUO.
2. Eenduidigheid over het niveau van toetsing van een
eenheid van leeruitkomsten (onderwijseenheid)
3. Vertrouwen in de borging van het niveau en in de
kwaliteit van toetsing bij de instelling die een
certificaat uitgeeft
4. Vastlegging van leerresultaten van een module in
(digitale) ‘getuigschriften van leren’/certificaten.
Mogelijke oplossingsrichtingen vanuit standaardisatie
1. Leerresultaten beschrijven in termen van leeruitkomsten die
leerwegonafhankelijk getoetst kunnen worden. (module
learning outcomes, direct gerelateerd aan programme
learning outcomes in landelijke opleidingsprofielen?)
2. Gebruik maken van niveau-aanduidingen die ook
internationaal herkenbaar zijn: NLQF/EQF/ISCED, dublin
descriptoren (en dus niet: ‘niveau 1, 2 en 3’ of
‘studiebekwaam, stagebekwaam, beroepsbekwaam’)
3. Vertrouwen niveau
a. Examinatoren worden benoemd door een examencommissie.
b. Het proces van examinering staat onder toezicht van een
examencommissie
c. De examencommissie staat onder toezicht van een onderwijsinspectie,
de NVAO of een andere gezaghebbende externe toezichthouder
4. Open badges als hulpmiddel bij microcredentialing
6. Badge-uitgever: de onderwijsinstelling die de badge uitgeeft. Vragen op instellingsniveau:
• Vraagstukken m.b.t. herkenbaarheid:
• Vragen m.b.t. de afbeelding die gebruikt wordt:
• Werken we met één afbeelding voor de hele instelling of per faculteit/domein of per opleiding of per vakinhoud?
• Of met een instellingslogo als onderdeel op alle badges?
• Maken we verschil in afbeelding badges tussen badges voor regulier en extra-curriculair onderwijs?
• Keuze: vastgelegde spelregels of een handreiking voor het beschrijven de geleverde prestatie in het Edubadge veld
‘beschrijving’, bijvoorbeeld op ‘module learning outcomes’
• Vraagstukken m.b.t. vertrouwen:
• Hoe verantwoorden we de kwaliteit van de uitgereikte badges? (aanwijzen van de beoordelaar van een prestatie, toezicht op
het beoordelingsproces van de prestatie, toezicht op de registratie van het oordeel in een systeem, toezicht op het
uitgifteproces door ‘daartoe aangewezen bevoegden’.
• Organisatorische vraagstukken:
• Hoe verdelen we de rollen en de rechten? Wie mag wat?
• Wat doen we met badges die gekoppeld zijn aan een opleiding maar de opleiding verandert van instituut? Hoe houden we het
overzicht?
• Wat doen we met badges die eerst golden voor (een) opleiding(en) van één instituut maar die gaan gelden voor meer
opleidingen van verschillende instituten?
• Wat doen we met onderwijsactiviteiten die niet onder een onderwijsinstituut vallen? (bijvoorbeeld de mediatheekcursus
informatievaardigheden of een honours degree)?
• Zijn er badges met een beperkte geldigheidsduur? Of zijn er badges die we willen intrekken? Of badgeclasses die we intrekken
omdat een module niet langer bestaat?
• Willen we een instellingspagina, zoals https://www.tilburguniversity.edu/students/tilburg-university-presents-first-edubadges-
students?
7. Een issuer is de entiteit die een badgeclass vaststelt en uitgeeft.
• Studenten ontvangen edubadges als een erkenning voor het leveren van een prestatie als student aan de
Hogeschool Rotterdam, zodat ze kunnen aantonen dat ze hebben voldaan aan de bij deze erkenning behorende
beoordelingscriteria.
• De beoordelingscriteria moeten valide en transparant zijn en het beoordelingsproces dient betrouwbaar te zijn.
Uitgangspunt: als er een logo van de instelling op de badge staat dan moet de instelling de kwaliteit van de toetsing
en de kwaliteit van het proces van badge-uitgifte kunnen borgen.
• Bij formeel leren: een badge wordt uitgegeven door een examinator namens een Examencommissie. Dit kan gelden
als een ‘bewijsstuk voor het goed afgelegd hebben van een tentamen (WHW 7.11, lid 1).
• Een badge zou kunnen dienen als een deel van een diplomasupplement (zie WHW 7.11 Lid 4: De examencommissie voegt aan een getuigschrift van
het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een supplement toe. Het supplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de
afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen.)
• Een badge zou kunnen dienen als verklaring vanuit de Examencommissie conform WHW 7.11 lid 5: Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg
heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het tweede lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende
examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.
• Hogeschoolbrede activiteiten zouden onder toezicht van een hogeschoolbrede Examenkamer kunnen staan of het
toezicht kan worden ondergebracht bij de Examencommissies van de opleidingen die de badge opnemen in hun
programma (formeel, als (deel)toets in Osiris of non formeel, als extra-curriculaire activiteit).
