SlideShare a Scribd company logo
1 of 44
Download to read offline
Outlook 2015 - 2016 
Beleggen in internationaal vastgoed
Inhoudsopgave 
Inhoudsopgave 3 
1 Outlook internationaal: Economie en vastgoed 5 
2 Trends in vastgoedbeleggingen 11 
2.1 De Duitse winkel- en woningmarkt 14 
2.2 De Franse winkelmarkt 19 
2.3 De Amerikaanse vastgoedmarkt 25 
2.4 De Chinese vastgoedmarkt 31 
2.5 De Australische vastgoedmarkt 37 
Beleggen in internationaal vastgoed 03/44
Berlijn
1 Outlook internationaal: 
Economie en vastgoed 
In deze Outlook onderzoeken we de verschillende 
vastgoedmarkten. Al die vastgoedmarkten 
bewegen ten opzichte van elkaar en in de context 
van de wereldwijde economie. In dit hoofdstuk 
gaan we in op de economische verschillen tussen 
de continenten en de betekenis hiervan voor de 
performance van vastgoed. Daarbij schetsen we 
kort de belangrijkste internationale risico’s die 
een impact op de economie en daarmee de 
vastgoedmarkten kunnen hebben. 
Generiek beeld 
In het voorjaar van 2010 schreven we dat het 
herstel na de Grote Financiële Crisis langzaam 
zou verlopen en wel tot 2016 zou kon duren. 
Inmiddels zijn we in de eindfase van dat 
langzame herstel beland. Ontwikkelde econo-mieën 
zijn goed op weg met de afbouw van 
schulden. De balanspositie van huishoudens en 
bedrijven is veel sterker geworden en de belas-tingverhogingen 
van overheden lijken te zijn 
‘verteerd’. Weliswaar is het tempo van hervormin-gen 
niet overal gelijk en zijn niet alle economieën 
even ver gevorderd, maar de trends laten overal 
hetzelfde beeld zien: de economische groei 
versnelt, de consumptieve bestedingen en de 
investeringen door bedrijven trekken aan en 
overheden kunnen de fiscale teugels de komende 
jaren wat laten vieren. Wel gaat het herstel na de 
crisis langzamer dan in economische modellen 
wordt voorspeld. Naarmate de wereldeconomie 
robuuster en stabieler wordt en geopolitieke 
spanningen beheersbaar blijven, zullen de 
economische risico’s verder afnemen. De groei 
wordt steeds stabieler. Belangrijk daarbij is dat 
dankzij het zeer ruime monetaire beleid van 
onder andere de FED, de Bank of England en 
recent ook de Bank of Japan, de lange rente nu 
op een historisch laag niveau is beland. 
Het beëindigen van dit ruime monetaire beleid 
zal de komende jaren onvermijdelijk tot rentestij-gingen 
leiden, maar men zal er op inzetten om 
dit geleidelijk te laten verlopen, om aldus het 
economische herstel niet te belemmeren. Door 
de vastgoedappetite van beleggers die door de 
lage rente op zoek zijn naar alternatieve beleg-gingsmogelijkheden 
en door het aanhoudende 
economisch herstel zal de daling van de 
risicopremie op vastgoed naar verwachting 
hoger uitvallen dan de geleidelijke stijging van de 
lange rente. Ondanks de op termijn verwachte 
hogere rente zullen yields dus toch een dalende 
tendens te zien geven. Vooral in landen waar de 
risicopremie hoog is opgelopen en het herstel 
krachtiger zal zijn, zoals in Nederland, maar ook 
in de landen in Zuid-Europa, ontstaat daarmee 
ruimte voor opwaarderingen. Dat het herstel in 
de Eurozone achterloopt op de Verenigde Staten 
(VS) en het Verenigd Koninkrijk (VK) betekent 
dat de opwaarderingen voor vastgoed in de VS 
en het VK al voor een deel zijn gematerialiseerd. 
Onze verwachting is dat opwaarderingen in de 
Eurozone nog grotendeels moeten beginnen en 
vooral in Nederland en Zuid-Europa hoog kunnen 
zijn. Deze verwachting wordt gestaafd door de 
internationale kapitaalstromen die we nu naar 
deze markten zien vloeien. 
Regionale verschillen tussen de VS, Europa en Azië 
De economische blokken in de wereld verschillen 
onderling in demografische en economische 
dynamiek. Het spreiden van beleggingen over deze 
blokken levert daarom diversificatievoordelen op. 
De verschillen zijn voor een belangrijk deel terug 
te voeren op verschillen in demografische dynamiek 
en in het tempo van de urbanisatie. Op de achter­grond 
speelt nog de aanpassing aan nieuwe 
technologieën: waar die in ontwikkelde markten 
geleidelijk verloopt, wordt oude techniek in 
opkomende markten gewoon overgeslagen en 
worden nieuwe technologieën in één klap ingevoerd. 
Azië Pacific 2014 2015 2016 2017 
GDP 4,30% 4,40% 4,65% 4,80% 
CPI 3,85% 3,65% 3,60% 3,60% 
N-Amerika 2014 2015 2016 2017 
GDP 1,60% 3,10% 3,25% 3,20% 
CPI 2,05% 2,35% 2,40% 2,25% 
Europa 2014 2015 2016 2017 
GDP 1,55% 1,90% 2,05% 2,10% 
CPI 1,50% 2,05% 2,25% 2,25% 
Bron: Oxford Economics 
Beleggen in internationaal vastgoed 05/44
De komende jaren laat Azië-Pacific de meeste 
dynamiek zien met de hoogste groei, maar ook 
met de hoogste volatiliteit. Noord-Amerika en de 
andere Angelsaksische landen in Europa en Azië 
nemen een tussenpositie in. Europa kent de 
komende jaren de laagste groeicijfers, maar is wel 
een ontwikkelde, stabiele regio. 
Azië-Pacific 
Ondanks de kleine hapering in de economie 
begin dit jaar zal Azië-Pacific de hoogste groei 
laten zien van alle regio’s, vooral in de emerging 
markets. De aanjagers voor deze groei blijven de 
demografische ontwikkeling, de voortgaande 
urbanisatie en de technologische ontwikkelingen. 
06/44 
Het risico op een harde landing van de Chinese 
economie neemt af nu de overheid een 
evenwichtig beleid voert om de binnenlandse 
schuldenberg onder controle te krijgen en de 
binnenlandse consumptie als nieuwe groeimotor 
verder te stimuleren (in plaats van export). Dat 
beleid helpt de Chinese economie naar een wat 
minder hoge, maar wel stabielere groei. 
Vastgoedmarkten zullen hiervan extra profiteren; 
enerzijds door de sterke groei van de binnenlandse 
consumptie, anderzijds door de toegenomen 
stabiliteit, waardoor de risico’s afnemen. Japan 
en Korea blijven qua economische groeicijfers ver 
achter bij rest van Azië, maar hebben wel stabiele 
vastgoedmarkten. Dat geldt eveneens voor 
Australië, alleen zijn de economische vooruitzichten 
daar veel rooskleuriger. Ook hier vormen de 
afwijkende demografie en de hoge graad van 
urbanisatie een belangrijke verklaring voor de 
verschillen met de opkomende markten van Azië. 
VS en VK 
Dankzij het zeer ruime monetaire beleid (quanti-tative 
easing) hebben beide landen de Grote 
Financiële Crisis inmiddels goeddeels achter zich 
gelaten. Zij laten weer gezonde groeicijfers zien. 
Het ruime monetaire beleid wordt naar verwach-ting 
de komende tijd echter afgebouwd en 
binnen afzienbare tijd zullen de centrale banken 
de rente moeten gaan verhogen. Dat gebeurt in 
het VK misschien al dit najaar en in de VS 
waarschijnlijk begin 2015. Vooral de woningmarkten 
China 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 8,4% 8,1% 8,2% 8,7% 
Fixed investments 6,9% 6,6% 6,9% 6,5% 
Government 
7,2% 7,3% 7,3% 7,2% 
consumption 
Domestic Demand 7,0% 7,3% 7,5% 7,5% 
Exports 5,9% 8,0% 7,5% 7,2% 
Imports 6,0% 8,8% 8,3% 8,2% 
GDP 7,4% 7,0% 7,1% 7,1% 
CPI 2,3% 2,5% 2,7% 3,0% 
Long-term interest rates 
Employment 0,3% 0,4% 0,6% 0,6% 
Bron: Oxford Economics 
Japan 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 0,3% -0,2% 0,5% 1,4% 
Fixed investments 4,5% -0,7% 0,1% 1,0% 
Government 
1,8% 1,3% -0,7% 0,1% 
consumption 
Domestic Demand 1,1% 0,5% 0,8% 1,2% 
Exports 6,3% 4,9% 4,5% 4,1% 
Imports 6,8% 2,4% 2,9% 3,8% 
GDP 1,1% 1,0% 1,1% 1,3% 
CPI 2,5% 1,2% 1,3% 0,7% 
Long-term interest rates 0,6% 0,6% 1,1% 1,8% 
Employment 0,4% -0,5% -0,8% -0,7% 
Bron: Oxford Economics 
Australië 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 2,8% 3,3% 3,0% 2,5% 
Fixed investments 3,6% 4,5% 6,0% 3,4% 
Government 
1,3% 1,4% 1,4% 1,4% 
consumption 
Domestic Demand 2,5% 3,0% 3,7% 2,5% 
Exports 2,5% 4,3% 5,1% 4,9% 
Imports 4,9% 6,8% 6,9% 5,5% 
GDP 1,5% 2,0% 3,0% 2,3% 
CPI -0,1% 1,3% 2,9% 2,8% 
Long-term interest rates 2,10% 3,00% 3,60% 4,10% 
Employment 1,0% 1,4% 1,3% 1,1% 
Bron: Oxford Economics
Europa kent de laagste groeicijfers, 
maar is wel een ontwikkelde, 
stabiele regio 
VS 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 2,1% 2,9% 3,0% 2,9% 
Fixed investments 2,2% 5,6% 5,7% 5,3% 
Government 
-0,2% 1,1% 1,1% 0,9% 
consumption 
Exports 3,2% 5,6% 5,2% 5,5% 
Imports 3,3% 4,7% 4,7% 4,6% 
GDP 1,5% 3,1% 3,3% 3,2% 
CPI 1,9% 2,2% 2,3% 2,2% 
Long-term interest rates 2,75% 3,25% 3,85% 4,45% 
Employment 1,7% 2,0% 1,2% 0,7% 
Bron: Oxford Economics 
VK 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 2,8% 2,2% 2,2% 2,5% 
Fixed investments 8,6% 6,5% 6,5% 6,0% 
Government 
0,5% -0,3% -0,9% -1,5% 
consumption 
Exports 1,3% 4,6% 5,9% 6,2% 
Imports 0,0% 3,9% 4,9% 5,1% 
GDP 3,1% 2,6% 2,5% 2,6% 
CPI 1,6% 1,6% 1,8% 1,9% 
Long-term interest rates 2,90% 3,20% 3,60% 4,10% 
Employment 2,6% 0,8% 0,8% 0,8% 
Bron: Oxford Economics 
van beide landen hebben geprofiteerd van het 
herstel, met zeker in de sterkste regio’s van het 
VK wel zeer sterke prijsstijgingen als gevolg. 
Europa 
in Europa zijn de verschillen tussen Eurozone en 
niet-Eurozone aanzienlijk. Weliswaar wint het 
economische herstel in de Eurozone aan 
momentum. Desondanks blijft de Eurozone de 
komende jaren achter bij Azië, de Angelsaksische 
landen en de niet-Eurolanden. Naast economi-sche 
aanpassingen moesten in de Eurozone 
namelijk hoogstnoodzakelijke politieke hervor-mingen 
in het weefsel van de Euro zelf worden 
doorgevoerd. Anders dan in de Angelsaksische 
wereld en de niet-Eurolanden, was de ruimte 
voor een extreem ruimhartig monetair beleid 
daardoor beperkt. De nadruk in de economische 
aanpassingen lag vooral op maatregelen die zich 
op de korte termijn lieten realiseren, zoals lasten-verzwaringen 
voor burgers en bedrijven en de 
sanering van overheidsuitgaven. Gezien de 
demografische ontwikkelingen, is een lage 
economische groei voor de Eurozone overigens 
minder erg dan het lijkt. 
Duitsland fungeert nog altijd als economische 
trekker van de Eurozone. Dat is te danken aan de 
ingrijpende structuurhervormingen die aan het 
einde van de vorige eeuw zijn doorgevoerd. Voor 
de vastgoedmarkten is dat goed nieuws. Twee 
andere zwaargewichten in de Eurozone, Frankrijk 
en Italië, worstelen met het doorvoeren van 
structurele hervormingen, maar zullen naar 
€ zone 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 0,6% 1,4% 1,4% 1,5% 
Fixed investments 1,5% 2,4% 2,5% 2,5% 
Governement 
0,2% 0,3% 0,5% 0,6% 
consumption 
Exports 3,3% 4,0% 4,2% 4,1% 
Imports 3,3% 3,9% 4,1% 4,0% 
GDP 1,0% 1,5% 1,6% 1,7% 
CPI 0,7% 1,3% 1,5% 1,6% 
Long-term interest rates 2,30% 2,45% 2,70% 3,25% 
Employment 0,2% 0,4% 0,5% 0,5% 
Bron: Oxford Economics 
niet-€ landen 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 2,4% 2,4% 2,4% 2,4% 
Fixed investments 6,2% 5,1% 5,3% 4,5% 
Government 
0,9% 0,6% 0,4% 0,2% 
consumption 
Exports 2,7% 4,5% 5,3% 5,2% 
Imports 2,2% 5,0% 5,3% 4,9% 
GDP 2,5% 2,4% 2,6% 2,5% 
CPI 1,0% 1,6% 2,1% 2,1% 
Long-term interest rates 2,57% 2,82% 3,26% 3,80% 
Employment 1,7% 0,6% 0,7% 0,7% 
Bron: Oxford Economics 
Beleggen in internationaal vastgoed 07/44
verwachting de komende jaren met meer of 
minder zachte drang van de andere 
Eurodeelnemers het pad van hervormingen 
worden opgeduwd. In het vierde grote Euroland, 
Spanje, lijken genomen herstelmaatregelen 
inmiddels vruchten af te werpen. 
Deflatie blijft in de Eurozone op de loer liggen, 
met name wanneer het economisch herstel 
tegenvalt. Wel neemt de kans op deflatie af door 
het beleid van de ECB, maar daar staan de 
oplopende spanningen met Rusland tegenover. 
Het opvoeren van sancties over en weer gaat 
onvermijdelijk ten koste van economische groei in 
Europa en brengt het risico van deflatie voor de 
Eurozone dichterbij. Dat zal het herstel van de 
vastgoedmarkten in de hele Eurozone raken. 
Europa buiten de Eurozone (exclusief de voorma-lige 
Sovjetrepublieken en de Balkan) doet het de 
komende jaren veel beter dan de Eurozone en 
ligt qua economie meer in lijn met de VS en het 
VK. Dat hangt voor een deel samen met de 
grotere demografische dynamiek in de rest van 
Europa. Voor vastgoedbeleggingen zorgt de 
niet-Eurozone daardoor voor aantrekkelijke 
spreidingsvoordelen, maar die worden voor een 
belangrijk deel weer teniet gedaan door extra 
valutarisico’s. Daarnaast zal de stijging van de 
lange rente er sneller en steiler verlopen dan in 
de Eurozone, wat de ruimte voor opwaarderingen 
verkleint. 
Hoe doet NL het in vergelijking met Europa? 
Ook de komende jaren presteert de Nederlandse 
economie onder het gemiddelde van de 
Eurozone. Wel wordt de afstand kleiner, dankzij 
de politieke eensgezindheid over de structurele 
hervormingen en de snelheid van uitvoeren 
ervan. De lange rente is inmiddels op een niveau 
beland dat sinds de oprichting van de 
Amsterdamsche Wisselbank in 1609 nooit is 
geregistreerd. Dat maakt de ruimte voor opwaar-deringen 
08/44 
in vastgoed de komende jaren groter. 
Netherlands 2014 2015 2016 2017 
Private consumption -0,3% 0,5% 0,8% 1,2% 
Fixed investments 3,6% 2,0% 2,1% 2,0% 
Governement 
consumption 
-0,1% -0,3% - 0,3% 
Domestic Demand 0,5% 0,6% 0,7% 1,2% 
Exports 3,0% 3,6% 3,6% 3,2% 
Imports 3,5% 3,3% 3,3% 3,0% 
GDP 0,5% 1,1% 1,3% 1,6% 
CPI 1,1% 1,2% 1,3% 1,4% 
Long-term interest rates 1,80% 1,90% 2,20% 2,80% 
Employment -1,1% 0,9% 0,7% 0,3% 
Bron: Oxford Economics 
€ zone 2014 2015 2016 2017 
Private consumption 0,6% 1,4% 1,4% 1,5% 
Fixed investments 1,5% 2,4% 2,5% 2,5% 
Governement 
0,2% 0,3% 0,5% 0,6% 
consumption 
Domestic Demand 0,8% 1,3% 1,4% 1,5% 
Exports 3,3% 4,0% 4,2% 4,1% 
Imports 3,3% 3,9% 4,1% 4,0% 
GDP 1,0% 1,5% 1,6% 1,7% 
CPI 0,7% 1,3% 1,5% 1,6% 
Long-term interest rates 2,30% 2,45% 2,70% 3,25% 
Employment 0,2% 0,4% 0,5% 0,5% 
Bron: Oxford Economics 
Wat zijn de risico’s voor de komende jaren? 
Tegenover de kans op opwaarderingen staan 
natuurlijk risico’s. Waar de meeste vastgoedmark-ten 
stabieler zijn geworden, zijn de risico’s 
daarbuiten wel manifest. De economische risico’s 
voor de komende jaren liggen in de lage rente, de 
kans op marktverstoringen bij het beëindigen van 
het extreem ruime monetaire beleid in de VS en 
het VK, de interne schuldfinanciering in China, de 
kans op deflatie in de Eurozone en de geopoli-tieke 
spanningen tussen Europa en Rusland.
Risico: lage rente 
Door de lage rente gaan beleggers in de jacht op 
rendement op zoek naar alternatieven. Daardoor 
zijn de rendementen op risicovolle beleggingen 
op dit moment extreem laag. Niet voor niets 
heeft de Bank voor Internationale Betalingen 
(BIB) in juli gewaarschuwd voor de negatieve 
effecten van een te lage prijs van risico. Dit effect 
laat zich goed illustreren aan de hand van de 
rendementen op obligaties van emerging markets 
(zie figuur 1). 
Ook vastgoedmarkten krijgen met deze twee 
kanten te maken. Enerzijds jaagt de zoektocht 
naar alternatieve beleggingen de investeringen in 
vastgoed aan, anderzijds kleven er risico’s aan. 
Wanneer de vraag naar vastgoedbeleggingen het 
beschikbare aanbod overtreft, dreigt een nieuwe 
‘wall of money’ te ontstaan. Om aan de beleg-gersvraag 
te voldoen kan dat ertoe leiden dat er 
ook risicovolle projecten worden opgestart, die 
op termijn en in de reële economie onrendabel 
zijn. Door de jacht op rendement dreigen beleg-gingsrisico’s 
opnieuw te laag te worden 
ingeprijsd. Dit doet denken aan de situatie die 
direct voorafging aan de Grote Financiële Crisis. 
Risico: interne schuldenberg China 
Hoewel de economie van China in het tweede 
kwartaal van 2014 bijna weer ouderwets sterke 
groeicijfers liet zien, kan de interne financiering 
van de schuldenberg in China tot een harde 
Figuur 1 Spread versus rating obligaties emerging markets 2011-14 
Bron: Oxford Economics 
2012 
Eind-2013 
Juni-2013 
Spread (in basispunten) 
1400 
1300 
1200 
1100 
1000 
900 
800 
700 
600 
500 
400 
300 
200 
100 
0 
Eind-2011 
Source: Fitch, Moody's S&P, Haver 
rating obligaties 
18.00 17.00 16.00 15.00 14.00 13.00 12.00 11.00 10.00 9.00 8.00 7.00 6.00 5.00 4.00 3.00 2.00 1.00 
AA- A+ A A- BBB+ CC+ 
BBB BBB- BB+ BB BB- B+ B B- CCC+ CCC 
AA CCC-Eind- 
Beleggen in internationaal vastgoed 09/44
landing leiden van de Chinese economie. De kans 
op een Chinacrisis is door het economische 
herstel echter wel afgenomen. Daarbij lijkt de 
Chinese Centrale Bank, PBoC, voldoende instru-menten 
10/44 
te hebben om de problemen te 
beheersen. De directe gevolgen voor vastgoed 
liggen dan ook vooral binnen China zelf. De 
schuldenberg is namelijk mede het resultaat van 
overfinanciering in vastgoed en infrastructuur. 
Wanneer het tot een vastgoedcrisis komt, kan dit 
gevolgen hebben voor de Chinese en daarmee de 
wereldwijde economie. Een crisis zal de economi-sche 
groei wereldwijd beperken en de instabiliteit 
verhogen. Dat zal vervolgens negatief uitwerken 
op vastgoedmarkten wereldwijd. 
Risico: beëindigen quantitative easing 
Het beëindigen van het ruime monetaire beleid 
(quantitative easing) in de VS en het VK kan 
leiden tot een plotseling einde aan de zoektocht 
naar meer avontuurlijke rendementen en een 
uitstroom van geïnvesteerd vermogen uit de 
opkomende economieën. Dat gebeurde namelijk 
vorig jaar bij de eerste aankondigingen hierover 
van de FED eveneens. Een klein jaar later is het 
risico afgenomen, nu de FED heeft aangekondigd 
de rente nog enige tijd laag te houden en verho-gingen 
in een gematigd tempo te laten plaatsvin-den 
(forward guidance). Naar het zich nu laat 
aanzien, zullen de financiële markten de beleids-wijzigingen 
zonder heftige reacties over zich 
heen laten komen. De gevolgen voor vastgoed 
zijn beperkt en eerder positief. Mits niet al te 
hoog gefinancierd, geldt vastgoed, dankzij het 
hoge directe rendement, niet als risicovol. Het 
afnemen van de zoektocht naar avontuurlijke 
rendementen kan zelfs positief uitpakken voor 
vastgoedmarkten. Dat vermindert immers de 
kans op een nieuwe ‘wall of money’ en daarmee 
de kans op een opstart van onrendabele 
vastgoedprojecten om maar aan de vraag naar 
vastgoed te kunnen voldoen. De vastgoedmarkt 
zou daarmee aan stabiliteit winnen. 
Risico: deflatie Eurozone 
Bij tegenvallers in het herstel van de economie in 
de Eurozone dreigt het gevaar van deflatie. Maar 
dit risico neemt af nu de ECB heeft aangekon-digd 
hiertegen op te treden. De ECB beschikt 
over de daartoe benodigde middelen, zoals het 
LTRO-programma, waarin banken voor langere 
tijd geld kunnen lenen. Doel daarvan is om 
leninguitzettingen in Eurozone te bevorderen, de 
economische groei te stimuleren en de kans op 
deflatie te verlagen. Daarnaast zal de Euro de 
komende tijd naar verwachting dalen ten 
opzichte van de USD en de GBP, omdat het 
economische herstel in de VS en het VK verder is 
gevorderd en de rente daar eerder zal stijgen. De 
daling van de Euro vergroot de concurrentie-kracht 
van de Eurozone en maakt tegelijkertijd de 
import duurder, waardoor de inflatie weer stijgt. 
Op zich heeft deflatie geen directe gevolgen voor 
vastgoed, maar wel de factor die deflatie triggert: 
tegenvallend economisch herstel. Dat zal met 
name in Europa de ruimte voor opwaarderingen 
drastisch inperken. Al met al wordt het risico op 
deflatie niet heel hoog meer ingeschat. 
Risico: geopolitieke spanningen 
De gebeurtenissen in Oekraïne leiden tot toene-mende 
geopolitieke spanningen tussen Europa 
en Rusland. Sancties over en weer gaan ten koste 
van economische groei. De Europese afhankelijk-heid 
van Russisch gas maakt de risico’s voor de 
economische stabiliteit in Centraal Europa groter. 
De geopolitieke risico’s nemen toe en zijn 
voorlopig niet van de baan; daarvoor zijn de 
spanningen tussen Rusland en Europa te 
structureel. 
De spanningen in de Arabische wereld kunnen 
effect hebben op de wereldwijde energievoorzie-ning 
en negatief uitpakken voor de groei van de 
wereldeconomie en de stabiliteit daarvan. Ook 
deze spanningen zullen negatief doorwerken op 
vastgoedmarkten.
2 Trends in 
vastgoedbeleggingen 
2014 is het jaar van de terugkeer van beleggers 
naar Europese vastgoedmarkten. Dankzij de 
afwaarderingen in voorgaande jaren in combina-tie 
met de historisch lage rente zijn de risicopre-mies 
op vastgoed dan ook historisch hoog. Voeg 
daarbij het voorzichtig aantrekken van de 
economie in de Eurozone en de notie dat de 
lange rente weliswaar geleidelijk zal oplopen, 
maar naar historische maatstaven de komende 
jaren laag zal blijven. Er lijkt daarmee nu 
momentum te ontstaan om te investeren in 
Europees vastgoed en daarmee te profiteren van 
de sterk afgenomen vastgoedrisico’s. Onder 
vastgoedbeleggers lijkt het gevoel ontstaan te 
zijn dat 2014 het instapmoment is en dat kansen 
op de markt niet gemist mogen worden. Aan de 
verkoopkant staan veel beleggers die hun porte-feuilles 
in de afgelopen jaren nauwelijks met 
verkopen hebben kunnen bijsturen. Zij nemen nu 
de gelegenheid te baat en profiteren daarbij van 
het feit dat kopers steeds minder moeite hebben 
met het verkrijgen van financieringen. Dit alles 
resulteert in een snel toenemende dealflow. In de 
eerste helft van 2014 is er in Nederland alleen al 
meer vastgoed gekocht dan in heel 2013. Door de 
investeringsdruk die is ontstaan is het de 
verwachting dat de risicopremies ook op secon-daire 
markten een daling te zien zullen geven. 
Een nieuwe internationale ‘wall of money’ lijkt klaar 
te staan voor investeringen, wat onwillekeurig 
herinneringen oproept aan de marktsituatie die 
direct voorafging aan de Grote Financiële Crisis. 
Lessen uit de crisis 
De Grote Financiële Crisis heeft beleggers een 
aantal belangrijke lessen over vastgoed geleerd. 
Zo kunnen staartrisico´s echt pijn doen in de 
portefeuille. Om die reden wordt door veel 
beleggers de diversificatiestrategie voor 
vastgoed nog eens goed tegen het licht 
gehouden. Risicospreiding buiten de eigen 
thuismarkt is immers niet kosteloos en verloopt 
langs andere lijnen dan bij aandelen en obligaties. 
Vóór de crisis was de trend onmiskenbaar van 
direct naar indirect vastgoed, maar het op 
afstand plaatsen van vastgoed heeft ook nadelen. 
Toch heeft de crisis onmiskenbaar gezorgd voor 
een grotere behoefte aan controle op en zeggen-schap 
over de vastgoedstrategie, de 
vastgoedmanagers en de vastgoedbeleggingen. 
Het is nog te vroeg om daaraan de conclusie te 
verbinden dat de omzetting van direct naar 
indirect vastgoed tot het verleden gaat behoren. 
Maar voor die beweging is nu wel een reden 
aanwezig. Als vorm van zeggenschap zien we 
inmiddels dat de vastgoedstrategie aanzienlijk 
beter wordt aangesloten op de algehele porte-feuillestrategie. 
Datzelfde geldt voor het risk 
management. In lijn hiermee is ook het externe 
toezicht op het vastgoed geïntensifieerd. 
Een andere les van de crisis was dat vastgoed 
gedurende die crisis een veel betere performance 
te zien gaf dan aandelen. Ondanks stevige 
afwaarderingen wereldwijd hebben negatieve 
totaal rendementen zich dankzij hoge directe 
rendementen maar beperkt voorgedaan, op de 
erkende probleemlanden en de Angelsaksische 
landen na. 
Trends in de beleggingsstrategie 
Nu de crisis voorbij is, is het interessant om na te 
gaan wat het effect van de lessen uit de crisis op 
de vastgoedstrategie zijn. Bij een internationale 
vergelijking van de beleggingsstrategie van 
institutionele beleggers springt de afwijkende 
koers van Nederlandse pensioenfondsen in het 
oog. De verschillen hebben betrekking op veel 
aspecten van de strategie. De gemiddelde 
allocatie van Nederlandse pensioenfondsen naar 
vastgoed is hoog (9,1% tegen 5,4% wereldwijd), 
maar niet uitzonderlijk. Vergelijkbare allocaties 
worden gevonden bij pensioenfondsen in het 
Verenigd Koninkrijk, de Scandinavische landen, 
Duitsland en Zwitserland. De gemene deler voor 
hoge allocaties naar vastgoed lijkt een goedont-wikkelde 
pensioenindustrie te zijn, met 
gemiddeld grote pensioenfondsen. 
We zien in Nederland wel een sterke afwijking in 
de zeer lage allocatie naar de thuismarkt (18% 
tegen 56% gemiddeld voor Europese pensioen-fondsen 
en 53% wereldwijd). De omvang van de 
pensioensector in verhouding tot de kleine 
thuismarkt is hiervoor geen afdoende verklaring. 
Pensioenfondsen in vergelijkbare landen als 
Canada, de Scandinavische landen en 
Zwitserland hebben 60 tot 70% van de 
Beleggen in internationaal vastgoed 11/44
Figuur 2 Beleggingen in de thuismarkt versus internationale beleggingen 
Bronnen: EU en NL: IPE European institutional RE Survey 2013, Wereld: IPD Asset owner RE Investment Process, 2014 
Domestic other Europe Americas Asia other 
18% 
15% 
20% 
6% 
4% 
28% 
17% 
Figuur 3 Vastgoedbeleggingen naar modus 
Bronnen: EU en NL: IPE European institutional RE Survey 2013, Wereld: IPD Asset owner RE Investment Process, 2014 
core & core-plus value added opportunistic 
12/44 
77% 
8% 
89% 
16% 
10% 
56% 53% 
62% 
21% 
16% 
17% 
9% 
14% 3% 
NL EU World 
32% 
5% 5% 
NL EU World 
Direct unlisted funds Fund of Funds listed funds 
48% 
39% 
14% 
68% 
43% 
10% 
46% 
17% 
12% 
1% 
1% 1% 