8. Randvoorwaarden voor toetskwaliteit
• Het examen is afgenomen door gekwalificeerde examinatoren, die aan bepaalde kwaliteitseisen
voldoen
• Het proces van examinering en de examinatoren staan onder toezicht van een examencommissie
• Er zijn kwaliteitsmaatstaven voor examinering (bijvoorbeeld validiteit, betrouwbaarheid,
transparantie) vastgelegd door de instelling
• De examencommissie staat onder toezicht van een onderwijsinspectie, de NVAO of een andere
gezaghebbende externe toezichthouder
• De kwalificaties (niveaubepaling NLQF) staan onder toezicht van de NVAO voor wat betreft het hoger
onderwijs (want die onderzoekt nu ook voor niveau 5 t/m 8 de Dublin descriptoren).
9. Het koppelen van een regulier onderwijsresultaat in een student informatie systeem aan Edubadge
• Regulier onderwijsresultaat: de onderwijseenheid staat beschreven in de onderwijs- en
examenregeling van de instelling en het resultaat wordt vastgelegd (in de vorm van een
cijfer Indien er een resultaat is in Osiris (of een andere SIS of leerlingvolgsysteem)
• Indien er een koppeling komt via OOAPI: het invoeren van een resultaat van een module
(met een specifieke modulecode en naam) in Osiris is een trigger voor Osiris om contact
te leggen met het Edubadge systeem van Surf: gestuurd door de modulecode Naam,
studentnummer en resultaat (in het geval van de Career Academy: competent of expert)
koppelen aan badgeklas van de betreffende module (modulenaam, modulecode).
• Indien er vooralsnog geen koppeling komt: dan na een toetsronde wanneer de resultaten
definitief zijn kijken of er vanuit bedrijfsvoering een excel-batch gemaakt kan worden die
voor een specifieke badgeclass in één keer ingelezen kan worden in het systeem van
Edubadge.
10. Extra achtergrondinformatie
• Over werken met leeruitkomsten binnen de curricula van de
economische deeltijdopleidingen (Career Academy) van de HR Business
School
• Over toetsing bij de Career Academy van de HR Business School
• Actuele leestips over standaarden, leeruitkomsten en microcredentials
11. Leeruitkomsten: een ‘nieuwe’ manier van beschrijven van ‘beroepsbekwaamheid’
In het Tuning project worden leeruitkomsten als volgt omschreven:
"a measurable result of a learning experience which allows us to ascertain to which extent /level/standard a
competence has been formed or enhanced. Learning outcomes are not properties unique to each student,
but statements which allow higher education institutions to measure whether students have developed their
competence to the required level" (Lokhoff et al., 2010, p. 21).
In het protocol beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten (NVAO, 2017) staat het zo: Leeruitkomsten
beschrijven wat een student geacht wordt te weten, te begrijpen en te kunnen toepassen na afronding van een
leerperiode.
Leeruitkomsten moeten voldoen aan de volgende kwaliteitseisen:
Leerwegonafhankelijk: ze stellen studenten in staat een eigen leerweg te bepalen.
Representatief voor de eindkwalificaties van de opleiding.
Herkenbaar voor het werkveld.
Specifiek en meetbaar: ze bieden een eenduidig beoordelingskader bij leerwegonafhankelijke toetsing.
Transparant: de relatie tussen eindkwalificaties, eenheden van leeruitkomsten, leeractiviteiten en toetsing is duidelijk.
Samenhangend: ze vormen een samenhangende eenheid en zijn te onderscheiden van andere eenheden van
leeruitkomsten.
Duurzaam: ze zijn op zo’n manier geformuleerd dat ze een aantal jaren gehanteerd kunnen worden
In de ECTS User’s guide (2015) staat: the principles for formulating learning outcomes for
educational components are the same as for programme learning outcomes. (p. 24)
12. Opleiding Human Resource Management
Creating Added Value (RCACAV01Q5)
Je bent in staat om een verbetering in
toegevoegde waarde te realiseren voor
belanghebbenden van jouw organisatie.
HRM overview (RCAHOV01Q5)
Je bent in staat om beleid te evalueren in een
organisatorische en maatschappelijke context:
Review van de hr-activiteiten die waarde
genereren voor de organisatie (o.a. pw-
instrumenten rondom behoefte aan
personeel, personeelsvoorziening, beheer
eigen personeel en inhuur externen.)
Analyse van de invloed van thema’s op pw-
instrumenten.
HR insight (RCAHRI02Q5)
Je bent in staat om jouw organisatie inzicht te
geven in de mate waarin haar
personeelscapaciteit nu en op termijn in staat is
om bij te dragen aan de waarde die de
organisatie voor haar belanghebbenden wil
creëren.