NL EU World 
Figuur 4 Vastgoed naar beleggingsstijl 
Bron World: IPD, asset owner survey, cijfers ontleend aan fig.6, waarbij REITs & other zijn verdeeld als de rest van de portefeuille
Pensioenfondsen in Nederland hebben 
opvallend weinig direct vastgoed 
vastgoedportefeuille in de thuismarkt belegd. Als 
reden voor dat hoge percentage wordt in die 
landen de gewenste dekking tegen de lokale 
inflatie opgegeven. Nederlandse pensioenfondsen 
vinden dat kennelijk minder belangrijk en hechten 
juist meer aan diversificatie en risicoreductie die 
met de internationale expansie wordt bereikt. Een 
opmerkelijke keuze. De diversificatie en risicore-ductie 
kan ook via internationale spreiding in 
staatsleningen en aandelen worden bereikt. Juist 
Nederlands vastgoed biedt via de geïndexeerde 
huurcontracten in het algemeen een mooie 
bescherming tegen de Nederlandse inflatie. 
Direct-indirect 
De verhouding direct-indirect vastgoed is een 
ander opmerkelijk verschil in strategie tussen 
Nederlandse en buitenlandse investeerders. 
Pensioenfondsen in Nederland hebben opvallend 
weinig direct vastgoed in vergelijking met 
Europese pensioenfondsen. Dat hangt voor een 
deel samen met de sterke internationale oriënta-tie 
in Nederland. Direct beleggen in het buiten-land 
is alleen weggelegd voor de grote 
pensioenfondsen, en dan nog in een beperkt 
aantal landen. Een groot deel van de internationale 
exposure wordt met indirect vastgoed ingevuld. 
Maar Nederlandse pensioenfondsen kiezen 
daarbij opvallend vaak voor beursgenoteerd 
vastgoed: tot 48% van de totale vastgoedporte-feuille 
tegen slechts 10% wereldwijd. In de rest 
van de wereld wordt juist opvallend vaak de 
voorkeur gegeven aan niet-genoteerde fondsen 
(46%). Als reden voor het hoge percentage 
beursgenoteerd vastgoed worden twee redenen 
genoemd: (1) de vergrijzing in Nederland en de 
liquiditeit in de beleggingen die daar bij past, (2) 
diversificatie: internationale spreiding draagt nu 
eenmaal bij tot verlaging van het risico in de 
portefeuille. 
Ook hier is de afwijkende strategie van 
Nederlandse pensioenfondsen opmerkelijk. 
Beursgenoteerd vastgoed heeft veel minder 
toegevoegde waarde voor de beleggingsporte-feuille 
in termen van rendement en risicoreductie 
dan direct unleveraged vastgoed (bron Ortec 
2010). De keuze voor beursgenoteerd vastgoed 
staat bovendien haaks op de wens tot meer 
controle en zeggenschap die pensioenfondsen 
hebben. 
Algemeen wordt aangenomen dat grotere 
fondsen meer in direct vastgoed beleggen, dat zij 
dat vaker intern managen en dat zij meer interna-tionaal 
gespreid beleggen. Een wereldwijd 
onderzoek onder pensioenfondsen naar deze 
samenhang geeft evenwel geen uitsluitsel. 
Waarschijnlijk komt dat doordat de relatief grote 
Nederlandse pensioenfondsen een sterk afwij-kende 
koers varen en juist weinig direct beleggen 
en weinig intern managen. Het verband tussen 
omvang en kosten en omvang en performance is 
wel duidelijk aangetoond3 . Grotere fondsen 
hebben duidelijk lagere kosten, maar zijn 
kennelijk ook in staat beter vastgoed en betere 
externe managers te selecteren. Een andere 
belangrijke conclusie is dat de kosten toenemen 
met het aantal tussenliggende managementla-gen. 
Intern gemanaged direct vastgoed is qua 
kosten het meest gunstig en een extern gemana-gede 
portefeuille Fund of Funds het minst. Grote 
onafhankelijke vastgoedvermogensbeheerders 
combineren dus kostenvoordelen met betere 
rendementen en bieden pensioenfondsen het 
juiste evenwicht tussen uitbesteden en directe 
aansturing van de eigen vastgoedportefeuille. 
Qua stijl wijken Nederlandse pensioenfondsen 
niet veel af van wat internationaal gebruikelijk is. 
Waar buitenlandse portefeuilles in hun interna­tionale 
vastgoed vaker kiezen voor value added 
en opportunistic, kiezen Nederlandse pensioen-fondsen 
vaker voor core. 
3 Andonov, A., N. Kok & P.Eichholtz, 2013, A global perspec-tive 
on pension fund investments in real estate, Journal op 
Portfolio Management special real estate edition, p.32-42 
Beleggen in internationaal vastgoed 13/44
2.1 De Duitse winkel- en 
woningmarkt Focus in beleggingsstrategie 
De Duitse winkel- en woningmarkt bevinden zich 
voorlopig nog in de expansiefase. De bovengemid-delde 
inkomensgroei zorgt op de middellange 
termijn voor structureel hogere consumentenbe-stedingen 
14/44 
en hogere budgetten voor woonlasten. 
Daarbij neemt de tweedeling tussen groeiende en 
krimpende steden verder toe. De trek naar de stad 
is daarbij een steeds nadrukkelijker trend, 
waardoor nieuwbouwontwikkelingen zich steeds 
meer op binnenstedelijke locaties richten. In het 
algemeen kan worden gesteld dat de huidige 
prijsstijgingen worden ondersteund door sterke 
economische fundamenten. Er moet echter 
worden gewaakt voor investeringen in 
deelmarkten waar de prijsgroei voor mogelijke 
overwaarderingen zorgt. Totaalrendementen 
komen op de middellange termijn boven het 
langjarig gemiddelde uit, met name door een 
huurprijsgroei boven inflatie en positieve 
waardeontwikkeling. 
Outlook 
2015 2016 
Waardegroei winkels =/+ =/+ 
Huurniveau winkels + + 
Waardegroei appartementen + + 
Huurgroei appartementen + + 
• Focus op grootstedelijke agglomeraties 
met bovengemiddelde economische 
vooruitzichten 
• Delen van West- en Zuid-Duitsland en de 
regio’s Berlijn en Hamburg bieden meeste 
perspectief 
• Binnenstedelijke woning- en 
winkelprojecten zijn schaars en hoog 
geprijsd, maar ondervinden op lange 
termijn de hoogste waardeontwikkeling 
• Beste vooruitzichten voor winkels in 
middelgrote steden vanaf 250.000 
inwoners en een selectie van steden tussen 
100.000 en 250.000 inwoners 
• Voorzichtigheid geboden in het core prime 
segment in de top 5 steden 
• Appartementen gericht op kleinere 
huishoudens (60-80 m2) 
• Focus op binnenstedelijk winkelvastgoed 
waar bezettingsgraad aanloopstraten/ 
secundaire locaties hoog is 
Swot-analyse Duitse winkel- en woningmarkt 
Legenda 
+ verwachte stijging 
=/+ stabiel tot lichte stijging 
= stabiel 
=/- stabiel tot lichte daling 
- verwachte daling 
Strengths Weaknesses 
Binnen Eurozone hoge en stabiele economische groei Lage aanvangsrendementen in het prime segment 
Uitgaven huishoudens groeien boven langjarig gemiddelde Core beleggingsproduct in grootste steden beperkt 
beschikbaar 
Financiële positie overheid en huishoudens sterk Economie leunt vooral op industriële productie 
Grote liquide vastgoedmarkt; beleggingsvolume neemt toe 
Lage leegstand, ook op secundaire locaties 
Hoog rendement per eenheid risico 
Opportunities Threats 
Trek naar stad houdt aan Deflatie en stagnerende groei in Eurozone 
Buiten top 5 steden toenemende beleggingsmogelijkheden Consumentenbestedingen blijven op middellange termijn toch 
achter 
Aantrekkingskracht Duitsland blijft onverminderd groot vanuit 
internationale retailers 
Immigratie beperkt bevolkingskrimp minder dan verwacht 
E-commerce versterkt de beste Duitse binnensteden Beperkende maatregelen huurverhogingen 
Regio’s en steden met slechte vooruitzichten en die er 
economisch niet meer toe doen
Conjuncturele ontwikkelingen 
De Duitse economie heeft de afgelopen jaren als 
groeimotor gefungeerd binnen de Eurozone en 
dat zal op de middellange termijn zo blijven. De 
economische groei van Duitsland is sinds 2010 
een stuk hoger dan die van de Eurozone en dit 
zal tot in ieder geval 2016 het geval zijn. Het 
eerste halfjaar van 2014 werd gekenmerkt door 
een flinke groei in de bouwsector, vooral 
vanwege de milde winter, en een verdere groei 
van de industriële productie en daarmee de 
export. Terwijl in de Eurozone de werkgelegen-heid 
de afgelopen jaren kromp, liet Duitsland een 
voortgaande groei zien. In 2014 komt de econo-mische 
groei naar verwachting uit op 0,8%. Het 
werkloosheidspercentage blijft daarbij historisch 
lage waarden aannemen (nu 6,8%) en stabiliseert 
op de middellange termijn. De toenemende vraag 
naar arbeid heeft ook tot groei van de arbeidsmi-gratie 
geleid. 
Door de sterke positie van huishoudens, toene-mende 
bedrijfsinvesteringen en aantrekkende 
wereldhandel (zwakkere euro ondersteunt groei 
export) zal de economische groei in de periode 
2015-2017 gemiddeld 1,8% op jaarbasis bedragen. 
Daarbij blijft de rente op staatsobligaties laag en 
is de kans op deflatie gering, gezien de huidige 
krappe arbeidsmarkt en de verwachte deprecia-tie 
van de euro. 
Belangrijkste risico’s voor de Duitse economie 
vormen het deflatiescenario in de Eurozone, de 
gevolgen van toenemende sancties tussen de EU 
en Rusland en vertraagde hervormingen op het 
gebied van onder andere de pensioenleeftijd en 
kostbare energiesubsidies. Daarnaast is Duitsland 
als open economie (50% van de groei komt 
vanuit de export) sterk afhankelijk van de econo-mische 
vooruitzichten van haar handelspartners. 
Daarbij kan de invoering van het minimumloon de 
concurrentiekracht van Duitsland doen verslech-teren. 
Vanwege de sterke positionering van de 
Duitse economie is er eveneens ruimte voor 
optimistische economische scenario’s. De econo-mische 
groei kan op termijn richting de 3% 
bewegen indien consumentenbestedingen 
versneld groeien of ontwikkelde economieën als 
de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk 
verder expanderen. 
Structurele veranderingen 
Duitsland wordt gekenmerkt door een exportge-dreven 
economie, vooral vanwege de sterke 
industriesector. Doordat er meer handel wordt 
gedreven met opkomende markten als China, 
neemt de afhankelijkheid van de Eurozone als 
handelspartner in relatieve zin af. Om de afhanke-lijkheid 
van het buitenland iets te verminderen, 
heeft de overheid als doel gesteld om de econo-mische 
groei meer vanuit de eigen consumenten-bestedingen 
te laten komen. Een impuls was ook 
wel nodig. In 2012 en 2013 groeiden huishouden-uitgaven 
met minder dan 1% per jaar; veel lager 
dan bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de 
Verenigde Staten. Er is een aantal trends die er 
samen voor zorgen dat de huishoudenuitgaven 
in de toekomst jaarlijks groeien met 1,5% tot 2%. 
Na jaren van loonmatiging stijgen de lonen weer 
sterk: de komende drie jaar tussen de 3,5% tot 
4,3% op jaarbasis. Deze stijging wordt veroor-zaakt 
door de krapte op de Duitse arbeidsmarkt 
en de invoering van een minimumloon. Doordat 
Duitsland nu zelfs een begrotingsoverschot kent, 
staat - in tegenstelling tot veel andere Europese 
landen - de ruimte voor consumentenbestedingen 
niet onder druk door noodzakelijke belasting­verzwaringen. 
Net als de financiële positie van de 
overheid, is ook de financiële positie van Duitse 
huishoudens sterk; de schulden van huishoudens 
laten al enige jaren een dalende trend zien. 
Duitsland is een van de sterkst vergrijzende 
landen binnen Europa en kent een krimpende 
bevolking. De verwachting is dat de bevolking 
afneemt van 81,8 miljoen inwoners nu naar 80,7 
miljoen in 2020. Mogelijk valt de krimp lager uit 
indien de immigratie op peil blijft. Zo groeide de 
bevolking in 2012 onverwachts vanwege de 
sterke groei van arbeidsimmigranten en was in 
2013 de netto immigratie met 425.000 het 
hoogst sinds 1993. De krimpende bevolking 
speelt zich af op het platteland, maar ook in de 
minder aantrekkelijke steden. Het zijn met name 
de grootstedelijke agglomeraties die vanwege 
hun economisch belang een grote aantrekkings-kracht 
uitoefenen op zowel kleine huishoudens 
als gezinnen. Binnenstedelijke woning- en winkel-projecten 
zullen dan ook de nieuwbouwvolumes 
domineren. 
Beleggen in internationaal vastgoed 15/44
BNP groei Inflatie Consumentenbestedingen 10-jarige staatsobligaties Werkloosheid 
12 
10 
8 
6 
4 
2 
0 
-2 
-4 
16/44 
daarbij op een tekort aan prime winkelvastgoed. 
In de beste winkelsteden worden dan ook secun-daire 
locaties als alternatief overwogen. De 
verwachte huurgroei voor prime winkellocaties 
ligt in de periode 2014-2018 tussen de 2% en 3,5% 
per jaar. 
Woningontwikkelingen vinden steeds vaker in de 
binnensteden plaats. Frankfurt is een goed 
voorbeeld: hier wordt het tekort aan woningen 
teruggedrongen door verouderde kantoorgebou-wen 
te transformeren naar appartementen. 
Daarbij wordt ingespeeld op het groeiende aantal 
een- en tweepersoonshuishoudens, die overigens 
relatief meer ruimte willen betrekken dan 
voorheen. Het tekort aan woningen heeft op een 
Vastgoedmarkten 
De gebruikersmarkten van winkels en woningen 
zijn gedurende 2014 verder aangesterkt. Niet 
alleen het stevige economisch fundament, maar 
ook de schaarste aan vastgoed op gewilde 
locaties heeft een opwaarts effect op huur- en 
koopprijzen gehad. Nieuwbouwvolumes lopen 
inmiddels wel op, maar blijven historisch gezien 
nog steeds beperkt. De aanhoudende trek naar 
de stad zal de vraag naar binnenstedelijk 
vastgoed op middellange termijn op peil houden. 
Aantrekkelijke winkelsteden, inclusief de betere 
secundaire locaties, worden daarbij relatief 
minder geraakt door e-commerce. Internationale 
retailers willen zich nog steeds op de belangrijk-ste 
winkellocaties in Duitsland vestigen en stuiten 
Figuur 5 Macro-economisch vooruitzicht Duitsland 
Bron: Oxford Economics 
-6 
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 
%
Delen van West- en Zuid-Duitsland en 
de regio’s Berlijn en Hamburg bieden 
meeste perspectief 
niveau stijgen woningprijzen de komende jaren 
rond inflatie en is de betaalbaarheid nog altijd 
beter in vergelijking met de jaren ‘90, toen 
woningprijzen stegen en lonen achterbleven. 
Beleggingsmarkt 
Door de alsmaar oplopende beleggingsvolumes, 
blijven Duitse vastgoedbeleggingen in trek. Sinds 
het dieptepunt in 2009, toen er voor circa 
€ 10 miljard aan Duits vastgoed werd verhandeld, 
is sprake van een opgaande lijn. In 2013 bedroeg 
het beleggingsvolume € 30 miljard en de 
verwachting is dat dit in 2014 wordt overtroffen. 
De Duitse vastgoedmarkt wordt aantrekkelijk 
bevonden vanwege het sterke economische 
fundament en de lage volatiliteit van huren en 
aantal markten tot sterke prijsstijgingen geleid. 
Voorbeelden hiervan zijn het centrum van Berlijn 
en München (vaak aangeduid als Mitte), waar 
woningprijzen veel harder zijn gestegen dan 
inkomens. Deels betreft het een inhaalslag na 
jaren lage waardegroei, maar in sommige delen is 
mogelijk sprake van overwaardering. Op dit 
moment is een wetsontwerp in ontwikkeling 
omtrent de ‘Mietpreisbremse’. Deze maatregel 
gaat de huurverhoging in schaarse woongebie-den 
maximaliseren tot jaarlijks 10%. De maatregel 
geldt alleen bij huurmutatie en zorgt ervoor dat 
de te realiseren huurgroeipotentie wordt 
vertraagd. De ‘Bremse’ zal een negatieve impact 
hebben op de productie en daarmee beschik-baarheid 
van nieuwe huurwoningen. Op landelijk 
Figuur 6 Ontwikkeling prijzen woningmarkt 
Bron: Bulwiengesa 
Huren (nieuwbouw) Huren (bestaand) Koop (nieuwbouw) Koop (bestaand) 
140 
130 
120 
110 
100 
90 
80 
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 
(2000 = 100) 
Beleggen in internationaal vastgoed 17/44
18/44 
Steden als Braunschweig en Wiesbaden (respec-tievelijk 
246.000 en 273.000 inwoners) zijn sterk 
verbonden met de industriesector en kennen een 
bovengemiddelde werkgelegenheidsgroei. De 
economische en demografische groei concen-treert 
zich met name op delen van West- en 
Zuid-Duitsland en de regio’s Hamburg en Berlijn. 
Daarbuiten zijn ook interessante groeikernen als 
Hannover en het Oost-Duitse Dresden aan te 
treffen. 
De top 5 steden blijven voorlopig in trek, maar 
zijn ook het hoogst geprijsd. Door de grote 
kapitaalsdruk kan verkoop worden overwogen. 
Om in te spelen op het flinke tekort aan huurwo-ningen, 
is het interessant om een value add of 
opportunistische strategie te overwegen. Voor 
een core strategie met een hoger rendement 
wordt aangeraden om in bepaalde middelgrote 
steden en/of secundaire locaties te beleggen. 
Hier zijn aanvangsrendementen hoger en is er bij 
de selectie van de juiste steden sprake van een 
bovengemiddelde groei van economie en 
huishoudens. 
prijzen. Aanvangsrendementen hebben sinds hun 
hoogtepunt in 2009 een dalende trend ingezet, 
met name in de top 5 steden (Berlijn, Düsseldorf, 
Frankfurt, Hamburg en München). Voor binnen-stedelijk 
winkelvastgoed bedraagt het gemid-delde 
aanvangsrendement voor de top 5 van 
Duitse steden 4,1%, bij nieuwbouwwoningen gaat 
het om 3,8%. Ondanks de relatief lage aanvangs-rendementen, 
is er nog steeds sprake van een 
hoge spread tussen aanvangsrendement en lange 
rente, waardoor de beleggerdruk vanuit internati-onale 
en nationale beleggers naar verwachting 
voorlopig aanhoudt. Als voorbeeld kan München 
worden genomen, de markt met de laagste 
aanvangsrendementen van Duitsland. Over een 
periode van 20 jaar is er sprake van een 
negatieve spread van 50 basispunten tussen het 
prime aanvangsrendement winkels en de lange 
rente. Op dit moment bedraagt deze (+) 210 
basispunten. Ondanks dat de lange rente de 
komende jaren oploopt richting de 3%, kan de 
spread dusdanig afnemen dat er ruimte is voor 
een verdere, zij het lichte daling van 
aanvangsrendementen. 
Beleggingsadvies 
Duitse vastgoedbeleggingen zijn in een wereld-wijde 
vergelijking het meest stabiel. Hoewel de 
rendementen langjarig gezien in absolute termen 
relatief laag zijn, zijn ze gecorrigeerd voor risico 
wel het hoogst. Zo is er bij woning- en winkelbe-leggingen 
sprake van respectievelijk 2% en 3,6% 
rendement per eenheid risico. Ter vergelijking, in 
het Verenigd Koninkrijk gaat het om respectieve-lijk 
1,3% en 1%. Sinds 2010 is er een trend 
waarneembaar waarbij Duitse winkel- en woning-beleggingen 
boven het langjarig gemiddelde 
renderen. Ondersteund door een hoge huurgroei 
en een positieve waardeontwikkeling, zal het 
verwachte rendement voor Duits woning- en 
winkelvastgoed op de middellange termijn tussen 
de 6% en 8% uitkomen. We kunnen concluderen 
dat het nog steeds een goed instapmoment is. 
Belangrijk is een focus op de Duitse steden die 
vanwege hun aantrekkelijkheid en economische 
dynamiek op lange termijn een toenemende 
vraag uitoefenen op (binnenstedelijk) vastgoed. 
Naast de top 5 zijn er middelgrote steden die 
profiteren van de voortgaande urbanisatietrend.
2.2 De Franse winkelmarkt 
Hoewel de economie in Europees perspectief nog 
altijd achterblijft, bieden de belangrijkste Franse 
winkelsteden een interessant perspectief. Er is 
sprake van een omvangrijke consumptiemarkt en 
aanhoudende groei op de langere termijn door de 
toename van de bevolking. Bovendien bieden de 
grote ruimtelijke verschillen kansen om in 
stedelijke regio’s te beleggen met een sterk 
economisch profiel en een groei van het verzor-gingsgebied. 
Door de gematigde vraag naar 
beleggingen van de afgelopen jaren bevinden de 
aanvangsrendementen zich buiten Parijs nog op 
een relatief hoog niveau. Naar verwachting gaan 
de aanvangsrendementen in de loop van 2014 en 
2015 dalen naarmate de economie zich herstelt en 
arbitrage plaatsvindt ten opzichte van de lagere 
yields in andere, grote Europese winkelsteden. 
Focus in beleggingsstrategie 
• Binnensteden 
--Winkelunits in A1 gebieden Top 10 
winkelsteden 
--Voor 5 belangrijkste winkelsteden ook 
direct aansluitend op kernwinkelgebied 
• Ondersteunende winkelcentra 
--Dominante wijk- en stadsdeelcentra 
--Met compleet dagelijks aanbod 
--Minimaal twee grote supermarkten 
--Goede bereikbaarheid en 
parkeervoorzieningen 
• Algemeen 
--Samenwerking met lokaal asset 
management 
--Actief en innovatief management van 
winkelcentra 
Outlook 
Waarde­groei 
Top 10 binnensteden + + 
Dominante ondersteunende centra + =/+ 
Huur­niveau 
Top 10 binnensteden + =/+ 
Dominante ondersteunende centra = =/- 
Swot-analyse Franse winkelmarkt 
2015 2016 
Legenda 
+ verwachte stijging 
=/+ stabiel tot lichte stijging 
= stabiel 
=/- stabiel tot lichte daling 
- verwachte daling 
Strengths Weaknesses 
Omvangrijke markt in consumptie en detailhandelsomzetten Zwakke concurrentiepositie Franse economie door 
achtergebleven hervormingen 
Sterke economische regio’s met omvangrijk verzorgingsgebied Afhankelijkheid van conjunctuur, winkelmarkt is laatcyclisch 
Aantrekkelijke binnensteden door historische setting, 
functiemenging en hoog verblijfsklimaat 
Sterke overheidsregulering ten aanzien van verhuurwetgeving 
Aanhoudend sterke gebruikersvraag vanuit (inter)nationale 
retailers 
Rationalisatie door retailers ten aanzien van het aantal 
winkelvestigingen 
Weinig leegstand op goede locaties 
Opportunities Threats 
Regionaal sterke groei van de economie, bevolking en 
bestedingen 
Bestedingen onder druk door hoge werkloosheid, 
lastenverzwaring en beperkte reële loongroei 
Hervormingen lijken perspectief op toekomstige economische 
groei te verbeteren 
Stijging internetverkopen gaan ten koste van omzet voor 
fysieke winkels 
Mogelijkheid om te beleggen in het topsegment van de 
internationale gebruikersmarkt 
Veranderend winkelgedrag maakt sommige winkelgebieden en 
-formules overbodig 
Relatief hoge spread ten opzichte van winkelbeleggingen in 
andere grote Europese steden 
Beleggen in internationaal vastgoed 19/44
Structurele veranderingen 
Met een populatie van circa 66 miljoen is 
Frankrijk qua inwoneraantal het op een na 
grootste land binnen de Europese Unie. Dit aantal 
neemt mede door een geboorteoverschot toe tot 
bijna 69 miljoen in 2030. Hierdoor blijft de Franse 
consumptiemarkt, met een huidige omvang van 
€ 1.130 miljard, ook op termijn een van belang­rijkste 
markten binnen Europa. In lijn met de 
toegenomen totale consumptie laten de detail-handelsbestedingen 
20/44 
een duidelijke stijging zien. 
Met een stijging van 29% in de periode 2000-2013 
behoort Frankrijk zelfs tot de snelste groeiers 
binnen Europa. 
Bovengenoemde groei van de bevolking, 
consumptie en detailhandelsomzetten laat 
onverlet dat er binnen Frankrijk toenemende 
regionale verschillen zijn. Buiten de hoofdstad 
Parijs blijft het noordelijke deel van Frankrijk 
duidelijk achter, terwijl de zuidelijke regio’s 
bovengemiddeld groeien in economisch en 
demografisch opzicht. Daar komt bij dat ook in 
Frankrijk, dat nu al een van de meest verstede-lijkte 
landen ter wereld is, de trek van het platte-land 
naar de stad doorgaat. Vooral de 
universiteitssteden nemen in omvang relatief snel 
toe. Met de groei en (her)waardering van de 
meest aantrekkelijke steden heeft ook een 
omslag plaatsgevonden in de structuur van 
winkelvoorzieningen. Hoewel Frankrijk in planolo-gisch 
opzicht een historie van sterke regulering 
kent, zijn vooral in de jaren ‘90 op grote schaal 
winkelcentra en perifere detailhandelsvestigingen 
ontwikkeld. Ondanks dat deze winkelcentra nog 
altijd een belangrijke functie vervullen, hebben 
retailers tegenwoordig een sterke voorkeur voor 
winkelvestigingen in de binnensteden. Forse 
publieke investeringen in bijvoorbeeld de 
openbare ruimte en bereikbaarheid hebben zeker 
bijgedragen aan de revitalisatie en het verblijfskli-maat. 
Daarnaast spelen de van nature aanwezige 
functiemenging en de uniciteit van de (histori-sche) 
omgeving een rol. 
Conjuncturele ontwikkelingen 
Hoewel de Franse economie sinds 2008 slechts 
beperkt groeide, was de economie relatief stabiel 
ten opzichte van die van andere Europese landen. 
In tijden van laagconjunctuur vervult de omvang-rijke 
publieke sector een stabiliserende functie in 
dit land waarvan de internationale concurrentie-positie 
- met uitzondering van enkele sterke 
economische sectoren - gedurende een langere 
periode is verzwakt. Mede als gevolg van de 
starre arbeidsmarkt kent Frankrijk een hoge 
werkloosheid. Door de aanhoudende overheids-tekorten 
en oplopende schulden zijn lastenver-zwaringen 
noodzakelijk die de reële 
inkomensgroei beperken. Door de stagnerende 
economie zijn de groei van de bestedingen en 
detailhandelsomzetten sinds 2008 aanzienlijk 
teruggevallen. Deze terugval was, mede door de 
beschermde positie van de Franse werknemer en 
het uitgebreide sociale zekerheidsstelsel, echter 
relatief beperkt vergeleken met andere Europese 
landen. Volgens prognose zal de groei van de 
bestedingen en detailhandelsomzetten vanaf 
2015 terugkeren naar een hoger niveau, maar de 
eerstkomende jaren zullen de hoge collectieve 
lasten juist een rem zetten op de groei; die zal 
lager zijn dan in andere Europese landen. 
Een hogere groei is te verwachten indien de 
ingezette hervormingen hun effect krijgen. Onder 
druk van de financiële markten is Frankrijk 
voorzichtig en langzaamaan begonnen met de 
meest noodzakelijke maatregelen. Daarmee zal 
de economie een meer open karakter krijgen met 
een grotere rol voor de private sector en zullen 
sommige interne ‘stabilisatoren’ verdwijnen. 
Gezien de maatschappelijke weerstand en het 
lage tempo waarin de hervormingen worden 
geïmplementeerd, zijn de effecten hiervan pas op 
termijn te verwachten. Tot die tijd zijn er in het 
meest waarschijnlijke scenario geen grote schom-melingen 
van de Franse economie te verwachten. 
De economie zal vooral leunen op de aantrek-kende 
economische groei bij de belangrijkste 
handelspartners en de interne Europese markt. 
Vastgoedmarkt winkels 
Op de gebruikersmarkt voor winkelruimte 
hebben zich grote veranderingen voorgedaan als 
gevolg van de structurele en conjuncturele 
ontwikkelingen. De gemiddelde winkelleegstand 
voor Franse binnensteden nam tussen 2011 en 
2012 al toe van 6,3% tot 7,1%. Voor kleinere steden
De trek van het platteland naar 
de stad gaat door 
de rest van Frankrijk groot. Dit is deels toe te 
schrijven aan de circa 17 miljoen internationale 
bezoekers en hun bestedingen, waarvan de 
laatste jaren een toenemend aantal afkomstig is 
uit opkomende economieën als China, Rusland en 
Brazilië. Voor veel van hen vormt de activiteit 
winkelen een belangrijk onderdeel van hun 
bezoek en door de relatief lage prijzen en de 
authentieke (merk)beleving liggen de gemid-delde 
bestedingen relatief hoog. Daarnaast 
bieden prominente winkellocaties een exclusieve 
exposure waarvoor retailers bereid zijn meer te 
betalen. Hierdoor nam de tophuurprijs voor high 
street shops in Parijs het afgelopen jaar toe tot 
wel € 18.000 per vierkante meter. 
Samenvattend neemt ook in Frankrijk de polari-satie 
binnen het winkellandschap toe, alleen is 
het spectrum aan zowel de onder- als bovenzijde 
aanzienlijk groter dan in Nederland. Beleggers in 
winkelvastgoed hebben hierdoor de mogelijkheid 
te beleggen in het absolute topsegment van de 
gebruikersmarkt: in Parijs maar ook in de andere 
belangrijkste winkelsteden. 
Beleggingsmarkt 
In tegenstelling tot de economie, liet de markt 
voor Franse vastgoedbeleggingen het afgelopen 
jaar een duidelijk herstel zien. Frankrijk, en in het 
bijzonder Parijs, vormt op het Europese vasteland 
de belangrijkste markt voor commerciële 
vastgoedbeleggingen. Aangetrokken door de 
hoge liquiditeit en hoge transparantie, nam vooral 
de instroom van buitenlandse kapitaal aanzienlijk 
toe. Ook waren er door de lage rente historisch 
hoge spreads te behalen. In het eerste halfjaar 
van 2014 nam het transactievolume dan ook toe 
met 85% ten opzichte van dezelfde periode in 
2013 en wel tot € 8 miljard. Naar verwachting 
komt het totale transactievolume over 2014 uit 
op circa € 12 tot 14 miljard. Er hangen namelijk 
nog diverse grote en portefeuilledeals boven de 
markt. 
Doordat een aanzienlijk deel van de nieuwe 
beleggingen plaatsvond in kantoren, zijn de 
aanvangsrendementen hiervan, zeker in Parijs, 
snel gedaald. In de zoektocht naar rendement en 
gegeven de beperkte beleggingsmarkt voor 
(50.0000 - 100.000 inwoners) nam de leegstand 
over dezelfde periode toe van 6,3% tot 8,6% en 
incidenteel tot meer dan 10%. Daarmee zijn de 
gevolgen van de toenemende urbanisatie en 
rationalisatie van het aantal winkelvestigingen 
door retailers op hoofdlijnen vergelijkbaar met 
Nederland. Met name in de kleinere tot middel-kleine 
kernen neemt de leegstand toe, terwijl de 
binnensteden van de grotere winkelsteden 
nauwelijks tot geen leegstand kennen. Vanwege 
de relatief grote afstanden, hebben regionale 
steden vaak aanzienlijke verzorgingsgebieden. 
Het primaire verzorgingsgebied van bijvoorbeeld 
Bordeaux en Toulouse omvat 800.000 tot 
900.000 inwoners. Het secundaire verzorgings-gebied 
strekt zich uit tot een straal van wel 
120-130 kilometer, met een populatie van 1,3 tot 
1,5 miljoen inwoners. Binnen de grotere steden 
heeft wel een verschuiving in de winkelvraag 
plaatsgevonden, waarbij met name de binnenste-den 
en de kleine en grote winkelcentra hun 
positie versterkten ten koste van de solitaire retail 
parks en middelgrote winkelcentra. 
Ondanks de sterke positie van grote en regionale 
winkelcentra stonden de gemiddelde huurprijzen 
hier onder druk, al lijkt de daling in de eerste helft 
van 2014 af te vlakken. Voor de prime high street 
shops in de middelgrote tot grote steden daaren-tegen 
zijn de huurprijzen gestegen. Voor steden 
als Nice, Toulouse, Bordeaux, Marseille en Lyon 
lag de gemiddelde jaarlijkse huurprijsstijging 
boven het niveau van de inflatie. Voor Parijs 
werden in diezelfde periode voor het prime 
segment zelfs huurprijsstijgingen gerealiseerd 
van gemiddeld ruim 11%. Ondanks de stagne-rende 
economie, blijft Frankrijk interessant voor 
retailers. Met 50 labels trok Parijs in 2013 wereld-wijd 
de meeste nieuwe retailers aan. Een substan-tieel 
deel bestond uit merken voor luxegoederen 
en exclusieve mode. Behalve in Parijs openden 
retailers hun eerste vestiging in negen andere 
Franse steden. Voor de belangrijkste winkelste-den 
nam de maximale huurprijs voor prime high 
street shops en shopping centres tussen 2012 en 
medio 2014 toe met circa 5% tot € 2.200 per 
vierkante meter. 
Desondanks zijn de verschillen tussen Parijs en 
Beleggen in internationaal vastgoed 21/44
Paris Unit Shops Lyon Unit Shops Paris Shopping Centre France Shopping Centre 
20000 
18000 
16000 
14000 
12000 
10000 
8000 
6000 
4000 
2000 
22/44 
Beleggingsadvies 
De beperkte beschikbaarheid van prime winkels, 
de lage rente en het herstel van de beleggings-markt 
duwt beleggers richting een meer oppor-tunistische 
beleggingsstrategie om het vereiste 
rendement te kunnen halen. Hoewel dergelijke 
value add of opportunistic beleggingsstrategieën 
interessant kunnen zijn, staat daar wel een hoger 
risicoprofiel tegenover. Door de toenemende 
druk lopen de beleggingsmarkten vooruit op het 
herstel van de gebruikersmarkt, dat overigens 
langer op zich laat wachten. Bovendien neemt 
door de hoge druk het risico toe dat structurele 
veranderingen in de toekomstige vraagaanbod-verhoudingen 
over het hoofd worden gezien. 
Voor een deel van de winkellocaties zal het 
Franse huurwoningen, is de belangstelling voor 
onder andere winkelbeleggingen substantieel 
toegenomen. Tussen 2012 en 2013 daalde het 
transactievolume op jaarbasis echter van € 3,8 
naar 2,1 miljard, voornamelijk als gevolg van een 
beperkt aanbod van geschikte beleggingen. Het 
aanbod van prime winkels in zowel Parijs als de 
belangrijkste regionale steden is al jaren schaars. 
Naarmate de hoge beleggingsdruk aanhoudt en 
de aanvangsrendementen in de belangrijkste 
winkelsteden verder dalen, verleggen beleggers 
in search for yield mogelijk hun focus naar andere 
regionale steden en secundaire markten. 
Figuur 7 Ontwikkeling maximale huurprijzen prime winkels 
Bron: JLL (2014) 
0 
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 
euro
winkelsteden (Parijs, Marseille, Lyon, Bordeaux en 
Toulouse) wordt een beperkte daling van de 
aanvangsrendementen voorzien in verband met 
de hoge spread van vastgoed ten opzichte van 
de langjarige obligatierente. Bij een stijgende 
rente wordt gerekend op een vertraagde 
doorwerking in de yields en economisch herstel, 
zodat het negatieve waarde-effect wordt gecom-penseerd 
door een aantrekkende huurgroei. 
Value add strategieën zijn mogelijk interessant 
indien de proposities direct aansluiten op 
bestaande kwaliteiten. Bij (her)ontwikkelingspro-jecten 
is dat het kernwinkelgebied van de meest 
aantrekkelijke winkelsteden. Daarbij dient wel 
rekening te worden gehouden met lokale wet- en 
herstel waarop wordt geanticipeerd nooit komen; 
structurele veranderingen als de opkomst van 
e-commerce of demografische ontwikkelingen 
maken herstel daar onmogelijk. Ook zal de 
concurrentie tussen winkelsteden en locaties 
verhevigen, waardoor niet-onderscheidende 
winkelgebieden afvallen. 
In de visie van Syntrus Achmea leveren beleggin-gen 
in kernmarkten op de langere termijn een 
hoger resultaat bij een beperkt risico op, ondanks 
het doorgaans lagere aanvangsrendement. 
Dergelijk aanbod is schaars en blijft dat ook als 
gevolg van de beperkte binnenstedelijke 
nieuwbouw en de toenemende vraag naar 
winkels op de beste locaties. Voor de beste 
Figuur 8 Aanvangsrendementen, obligatierente en de ontwikkeling van de spread voor de beste 
winkellocaties 
Bron: CBRE, Oxford Economics, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance 
Spread Paris 
tov Bond Yield 
10 
8 
6 
4 
2 
0 
-2 
Lyon Unit Shops 
Prime Yield 
Paris Unit Shops 
Prime Yield 
10 year interest 
French Government Bond 
Spread Lyon 
tov Bond Yield 
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 
% 
Beleggen in internationaal vastgoed 23/44
regelgeving en een relatief goed beschermde 
positie van de bestaande huurder. Hierdoor zijn 
de mogelijkheden voor een actief verhuur- en 
brancheringsbeleid mogelijk beperkt. Voor de 
middelgrote regionale centra kwalificeren alleen 
de beste locaties zich als mogelijke value add of 
opportunistic propositie. 
Naast de binnenstedelijke winkelgebieden bieden 
de grote en regionale winkelcentra een aantrek-kelijk 
perspectief mits zij een onmiskenbaar 
24/44 
dominante positie hebben. Voor retail parks en 
middelgrote winkelcentra zijn de verwachtingen 
op termijn negatief door de structurele verande-ringen 
in de winkelvoorzieningenstructuur. 
Kleinere winkelcentra behouden daarentegen hun 
bestaansrecht, maar zijn voor de exploitatie 
afhankelijk van specifieke, lokale marktkennis, 
waardoor dit beleggingsproduct minder interes-sant 
is voor klanten voor Syntrus Achmea. 
Nice
2.3 De Amerikaanse 
vastgoedmarkt Focus in beleggingsstrategie 
De Amerikaanse vastgoedmarkt profiteert sterk 
van aantrekkende gebruikersmarkten en een 
aanhoudende belangstelling vanuit beleggers. 
Aanvangsrendementen blijven daardoor al 
langere tijd lager dan verwacht en zullen pas op 
de middellange termijn voorzichtig oplopen. De 
vastgoedsectoren herstellen zich elk in hun eigen 
ritme: de huurappartementensector bevindt zich 
in de stabilisatiefase, kantoren en logistiek 
expanderen en de winkelsector heeft, als hekken-sluiter, 
het hoogste groeipotentieel. De perspec-tieven 
kunnen regionaal verschillen, maar in het 
algemeen verwachten we voor de middellange 
termijn aantrekkelijke totaalrendementen van 
6,5% - 9% op landelijk niveau. 
• Focus op winkels (gericht op food) en 
logistiek 
• Voorzichtigheid geboden bij 
huurappartementen en (prime/core) 
kantoren vanwege recente grote 
prijsstijgingen 
• Wel kan een value add of opportunistische 
strategie worden overwogen voor 
huurappartementen om in te spelen op de 
sterk veranderende woningvraag 
• Focus op top 20 markten Verenigde 
Staten, maar wees selectief in core 
Gateway3 steden 
• Ook mogelijkheden voor nichesegmenten 
zoals medical offices en 
studentenwoningen 
3 Onder de Gateway markten vallen Boston, Chicago, 
Los Angeles, New York, San Francisco en Washington DC 
Outlook 
2015 2016 
Waardegroei kantoren =/- = 
Huurniveau kantoren + + 
Waardegroei winkels =/+ + 
Huurniveau winkels + + 
Waardegroei logistiek =/+ + 
Huurniveau logistiek + + 
Waardegroei appartementen =/+ = 
Huurgroei appartementen =/+ + 
Swot-analyse Amerikaanse vastgoedmarkt 
Legenda 
+ verwachte stijging 
=/+ stabiel tot lichte stijging 
= stabiel 
=/- stabiel tot lichte daling 
- verwachte daling 
Strengths Weaknesses 
Amerikaanse economie sterkt verder aan (circa 3% op 
jaarbasis), zeker in vergelijking met Europa 
Herstructurering vastgoedvoorraad leidt tot ontstaan locaties 
met structureel hoge leegstand 
Wereldwijd gezien een van de meest transparante en liquide 
vastgoedmarkten; beleggingsvolume loopt op 
Waardeontwikkeling niet voor alle markten vanzelfsprekend 
Nieuwbouwvolumes voorlopig historisch laag Hoge volatiliteit Amerikaanse vastgoedmarkt 
Leegstand daalt over de hele linie 
Bevolkingsgroei voor Westerse begrippen hoog 
Opportunities Threats 
Opkomst industriële industrie en grondstoffenwinning Hoge overheidsschuld VS komt op termijn weer ter sprake en 
bedreigt stabiliteit economie 
Bij zorgvuldige selectie markten totaalrendement 1% tot 3% 
hoger dan landelijk gemiddelde 
Aanbod op bepaalde (deel)markten neemt sterk toe (vooral in 
Gateway en betere secundaire markten) 
Urbanisatieproces biedt kansen voor binnenstedelijk vastgoed Lange rente loopt harder op dan verwacht 
Correlatie met Nederlandse vastgoedmarkt neemt af Internationale economische instabiliteit 
E-commerce versterkt zowel logistiek als meest innovatieve 
retailers 
Beleggen in internationaal vastgoed 25/44
Structurele veranderingen 
De Verenigde Staten is samen met Duitsland een 
van de Westerse landen die zich het snelst heeft 
herpakt na de financiële crisis. De sterk verbe-terde 
financiële positie van bedrijven en huishou-dens 
heeft ruimte gecreëerd voor groeiende 
investeringen en uitgaven. De concurrentiekracht 
van de Amerikaanse maakindustrie is daarbij 
verbeterd. Delen van de industriële productie die 
voorheen naar lagelonenlanden als China werden 
verplaatst, komen weer terug naar de Verenigde 
Staten vanwege de hogere arbeidsproductiviteit. 
Daarbij is de grondstoffenwinning bezig aan een 
opmars, waarbij de Verenigde Staten steeds 
minder afhankelijk wordt van het buitenland wat 
betreft olie en gas. De schaliegasrevolutie zorgt 
ervoor dat de Amerikaanse industrie tegen 
concurrerende prijzen goederen kan produceren. 
Markten die in verbinding staan met bovenstaande 
trends zullen een bovengemiddelde werkgele-genheidsgroei 
26/44 
ondervinden en navenant een 
toenemende vraag naar commercieel vastgoed. 
Het betreft hier met name de west- en noord-oostkust 
en de zuidelijke oliestaten (o.a. Texas). 
De vraag naar vastgoed wordt enigszins 
gedempt door de efficiëntere invulling van het 
ruimtegebruik. Nieuwe kantoor- en winkelcon-cepten 
reduceren op structurele basis de vraag 
naar commercieel vastgoed. Hoewel e-commerce 
vaak wordt belicht vanuit de gedachtegang dat 
fysieke winkels steeds minder van belang zijn, 
kunnen retailers met innovatieve winkelconcep-ten 
de winkelbeleving versterken en consumen-ten 
blijven binden. De tweedeling op de 
winkelmarkt wordt versterkt, waarbij sterke 
winkelketens grote budgetten hebben voor 
nieuwe technologieën en social media. Daarnaast 
zorgt het toenemende online winkelen voor een 
flinke uitbreiding van het distributienetwerk van 
retailers, waardoor de vraag naar logistiek 
vastgoed sterk is toegenomen. Belangrijk 
fundament voor de Amerikaanse vastgoedmarkt 
is de sterke bevolkingsgroei en het verstedelij-kingsproces. 
Tot 2020 gaat het in de Verenigde 
Staten om een jaarlijkse groei van 0,8%, terwijl 
deze in de Eurozone afloopt van 0,2% nu naar 
0,0% in 2020. Het overgrote deel van de groei 
vindt in de grootstedelijke agglomeraties plaats, 
waarbij de urbanisatiegraad stijgt van 83,3% nu 
naar 85,5% in 2020. Als gevolg daarvan groeit 
het aantal inwoners in steden met 22 miljoen. 
Conjuncturele ontwikkelingen 
De Amerikaanse economie laat sinds 2010 een 
economische groei zien van rond de 2%, een stuk 
hoger dan het Europese vasteland. Het eerste 
halfjaar van 2014 begon afwisselend, maar 
herstelde zich snel met een groei van 0,9% op 
kwartaalbasis in het tweede kwartaal. Hoewel 
veelal aan de ‘onderkant’, werden afgelopen juni 
maar liefst 288.000 banen toegevoegd, waardoor 
het werkloosheidspercentage is gedaald naar 6,1%. 
Een jaar geleden was dat nog 7,2% en tijdens het 
hoogtepunt eind 2009 stond de teller op 9,9%. 
Belangrijk voor het verdere herstel van de 
Amerikaanse economie zijn de consumentenbe-stedingen, 
de ontwikkeling van de woningmarkt 
en de besluitvorming van de Amerikaanse 
regering en de Federal Reserve. De politieke 
onzekerheid is duidelijk verminderd door de 
overeenstemming over de overheidsbegroting 
(Bipartisan Budget Act) en het loslaten van het 
schuldenplafond tot in ieder geval maart 2015. 
De steunaankopen van de Federal Reserve zullen 
naar verwachting eind dit jaar volledig zijn 
afgebouwd, waarbij de belofte is afgeven dat de 
rente tot in ieder geval medio 2015 niet wordt 
verhoogd. De korte en lange rente komen op de 
middellange termijn naar verwachting lager uit 
dan eerder werd verwacht. De lage rente wordt 
gehandhaafd op grond van de verwachting dat 
de inflatie voorlopig onder de norm van 2% blijft 
en de arbeidsmarkt verder aan moet sterken, ook 
kwalitatief. Daarnaast droeg het afgelopen jaar 
de terugkeer van kapitaal naar ontwikkelde 
economieën als de Verenigde Staten bij aan een 
lage rentestand. 
In het licht van fiscale verlichting, meer politieke 
zekerheid en verder groeiende consumentenbe-stedingen 
zal de economische groei in de periode 
2015-2017 jaarlijks boven de 3% uitkomen. 
Verdere ondersteuning voor de langetermijngroei 
van de Amerikaanse economie komt vanuit de 
concurrentiekracht (in relatieve zin zijn lonen de 
afgelopen 30 jaar niet eerder zo laag geweest),
De Verenigde Staten behoren tot 
de top 3 van meest transparante 
vastgoedmarkten in de wereld 
afnemende schuldenratio van huishoudens 
(inmiddels gedaald van 124% naar 100%) en de 
relatief hoge groei van de bevolking. Risico’s met 
de grootste impact op de Amerikaanse economie 
zijn een stagnatie in plaats van verdere groei van 
de woningmarkt, afzwakking van de groei en 
mogelijke deflatie in de Eurozone en een eventuele 
bankencrisis in China. Hoewel de discussie hierover 
voorlopig is geluwd, zal de hoge overheidsschuld 
op termijn ook weer ter sprake komen. 
Vastgoedmarkt 
De gebruikersmarkten vervolgen alle hun 
opgaande trend, waarbij de opname toeneemt, 
de nieuwbouw historisch laag blijft (op huur­- 
woningen na) en de leegstand verder daalt. 
De onderhandelingspositie van verhuurders is 
dan ook aan de beterende hand, wat zich vertaalt 
in (sterk) stijgende huurprijzen. In het algemeen kan 
worden gesteld dat de huurappartementensector 
de komende jaren in de stabilisatiefase terecht-komt, 
terwijl de kantorensector zich richting 
expansie begeeft. In absolute termen zijn 
huurprijzen van huurappartementen al voorbij 
hun vorige piek, terwijl kantoren hun vorige piek 
bijna naderen. Het herstel van de bedrijfsruimte-sector 
is de afgelopen kwartalen in een stroom-versnelling 
geraakt, wat blijkt uit de sterke 
huurgroei (richting 5% op jaarbasis). Huurprijzen 
bevinden zich echter in absolute termen nog 
ruim onder het vorige hoogtepunt. Hekkensluiter 
blijft nog steeds de winkelsector, die naar 
Figuur 9 Macro-economisch vooruitzicht Verenigde Staten 
Bron: Oxford economics 
BNP groei Inflatie Consumentenbestedingen Werkloosheid 10-jarige staatsobligaties 
12 
10 
8 
6 
4 
2 
0 
-2 
-4 
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 
% 
Beleggen in internationaal vastgoed 27/44
Kantoren (l) Winkels (l) Bedrijfsruimten (l) Huurapparatementen (l) Aandeel buitenlandse beleggers (r) 
350 
300 
250 
200 
150 
100 
50 
28/44 
beperkt blijft, gaat een verschuiving plaatsvinden 
naar het betere secundaire segment met aantrek-kelijke 
huurprijzen. Anders is het beeld bij 
markten die in de nasleep van de crisis nog 
steeds met overaanbod hebben te maken en 
waarbij met name het secundaire segment met 
een structureel hoge leegstand kampt. 
Beleggingsmarkt 
De Verenigde Staten behoren al enige jaren tot 
de top 3 van meest transparante vastgoedmark-ten 
in de wereld. Er is er sprake van een boven-gemiddelde 
liquiditeit. Het aantal transacties als 
% van de voorraad (liquiditeitsratio) is hoger dan 
in Europa en Azië. Sinds 2010 is het beleggings-volume 
herstellende en is er sprake van een sterk 
verwachting in 2014 voor het eerst een volledig 
jaar met positieve huurgroei laat zien. Pas vanaf 
2017 bereiken winkelhuren op landelijk niveau 
naar verwachting het vorige hoogtepunt dat in 
2007 werd bereikt. 
Bij de markten met de hoogste vraag neemt de 
nieuwbouwpijplijn verder toe. Huurprijzen zijn op 
een aantal markten dusdanig hersteld, dat 
nieuwbouwontwikkelingen weer boven realisatie-prijs 
kunnen worden verkocht. Dit toenemende 
nieuwbouwaanbod leidt op een aantal markten 
tot een afzwakking van de huurgroei, zoals de 
kantorenmarkt van San Francisco, die sterk is 
gerelateerd aan de technologiesector. Op (deel) 
markten waar het aanbod hoogwaardig vastgoed 
Figuur 10 Beleggingsvolume per sector en aandeel buitenlandse beleggers 
Bron: CBRE Econometric Advisors 
0 
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 
x miljard USD 
25 
20 
15 
10 
5 
0 
%
niveau van meer dan 10% op jaarbasis, met name 
door dalende aanvangsrendementen. Op de 
middellange termijn staat het herstel van de 
gebruikersmarkten en daarmee de huurgroei 
centraal. Uit de rendementsprognoses van Syntrus 
Achmea Real Estate & Finance over de periode 
2014-2019 komt naar voren dat het loont om in 
de grootstedelijke agglomeraties te beleggen. 
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde ligt het 
verwachte rendement in de top-20 markten 
gemiddeld 1% tot 3% hoger op jaarbasis. De voort­durende 
urbanisatie biedt daarbij kansen voor 
binnenstedelijke woning- en winkelprojecten. 
Op landelijk niveau bieden winkels en logistiek, 
gezien het huurgroeipotentieel van beide 
sectoren, het beste instapmoment. Bij kantoren 
en huurappartementen neemt de huurgroei wat 
af, alhoewel die op de middellange termijn nog 
steeds boven inflatie zal uitkomen. Bij laatstge-noemde 
sectoren moet in het core segment de 
nadruk liggen op markten waar de werkgelegen-heidsgroei 
bovengemiddeld is en aanvangsrende-menten 
maar in beperkte mate stijgen. Enerzijds 
betreft het markten gerelateerd aan de tech- en 
energiesector (Denver, Houston), anderzijds gaat 
het om de betere secundaire markten (Miami, 
Minneapolis) waar de beleggersdruk tot dusver 
beperkt is geweest. Bij een aantal Gateway-markten 
zal de komende jaren sprake zijn van 
een negatief indirect rendement. Voorbeeld 
hiervan is Washington DC, waar aanvangsrende-menten 
van kantoren historisch laag zijn (nu 5,1%) 
en tot 2019 naar het niveau van 6,6% bewegen 
(langjarig gemiddelde is 7,4%). De huurgroei op 
deze kantorenmarkt is naar verwachting niet 
afdoende, wat resulteert in een negatieve 
waardeontwikkeling. 
Voor huurappartementen kunnen, als alternatief 
op de relatief lage core rendementen, value add 
en opportunistische beleggingen worden 
overwogen om in te spelen op de sterk verande-rende 
woningvraag. De aanhoudende trek naar 
de stad, het groeiend aantal eenpersoonshuis-houdens 
en de toenemende voorkeur voor huur 
boven koop zorgen voor een toenemende vraag 
naar binnenstedelijke huurappartementen. 
Bepaalde nichesegmenten bieden ook 
stijgende trend. Het niveau van voor de crisis is 
bijna geëvenaard. Ook buitenlandse beleggers 
zijn steeds actiever op de Amerikaanse vastgoed-markt. 
In de periode juli 2013 tot en met juni 2014 
waren zij verantwoordelijk voor circa 17% van het 
totale beleggingvolume, oftewel ruim 
USD 43 miljard. Dit is bijna 2 miljard boven het 
pre-crisis hoogtepunt. 
De lage aanvangsrendementen, en daarmee de 
afnemende beschikbaarheid van geschikte core 
beleggingen, zet steeds meer beleggers ertoe 
om vaker uit te wijken naar secundaire markten 
en locaties. Er is dan ook een trend waarneem-baar 
naar risicovollere beleggingen. 
In 2013 werd verwacht dat aanvangsrendementen 
zouden stijgen door een oplopende lange rente. 
Ondanks een afbouw van de steunaankopen van 
de Federal Reserve, is de lange rente het 
afgelopen jaar nauwelijks gestegen. Belangrijk 
hierbij is de belofte van de Federal Reserve dat 
de rente tot in iedere geval medio 2015 laag 
wordt gehouden. De aanhoudende vraag naar 
Amerikaans vastgoed en de lage rente hebben er 
dan ook voor gezorgd dat aanvangsrendementen 
het afgelopen jaar verder zijn aangescherpt. De 
spread tussen aanvangsrendementen en lange 
rente is nog boven het langjarige gemiddelde. Er 
is dus nog ruimte voor een daling van de spread 
om een deel van de verwachte stijging van de 
lange rente op te vangen. Op de middellange 
termijn zal de Amerikaanse economie een 
dusdanige groei ondergaan (en daarmee 
oplopende inflatie), dat renteverhogingen onver-mijdelijk 
zijn. In de periode 2014-2019 zetten 
aanvangsrendementen een langzaam stijgende 
trend in. 
Beleggingsadvies 
Amerikaanse vastgoedbeleggingen kenmerken 
zich door een hoge volatiliteit, maar in absolute 
termen ook een hoog langjarig gemiddeld 
totaalrendement (9,1%). In vergelijking met het 
langjarig gemiddelde liggen de geprognosti-ceerde 
rendementen op sectorniveau in de 
periode 2014-2019 lager (6,5%-9%). Dit is in de 
lijn van de verwachting omdat de afgelopen vier 
jaren sprake was van rendementen op landelijk 
Beleggen in internationaal vastgoed 29/44
interessante beleggingsmogelijkheden. Zo is er 
een groeiende vraag naar studentenwoningen en 
zijn overheidsgebouwen en medical offices 
interessant vanwege de langjarige huurcontracten 
(20-30 jaar). 
30/44 
Skyline, Miami
2.4 De Chinese vastgoedmarkt 
Voor de groei van de economie, inkomens en 