Performance & procesmanagement
(RCAPPM02Q5)
Je bent in staat om voor jouw organisatie bij te
dragen aan het borgen van kwaliteit en het
versterken van het lerend vermogen van de
organisatie.
Strategisch management (RCASMA03Q6)
Je bent in staat om een visie te ontwikkelen op
de mate waarin de organisatie op lange termijn
betekenisvol kan zijn voor haar relevante
belanghebbenden en om te adviseren over de
wijze waarop de organisatie aan deze betekenis
vorm kan geven.
Human Talent Development (trainen, coachen
& opleiden) (RCAHTD03Q6)
Je bent in staat om te zorgen voor een
personeelsbestand met voldoende
competentie en voldoende capaciteit om de
beloftes uit te voeren die de organisatie aan
haar omgeving doet.
Implementeren van verandering
(RCAIVV04Q6)
Je bent in staat om een veranderopgave te
agenderen binnen jouw organisatie en om bij te
dragen aan het organiseren van de gewenste
verandering.
Vrije keuze
Je maakt een keuze uit het onderwijsaanbod.
Dit kan een blok zijn uit jaar 3 van een andere
opleiding van de Career Academy of een minor.
Je kunt deze ruimte ook benutten door hier
reeds eerder behaalde resultaten bij andere
geaccrediteerde opleidingen van hoger
onderwijs in te zetten.
Opleiding Bedrijfskunde
Creating Added Value (RCACAV01Q5)
Je bent in staat om een verbetering in
toegevoegde waarde te realiseren voor
belanghebbenden van jouw organisatie.
Accounting & Governance (RCAACG01Q5)
Je bent in staat om een getrouw beeld aan de
stakeholders (personeel, investeerders,
financiers, leveranciers, fiscus) te geven van de
bezittingen en schulden van een organisatie en
van haar inkomsten en uitgaven.
Business intelligence & management control
(RCABMC02Q5)
Je bent in staat om het besluitvormings-
vermogen van een organisatie te versterken
door relevante en accurate informatie te
verzamelen, te agenderen en te (doen)
betrekken bij de besluitvorming op
managementniveau.
Performance & procesmanagement
(RCAPPM02Q5)
Je bent in staat om voor jouw organisatie bij te
dragen aan het borgen van kwaliteit en het
versterken van het lerend vermogen van de
organisatie.
Strategisch management (RCASMA03Q6)
Je bent in staat om een visie te ontwikkelen op
de mate waarin de organisatie op lange termijn
betekenisvol kan zijn voor haar relevante
belanghebbenden en om te adviseren over de
wijze waarop de organisatie aan deze betekenis
vorm kan geven.
Waardenvol organiseren (organisatiekunde)
(RCAORG03Q6)
Je bent in staat om een organisatiediagnose te
maken en om te adviseren over het ontwerpen,
managen en besturen van een organisatie,
zodanig dat medewerkers van een organisatie
kunnen functioneren in een werkomgeving
waarin hun werk leidt tot resultaten die door
henzelf en anderen als betekenisvol worden
ervaren.
Implementeren van verandering
(RCAIVV04Q6)
Je bent in staat om een veranderopgave te
agenderen binnen jouw organisatie en om bij te
dragen aan het organiseren van de gewenste
verandering.
Vrije keuze
Je maakt een keuze uit het onderwijsaanbod.
Dit kan een blok zijn uit jaar 3 van een andere
opleiding van de Career Academy of een minor.
Je kunt deze ruimte ook benutten door hier
reeds eerder behaalde resultaten bij andere
geaccrediteerde opleidingen van hoger
onderwijs in te zetten.
13. Dublin
Discriptoren 1
Dublin
Discriptoren 3
Dublin
Discriptoren 5
Dublin
Discriptoren 7
Dublin
Discriptoren
2
Dublin
Discriptoren
4
Dublin
Discriptoren
6
EQF (NLQF)
Dublin
Discriptoren
Landelijk overleg
Leerresultaten
Leeruitkomsten
Beoordeelbare
aspecten
Rubric
Beoordelings-
formulier
In 2005 vastgesteld door de EU als Bologna Raamwerk.
Het raamwerk bevat een beschrijving van de eindtermen
In 2008 vastgesteld door het Europees Parlement.