consumptie is China afhankelijk van verdere 
urbanisatie. Hiermee zal de gebruikersvraag naar 
vastgoed sterk toenemen, al beperkt de markt 
voor hoogwaardige kantoren, winkels en 
woningen zich tot de belangrijkste regio’s. 
Hierdoor zal ook de institutionele markt voor 
vastgoedbeleggingen sterk in omvang toenemen. 
Hoewel de omvangrijke economie en toekomstige 
groeiverwachtingen een allocatie legitimeren, is 
de beleggingsmarkt voor Chinees vastgoed, mede 
door de beperkte transparantie, minder toeganke-lijk 
voor buitenlandse beleggers. Naar verwach-ting 
ontstaan er de komende jaren meer kansen. 
Door de hervormingen van de financiële sector 
ontstaat meer ruimte voor indirecte vastgoed-fondsen. 
De beste kansen doen zich voor in de 
beleggingsmarkten voor commercieel vastgoed in 
de belangrijkste steden. 
Outlook 
2015 2016 
Waarde­groei 
Prime commercieel vastgoed + + 
Luxe en high-end woningen =/- = 
Huur­niveaus 
Prime commercieel vastgoed + + 
Luxe en high-end woningen =/- = 
Focus in beleggingsstrategie 
• Commercieel vastgoed 
--Belangrijkste stedelijke regio’s 
--Eersteklas vastgoed voor kantoren, winkel, 
logistiek 
--Langjarig verhuurd aan solvabele huurders 
--Komende jaren toenemend 
beleggingsaanbod 
• Woningen 
--Belangrijkste stedelijke regio’s 
--Ontwikkelprojecten in luxe- en high-end 
segment 
--Beleggingen in huurwoningen minder 
interessant vanwege lage verwachte 
rendement 
• Algemeen 
--Beleggingen via toenemend aanbod aan 
binnen- en buitenlandse fondsen 
--Uitvoerige managerselectie van belang 
gezien grote kwalitatieve verschillen 
tussen fondsen 
Swot-analyse Chinese vastgoedmarkt 
Legenda 
+ verwachte stijging 
=/+ stabiel tot lichte stijging 
= stabiel 
=/- stabiel tot lichte daling 
- verwachte daling 
Strengths Weaknesses 
Nog altijd relatief hoge economische groei Economie nog altijd relatief afhankelijk van export 
Sterke positie van de overheid om hervormingen door te 
voeren 
Hoge schuldenlast onder bedrijven en overheden 
Beperkte kredietrisico’s bij huishoudens door strenge 
financieringsvoorwaarden 
Beperkte transparantie en toegankelijkheid van de 
vastgoedbeleggingsmarkt 
Aanhoudend sterke gebruikersmarkt in belangrijkste steden Lage aanvangsrendementen en spreads 
Opportunities Threats 
Sterke toename van de gebruikersvraag naar hoogwaardig 
vastgoed door groei van de stedelijke bevolking, 
werkgelegenheid, inkomens en consumptie 
Onzeker economisch herstel in de belangrijkste exportlanden 
Sterke groei van de institutionele beleggingsmarkt door 
groeiende gebruikersmarkt en hervormingen van de financiële 
sector 
Afkoeling van bouw- en vastgoedsector door beperkte 
financieringsmogelijkheden voor ontwikkelaars 
Naar verwachting een toenemend aanbod van binnen- en 
buitenlandse vastgoedfondsen en verbeterde toegankelijkheid 
van de beleggingsmarkt 
Snelle groei van shadow banking met een hoger risico op 
defaults door verminderde toezicht en regulering 
Beleggen in internationaal vastgoed 31/44
Structurele veranderingen 
In de loop van 2013 beheersten zorgen over de 
afzwakkende economische groei en onrust op de 
financiële markten de verwachtingen voor China. 
In korte tijd verslechterden de groeiramingen 
richting 7%, waarbij het bovendien de vraag was 
of de economie een zachte of harde landing zou 
gaan maken, afhankelijk van een mogelijke Chinese 
kredietcrisis. Hoewel de precieze economische 
groei op korte termijn afhankelijk blijft van 
diverse factoren, is duidelijk dat zich een trend-breuk 
heeft voorgedaan ten opzichte voorgaande 
decennia met een gemiddeld groeipercentage 
van 10% sinds de jaren ‘80. Door de ontwikkeling 
van de economie, is China in een volgende fase 
beland met een structureel lagere groei. De 
afgelopen decennia werd de economische groei 
vooral gestimuleerd door een sterke toename van 
de ruim beschikbare inputfactor arbeid. Hierdoor 
kon China goedkoop produceren en was er een 
hoge exportgroei. Mede omdat de lonen in China 
hard zijn gestegen en het land minder concurre-rend 
wordt op loonkosten, kondigde de Chinese 
overheid aan de afhankelijkheid van de export te 
willen verminderen en over te schakelen op een 
ander groeimodel. Hiervoor dient de consumptie 
versneld toe te nemen en daarvoor moeten ook 
de inkomens en arbeidsproductiviteit stijgen. Om 
dit te bereiken, zijn hervormingen aangekondigd. 
Belangrijke speerpunten daarbij zijn liberalisatie 
van overheidsgereguleerde markten waaronder 
de financiële sector, privatisering van staatsbe-drijven 
32/44 
en verdere urbanisatie. 
De trek van het platteland naar de stad, ingegeven 
door de betere arbeidsperspectieven, zorgde als 
autonoom proces al voor een snelle toename van 
de verstedelijkingsgraad. Deze ligt desondanks 
nog altijd substantieel lager dan in volwassen 
markten als Australië en Japan. Voor de komende 
decennia wordt een verdere toename verwacht 
door de aanhoudende groei van de stedelijke 
populatie met meer dan 2% per jaar en in totaal 
100 miljoen inwoners tot 2020. Dit terwijl de 
totale bevolkingsgroei over dezelfde periode 
afzwakt tot 0,4%. Met investeringen in onder 
meer infrastructuur, voorzieningen en onderwijs 
wil de centrale overheid de urbanisatie, maar ook 
de toename van de middeninkomens versnellen. 
Conjuncturele ontwikkelingen 
Een van de belangrijkste oorzaken voor de lagere 
groeiverwachtingen op de korte termijn is de 
totale schuldenlast die tussen 2007 en 2014 
toenam van 180% tot ruim 250% van het GDP. 
China kent, mede door de jarenlange budgeto-verschotten, 
weliswaar omvangrijke financiële 
reserves die zijn ondergebracht bij onder andere 
de sovereign wealth funds, maar daar staan forse 
schulden bij met name lokale overheden en 
(staats)bedrijven tegenover. Een groot deel van 
die nieuwe schulden maakten bedrijven via het 
circuit van shadow banking: het minst geregu-leerde 
deel van het bankwezen, bestaande uit 
onder andere trust investment products, wealth 
management products en private financiering. 
Door regulering van de spaarrentes zijn huishou-dens 
voor rendement in hoge mate afhankelijk 
van dit soort producten. Maar omdat het toezicht 
beperkt is, zijn de risico’s op defaults relatief 
groot. De snelle groei van deze sector zorgde 
voor toenemende onrust op de financiële 
markten. 
Hoewel de kredietrisico’s nog altijd actueel zijn, 
stabiliseerden de economische verwachtingen 
sinds begin 2014 en verbeterden medio dat jaar 
licht tot een geraamde groei van 7,4%. Dit komt 
doordat de industriële productie en export 
profiteren van het (lichte) economisch herstel in 
de VS en de Eurozone. Daarnaast heeft de 
Chinese overheid maatregelen genomen om de 
kredietgroei op gang te houden en zijn forse 
investeringen gepleegd in infrastructurele 
projecten. Ten slotte neemt de consumptie nog 
altijd in hoog tempo toe, waardoor het aandeel in 
de totale economie verder toeneemt. 
Vastgoedmarkten 
Met de snelle groei van de stedelijke bevolking en 
welvaart is de vraag naar vastgoed in alle 
sectoren de laatste decennia sterk toegenomen. 
Op de woningmarkt zorgde de toenemende, 
deels ook speculatieve, vraag voor jarenlange 
stijgingen van de woningprijzen. Om oververhit-ting 
van de woningmarkt te voorkomen, werd de 
hypotheeksom gemaximaliseerd ten opzichte van 
het inkomen. Er wordt een inbreng van eigen 
middelen vereist, variërend van 30% voor
Met de snelle groei van de stedelijke 
bevolking is de vraag naar vastgoed 
in alle sectoren sterk toegenomen 
starterwoningen tot 60% voor beleggingswonin-gen. 
Mede door deze maatregelen, maar ook 
door de afzwakkende economische groei, zijn de 
transactieaantallen op de koopmarkt in het 
eerste halfjaar van 2014 met circa 30% gedaald 
en staan de prijzen voor zowel nieuwbouw als 
bestaande woningen onder druk, met in zowel 
mei als juni een lichte gemiddelde prijsdaling op 
maandbasis. Op jaarbasis zwakte de gemiddelde 
prijsstijging af van 9% in april tot 6,5% in juni. 
Door de strenge financieringsvoorwaarden zijn 
de risico’s op een scherpe prijsdaling op dit 
moment naar verwachting beperkt. De schulden-last 
onder huishoudens is met 34% ten opzichte 
van het GDP relatief beperkt; Chinese huishou-dens 
kennen een hoge spaarquote en door een 
gebrek aan spaar- en beleggingsmogelijkheden 
stroomt een groot deel van het vermogen naar 
de eigen woning. Bovendien is een deel van de 
maatregelen die waren bedoeld om de woning-markt 
af te koelen weer teruggedraaid en worden 
banken aangespoord om de hypotheekverstrek-king 
aan particulieren op gang te houden. Voor 
geheel 2014 wordt dan ook gerekend op een 
stabilisatie van de prijzen. 
Hoewel medio 2014 de huur- en koopprijzen in de 
meeste regio’s, inclusief het luxe- en high-end 
segment Beijing en Shanghai, onder druk staan, 
bestaan er binnen China grote ruimtelijke 
verschillen. Met name in de Tier III-steden3 was de 
relatieve groei van de woningvoorraad het 
grootst en heeft veel speculatieve vastgoedont-wikkeling 
plaatsgevonden. Bovendien was een 
aanzienlijk deel van de woningbouwontwikkeling 
in deze steden gericht op het luxe- en high-end 
segment, terwijl de gebruikersvraag naar dit type 
woningen daar door de achterblijvende inkomens 
grotendeels ontbreekt. Afgezien van het dure 
woningsegment, ontbreekt in de Tier III-steden 
een gebruikersmarkt voor hoogwaardig commer-cieel 
vastgoed. Deze steden functioneren 
namelijk als industriële productiecentra. In plaats 
3 In de literatuur worden Chinese steden vaak gecatego-riseerd 
als Tier I-, II- en III- (tot zelfs IV, V en VI) steden, 
waarbij Tier I-steden het meest ontwikkeld zijn terwijl Tier 
III-steden aan het begin staan van het urbanisatieproces 
dat zich o.a. kenmerkt door een hoge economische groei 
daarvan beperkt deze markt zich tot de Tier I- en 
II-steden, waar de vraag komende jaren 
bovendien sterk toeneemt. Overaanbod en 
onrendabele vastgoedinvesteringen blijven 
daarmee vooral een lokaal probleem in de 
secundaire markten, aangezien in de core-mark-ten 
het aanbod aan hoogwaardig vastgoed 
schaars is en de totale allocatie van kapitaal naar 
vastgoed, gecorrigeerd voor de bevolkingsom-vang 
en toenemende welvaart, in lijn ligt met de 
ontwikkeling die andere landen in het verleden 
doormaakten. 
Beleggingsmarkten 
Mede door de forse investeringsgroei in China 
nam de voorraad aan institutionele vastgoedbe-leggingen 
voor de gehele regio Azië-Pacific 
begin 2014 toe tot € 3.430 miljard. Daarmee 
vormt China inmiddels de grootste markt wereld-wijd. 
Hoewel China naar absolute omvang 
gemeten bekend staat als vijfde institutionele 
beleggingsmarkt voor vastgoed, is de relatieve 
grootte ten opzichte van de totale economie met 
naar schatting 15% nog bescheiden in vergelijking 
met bijvoorbeeld Japan (23%), Hong Kong (30%) 
en de VS (35%). Een belangrijke oorzaak voor de 
relatief beperkte beleggingsmarkt is de voorals-nog 
geringe gebruikersvraag naar hoogwaardig 
vastgoed. Met de toenemende welvaart en 
urbanisatie zal dat naar verwachting echter snel 
veranderen. Daarnaast wordt het aanbod aan 
(potentiële) beleggingen beperkt doordat veel 
objecten in handen zijn van eigenaargebruikers of 
binnenlandse beleggers. 
Tegenover de snel toenemende voorraad aan 
institutionele vastgoedbeleggingen staat een 
relatief hoge beleggingsdruk. Daardoor bevinden 
de aanvangsrendementen voor commerciële 
vastgoedbeleggingen in heel Azië, maar ook in 
China, zich op een historisch laag niveau. Naar 
verwachting zal deze beleggingsdruk vanuit 
regionale partijen aanhouden naarmate de 
welvaart en het beleggingskapitaal toenemen. 
Ook zal door deregulering van het beleggings­beleid 
van bijvoorbeeld verzekeraars, pensioen-fondsen 
en sovereign wealth funds een hogere 
allocatie naar vastgoed worden toegestaan. 
Beleggen in internationaal vastgoed 33/44
Rents Shanghai (l) Rents Beijing (l) House price Shanghai (r) House price Beijing (r) 
11000 
10000 
9000 
8000 
7000 
6000 
5000 
34/44 
Op een totale Gross Asset Value van de Asian 
Non-listed Real Estate Vehicles (ANREV) met een 
omvang van € 62 miljard bedraagt de allocatie 
naar China medio 2014 met 7% bijna 
€ 4,3 miljard. Daarvan bevindt zich in totaal circa 
€ 3 miljard in de 13 single country fondsen. 
Hoewel deze fondsen met een exclusieve focus 
op China een lagere leverage kennen dan het 
gemiddelde voor alle ANREV-fondsen, kennen zij 
gemiddeld genomen wel een afwijkend risico­profiel 
met een hoger aandeel value add of 
opportunistic fondsstrategieën. In lijn met het 
hogere risicoprofiel ligt ook het gemiddelde 
totaalrendement op kwartaalbasis - weliswaar 
over een relatief korte reeks vanaf 2010 bezien 
Door het beperkte aanbod en de hoge beleg-gingsdruk 
zijn de kansen voor buitenlandse 
partijen op de Chinese beleggingsmarkt beperkt. 
Ook al omdat het buitenlandse partijen niet is 
toegestaan direct vastgoed te verwerven en 
omdat het gebrek aan transparantie een belang-rijke 
drempel vormt. Volgens de JLL Transparancy 
Index behoren Chinese Tier I-, II- en III-markten 
met respectievelijk een 35e, 47e en 54e plek tot de 
‘semi-transparante’ beleggingsmarkten. Mogelijk 
biedt de oprichting van een nationaal vastgoed-register, 
dat de implementatie van een vastgoed-belasting 
mogelijk moet maken, 
aanknopingspunten voor verbetering van de 
transparantie. Ook is de markt voor non-listed 
fondsen met een exposure in China groeiende. 
Figuur 11 Huizenprijzen (per m2) en huurniveaus (per m2 per jaar) voor het luxe- en high-end segment 
in Beijing en Shanghai (in USD) 
Bron: JLL, 2014, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance 
290 
270 
250 
230 
210 
190 
170 
150 
4000 
2009 2010 2011 2012 2013 2014 
USD 
USD 
Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1
Beleggingsadvies 
Hoewel er nog altijd risico’s gelden ten aanzien 
van de snelle kredietgroei, zal de overheid naar 
verwachting in staat zijn de financiële sector op 
een gecontroleerde wijze te hervormen. Hierdoor 
valt de groei van de Chinese economie weliswaar 
lager uit dan in voorgaande jaren, maar deze blijft 
met ruim 7% nog altijd relatief hoog. Dit biedt 
goede vooruitzichten voor de toekomstige 
gebruikersvraag die door de snelle groei van 
inkomens, kantoorhoudende werkgelegenheid en 
consumptie bovendien een kwaliteitsslag zal 
maken naar hoogwaardige woningen, kantoren 
en winkels. De beperkte transparantie blijft 
daarbij een risico. Al met al geldt dat de omvang-rijke 
economie en toekomstige 
- met 3,1% hoger dan het gemiddelde van 2,2%. 
Naast de groei van de non-listed fondsen, duidt 
de oprichting en notering van de eerste Chinese 
REIT aan de Shenzhen Stock Exchange in mei 
2014 op een verdere groei van de institutionele 
beleggingsmarkt. De goedkeuring hiervoor komt 
op een moment dat ontwikkelaars hun omzetten 
en winstmarges zien afnemen. Hoewel door de 
lagere afzetsnelheid de financieringsbehoefte bij 
ontwikkelaars is toegenomen, zijn kleine tot 
middelgrote ontwikkelaars uitgesloten van 
bancaire financiering. Zij zoeken naar alternatie-ven 
waar buitenlandse investeerders vanuit een 
opportunistische strategie kunnen instappen. 
Figuur 12 Totaal rendement en Gross Asset Value non-listed fondsen met volledige exposure naar 
China (in miljard USD) 
Bron: ANREV, 2014, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance 
Totaal rendement (l) Gross Asset Value (r) 
16 
14 
12 
10 
8 
6 
4 
2 
0 
-2 
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 
2010 2011 2012 2013 2014 
% 
x miljard USD 
4,5 
4,0 
3,5 
3,0 
2,5 
2,0 
1,5 
1,0 
0,5 
0,0 
Beleggen in internationaal vastgoed 35/44
groeiverwachtingen een allocatie naar de Chinese 
beleggingsmarkt voor vastgoed legitimeren. En 
hoewel ook de beleggingsmarkt zich komende 
jaren naar verwachting sterk zal ontwikkelen, 
blijft een voorzichtige benadering op zijn plaats 
vanwege de relatief hoge risico’s. 
In verband met de beperkingen op direct 
eigendom door buitenlandse partijen zijn de 
mogelijkheden voor directe beleggingen zeer 
beperkt. Indirecte beleggingen bieden meer 
mogelijkheden, maar de regelgeving verschilt 
sterk afhankelijk van of het binnen- of buiten-landse 
36/44 
vastgoedfondsen betreft. Voor de binnen-landse 
fondsen geldt echter dat zaken zoals 
governance, fondsvoorwaarden en beheer nog 
niet op het niveau van buitenlandse fondsen 
liggen. Naar verwachting zal het aanbod van 
fondsen de komende jaren wel sterk toenemen 
naarmate de Chinese beleggingsmarkt zich 
verder ontwikkelt. Gezien de toenemende regule-ring 
van de woning- en hypotheekmarkt, worden 
de beste vooruitzichten voorzien voor commerci-eel 
vastgoed zoals kantoren, winkels en logistiek. 
Ten slotte wordt men geadviseerd om zich vooral 
te richten op fondsen die actief zijn in de Tier 
I- en II-markten, vanwege de toekomstige gebrui-kersvraag 
en het beperkte aanbod aan concurre-rend 
vastgoed. Voor opportunistische strategie 
kan men eveneens samenwerking zoeken met 
Chinese projectontwikkelaars 
Beijing
2.5 De Australische vastgoedmarkt 
Gezien de relatief hoge groei van de economie en 
de bevolking biedt de Australische vastgoedmarkt 
op lange termijn een aantrekkelijk beleggingsper-spectief. 
Door de hoge mate van transparantie en 
goed ontwikkelde beleggingsmarkten is het land 
bovendien zeer toegankelijk voor buitenlandse 
beleggers. Mede daarom is er een grote instroom 
van buitenlands kapitaal, ondanks het onzekere 
herstel van de gebruikersmarkten. In Australië 
zijn er aantrekkelijke directe rendementen te 
behalen, al is het aanbod van geschikte beleg-gingen 
schaars geworden. Gezien het belang van 
lokale marktkennis, voldoende portefeuillesprei-ding 
en een slagvaardige managementorganisatie 
ligt het voor de hand om op indirecte wijze 
exposure te zoeken middels participaties in een of 
meerdere fondsen uit het brede aanbod van 
Australische niet-beursgenoteerde REITs. 
Focus in beleggingsstrategie 
• Winkels 
--Dominante winkelcentra in een 
verzorgingsgebied met voldoende - en bij 
voorkeur groeiend - draagvlak 
--Minimaal twee ‘trekkers’ in de vorm van 
supermarkten en/of aangevuld met een 
department store 
--Goede bereikbaarheid en 
parkeervoorzieningen 
• Logistiek vastgoed 
--Gelegen op strategische locaties in de 
belangrijkste economische regio’s 
--Langjarig verhuurd 
--Moderne, hoogwaardige objecten 
• Algemeen 
--Beleggingen via lokale fondsen 
Outlook 
2015 2016 
Waarde­groei 
Prime kantoren + =/+ 
(Sub)regionale winkelcentra + =/+ 
Logistiek vastgoed + + 
Huur­niveaus 
Prime kantoren =/- = 
(Sub)regionale winkelcentra = =/+ 
Logistiek vastgoed = =/+ 
Legenda 
+ verwachte stijging 
=/+ stabiel tot lichte stijging 
= stabiel 
=/- stabiel tot lichte daling 
- verwachte daling 
SWOT-analyse Nederlandse markt voor beleggen in woninghypotheken 
Strengths Weaknesses 
Sterke concentratie van de bevolking en economische 
activiteiten in een aantal stedelijke regio’s 
Eenzijdige export van grondstoffen en grote afhankelijkheid 
van China en Japan 
Sterke economische groei stimuleert gebruikersvraag Aanzienlijke leegstand in de kantorenmarkt 
Lage staatsschuld maakt economie weerbaar voor (externe) 
schokken 
Verhuurmarkt voor winkels wordt deels gedomineerd door 
supermarktketens Coles en Woolworths 
Zeer transparante en goed ontwikkelde beleggingsmarkt met 
een hoge liquiditeit 
Opportunities Threats 
Sterke groei van stedelijk verzorgingsgebied door groei van 
bevolking en consumptie 
Aangekondigde lastenverzwaringen en hoge financieringslast 
huishoudens beperken consumptiegroei 
Mogelijk aantrekkende export door diversificatie en verdere 
verzwakking van de AUD 
Mogelijk beperkte uitbreidingsvraag kantoren door 
afzwakkende werkgelegenheidsgroei 
Lagere hypotheeklasten en meer ruimte voor vrije bestedingen 
door renteverlaging 
Groot aandeel hypotheekfinancieringen met variabele rente 
Verdere renteverlagingen bieden mogelijk ruimte voor verdere 
yieldcompressie en indexatie 
Betaalbaarheid buitenlandse schulden verslechtert bij verdere 
daling van de dollarkoers (AUD) 
Beleggen in internationaal vastgoed 37/44
Structurele veranderingen 
Australië behoort qua oppervlakte tot de grootste 
landen ter wereld, maar kent met 22,4 miljoen 
inwoners (2014) een relatief beperkte populatie. 
Met een urbanisatiegraad van 90% behoort 
Australië tot de meest verstedelijkte landen ter 
wereld, zodat het overgrote deel van de economi-sche 
activiteiten zich concentreert in een beperkt 
aantal stedelijke regio’s. De stedelijke gebieden 
nemen komende decennia in omvang verder toe, 
gezien de jaarlijkse bevolkingsgroei van circa 1% 
die voortkomt uit een geboorte- en migratieover-schot. 
Daarmee is Australië qua inwonertal een 
van de snelst groeiende westerse landen, nog voor 
de VS en ruim voor de meeste Europese landen. 
Mede door de opkomst van de Aziatische econo-mieën 
liet de Australische economie langere tijd 
een hoge groei zien. Zelfs in 2009, toen alle grote 
economieën een sterke krimp vertoonden, 
groeide de Australische economie nog altijd met 
1,5% aantrekkend tot 3,6% in 2012. Toch zijn in de 
jaren na de crisis de overheidstekorten aanzienlijk 
opgelopen tot jaarlijks meer dan 3% sinds 2009. 
Hierdoor nam de overheidsschuld in een paar jaar 
snel toe van 18% tot 31% van het bruto binnen-lands 
product, wat toch nog altijd relatief laag is. 
Door een combinatie van overheidsbezuinigingen 
en lastenverzwaringen wil de nieuwe coalitie het 
tekort terugdringen, al zal de begroting naar 
verwachting niet voor 2020 in evenwicht komen. 
Conjuncturele ontwikkelingen 
Voor de komende jaren wordt gerekend op een 
economische groei van circa 3%, maar die zal op 
langere termijn naar verwachting afzwakken 
richting 2%. Langere tijd was de aanhoudende 
groei van de investeringen een belangrijke driver 
voor de economische groei. Nu deze investe-ringsgroei 
38/44 
afzwakt, is de economische groei 
afhankelijker geworden van andere sectoren. 
Door de geïsoleerde ligging en beperkte thuis-markt 
zijn de kansen voor de industriële productie­sector 
in Australië echter beperkt. Voor de 
economische groei is Australië dan ook steeds 
meer afhankelijk van de binnenlandse beste­dingen 
en export. Die export is echter eenzijdig 
(grondstoffen) en met een gezamenlijk aandeel 
van China en Japan van 50% weinig gediversifieerd. 
Dit maakt de export gevoelig voor externe 
schokken zoals de recente groeivertraging van de 
Chinese economie en de wereldwijde daling van 
de grondstofprijzen. Middels renteverlagingen 
slaagt de Australische Centrale Bank (RBA) erin 
de koers van de AUD te verzwakken en export te 
stimuleren. Mogelijk volgen op korte termijn 
verdere renteverlagingen om de economische 
groei te stimuleren. Maar dit is afhankelijk van de 
oplopende inflatie, die - mede door duurdere 
importen - medio 2014 circa 3% bedraagt en zich 
daarmee aan de bovenzijde van de beleidsdoel-stelling 
bevindt. 
Belangrijk voor de economische groei is de 
consumptie, die naar verwachting met circa 3% 
per jaar groeit, maar waarvoor de verwachtingen 
voor 2014 en 2015 langzaam maar zeker zijn 
verslechterd. Een lage werkgelegenheidsgroei en 
een laag consumentenvertrouwen zetten een rem 
op de consumptie. Ook daalde het reële inkomen 
begin 2014 door een achterblijvende loonstijging 
ten opzichte van de oplopende inflatie en lasten-verzwaringen. 
Daarnaast kennen huishoudens, 
voornamelijk door oplopende hypotheekschul-den, 
gemiddeld genomen hoge financiële 
verplichtingen tot 120% van het GDP. Voor het 
overgrote deel betreft het hypotheken met een 
variabele rente. Hoewel deze rentegevoeligheid 
een risico vormt, geeft het de RBA ook een 
middel om via renteverlagingen de huizenmarkt 
en de particuliere consumptie te stimuleren. 
Sinds 2013 neemt het aantal bouwvergunningen 
voor nieuwbouwwoningen inderdaad toe, maar 
het is onzeker hoe lang dit effect aanhoudt en in 
hoeverre de woningmarkt de binnenlandse 
bestedingen een impuls zullen geven. 
Vastgoedmarkten 
Door de sterke verstedelijking concentreren de 
gebruikersmarkten voor institutioneel vastgoed 
zich grotendeels in de regio’s Sydney, Melbourne, 
Brisbane, Perth en Adelaide. Mede door de grote 
afstanden kennen deze gebruikersmarkten een 
eigen profiel en dynamiek. Zo zijn de economi-sche 
activiteiten in Brisbane en Perth grotendeels 
afhankelijk van de grondstoffensector, terwijl 
Sydney en Melbourne zich relatief meer op (half) 
fabricaten en dienstverlening richten.
Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed
Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed
Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed
Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed
Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed
Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed

More Related Content

What's hot

Nieuwsbrief Februari 2010
Nieuwsbrief Februari 2010Nieuwsbrief Februari 2010
Nieuwsbrief Februari 2010rjon
 
Visie op sectoren 2013 transport en logistiek
Visie op sectoren 2013 transport en logistiekVisie op sectoren 2013 transport en logistiek
Visie op sectoren 2013 transport en logistiekABN AMRO
 
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011ABN AMRO
 
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012hpvwersch
 
Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011ABN AMRO
 
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012NinoRampone
 
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoeten
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoetenBeleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoeten
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoetenKBC Economics
 
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarischVisie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarischABN AMRO
 
Abn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 mediaAbn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 mediaMarketingfacts
 
Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012ABN AMRO
 
Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011ABN AMRO
 

What's hot (20)

Nieuwsbrief Februari 2010
Nieuwsbrief Februari 2010Nieuwsbrief Februari 2010
Nieuwsbrief Februari 2010
 
Visie op sectoren 2013 transport en logistiek
Visie op sectoren 2013 transport en logistiekVisie op sectoren 2013 transport en logistiek
Visie op sectoren 2013 transport en logistiek
 
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
 
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
 
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
 
Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011
 
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
 
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
 
Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011
 
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
 
Presentatie herwin loman
Presentatie herwin lomanPresentatie herwin loman
Presentatie herwin loman
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
 
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
 
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoeten
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoetenBeleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoeten
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoeten
 
Conjunctuur (1)
Conjunctuur (1)Conjunctuur (1)
Conjunctuur (1)
 
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarischVisie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
 
Abn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 mediaAbn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 media
 
Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012
 
Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012
 
Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011
 

Similar to Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed

ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013ABN AMRO
 
ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017
ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017
ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017Dik Wegen
 
Wereld Fonds +18.56%
Wereld Fonds +18.56%Wereld Fonds +18.56%
Wereld Fonds +18.56%Boerron
 
Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?hpvwersch
 
Presentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMRO
Presentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMROPresentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMRO
Presentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMROABN AMRO MeesPierson
 
Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011gvdhorst
 
Vkw outlook 2013 25 oktober 2012
Vkw outlook 2013   25 oktober 2012Vkw outlook 2013   25 oktober 2012
Vkw outlook 2013 25 oktober 2012ETION
 
Presentatie Optimix over Beleggingsvisie & Kansen
Presentatie Optimix over Beleggingsvisie & KansenPresentatie Optimix over Beleggingsvisie & Kansen
Presentatie Optimix over Beleggingsvisie & KansenGearsit Netwerk
 
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarktWoningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarktLiesbeth Vranckaert
 
Macro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim Leadershipevent
Macro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim LeadershipeventMacro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim Leadershipevent
Macro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim LeadershipeventSIM Belgium
 
Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord
Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord
Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord RaboGN
 
Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking
Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking
Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking KBCBankEnVerzekering
 
Vkw outlook 2013 06 november 2012
Vkw outlook 2013   06 november 2012Vkw outlook 2013   06 november 2012
Vkw outlook 2013 06 november 2012ETION
 
Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012ABN AMRO
 
Presentatie Wim Boonstra
Presentatie Wim BoonstraPresentatie Wim Boonstra
Presentatie Wim BoonstraRaboEnschede
 
De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014
De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014
De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014Jongsocialisten België
 
150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...
150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...
150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...Flevum
 
Geert Gielens (Belfius) #cfoconferenz
Geert Gielens (Belfius) #cfoconferenzGeert Gielens (Belfius) #cfoconferenz
Geert Gielens (Belfius) #cfoconferenzFDMagazine
 

Similar to Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed (20)

ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013
 
ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017
ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017
ING Markten in Beweging, update 5 mei 2017
 
Wereld Fonds +18.56%
Wereld Fonds +18.56%Wereld Fonds +18.56%
Wereld Fonds +18.56%
 
Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?
 
Presentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMRO
Presentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMROPresentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMRO
Presentatie Han de Jong, Chief Economist ABN AMRO
 
Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011
 
Vkw outlook 2013 25 oktober 2012
Vkw outlook 2013   25 oktober 2012Vkw outlook 2013   25 oktober 2012
Vkw outlook 2013 25 oktober 2012
 
Presentatie Optimix over Beleggingsvisie & Kansen
Presentatie Optimix over Beleggingsvisie & KansenPresentatie Optimix over Beleggingsvisie & Kansen
Presentatie Optimix over Beleggingsvisie & Kansen
 
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarktWoningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
Woningen Blavier - Trendrapport woningmarkt
 
Macro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim Leadershipevent
Macro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim LeadershipeventMacro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim Leadershipevent
Macro economisch landschap voor groeibedrijven- Sim Leadershipevent
 
China
ChinaChina
China
 
Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord
Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord
Prinsjesdag Rabobank Graafschap-Noord
 
Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking
Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking
Wat te verwachten van 2016 - Koen Crabbé, aandelenstrateeg Private Banking
 
Vkw outlook 2013 06 november 2012
Vkw outlook 2013   06 november 2012Vkw outlook 2013   06 november 2012
Vkw outlook 2013 06 november 2012
 
Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012
 
Presentatie Wim Boonstra
Presentatie Wim BoonstraPresentatie Wim Boonstra
Presentatie Wim Boonstra
 
Rolandvd brinkartikel def
Rolandvd brinkartikel defRolandvd brinkartikel def
Rolandvd brinkartikel def
 
De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014
De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014
De geheimen van Piketty - politieke vorming 30 januari 2014
 
150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...
150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...
150512 | Industrie & Energie | Is Saudi Arabia still ruling the OPEC? | Prese...
 
Geert Gielens (Belfius) #cfoconferenz
Geert Gielens (Belfius) #cfoconferenzGeert Gielens (Belfius) #cfoconferenz
Geert Gielens (Belfius) #cfoconferenz
 

More from Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Presentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Presentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & FinancePresentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Presentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & FinanceSyntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...
Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...
Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...Syntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Presentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&F
Presentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&FPresentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&F
Presentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&FSyntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...
Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...
Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...Syntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...
Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...
Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...Syntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013
Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013
Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013Syntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Presentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst Vastgoed
Presentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst VastgoedPresentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst Vastgoed
Presentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst VastgoedSyntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012
Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012
Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012Syntrus Achmea Real Estate & Finance
 

More from Syntrus Achmea Real Estate & Finance (14)

Presentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Presentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & FinancePresentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Presentatie Bruno de Haas voor Syntrus Achmea Real Estate & Finance
 
Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...
Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...
Presentatie Peter Boelhouwer, TU Delft, voor Syntrus Achmea Real Estate & Fin...
 
Presentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&F
Presentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&FPresentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&F
Presentatie Lunch & Learn Hypotheken 17 september 2015 Syntrus Achmea RE&F
 
Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...
Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...
Presentatie lunch & learn, herstel europa, perspectief voor vastgoed, 1 septe...
 
Outlook 2015 2016 - beleggen in Nederlands vastgoed & hypotheken
Outlook 2015 2016 - beleggen in Nederlands vastgoed & hypothekenOutlook 2015 2016 - beleggen in Nederlands vastgoed & hypotheken
Outlook 2015 2016 - beleggen in Nederlands vastgoed & hypotheken
 
Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...
Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...
Presentatie Henk Jagersma highlights beleggingsvisie Outlook 2015 - 2016 tijd...
 
Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013
Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013
Boris van der gijp syntrus achmea van trends naar innovatie juni 2013
 
Presentatie Peter Appeljan voor Amsterdam Vastgoed 04 04 2013
Presentatie Peter Appeljan voor Amsterdam Vastgoed 04 04 2013Presentatie Peter Appeljan voor Amsterdam Vastgoed 04 04 2013
Presentatie Peter Appeljan voor Amsterdam Vastgoed 04 04 2013
 
Presentatie SAN 2012 wikistedia
Presentatie SAN 2012 wikistediaPresentatie SAN 2012 wikistedia
Presentatie SAN 2012 wikistedia
 
Presentatie renè vierkant ipd over duurzaam winkelvastgoed
Presentatie renè vierkant ipd over duurzaam winkelvastgoed Presentatie renè vierkant ipd over duurzaam winkelvastgoed
Presentatie renè vierkant ipd over duurzaam winkelvastgoed
 
Presentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst Vastgoed
Presentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst VastgoedPresentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst Vastgoed
Presentatie EIB Taco van Hoek voor Syntrus Achmea Themabijeenkomst Vastgoed
 
Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012
Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012
Transformatie als status quo henk jagersma op themabijeenkomst vastgoed 2012
 
Henk jagersma 24052012 transactieregister ivbn
Henk jagersma 24052012 transactieregister ivbnHenk jagersma 24052012 transactieregister ivbn
Henk jagersma 24052012 transactieregister ivbn
 
De kracht van de stad
De kracht van de stadDe kracht van de stad
De kracht van de stad
 

Outlook 2015 2016 - Beleggen in internationaal vastgoed

  • 1. Outlook 2015 - 2016 Beleggen in internationaal vastgoed
  • 2.
  • 3. Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 1 Outlook internationaal: Economie en vastgoed 5 2 Trends in vastgoedbeleggingen 11 2.1 De Duitse winkel- en woningmarkt 14 2.2 De Franse winkelmarkt 19 2.3 De Amerikaanse vastgoedmarkt 25 2.4 De Chinese vastgoedmarkt 31 2.5 De Australische vastgoedmarkt 37 Beleggen in internationaal vastgoed 03/44
  • 5. 1 Outlook internationaal: Economie en vastgoed In deze Outlook onderzoeken we de verschillende vastgoedmarkten. Al die vastgoedmarkten bewegen ten opzichte van elkaar en in de context van de wereldwijde economie. In dit hoofdstuk gaan we in op de economische verschillen tussen de continenten en de betekenis hiervan voor de performance van vastgoed. Daarbij schetsen we kort de belangrijkste internationale risico’s die een impact op de economie en daarmee de vastgoedmarkten kunnen hebben. Generiek beeld In het voorjaar van 2010 schreven we dat het herstel na de Grote Financiële Crisis langzaam zou verlopen en wel tot 2016 zou kon duren. Inmiddels zijn we in de eindfase van dat langzame herstel beland. Ontwikkelde econo-mieën zijn goed op weg met de afbouw van schulden. De balanspositie van huishoudens en bedrijven is veel sterker geworden en de belas-tingverhogingen van overheden lijken te zijn ‘verteerd’. Weliswaar is het tempo van hervormin-gen niet overal gelijk en zijn niet alle economieën even ver gevorderd, maar de trends laten overal hetzelfde beeld zien: de economische groei versnelt, de consumptieve bestedingen en de investeringen door bedrijven trekken aan en overheden kunnen de fiscale teugels de komende jaren wat laten vieren. Wel gaat het herstel na de crisis langzamer dan in economische modellen wordt voorspeld. Naarmate de wereldeconomie robuuster en stabieler wordt en geopolitieke spanningen beheersbaar blijven, zullen de economische risico’s verder afnemen. De groei wordt steeds stabieler. Belangrijk daarbij is dat dankzij het zeer ruime monetaire beleid van onder andere de FED, de Bank of England en recent ook de Bank of Japan, de lange rente nu op een historisch laag niveau is beland. Het beëindigen van dit ruime monetaire beleid zal de komende jaren onvermijdelijk tot rentestij-gingen leiden, maar men zal er op inzetten om dit geleidelijk te laten verlopen, om aldus het economische herstel niet te belemmeren. Door de vastgoedappetite van beleggers die door de lage rente op zoek zijn naar alternatieve beleg-gingsmogelijkheden en door het aanhoudende economisch herstel zal de daling van de risicopremie op vastgoed naar verwachting hoger uitvallen dan de geleidelijke stijging van de lange rente. Ondanks de op termijn verwachte hogere rente zullen yields dus toch een dalende tendens te zien geven. Vooral in landen waar de risicopremie hoog is opgelopen en het herstel krachtiger zal zijn, zoals in Nederland, maar ook in de landen in Zuid-Europa, ontstaat daarmee ruimte voor opwaarderingen. Dat het herstel in de Eurozone achterloopt op de Verenigde Staten (VS) en het Verenigd Koninkrijk (VK) betekent dat de opwaarderingen voor vastgoed in de VS en het VK al voor een deel zijn gematerialiseerd. Onze verwachting is dat opwaarderingen in de Eurozone nog grotendeels moeten beginnen en vooral in Nederland en Zuid-Europa hoog kunnen zijn. Deze verwachting wordt gestaafd door de internationale kapitaalstromen die we nu naar deze markten zien vloeien. Regionale verschillen tussen de VS, Europa en Azië De economische blokken in de wereld verschillen onderling in demografische en economische dynamiek. Het spreiden van beleggingen over deze blokken levert daarom diversificatievoordelen op. De verschillen zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op verschillen in demografische dynamiek en in het tempo van de urbanisatie. Op de achter­grond speelt nog de aanpassing aan nieuwe technologieën: waar die in ontwikkelde markten geleidelijk verloopt, wordt oude techniek in opkomende markten gewoon overgeslagen en worden nieuwe technologieën in één klap ingevoerd. Azië Pacific 2014 2015 2016 2017 GDP 4,30% 4,40% 4,65% 4,80% CPI 3,85% 3,65% 3,60% 3,60% N-Amerika 2014 2015 2016 2017 GDP 1,60% 3,10% 3,25% 3,20% CPI 2,05% 2,35% 2,40% 2,25% Europa 2014 2015 2016 2017 GDP 1,55% 1,90% 2,05% 2,10% CPI 1,50% 2,05% 2,25% 2,25% Bron: Oxford Economics Beleggen in internationaal vastgoed 05/44
  • 6. De komende jaren laat Azië-Pacific de meeste dynamiek zien met de hoogste groei, maar ook met de hoogste volatiliteit. Noord-Amerika en de andere Angelsaksische landen in Europa en Azië nemen een tussenpositie in. Europa kent de komende jaren de laagste groeicijfers, maar is wel een ontwikkelde, stabiele regio. Azië-Pacific Ondanks de kleine hapering in de economie begin dit jaar zal Azië-Pacific de hoogste groei laten zien van alle regio’s, vooral in de emerging markets. De aanjagers voor deze groei blijven de demografische ontwikkeling, de voortgaande urbanisatie en de technologische ontwikkelingen. 06/44 Het risico op een harde landing van de Chinese economie neemt af nu de overheid een evenwichtig beleid voert om de binnenlandse schuldenberg onder controle te krijgen en de binnenlandse consumptie als nieuwe groeimotor verder te stimuleren (in plaats van export). Dat beleid helpt de Chinese economie naar een wat minder hoge, maar wel stabielere groei. Vastgoedmarkten zullen hiervan extra profiteren; enerzijds door de sterke groei van de binnenlandse consumptie, anderzijds door de toegenomen stabiliteit, waardoor de risico’s afnemen. Japan en Korea blijven qua economische groeicijfers ver achter bij rest van Azië, maar hebben wel stabiele vastgoedmarkten. Dat geldt eveneens voor Australië, alleen zijn de economische vooruitzichten daar veel rooskleuriger. Ook hier vormen de afwijkende demografie en de hoge graad van urbanisatie een belangrijke verklaring voor de verschillen met de opkomende markten van Azië. VS en VK Dankzij het zeer ruime monetaire beleid (quanti-tative easing) hebben beide landen de Grote Financiële Crisis inmiddels goeddeels achter zich gelaten. Zij laten weer gezonde groeicijfers zien. Het ruime monetaire beleid wordt naar verwach-ting de komende tijd echter afgebouwd en binnen afzienbare tijd zullen de centrale banken de rente moeten gaan verhogen. Dat gebeurt in het VK misschien al dit najaar en in de VS waarschijnlijk begin 2015. Vooral de woningmarkten China 2014 2015 2016 2017 Private consumption 8,4% 8,1% 8,2% 8,7% Fixed investments 6,9% 6,6% 6,9% 6,5% Government 7,2% 7,3% 7,3% 7,2% consumption Domestic Demand 7,0% 7,3% 7,5% 7,5% Exports 5,9% 8,0% 7,5% 7,2% Imports 6,0% 8,8% 8,3% 8,2% GDP 7,4% 7,0% 7,1% 7,1% CPI 2,3% 2,5% 2,7% 3,0% Long-term interest rates Employment 0,3% 0,4% 0,6% 0,6% Bron: Oxford Economics Japan 2014 2015 2016 2017 Private consumption 0,3% -0,2% 0,5% 1,4% Fixed investments 4,5% -0,7% 0,1% 1,0% Government 1,8% 1,3% -0,7% 0,1% consumption Domestic Demand 1,1% 0,5% 0,8% 1,2% Exports 6,3% 4,9% 4,5% 4,1% Imports 6,8% 2,4% 2,9% 3,8% GDP 1,1% 1,0% 1,1% 1,3% CPI 2,5% 1,2% 1,3% 0,7% Long-term interest rates 0,6% 0,6% 1,1% 1,8% Employment 0,4% -0,5% -0,8% -0,7% Bron: Oxford Economics Australië 2014 2015 2016 2017 Private consumption 2,8% 3,3% 3,0% 2,5% Fixed investments 3,6% 4,5% 6,0% 3,4% Government 1,3% 1,4% 1,4% 1,4% consumption Domestic Demand 2,5% 3,0% 3,7% 2,5% Exports 2,5% 4,3% 5,1% 4,9% Imports 4,9% 6,8% 6,9% 5,5% GDP 1,5% 2,0% 3,0% 2,3% CPI -0,1% 1,3% 2,9% 2,8% Long-term interest rates 2,10% 3,00% 3,60% 4,10% Employment 1,0% 1,4% 1,3% 1,1% Bron: Oxford Economics
  • 7. Europa kent de laagste groeicijfers, maar is wel een ontwikkelde, stabiele regio VS 2014 2015 2016 2017 Private consumption 2,1% 2,9% 3,0% 2,9% Fixed investments 2,2% 5,6% 5,7% 5,3% Government -0,2% 1,1% 1,1% 0,9% consumption Exports 3,2% 5,6% 5,2% 5,5% Imports 3,3% 4,7% 4,7% 4,6% GDP 1,5% 3,1% 3,3% 3,2% CPI 1,9% 2,2% 2,3% 2,2% Long-term interest rates 2,75% 3,25% 3,85% 4,45% Employment 1,7% 2,0% 1,2% 0,7% Bron: Oxford Economics VK 2014 2015 2016 2017 Private consumption 2,8% 2,2% 2,2% 2,5% Fixed investments 8,6% 6,5% 6,5% 6,0% Government 0,5% -0,3% -0,9% -1,5% consumption Exports 1,3% 4,6% 5,9% 6,2% Imports 0,0% 3,9% 4,9% 5,1% GDP 3,1% 2,6% 2,5% 2,6% CPI 1,6% 1,6% 1,8% 1,9% Long-term interest rates 2,90% 3,20% 3,60% 4,10% Employment 2,6% 0,8% 0,8% 0,8% Bron: Oxford Economics van beide landen hebben geprofiteerd van het herstel, met zeker in de sterkste regio’s van het VK wel zeer sterke prijsstijgingen als gevolg. Europa in Europa zijn de verschillen tussen Eurozone en niet-Eurozone aanzienlijk. Weliswaar wint het economische herstel in de Eurozone aan momentum. Desondanks blijft de Eurozone de komende jaren achter bij Azië, de Angelsaksische landen en de niet-Eurolanden. Naast economi-sche aanpassingen moesten in de Eurozone namelijk hoogstnoodzakelijke politieke hervor-mingen in het weefsel van de Euro zelf worden doorgevoerd. Anders dan in de Angelsaksische wereld en de niet-Eurolanden, was de ruimte voor een extreem ruimhartig monetair beleid daardoor beperkt. De nadruk in de economische aanpassingen lag vooral op maatregelen die zich op de korte termijn lieten realiseren, zoals lasten-verzwaringen voor burgers en bedrijven en de sanering van overheidsuitgaven. Gezien de demografische ontwikkelingen, is een lage economische groei voor de Eurozone overigens minder erg dan het lijkt. Duitsland fungeert nog altijd als economische trekker van de Eurozone. Dat is te danken aan de ingrijpende structuurhervormingen die aan het einde van de vorige eeuw zijn doorgevoerd. Voor de vastgoedmarkten is dat goed nieuws. Twee andere zwaargewichten in de Eurozone, Frankrijk en Italië, worstelen met het doorvoeren van structurele hervormingen, maar zullen naar € zone 2014 2015 2016 2017 Private consumption 0,6% 1,4% 1,4% 1,5% Fixed investments 1,5% 2,4% 2,5% 2,5% Governement 0,2% 0,3% 0,5% 0,6% consumption Exports 3,3% 4,0% 4,2% 4,1% Imports 3,3% 3,9% 4,1% 4,0% GDP 1,0% 1,5% 1,6% 1,7% CPI 0,7% 1,3% 1,5% 1,6% Long-term interest rates 2,30% 2,45% 2,70% 3,25% Employment 0,2% 0,4% 0,5% 0,5% Bron: Oxford Economics niet-€ landen 2014 2015 2016 2017 Private consumption 2,4% 2,4% 2,4% 2,4% Fixed investments 6,2% 5,1% 5,3% 4,5% Government 0,9% 0,6% 0,4% 0,2% consumption Exports 2,7% 4,5% 5,3% 5,2% Imports 2,2% 5,0% 5,3% 4,9% GDP 2,5% 2,4% 2,6% 2,5% CPI 1,0% 1,6% 2,1% 2,1% Long-term interest rates 2,57% 2,82% 3,26% 3,80% Employment 1,7% 0,6% 0,7% 0,7% Bron: Oxford Economics Beleggen in internationaal vastgoed 07/44
  • 8. verwachting de komende jaren met meer of minder zachte drang van de andere Eurodeelnemers het pad van hervormingen worden opgeduwd. In het vierde grote Euroland, Spanje, lijken genomen herstelmaatregelen inmiddels vruchten af te werpen. Deflatie blijft in de Eurozone op de loer liggen, met name wanneer het economisch herstel tegenvalt. Wel neemt de kans op deflatie af door het beleid van de ECB, maar daar staan de oplopende spanningen met Rusland tegenover. Het opvoeren van sancties over en weer gaat onvermijdelijk ten koste van economische groei in Europa en brengt het risico van deflatie voor de Eurozone dichterbij. Dat zal het herstel van de vastgoedmarkten in de hele Eurozone raken. Europa buiten de Eurozone (exclusief de voorma-lige Sovjetrepublieken en de Balkan) doet het de komende jaren veel beter dan de Eurozone en ligt qua economie meer in lijn met de VS en het VK. Dat hangt voor een deel samen met de grotere demografische dynamiek in de rest van Europa. Voor vastgoedbeleggingen zorgt de niet-Eurozone daardoor voor aantrekkelijke spreidingsvoordelen, maar die worden voor een belangrijk deel weer teniet gedaan door extra valutarisico’s. Daarnaast zal de stijging van de lange rente er sneller en steiler verlopen dan in de Eurozone, wat de ruimte voor opwaarderingen verkleint. Hoe doet NL het in vergelijking met Europa? Ook de komende jaren presteert de Nederlandse economie onder het gemiddelde van de Eurozone. Wel wordt de afstand kleiner, dankzij de politieke eensgezindheid over de structurele hervormingen en de snelheid van uitvoeren ervan. De lange rente is inmiddels op een niveau beland dat sinds de oprichting van de Amsterdamsche Wisselbank in 1609 nooit is geregistreerd. Dat maakt de ruimte voor opwaar-deringen 08/44 in vastgoed de komende jaren groter. Netherlands 2014 2015 2016 2017 Private consumption -0,3% 0,5% 0,8% 1,2% Fixed investments 3,6% 2,0% 2,1% 2,0% Governement consumption -0,1% -0,3% - 0,3% Domestic Demand 0,5% 0,6% 0,7% 1,2% Exports 3,0% 3,6% 3,6% 3,2% Imports 3,5% 3,3% 3,3% 3,0% GDP 0,5% 1,1% 1,3% 1,6% CPI 1,1% 1,2% 1,3% 1,4% Long-term interest rates 1,80% 1,90% 2,20% 2,80% Employment -1,1% 0,9% 0,7% 0,3% Bron: Oxford Economics € zone 2014 2015 2016 2017 Private consumption 0,6% 1,4% 1,4% 1,5% Fixed investments 1,5% 2,4% 2,5% 2,5% Governement 0,2% 0,3% 0,5% 0,6% consumption Domestic Demand 0,8% 1,3% 1,4% 1,5% Exports 3,3% 4,0% 4,2% 4,1% Imports 3,3% 3,9% 4,1% 4,0% GDP 1,0% 1,5% 1,6% 1,7% CPI 0,7% 1,3% 1,5% 1,6% Long-term interest rates 2,30% 2,45% 2,70% 3,25% Employment 0,2% 0,4% 0,5% 0,5% Bron: Oxford Economics Wat zijn de risico’s voor de komende jaren? Tegenover de kans op opwaarderingen staan natuurlijk risico’s. Waar de meeste vastgoedmark-ten stabieler zijn geworden, zijn de risico’s daarbuiten wel manifest. De economische risico’s voor de komende jaren liggen in de lage rente, de kans op marktverstoringen bij het beëindigen van het extreem ruime monetaire beleid in de VS en het VK, de interne schuldfinanciering in China, de kans op deflatie in de Eurozone en de geopoli-tieke spanningen tussen Europa en Rusland.
  • 9. Risico: lage rente Door de lage rente gaan beleggers in de jacht op rendement op zoek naar alternatieven. Daardoor zijn de rendementen op risicovolle beleggingen op dit moment extreem laag. Niet voor niets heeft de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) in juli gewaarschuwd voor de negatieve effecten van een te lage prijs van risico. Dit effect laat zich goed illustreren aan de hand van de rendementen op obligaties van emerging markets (zie figuur 1). Ook vastgoedmarkten krijgen met deze twee kanten te maken. Enerzijds jaagt de zoektocht naar alternatieve beleggingen de investeringen in vastgoed aan, anderzijds kleven er risico’s aan. Wanneer de vraag naar vastgoedbeleggingen het beschikbare aanbod overtreft, dreigt een nieuwe ‘wall of money’ te ontstaan. Om aan de beleg-gersvraag te voldoen kan dat ertoe leiden dat er ook risicovolle projecten worden opgestart, die op termijn en in de reële economie onrendabel zijn. Door de jacht op rendement dreigen beleg-gingsrisico’s opnieuw te laag te worden ingeprijsd. Dit doet denken aan de situatie die direct voorafging aan de Grote Financiële Crisis. Risico: interne schuldenberg China Hoewel de economie van China in het tweede kwartaal van 2014 bijna weer ouderwets sterke groeicijfers liet zien, kan de interne financiering van de schuldenberg in China tot een harde Figuur 1 Spread versus rating obligaties emerging markets 2011-14 Bron: Oxford Economics 2012 Eind-2013 Juni-2013 Spread (in basispunten) 1400 1300 1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Eind-2011 Source: Fitch, Moody's S&P, Haver rating obligaties 18.00 17.00 16.00 15.00 14.00 13.00 12.00 11.00 10.00 9.00 8.00 7.00 6.00 5.00 4.00 3.00 2.00 1.00 AA- A+ A A- BBB+ CC+ BBB BBB- BB+ BB BB- B+ B B- CCC+ CCC AA CCC-Eind- Beleggen in internationaal vastgoed 09/44
  • 10. landing leiden van de Chinese economie. De kans op een Chinacrisis is door het economische herstel echter wel afgenomen. Daarbij lijkt de Chinese Centrale Bank, PBoC, voldoende instru-menten 10/44 te hebben om de problemen te beheersen. De directe gevolgen voor vastgoed liggen dan ook vooral binnen China zelf. De schuldenberg is namelijk mede het resultaat van overfinanciering in vastgoed en infrastructuur. Wanneer het tot een vastgoedcrisis komt, kan dit gevolgen hebben voor de Chinese en daarmee de wereldwijde economie. Een crisis zal de economi-sche groei wereldwijd beperken en de instabiliteit verhogen. Dat zal vervolgens negatief uitwerken op vastgoedmarkten wereldwijd. Risico: beëindigen quantitative easing Het beëindigen van het ruime monetaire beleid (quantitative easing) in de VS en het VK kan leiden tot een plotseling einde aan de zoektocht naar meer avontuurlijke rendementen en een uitstroom van geïnvesteerd vermogen uit de opkomende economieën. Dat gebeurde namelijk vorig jaar bij de eerste aankondigingen hierover van de FED eveneens. Een klein jaar later is het risico afgenomen, nu de FED heeft aangekondigd de rente nog enige tijd laag te houden en verho-gingen in een gematigd tempo te laten plaatsvin-den (forward guidance). Naar het zich nu laat aanzien, zullen de financiële markten de beleids-wijzigingen zonder heftige reacties over zich heen laten komen. De gevolgen voor vastgoed zijn beperkt en eerder positief. Mits niet al te hoog gefinancierd, geldt vastgoed, dankzij het hoge directe rendement, niet als risicovol. Het afnemen van de zoektocht naar avontuurlijke rendementen kan zelfs positief uitpakken voor vastgoedmarkten. Dat vermindert immers de kans op een nieuwe ‘wall of money’ en daarmee de kans op een opstart van onrendabele vastgoedprojecten om maar aan de vraag naar vastgoed te kunnen voldoen. De vastgoedmarkt zou daarmee aan stabiliteit winnen. Risico: deflatie Eurozone Bij tegenvallers in het herstel van de economie in de Eurozone dreigt het gevaar van deflatie. Maar dit risico neemt af nu de ECB heeft aangekon-digd hiertegen op te treden. De ECB beschikt over de daartoe benodigde middelen, zoals het LTRO-programma, waarin banken voor langere tijd geld kunnen lenen. Doel daarvan is om leninguitzettingen in Eurozone te bevorderen, de economische groei te stimuleren en de kans op deflatie te verlagen. Daarnaast zal de Euro de komende tijd naar verwachting dalen ten opzichte van de USD en de GBP, omdat het economische herstel in de VS en het VK verder is gevorderd en de rente daar eerder zal stijgen. De daling van de Euro vergroot de concurrentie-kracht van de Eurozone en maakt tegelijkertijd de import duurder, waardoor de inflatie weer stijgt. Op zich heeft deflatie geen directe gevolgen voor vastgoed, maar wel de factor die deflatie triggert: tegenvallend economisch herstel. Dat zal met name in Europa de ruimte voor opwaarderingen drastisch inperken. Al met al wordt het risico op deflatie niet heel hoog meer ingeschat. Risico: geopolitieke spanningen De gebeurtenissen in Oekraïne leiden tot toene-mende geopolitieke spanningen tussen Europa en Rusland. Sancties over en weer gaan ten koste van economische groei. De Europese afhankelijk-heid van Russisch gas maakt de risico’s voor de economische stabiliteit in Centraal Europa groter. De geopolitieke risico’s nemen toe en zijn voorlopig niet van de baan; daarvoor zijn de spanningen tussen Rusland en Europa te structureel. De spanningen in de Arabische wereld kunnen effect hebben op de wereldwijde energievoorzie-ning en negatief uitpakken voor de groei van de wereldeconomie en de stabiliteit daarvan. Ook deze spanningen zullen negatief doorwerken op vastgoedmarkten.
  • 11. 2 Trends in vastgoedbeleggingen 2014 is het jaar van de terugkeer van beleggers naar Europese vastgoedmarkten. Dankzij de afwaarderingen in voorgaande jaren in combina-tie met de historisch lage rente zijn de risicopre-mies op vastgoed dan ook historisch hoog. Voeg daarbij het voorzichtig aantrekken van de economie in de Eurozone en de notie dat de lange rente weliswaar geleidelijk zal oplopen, maar naar historische maatstaven de komende jaren laag zal blijven. Er lijkt daarmee nu momentum te ontstaan om te investeren in Europees vastgoed en daarmee te profiteren van de sterk afgenomen vastgoedrisico’s. Onder vastgoedbeleggers lijkt het gevoel ontstaan te zijn dat 2014 het instapmoment is en dat kansen op de markt niet gemist mogen worden. Aan de verkoopkant staan veel beleggers die hun porte-feuilles in de afgelopen jaren nauwelijks met verkopen hebben kunnen bijsturen. Zij nemen nu de gelegenheid te baat en profiteren daarbij van het feit dat kopers steeds minder moeite hebben met het verkrijgen van financieringen. Dit alles resulteert in een snel toenemende dealflow. In de eerste helft van 2014 is er in Nederland alleen al meer vastgoed gekocht dan in heel 2013. Door de investeringsdruk die is ontstaan is het de verwachting dat de risicopremies ook op secon-daire markten een daling te zien zullen geven. Een nieuwe internationale ‘wall of money’ lijkt klaar te staan voor investeringen, wat onwillekeurig herinneringen oproept aan de marktsituatie die direct voorafging aan de Grote Financiële Crisis. Lessen uit de crisis De Grote Financiële Crisis heeft beleggers een aantal belangrijke lessen over vastgoed geleerd. Zo kunnen staartrisico´s echt pijn doen in de portefeuille. Om die reden wordt door veel beleggers de diversificatiestrategie voor vastgoed nog eens goed tegen het licht gehouden. Risicospreiding buiten de eigen thuismarkt is immers niet kosteloos en verloopt langs andere lijnen dan bij aandelen en obligaties. Vóór de crisis was de trend onmiskenbaar van direct naar indirect vastgoed, maar het op afstand plaatsen van vastgoed heeft ook nadelen. Toch heeft de crisis onmiskenbaar gezorgd voor een grotere behoefte aan controle op en zeggen-schap over de vastgoedstrategie, de vastgoedmanagers en de vastgoedbeleggingen. Het is nog te vroeg om daaraan de conclusie te verbinden dat de omzetting van direct naar indirect vastgoed tot het verleden gaat behoren. Maar voor die beweging is nu wel een reden aanwezig. Als vorm van zeggenschap zien we inmiddels dat de vastgoedstrategie aanzienlijk beter wordt aangesloten op de algehele porte-feuillestrategie. Datzelfde geldt voor het risk management. In lijn hiermee is ook het externe toezicht op het vastgoed geïntensifieerd. Een andere les van de crisis was dat vastgoed gedurende die crisis een veel betere performance te zien gaf dan aandelen. Ondanks stevige afwaarderingen wereldwijd hebben negatieve totaal rendementen zich dankzij hoge directe rendementen maar beperkt voorgedaan, op de erkende probleemlanden en de Angelsaksische landen na. Trends in de beleggingsstrategie Nu de crisis voorbij is, is het interessant om na te gaan wat het effect van de lessen uit de crisis op de vastgoedstrategie zijn. Bij een internationale vergelijking van de beleggingsstrategie van institutionele beleggers springt de afwijkende koers van Nederlandse pensioenfondsen in het oog. De verschillen hebben betrekking op veel aspecten van de strategie. De gemiddelde allocatie van Nederlandse pensioenfondsen naar vastgoed is hoog (9,1% tegen 5,4% wereldwijd), maar niet uitzonderlijk. Vergelijkbare allocaties worden gevonden bij pensioenfondsen in het Verenigd Koninkrijk, de Scandinavische landen, Duitsland en Zwitserland. De gemene deler voor hoge allocaties naar vastgoed lijkt een goedont-wikkelde pensioenindustrie te zijn, met gemiddeld grote pensioenfondsen. We zien in Nederland wel een sterke afwijking in de zeer lage allocatie naar de thuismarkt (18% tegen 56% gemiddeld voor Europese pensioen-fondsen en 53% wereldwijd). De omvang van de pensioensector in verhouding tot de kleine thuismarkt is hiervoor geen afdoende verklaring. Pensioenfondsen in vergelijkbare landen als Canada, de Scandinavische landen en Zwitserland hebben 60 tot 70% van de Beleggen in internationaal vastgoed 11/44
  • 12. Figuur 2 Beleggingen in de thuismarkt versus internationale beleggingen Bronnen: EU en NL: IPE European institutional RE Survey 2013, Wereld: IPD Asset owner RE Investment Process, 2014 Domestic other Europe Americas Asia other 18% 15% 20% 6% 4% 28% 17% Figuur 3 Vastgoedbeleggingen naar modus Bronnen: EU en NL: IPE European institutional RE Survey 2013, Wereld: IPD Asset owner RE Investment Process, 2014 core & core-plus value added opportunistic 12/44 77% 8% 89% 16% 10% 56% 53% 62% 21% 16% 17% 9% 14% 3% NL EU World 32% 5% 5% NL EU World Direct unlisted funds Fund of Funds listed funds 48% 39% 14% 68% 43% 10% 46% 17% 12% 1% 1% 1% NL EU World Figuur 4 Vastgoed naar beleggingsstijl Bron World: IPD, asset owner survey, cijfers ontleend aan fig.6, waarbij REITs & other zijn verdeeld als de rest van de portefeuille
  • 13. Pensioenfondsen in Nederland hebben opvallend weinig direct vastgoed vastgoedportefeuille in de thuismarkt belegd. Als reden voor dat hoge percentage wordt in die landen de gewenste dekking tegen de lokale inflatie opgegeven. Nederlandse pensioenfondsen vinden dat kennelijk minder belangrijk en hechten juist meer aan diversificatie en risicoreductie die met de internationale expansie wordt bereikt. Een opmerkelijke keuze. De diversificatie en risicore-ductie kan ook via internationale spreiding in staatsleningen en aandelen worden bereikt. Juist Nederlands vastgoed biedt via de geïndexeerde huurcontracten in het algemeen een mooie bescherming tegen de Nederlandse inflatie. Direct-indirect De verhouding direct-indirect vastgoed is een ander opmerkelijk verschil in strategie tussen Nederlandse en buitenlandse investeerders. Pensioenfondsen in Nederland hebben opvallend weinig direct vastgoed in vergelijking met Europese pensioenfondsen. Dat hangt voor een deel samen met de sterke internationale oriënta-tie in Nederland. Direct beleggen in het buiten-land is alleen weggelegd voor de grote pensioenfondsen, en dan nog in een beperkt aantal landen. Een groot deel van de internationale exposure wordt met indirect vastgoed ingevuld. Maar Nederlandse pensioenfondsen kiezen daarbij opvallend vaak voor beursgenoteerd vastgoed: tot 48% van de totale vastgoedporte-feuille tegen slechts 10% wereldwijd. In de rest van de wereld wordt juist opvallend vaak de voorkeur gegeven aan niet-genoteerde fondsen (46%). Als reden voor het hoge percentage beursgenoteerd vastgoed worden twee redenen genoemd: (1) de vergrijzing in Nederland en de liquiditeit in de beleggingen die daar bij past, (2) diversificatie: internationale spreiding draagt nu eenmaal bij tot verlaging van het risico in de portefeuille. Ook hier is de afwijkende strategie van Nederlandse pensioenfondsen opmerkelijk. Beursgenoteerd vastgoed heeft veel minder toegevoegde waarde voor de beleggingsporte-feuille in termen van rendement en risicoreductie dan direct unleveraged vastgoed (bron Ortec 2010). De keuze voor beursgenoteerd vastgoed staat bovendien haaks op de wens tot meer controle en zeggenschap die pensioenfondsen hebben. Algemeen wordt aangenomen dat grotere fondsen meer in direct vastgoed beleggen, dat zij dat vaker intern managen en dat zij meer interna-tionaal gespreid beleggen. Een wereldwijd onderzoek onder pensioenfondsen naar deze samenhang geeft evenwel geen uitsluitsel. Waarschijnlijk komt dat doordat de relatief grote Nederlandse pensioenfondsen een sterk afwij-kende koers varen en juist weinig direct beleggen en weinig intern managen. Het verband tussen omvang en kosten en omvang en performance is wel duidelijk aangetoond3 . Grotere fondsen hebben duidelijk lagere kosten, maar zijn kennelijk ook in staat beter vastgoed en betere externe managers te selecteren. Een andere belangrijke conclusie is dat de kosten toenemen met het aantal tussenliggende managementla-gen. Intern gemanaged direct vastgoed is qua kosten het meest gunstig en een extern gemana-gede portefeuille Fund of Funds het minst. Grote onafhankelijke vastgoedvermogensbeheerders combineren dus kostenvoordelen met betere rendementen en bieden pensioenfondsen het juiste evenwicht tussen uitbesteden en directe aansturing van de eigen vastgoedportefeuille. Qua stijl wijken Nederlandse pensioenfondsen niet veel af van wat internationaal gebruikelijk is. Waar buitenlandse portefeuilles in hun interna­tionale vastgoed vaker kiezen voor value added en opportunistic, kiezen Nederlandse pensioen-fondsen vaker voor core. 3 Andonov, A., N. Kok & P.Eichholtz, 2013, A global perspec-tive on pension fund investments in real estate, Journal op Portfolio Management special real estate edition, p.32-42 Beleggen in internationaal vastgoed 13/44
  • 14. 2.1 De Duitse winkel- en woningmarkt Focus in beleggingsstrategie De Duitse winkel- en woningmarkt bevinden zich voorlopig nog in de expansiefase. De bovengemid-delde inkomensgroei zorgt op de middellange termijn voor structureel hogere consumentenbe-stedingen 14/44 en hogere budgetten voor woonlasten. Daarbij neemt de tweedeling tussen groeiende en krimpende steden verder toe. De trek naar de stad is daarbij een steeds nadrukkelijker trend, waardoor nieuwbouwontwikkelingen zich steeds meer op binnenstedelijke locaties richten. In het algemeen kan worden gesteld dat de huidige prijsstijgingen worden ondersteund door sterke economische fundamenten. Er moet echter worden gewaakt voor investeringen in deelmarkten waar de prijsgroei voor mogelijke overwaarderingen zorgt. Totaalrendementen komen op de middellange termijn boven het langjarig gemiddelde uit, met name door een huurprijsgroei boven inflatie en positieve waardeontwikkeling. Outlook 2015 2016 Waardegroei winkels =/+ =/+ Huurniveau winkels + + Waardegroei appartementen + + Huurgroei appartementen + + • Focus op grootstedelijke agglomeraties met bovengemiddelde economische vooruitzichten • Delen van West- en Zuid-Duitsland en de regio’s Berlijn en Hamburg bieden meeste perspectief • Binnenstedelijke woning- en winkelprojecten zijn schaars en hoog geprijsd, maar ondervinden op lange termijn de hoogste waardeontwikkeling • Beste vooruitzichten voor winkels in middelgrote steden vanaf 250.000 inwoners en een selectie van steden tussen 100.000 en 250.000 inwoners • Voorzichtigheid geboden in het core prime segment in de top 5 steden • Appartementen gericht op kleinere huishoudens (60-80 m2) • Focus op binnenstedelijk winkelvastgoed waar bezettingsgraad aanloopstraten/ secundaire locaties hoog is Swot-analyse Duitse winkel- en woningmarkt Legenda + verwachte stijging =/+ stabiel tot lichte stijging = stabiel =/- stabiel tot lichte daling - verwachte daling Strengths Weaknesses Binnen Eurozone hoge en stabiele economische groei Lage aanvangsrendementen in het prime segment Uitgaven huishoudens groeien boven langjarig gemiddelde Core beleggingsproduct in grootste steden beperkt beschikbaar Financiële positie overheid en huishoudens sterk Economie leunt vooral op industriële productie Grote liquide vastgoedmarkt; beleggingsvolume neemt toe Lage leegstand, ook op secundaire locaties Hoog rendement per eenheid risico Opportunities Threats Trek naar stad houdt aan Deflatie en stagnerende groei in Eurozone Buiten top 5 steden toenemende beleggingsmogelijkheden Consumentenbestedingen blijven op middellange termijn toch achter Aantrekkingskracht Duitsland blijft onverminderd groot vanuit internationale retailers Immigratie beperkt bevolkingskrimp minder dan verwacht E-commerce versterkt de beste Duitse binnensteden Beperkende maatregelen huurverhogingen Regio’s en steden met slechte vooruitzichten en die er economisch niet meer toe doen
  • 15. Conjuncturele ontwikkelingen De Duitse economie heeft de afgelopen jaren als groeimotor gefungeerd binnen de Eurozone en dat zal op de middellange termijn zo blijven. De economische groei van Duitsland is sinds 2010 een stuk hoger dan die van de Eurozone en dit zal tot in ieder geval 2016 het geval zijn. Het eerste halfjaar van 2014 werd gekenmerkt door een flinke groei in de bouwsector, vooral vanwege de milde winter, en een verdere groei van de industriële productie en daarmee de export. Terwijl in de Eurozone de werkgelegen-heid de afgelopen jaren kromp, liet Duitsland een voortgaande groei zien. In 2014 komt de econo-mische groei naar verwachting uit op 0,8%. Het werkloosheidspercentage blijft daarbij historisch lage waarden aannemen (nu 6,8%) en stabiliseert op de middellange termijn. De toenemende vraag naar arbeid heeft ook tot groei van de arbeidsmi-gratie geleid. Door de sterke positie van huishoudens, toene-mende bedrijfsinvesteringen en aantrekkende wereldhandel (zwakkere euro ondersteunt groei export) zal de economische groei in de periode 2015-2017 gemiddeld 1,8% op jaarbasis bedragen. Daarbij blijft de rente op staatsobligaties laag en is de kans op deflatie gering, gezien de huidige krappe arbeidsmarkt en de verwachte deprecia-tie van de euro. Belangrijkste risico’s voor de Duitse economie vormen het deflatiescenario in de Eurozone, de gevolgen van toenemende sancties tussen de EU en Rusland en vertraagde hervormingen op het gebied van onder andere de pensioenleeftijd en kostbare energiesubsidies. Daarnaast is Duitsland als open economie (50% van de groei komt vanuit de export) sterk afhankelijk van de econo-mische vooruitzichten van haar handelspartners. Daarbij kan de invoering van het minimumloon de concurrentiekracht van Duitsland doen verslech-teren. Vanwege de sterke positionering van de Duitse economie is er eveneens ruimte voor optimistische economische scenario’s. De econo-mische groei kan op termijn richting de 3% bewegen indien consumentenbestedingen versneld groeien of ontwikkelde economieën als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk verder expanderen. Structurele veranderingen Duitsland wordt gekenmerkt door een exportge-dreven economie, vooral vanwege de sterke industriesector. Doordat er meer handel wordt gedreven met opkomende markten als China, neemt de afhankelijkheid van de Eurozone als handelspartner in relatieve zin af. Om de afhanke-lijkheid van het buitenland iets te verminderen, heeft de overheid als doel gesteld om de econo-mische groei meer vanuit de eigen consumenten-bestedingen te laten komen. Een impuls was ook wel nodig. In 2012 en 2013 groeiden huishouden-uitgaven met minder dan 1% per jaar; veel lager dan bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Er is een aantal trends die er samen voor zorgen dat de huishoudenuitgaven in de toekomst jaarlijks groeien met 1,5% tot 2%. Na jaren van loonmatiging stijgen de lonen weer sterk: de komende drie jaar tussen de 3,5% tot 4,3% op jaarbasis. Deze stijging wordt veroor-zaakt door de krapte op de Duitse arbeidsmarkt en de invoering van een minimumloon. Doordat Duitsland nu zelfs een begrotingsoverschot kent, staat - in tegenstelling tot veel andere Europese landen - de ruimte voor consumentenbestedingen niet onder druk door noodzakelijke belasting­verzwaringen. Net als de financiële positie van de overheid, is ook de financiële positie van Duitse huishoudens sterk; de schulden van huishoudens laten al enige jaren een dalende trend zien. Duitsland is een van de sterkst vergrijzende landen binnen Europa en kent een krimpende bevolking. De verwachting is dat de bevolking afneemt van 81,8 miljoen inwoners nu naar 80,7 miljoen in 2020. Mogelijk valt de krimp lager uit indien de immigratie op peil blijft. Zo groeide de bevolking in 2012 onverwachts vanwege de sterke groei van arbeidsimmigranten en was in 2013 de netto immigratie met 425.000 het hoogst sinds 1993. De krimpende bevolking speelt zich af op het platteland, maar ook in de minder aantrekkelijke steden. Het zijn met name de grootstedelijke agglomeraties die vanwege hun economisch belang een grote aantrekkings-kracht uitoefenen op zowel kleine huishoudens als gezinnen. Binnenstedelijke woning- en winkel-projecten zullen dan ook de nieuwbouwvolumes domineren. Beleggen in internationaal vastgoed 15/44