Het Nederlands Kwalificatieraamwerk NLQF geeft duidelijkheid
en zekerheid over het niveau van kwalificaties
Iedere 6 jaar wordt samen met het Sectoraal
Advies College een opleidingsprofiel vastgesteld
De leerresultaten worden vertaald door de opleiding
naar leeruitkomsten. Dit beschrijft de bedoeling van een
module (cursus)
Dit beschrijft concreet wat de student moet weten,
begrijpen en kunnen waarop beoordeeld kan
worden door de examinator
Dit beschrijft de criteria om het niveau van competentie
vast te stellen (ons professionele referentiekader)
Hier geeft de examinator per beoordeelbaar
aspect een oordeel over het waargenomen gedrag
14. Met ingang van februari 2020 worden alle leeruitkomsten binnen de Career Academy beoordeeld
op de volgende aspecten:
• Inhoudelijke kwaliteit (50 %): deze beoordelingscriteria zijn specifiek voor een leeruitkomst. De student is in
staat om, binnen een onbekende, maar wisselende leef- en/of werkomgeving, ook internationaal:
• de leeruitkomsten te vertalen naar een onderzoek dat betekenisvol is voor de organisatie;
• passende beroepsproducten te maken, binnen de context van de leeruitkomst;
• relevante kennis en vaardigheden te vergaren en toe te passen.
• Onderzoekend vermogen (10 %): probleemoplossende vaardigheden en informatievaardigheden
• Lerend vermogen (10 %): kennisverwerving en reflectie
• Verantwoord handelen (10 %): rekening houden met belangen, verdedigbaarheid van keuzes
• Communicatief vermogen (20 %): komt de boodschap over (schriftelijk, presentatie, interactie)
15. Randvoorwaarden voor toetskwaliteit
• Het examen is afgenomen door gekwalificeerde examinatoren, die aan bepaalde kwaliteitseisen
voldoen
• Het proces van examinering en de examinatoren staan onder toezicht van een examencommissie
• Er zijn kwaliteitsmaatstaven voor examinering (bijvoorbeeld validiteit, betrouwbaarheid,
transparantie) vastgelegd door de instelling
• De examencommissie staat onder toezicht van een onderwijsinspectie, de NVAO of een andere
gezaghebbende externe toezichthouder
• De kwalificaties (niveaubepaling NLQF) staan onder toezicht van de NVAO voor wat betreft het hoger
onderwijs want de Dublin descriptoren (NLQF 5 t/m 8) zijn onderdeel van het accreditatiekader.
16. Ontwerp van de badge van de Career Academy van de HR Business School: een plaatje met metadata
• Informatie over de badgehouder: Edu Id en Naam (AVG-proof)
• Informatie over het behaalde leerresultaat (leeruitkomst, cursusnaam en cursuscode en
oordeel (expert, competent), verdiencriteria (wijze van toetsing en beoordelingscriteria),
opleidingscode (= ISAT codes van de opleidingen waarvoor dit leerresultaat een onderdeel
vormt van een diplomagericht traject,)
• NLQFniveau: 5 of 6
• Studielast (30 ECTS)
• Issuer (uitgevende instelling): Hogeschool Rotterdam, Brin 22OJ
• Gerelateerd onderwijskundig raamwerk:
• het ISCED-F domein (fields of education and training 2013), waartoe de inhoud van de
getoetste prestatie wordt gerekend (041 Business and administration)
• het hoger onderwijsstelsel in Nederland: https://www.nuffic.nl/en/education-
systems/netherlands/higher-education
17. Meer informatie
• Over internationale onderwijsstandaarden:
• Unesco standaarden: http://uis.unesco.org/en/isced-mappings
• Over EQF (als kader voor NLQF): http://ecahe.eu/w/index.php?title=European_Qualifications_Framework
• Over ECTS: https://ec.europa.eu/assets/eac/education/ects/users-guide/index_en.htm
• Over de ESG 2015: https://enqa.eu/indirme/esg/ESG%20in%20Dutch_by%20the%20Ministry%20of%20Education.pdf
• Over microcredentialing:
• https://microcredentials.eu/ en https://www.eua.eu/101-projects/782-microbol.html over het microbol project
(microcredentials in het EU hoger onderwijs in kader van het Bologna proces)
• Zie voor meer achtergronden ook de whitepaper open badges en microcredentialing, zie https://www.surf.nl/files/2019-
01/whitepaper-open-badges.pdf en het conferentieverslag van open badges Nederland op
https://www.euroguidance.nl/4_2088_Open-Badges-Nederland-Conferentie.aspx
• Over leeruitkomsten:
• https://www.nlqf.nl/images/downloads/Verzoek_tot_inschaling/Handleiding_Formuleren_leeruitkomsten_2020_
NCP_NLQF_28122020.pdf
• Over onderwijsbegrippen:
• Vanuit Unesco: https://learningportal.iiep.unesco.org/en/glossary/l
• Vanuit de EU: https://ec.europa.eu/assets/eac/education/ects/users-guide/glossary_en.htm
• Vanuit Nederland: https://www.edustandaard.nl/standaard_begrippen/begrippenset-kernmodel-onderwijs-informatie-koi/begrippenset-kernmodel-
onderwijs-informatie-koi/