  • 16. BNP groei Inflatie Consumentenbestedingen 10-jarige staatsobligaties Werkloosheid 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 16/44 daarbij op een tekort aan prime winkelvastgoed. In de beste winkelsteden worden dan ook secun-daire locaties als alternatief overwogen. De verwachte huurgroei voor prime winkellocaties ligt in de periode 2014-2018 tussen de 2% en 3,5% per jaar. Woningontwikkelingen vinden steeds vaker in de binnensteden plaats. Frankfurt is een goed voorbeeld: hier wordt het tekort aan woningen teruggedrongen door verouderde kantoorgebou-wen te transformeren naar appartementen. Daarbij wordt ingespeeld op het groeiende aantal een- en tweepersoonshuishoudens, die overigens relatief meer ruimte willen betrekken dan voorheen. Het tekort aan woningen heeft op een Vastgoedmarkten De gebruikersmarkten van winkels en woningen zijn gedurende 2014 verder aangesterkt. Niet alleen het stevige economisch fundament, maar ook de schaarste aan vastgoed op gewilde locaties heeft een opwaarts effect op huur- en koopprijzen gehad. Nieuwbouwvolumes lopen inmiddels wel op, maar blijven historisch gezien nog steeds beperkt. De aanhoudende trek naar de stad zal de vraag naar binnenstedelijk vastgoed op middellange termijn op peil houden. Aantrekkelijke winkelsteden, inclusief de betere secundaire locaties, worden daarbij relatief minder geraakt door e-commerce. Internationale retailers willen zich nog steeds op de belangrijk-ste winkellocaties in Duitsland vestigen en stuiten Figuur 5 Macro-economisch vooruitzicht Duitsland Bron: Oxford Economics -6 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 %
  • 17. Delen van West- en Zuid-Duitsland en de regio’s Berlijn en Hamburg bieden meeste perspectief niveau stijgen woningprijzen de komende jaren rond inflatie en is de betaalbaarheid nog altijd beter in vergelijking met de jaren ‘90, toen woningprijzen stegen en lonen achterbleven. Beleggingsmarkt Door de alsmaar oplopende beleggingsvolumes, blijven Duitse vastgoedbeleggingen in trek. Sinds het dieptepunt in 2009, toen er voor circa € 10 miljard aan Duits vastgoed werd verhandeld, is sprake van een opgaande lijn. In 2013 bedroeg het beleggingsvolume € 30 miljard en de verwachting is dat dit in 2014 wordt overtroffen. De Duitse vastgoedmarkt wordt aantrekkelijk bevonden vanwege het sterke economische fundament en de lage volatiliteit van huren en aantal markten tot sterke prijsstijgingen geleid. Voorbeelden hiervan zijn het centrum van Berlijn en München (vaak aangeduid als Mitte), waar woningprijzen veel harder zijn gestegen dan inkomens. Deels betreft het een inhaalslag na jaren lage waardegroei, maar in sommige delen is mogelijk sprake van overwaardering. Op dit moment is een wetsontwerp in ontwikkeling omtrent de ‘Mietpreisbremse’. Deze maatregel gaat de huurverhoging in schaarse woongebie-den maximaliseren tot jaarlijks 10%. De maatregel geldt alleen bij huurmutatie en zorgt ervoor dat de te realiseren huurgroeipotentie wordt vertraagd. De ‘Bremse’ zal een negatieve impact hebben op de productie en daarmee beschik-baarheid van nieuwe huurwoningen. Op landelijk Figuur 6 Ontwikkeling prijzen woningmarkt Bron: Bulwiengesa Huren (nieuwbouw) Huren (bestaand) Koop (nieuwbouw) Koop (bestaand) 140 130 120 110 100 90 80 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 (2000 = 100) Beleggen in internationaal vastgoed 17/44
  • 18. 18/44 Steden als Braunschweig en Wiesbaden (respec-tievelijk 246.000 en 273.000 inwoners) zijn sterk verbonden met de industriesector en kennen een bovengemiddelde werkgelegenheidsgroei. De economische en demografische groei concen-treert zich met name op delen van West- en Zuid-Duitsland en de regio’s Hamburg en Berlijn. Daarbuiten zijn ook interessante groeikernen als Hannover en het Oost-Duitse Dresden aan te treffen. De top 5 steden blijven voorlopig in trek, maar zijn ook het hoogst geprijsd. Door de grote kapitaalsdruk kan verkoop worden overwogen. Om in te spelen op het flinke tekort aan huurwo-ningen, is het interessant om een value add of opportunistische strategie te overwegen. Voor een core strategie met een hoger rendement wordt aangeraden om in bepaalde middelgrote steden en/of secundaire locaties te beleggen. Hier zijn aanvangsrendementen hoger en is er bij de selectie van de juiste steden sprake van een bovengemiddelde groei van economie en huishoudens. prijzen. Aanvangsrendementen hebben sinds hun hoogtepunt in 2009 een dalende trend ingezet, met name in de top 5 steden (Berlijn, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg en München). Voor binnen-stedelijk winkelvastgoed bedraagt het gemid-delde aanvangsrendement voor de top 5 van Duitse steden 4,1%, bij nieuwbouwwoningen gaat het om 3,8%. Ondanks de relatief lage aanvangs-rendementen, is er nog steeds sprake van een hoge spread tussen aanvangsrendement en lange rente, waardoor de beleggerdruk vanuit internati-onale en nationale beleggers naar verwachting voorlopig aanhoudt. Als voorbeeld kan München worden genomen, de markt met de laagste aanvangsrendementen van Duitsland. Over een periode van 20 jaar is er sprake van een negatieve spread van 50 basispunten tussen het prime aanvangsrendement winkels en de lange rente. Op dit moment bedraagt deze (+) 210 basispunten. Ondanks dat de lange rente de komende jaren oploopt richting de 3%, kan de spread dusdanig afnemen dat er ruimte is voor een verdere, zij het lichte daling van aanvangsrendementen. Beleggingsadvies Duitse vastgoedbeleggingen zijn in een wereld-wijde vergelijking het meest stabiel. Hoewel de rendementen langjarig gezien in absolute termen relatief laag zijn, zijn ze gecorrigeerd voor risico wel het hoogst. Zo is er bij woning- en winkelbe-leggingen sprake van respectievelijk 2% en 3,6% rendement per eenheid risico. Ter vergelijking, in het Verenigd Koninkrijk gaat het om respectieve-lijk 1,3% en 1%. Sinds 2010 is er een trend waarneembaar waarbij Duitse winkel- en woning-beleggingen boven het langjarig gemiddelde renderen. Ondersteund door een hoge huurgroei en een positieve waardeontwikkeling, zal het verwachte rendement voor Duits woning- en winkelvastgoed op de middellange termijn tussen de 6% en 8% uitkomen. We kunnen concluderen dat het nog steeds een goed instapmoment is. Belangrijk is een focus op de Duitse steden die vanwege hun aantrekkelijkheid en economische dynamiek op lange termijn een toenemende vraag uitoefenen op (binnenstedelijk) vastgoed. Naast de top 5 zijn er middelgrote steden die profiteren van de voortgaande urbanisatietrend.
  • 19. 2.2 De Franse winkelmarkt Hoewel de economie in Europees perspectief nog altijd achterblijft, bieden de belangrijkste Franse winkelsteden een interessant perspectief. Er is sprake van een omvangrijke consumptiemarkt en aanhoudende groei op de langere termijn door de toename van de bevolking. Bovendien bieden de grote ruimtelijke verschillen kansen om in stedelijke regio’s te beleggen met een sterk economisch profiel en een groei van het verzor-gingsgebied. Door de gematigde vraag naar beleggingen van de afgelopen jaren bevinden de aanvangsrendementen zich buiten Parijs nog op een relatief hoog niveau. Naar verwachting gaan de aanvangsrendementen in de loop van 2014 en 2015 dalen naarmate de economie zich herstelt en arbitrage plaatsvindt ten opzichte van de lagere yields in andere, grote Europese winkelsteden. Focus in beleggingsstrategie • Binnensteden --Winkelunits in A1 gebieden Top 10 winkelsteden --Voor 5 belangrijkste winkelsteden ook direct aansluitend op kernwinkelgebied • Ondersteunende winkelcentra --Dominante wijk- en stadsdeelcentra --Met compleet dagelijks aanbod --Minimaal twee grote supermarkten --Goede bereikbaarheid en parkeervoorzieningen • Algemeen --Samenwerking met lokaal asset management --Actief en innovatief management van winkelcentra Outlook Waarde­groei Top 10 binnensteden + + Dominante ondersteunende centra + =/+ Huur­niveau Top 10 binnensteden + =/+ Dominante ondersteunende centra = =/- Swot-analyse Franse winkelmarkt 2015 2016 Legenda + verwachte stijging =/+ stabiel tot lichte stijging = stabiel =/- stabiel tot lichte daling - verwachte daling Strengths Weaknesses Omvangrijke markt in consumptie en detailhandelsomzetten Zwakke concurrentiepositie Franse economie door achtergebleven hervormingen Sterke economische regio’s met omvangrijk verzorgingsgebied Afhankelijkheid van conjunctuur, winkelmarkt is laatcyclisch Aantrekkelijke binnensteden door historische setting, functiemenging en hoog verblijfsklimaat Sterke overheidsregulering ten aanzien van verhuurwetgeving Aanhoudend sterke gebruikersvraag vanuit (inter)nationale retailers Rationalisatie door retailers ten aanzien van het aantal winkelvestigingen Weinig leegstand op goede locaties Opportunities Threats Regionaal sterke groei van de economie, bevolking en bestedingen Bestedingen onder druk door hoge werkloosheid, lastenverzwaring en beperkte reële loongroei Hervormingen lijken perspectief op toekomstige economische groei te verbeteren Stijging internetverkopen gaan ten koste van omzet voor fysieke winkels Mogelijkheid om te beleggen in het topsegment van de internationale gebruikersmarkt Veranderend winkelgedrag maakt sommige winkelgebieden en -formules overbodig Relatief hoge spread ten opzichte van winkelbeleggingen in andere grote Europese steden Beleggen in internationaal vastgoed 19/44
  • 20. Structurele veranderingen Met een populatie van circa 66 miljoen is Frankrijk qua inwoneraantal het op een na grootste land binnen de Europese Unie. Dit aantal neemt mede door een geboorteoverschot toe tot bijna 69 miljoen in 2030. Hierdoor blijft de Franse consumptiemarkt, met een huidige omvang van € 1.130 miljard, ook op termijn een van belang­rijkste markten binnen Europa. In lijn met de toegenomen totale consumptie laten de detail-handelsbestedingen 20/44 een duidelijke stijging zien. Met een stijging van 29% in de periode 2000-2013 behoort Frankrijk zelfs tot de snelste groeiers binnen Europa. Bovengenoemde groei van de bevolking, consumptie en detailhandelsomzetten laat onverlet dat er binnen Frankrijk toenemende regionale verschillen zijn. Buiten de hoofdstad Parijs blijft het noordelijke deel van Frankrijk duidelijk achter, terwijl de zuidelijke regio’s bovengemiddeld groeien in economisch en demografisch opzicht. Daar komt bij dat ook in Frankrijk, dat nu al een van de meest verstede-lijkte landen ter wereld is, de trek van het platte-land naar de stad doorgaat. Vooral de universiteitssteden nemen in omvang relatief snel toe. Met de groei en (her)waardering van de meest aantrekkelijke steden heeft ook een omslag plaatsgevonden in de structuur van winkelvoorzieningen. Hoewel Frankrijk in planolo-gisch opzicht een historie van sterke regulering kent, zijn vooral in de jaren ‘90 op grote schaal winkelcentra en perifere detailhandelsvestigingen ontwikkeld. Ondanks dat deze winkelcentra nog altijd een belangrijke functie vervullen, hebben retailers tegenwoordig een sterke voorkeur voor winkelvestigingen in de binnensteden. Forse publieke investeringen in bijvoorbeeld de openbare ruimte en bereikbaarheid hebben zeker bijgedragen aan de revitalisatie en het verblijfskli-maat. Daarnaast spelen de van nature aanwezige functiemenging en de uniciteit van de (histori-sche) omgeving een rol. Conjuncturele ontwikkelingen Hoewel de Franse economie sinds 2008 slechts beperkt groeide, was de economie relatief stabiel ten opzichte van die van andere Europese landen. In tijden van laagconjunctuur vervult de omvang-rijke publieke sector een stabiliserende functie in dit land waarvan de internationale concurrentie-positie - met uitzondering van enkele sterke economische sectoren - gedurende een langere periode is verzwakt. Mede als gevolg van de starre arbeidsmarkt kent Frankrijk een hoge werkloosheid. Door de aanhoudende overheids-tekorten en oplopende schulden zijn lastenver-zwaringen noodzakelijk die de reële inkomensgroei beperken. Door de stagnerende economie zijn de groei van de bestedingen en detailhandelsomzetten sinds 2008 aanzienlijk teruggevallen. Deze terugval was, mede door de beschermde positie van de Franse werknemer en het uitgebreide sociale zekerheidsstelsel, echter relatief beperkt vergeleken met andere Europese landen. Volgens prognose zal de groei van de bestedingen en detailhandelsomzetten vanaf 2015 terugkeren naar een hoger niveau, maar de eerstkomende jaren zullen de hoge collectieve lasten juist een rem zetten op de groei; die zal lager zijn dan in andere Europese landen. Een hogere groei is te verwachten indien de ingezette hervormingen hun effect krijgen. Onder druk van de financiële markten is Frankrijk voorzichtig en langzaamaan begonnen met de meest noodzakelijke maatregelen. Daarmee zal de economie een meer open karakter krijgen met een grotere rol voor de private sector en zullen sommige interne ‘stabilisatoren’ verdwijnen. Gezien de maatschappelijke weerstand en het lage tempo waarin de hervormingen worden geïmplementeerd, zijn de effecten hiervan pas op termijn te verwachten. Tot die tijd zijn er in het meest waarschijnlijke scenario geen grote schom-melingen van de Franse economie te verwachten. De economie zal vooral leunen op de aantrek-kende economische groei bij de belangrijkste handelspartners en de interne Europese markt. Vastgoedmarkt winkels Op de gebruikersmarkt voor winkelruimte hebben zich grote veranderingen voorgedaan als gevolg van de structurele en conjuncturele ontwikkelingen. De gemiddelde winkelleegstand voor Franse binnensteden nam tussen 2011 en 2012 al toe van 6,3% tot 7,1%. Voor kleinere steden
  • 21. De trek van het platteland naar de stad gaat door de rest van Frankrijk groot. Dit is deels toe te schrijven aan de circa 17 miljoen internationale bezoekers en hun bestedingen, waarvan de laatste jaren een toenemend aantal afkomstig is uit opkomende economieën als China, Rusland en Brazilië. Voor veel van hen vormt de activiteit winkelen een belangrijk onderdeel van hun bezoek en door de relatief lage prijzen en de authentieke (merk)beleving liggen de gemid-delde bestedingen relatief hoog. Daarnaast bieden prominente winkellocaties een exclusieve exposure waarvoor retailers bereid zijn meer te betalen. Hierdoor nam de tophuurprijs voor high street shops in Parijs het afgelopen jaar toe tot wel € 18.000 per vierkante meter. Samenvattend neemt ook in Frankrijk de polari-satie binnen het winkellandschap toe, alleen is het spectrum aan zowel de onder- als bovenzijde aanzienlijk groter dan in Nederland. Beleggers in winkelvastgoed hebben hierdoor de mogelijkheid te beleggen in het absolute topsegment van de gebruikersmarkt: in Parijs maar ook in de andere belangrijkste winkelsteden. Beleggingsmarkt In tegenstelling tot de economie, liet de markt voor Franse vastgoedbeleggingen het afgelopen jaar een duidelijk herstel zien. Frankrijk, en in het bijzonder Parijs, vormt op het Europese vasteland de belangrijkste markt voor commerciële vastgoedbeleggingen. Aangetrokken door de hoge liquiditeit en hoge transparantie, nam vooral de instroom van buitenlandse kapitaal aanzienlijk toe. Ook waren er door de lage rente historisch hoge spreads te behalen. In het eerste halfjaar van 2014 nam het transactievolume dan ook toe met 85% ten opzichte van dezelfde periode in 2013 en wel tot € 8 miljard. Naar verwachting komt het totale transactievolume over 2014 uit op circa € 12 tot 14 miljard. Er hangen namelijk nog diverse grote en portefeuilledeals boven de markt. Doordat een aanzienlijk deel van de nieuwe beleggingen plaatsvond in kantoren, zijn de aanvangsrendementen hiervan, zeker in Parijs, snel gedaald. In de zoektocht naar rendement en gegeven de beperkte beleggingsmarkt voor (50.0000 - 100.000 inwoners) nam de leegstand over dezelfde periode toe van 6,3% tot 8,6% en incidenteel tot meer dan 10%. Daarmee zijn de gevolgen van de toenemende urbanisatie en rationalisatie van het aantal winkelvestigingen door retailers op hoofdlijnen vergelijkbaar met Nederland. Met name in de kleinere tot middel-kleine kernen neemt de leegstand toe, terwijl de binnensteden van de grotere winkelsteden nauwelijks tot geen leegstand kennen. Vanwege de relatief grote afstanden, hebben regionale steden vaak aanzienlijke verzorgingsgebieden. Het primaire verzorgingsgebied van bijvoorbeeld Bordeaux en Toulouse omvat 800.000 tot 900.000 inwoners. Het secundaire verzorgings-gebied strekt zich uit tot een straal van wel 120-130 kilometer, met een populatie van 1,3 tot 1,5 miljoen inwoners. Binnen de grotere steden heeft wel een verschuiving in de winkelvraag plaatsgevonden, waarbij met name de binnenste-den en de kleine en grote winkelcentra hun positie versterkten ten koste van de solitaire retail parks en middelgrote winkelcentra. Ondanks de sterke positie van grote en regionale winkelcentra stonden de gemiddelde huurprijzen hier onder druk, al lijkt de daling in de eerste helft van 2014 af te vlakken. Voor de prime high street shops in de middelgrote tot grote steden daaren-tegen zijn de huurprijzen gestegen. Voor steden als Nice, Toulouse, Bordeaux, Marseille en Lyon lag de gemiddelde jaarlijkse huurprijsstijging boven het niveau van de inflatie. Voor Parijs werden in diezelfde periode voor het prime segment zelfs huurprijsstijgingen gerealiseerd van gemiddeld ruim 11%. Ondanks de stagne-rende economie, blijft Frankrijk interessant voor retailers. Met 50 labels trok Parijs in 2013 wereld-wijd de meeste nieuwe retailers aan. Een substan-tieel deel bestond uit merken voor luxegoederen en exclusieve mode. Behalve in Parijs openden retailers hun eerste vestiging in negen andere Franse steden. Voor de belangrijkste winkelste-den nam de maximale huurprijs voor prime high street shops en shopping centres tussen 2012 en medio 2014 toe met circa 5% tot € 2.200 per vierkante meter. Desondanks zijn de verschillen tussen Parijs en Beleggen in internationaal vastgoed 21/44
  • 22. Paris Unit Shops Lyon Unit Shops Paris Shopping Centre France Shopping Centre 20000 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 22/44 Beleggingsadvies De beperkte beschikbaarheid van prime winkels, de lage rente en het herstel van de beleggings-markt duwt beleggers richting een meer oppor-tunistische beleggingsstrategie om het vereiste rendement te kunnen halen. Hoewel dergelijke value add of opportunistic beleggingsstrategieën interessant kunnen zijn, staat daar wel een hoger risicoprofiel tegenover. Door de toenemende druk lopen de beleggingsmarkten vooruit op het herstel van de gebruikersmarkt, dat overigens langer op zich laat wachten. Bovendien neemt door de hoge druk het risico toe dat structurele veranderingen in de toekomstige vraagaanbod-verhoudingen over het hoofd worden gezien. Voor een deel van de winkellocaties zal het Franse huurwoningen, is de belangstelling voor onder andere winkelbeleggingen substantieel toegenomen. Tussen 2012 en 2013 daalde het transactievolume op jaarbasis echter van € 3,8 naar 2,1 miljard, voornamelijk als gevolg van een beperkt aanbod van geschikte beleggingen. Het aanbod van prime winkels in zowel Parijs als de belangrijkste regionale steden is al jaren schaars. Naarmate de hoge beleggingsdruk aanhoudt en de aanvangsrendementen in de belangrijkste winkelsteden verder dalen, verleggen beleggers in search for yield mogelijk hun focus naar andere regionale steden en secundaire markten. Figuur 7 Ontwikkeling maximale huurprijzen prime winkels Bron: JLL (2014) 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 euro
  • 23. winkelsteden (Parijs, Marseille, Lyon, Bordeaux en Toulouse) wordt een beperkte daling van de aanvangsrendementen voorzien in verband met de hoge spread van vastgoed ten opzichte van de langjarige obligatierente. Bij een stijgende rente wordt gerekend op een vertraagde doorwerking in de yields en economisch herstel, zodat het negatieve waarde-effect wordt gecom-penseerd door een aantrekkende huurgroei. Value add strategieën zijn mogelijk interessant indien de proposities direct aansluiten op bestaande kwaliteiten. Bij (her)ontwikkelingspro-jecten is dat het kernwinkelgebied van de meest aantrekkelijke winkelsteden. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met lokale wet- en herstel waarop wordt geanticipeerd nooit komen; structurele veranderingen als de opkomst van e-commerce of demografische ontwikkelingen maken herstel daar onmogelijk. Ook zal de concurrentie tussen winkelsteden en locaties verhevigen, waardoor niet-onderscheidende winkelgebieden afvallen. In de visie van Syntrus Achmea leveren beleggin-gen in kernmarkten op de langere termijn een hoger resultaat bij een beperkt risico op, ondanks het doorgaans lagere aanvangsrendement. Dergelijk aanbod is schaars en blijft dat ook als gevolg van de beperkte binnenstedelijke nieuwbouw en de toenemende vraag naar winkels op de beste locaties. Voor de beste Figuur 8 Aanvangsrendementen, obligatierente en de ontwikkeling van de spread voor de beste winkellocaties Bron: CBRE, Oxford Economics, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance Spread Paris tov Bond Yield 10 8 6 4 2 0 -2 Lyon Unit Shops Prime Yield Paris Unit Shops Prime Yield 10 year interest French Government Bond Spread Lyon tov Bond Yield 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 % Beleggen in internationaal vastgoed 23/44
  • 24. regelgeving en een relatief goed beschermde positie van de bestaande huurder. Hierdoor zijn de mogelijkheden voor een actief verhuur- en brancheringsbeleid mogelijk beperkt. Voor de middelgrote regionale centra kwalificeren alleen de beste locaties zich als mogelijke value add of opportunistic propositie. Naast de binnenstedelijke winkelgebieden bieden de grote en regionale winkelcentra een aantrek-kelijk perspectief mits zij een onmiskenbaar 24/44 dominante positie hebben. Voor retail parks en middelgrote winkelcentra zijn de verwachtingen op termijn negatief door de structurele verande-ringen in de winkelvoorzieningenstructuur. Kleinere winkelcentra behouden daarentegen hun bestaansrecht, maar zijn voor de exploitatie afhankelijk van specifieke, lokale marktkennis, waardoor dit beleggingsproduct minder interes-sant is voor klanten voor Syntrus Achmea. Nice
  • 25. 2.3 De Amerikaanse vastgoedmarkt Focus in beleggingsstrategie De Amerikaanse vastgoedmarkt profiteert sterk van aantrekkende gebruikersmarkten en een aanhoudende belangstelling vanuit beleggers. Aanvangsrendementen blijven daardoor al langere tijd lager dan verwacht en zullen pas op de middellange termijn voorzichtig oplopen. De vastgoedsectoren herstellen zich elk in hun eigen ritme: de huurappartementensector bevindt zich in de stabilisatiefase, kantoren en logistiek expanderen en de winkelsector heeft, als hekken-sluiter, het hoogste groeipotentieel. De perspec-tieven kunnen regionaal verschillen, maar in het algemeen verwachten we voor de middellange termijn aantrekkelijke totaalrendementen van 6,5% - 9% op landelijk niveau. • Focus op winkels (gericht op food) en logistiek • Voorzichtigheid geboden bij huurappartementen en (prime/core) kantoren vanwege recente grote prijsstijgingen • Wel kan een value add of opportunistische strategie worden overwogen voor huurappartementen om in te spelen op de sterk veranderende woningvraag • Focus op top 20 markten Verenigde Staten, maar wees selectief in core Gateway3 steden • Ook mogelijkheden voor nichesegmenten zoals medical offices en studentenwoningen 3 Onder de Gateway markten vallen Boston, Chicago, Los Angeles, New York, San Francisco en Washington DC Outlook 2015 2016 Waardegroei kantoren =/- = Huurniveau kantoren + + Waardegroei winkels =/+ + Huurniveau winkels + + Waardegroei logistiek =/+ + Huurniveau logistiek + + Waardegroei appartementen =/+ = Huurgroei appartementen =/+ + Swot-analyse Amerikaanse vastgoedmarkt Legenda + verwachte stijging =/+ stabiel tot lichte stijging = stabiel =/- stabiel tot lichte daling - verwachte daling Strengths Weaknesses Amerikaanse economie sterkt verder aan (circa 3% op jaarbasis), zeker in vergelijking met Europa Herstructurering vastgoedvoorraad leidt tot ontstaan locaties met structureel hoge leegstand Wereldwijd gezien een van de meest transparante en liquide vastgoedmarkten; beleggingsvolume loopt op Waardeontwikkeling niet voor alle markten vanzelfsprekend Nieuwbouwvolumes voorlopig historisch laag Hoge volatiliteit Amerikaanse vastgoedmarkt Leegstand daalt over de hele linie Bevolkingsgroei voor Westerse begrippen hoog Opportunities Threats Opkomst industriële industrie en grondstoffenwinning Hoge overheidsschuld VS komt op termijn weer ter sprake en bedreigt stabiliteit economie Bij zorgvuldige selectie markten totaalrendement 1% tot 3% hoger dan landelijk gemiddelde Aanbod op bepaalde (deel)markten neemt sterk toe (vooral in Gateway en betere secundaire markten) Urbanisatieproces biedt kansen voor binnenstedelijk vastgoed Lange rente loopt harder op dan verwacht Correlatie met Nederlandse vastgoedmarkt neemt af Internationale economische instabiliteit E-commerce versterkt zowel logistiek als meest innovatieve retailers Beleggen in internationaal vastgoed 25/44
  • 26. Structurele veranderingen De Verenigde Staten is samen met Duitsland een van de Westerse landen die zich het snelst heeft herpakt na de financiële crisis. De sterk verbe-terde financiële positie van bedrijven en huishou-dens heeft ruimte gecreëerd voor groeiende investeringen en uitgaven. De concurrentiekracht van de Amerikaanse maakindustrie is daarbij verbeterd. Delen van de industriële productie die voorheen naar lagelonenlanden als China werden verplaatst, komen weer terug naar de Verenigde Staten vanwege de hogere arbeidsproductiviteit. Daarbij is de grondstoffenwinning bezig aan een opmars, waarbij de Verenigde Staten steeds minder afhankelijk wordt van het buitenland wat betreft olie en gas. De schaliegasrevolutie zorgt ervoor dat de Amerikaanse industrie tegen concurrerende prijzen goederen kan produceren. Markten die in verbinding staan met bovenstaande trends zullen een bovengemiddelde werkgele-genheidsgroei 26/44 ondervinden en navenant een toenemende vraag naar commercieel vastgoed. Het betreft hier met name de west- en noord-oostkust en de zuidelijke oliestaten (o.a. Texas). De vraag naar vastgoed wordt enigszins gedempt door de efficiëntere invulling van het ruimtegebruik. Nieuwe kantoor- en winkelcon-cepten reduceren op structurele basis de vraag naar commercieel vastgoed. Hoewel e-commerce vaak wordt belicht vanuit de gedachtegang dat fysieke winkels steeds minder van belang zijn, kunnen retailers met innovatieve winkelconcep-ten de winkelbeleving versterken en consumen-ten blijven binden. De tweedeling op de winkelmarkt wordt versterkt, waarbij sterke winkelketens grote budgetten hebben voor nieuwe technologieën en social media. Daarnaast zorgt het toenemende online winkelen voor een flinke uitbreiding van het distributienetwerk van retailers, waardoor de vraag naar logistiek vastgoed sterk is toegenomen. Belangrijk fundament voor de Amerikaanse vastgoedmarkt is de sterke bevolkingsgroei en het verstedelij-kingsproces. Tot 2020 gaat het in de Verenigde Staten om een jaarlijkse groei van 0,8%, terwijl deze in de Eurozone afloopt van 0,2% nu naar 0,0% in 2020. Het overgrote deel van de groei vindt in de grootstedelijke agglomeraties plaats, waarbij de urbanisatiegraad stijgt van 83,3% nu naar 85,5% in 2020. Als gevolg daarvan groeit het aantal inwoners in steden met 22 miljoen. Conjuncturele ontwikkelingen De Amerikaanse economie laat sinds 2010 een economische groei zien van rond de 2%, een stuk hoger dan het Europese vasteland. Het eerste halfjaar van 2014 begon afwisselend, maar herstelde zich snel met een groei van 0,9% op kwartaalbasis in het tweede kwartaal. Hoewel veelal aan de ‘onderkant’, werden afgelopen juni maar liefst 288.000 banen toegevoegd, waardoor het werkloosheidspercentage is gedaald naar 6,1%. Een jaar geleden was dat nog 7,2% en tijdens het hoogtepunt eind 2009 stond de teller op 9,9%. Belangrijk voor het verdere herstel van de Amerikaanse economie zijn de consumentenbe-stedingen, de ontwikkeling van de woningmarkt en de besluitvorming van de Amerikaanse regering en de Federal Reserve. De politieke onzekerheid is duidelijk verminderd door de overeenstemming over de overheidsbegroting (Bipartisan Budget Act) en het loslaten van het schuldenplafond tot in ieder geval maart 2015. De steunaankopen van de Federal Reserve zullen naar verwachting eind dit jaar volledig zijn afgebouwd, waarbij de belofte is afgeven dat de rente tot in ieder geval medio 2015 niet wordt verhoogd. De korte en lange rente komen op de middellange termijn naar verwachting lager uit dan eerder werd verwacht. De lage rente wordt gehandhaafd op grond van de verwachting dat de inflatie voorlopig onder de norm van 2% blijft en de arbeidsmarkt verder aan moet sterken, ook kwalitatief. Daarnaast droeg het afgelopen jaar de terugkeer van kapitaal naar ontwikkelde economieën als de Verenigde Staten bij aan een lage rentestand. In het licht van fiscale verlichting, meer politieke zekerheid en verder groeiende consumentenbe-stedingen zal de economische groei in de periode 2015-2017 jaarlijks boven de 3% uitkomen. Verdere ondersteuning voor de langetermijngroei van de Amerikaanse economie komt vanuit de concurrentiekracht (in relatieve zin zijn lonen de afgelopen 30 jaar niet eerder zo laag geweest),
  • 27. De Verenigde Staten behoren tot de top 3 van meest transparante vastgoedmarkten in de wereld afnemende schuldenratio van huishoudens (inmiddels gedaald van 124% naar 100%) en de relatief hoge groei van de bevolking. Risico’s met de grootste impact op de Amerikaanse economie zijn een stagnatie in plaats van verdere groei van de woningmarkt, afzwakking van de groei en mogelijke deflatie in de Eurozone en een eventuele bankencrisis in China. Hoewel de discussie hierover voorlopig is geluwd, zal de hoge overheidsschuld op termijn ook weer ter sprake komen. Vastgoedmarkt De gebruikersmarkten vervolgen alle hun opgaande trend, waarbij de opname toeneemt, de nieuwbouw historisch laag blijft (op huur­- woningen na) en de leegstand verder daalt. De onderhandelingspositie van verhuurders is dan ook aan de beterende hand, wat zich vertaalt in (sterk) stijgende huurprijzen. In het algemeen kan worden gesteld dat de huurappartementensector de komende jaren in de stabilisatiefase terecht-komt, terwijl de kantorensector zich richting expansie begeeft. In absolute termen zijn huurprijzen van huurappartementen al voorbij hun vorige piek, terwijl kantoren hun vorige piek bijna naderen. Het herstel van de bedrijfsruimte-sector is de afgelopen kwartalen in een stroom-versnelling geraakt, wat blijkt uit de sterke huurgroei (richting 5% op jaarbasis). Huurprijzen bevinden zich echter in absolute termen nog ruim onder het vorige hoogtepunt. Hekkensluiter blijft nog steeds de winkelsector, die naar Figuur 9 Macro-economisch vooruitzicht Verenigde Staten Bron: Oxford economics BNP groei Inflatie Consumentenbestedingen Werkloosheid 10-jarige staatsobligaties 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 % Beleggen in internationaal vastgoed 27/44
  • 28. Kantoren (l) Winkels (l) Bedrijfsruimten (l) Huurapparatementen (l) Aandeel buitenlandse beleggers (r) 350 300 250 200 150 100 50 28/44 beperkt blijft, gaat een verschuiving plaatsvinden naar het betere secundaire segment met aantrek-kelijke huurprijzen. Anders is het beeld bij markten die in de nasleep van de crisis nog steeds met overaanbod hebben te maken en waarbij met name het secundaire segment met een structureel hoge leegstand kampt. Beleggingsmarkt De Verenigde Staten behoren al enige jaren tot de top 3 van meest transparante vastgoedmark-ten in de wereld. Er is er sprake van een boven-gemiddelde liquiditeit. Het aantal transacties als % van de voorraad (liquiditeitsratio) is hoger dan in Europa en Azië. Sinds 2010 is het beleggings-volume herstellende en is er sprake van een sterk verwachting in 2014 voor het eerst een volledig jaar met positieve huurgroei laat zien. Pas vanaf 2017 bereiken winkelhuren op landelijk niveau naar verwachting het vorige hoogtepunt dat in 2007 werd bereikt. Bij de markten met de hoogste vraag neemt de nieuwbouwpijplijn verder toe. Huurprijzen zijn op een aantal markten dusdanig hersteld, dat nieuwbouwontwikkelingen weer boven realisatie-prijs kunnen worden verkocht. Dit toenemende nieuwbouwaanbod leidt op een aantal markten tot een afzwakking van de huurgroei, zoals de kantorenmarkt van San Francisco, die sterk is gerelateerd aan de technologiesector. Op (deel) markten waar het aanbod hoogwaardig vastgoed Figuur 10 Beleggingsvolume per sector en aandeel buitenlandse beleggers Bron: CBRE Econometric Advisors 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 x miljard USD 25 20 15 10 5 0 %
  • 29. niveau van meer dan 10% op jaarbasis, met name door dalende aanvangsrendementen. Op de middellange termijn staat het herstel van de gebruikersmarkten en daarmee de huurgroei centraal. Uit de rendementsprognoses van Syntrus Achmea Real Estate & Finance over de periode 2014-2019 komt naar voren dat het loont om in de grootstedelijke agglomeraties te beleggen. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde ligt het verwachte rendement in de top-20 markten gemiddeld 1% tot 3% hoger op jaarbasis. De voort­durende urbanisatie biedt daarbij kansen voor binnenstedelijke woning- en winkelprojecten. Op landelijk niveau bieden winkels en logistiek, gezien het huurgroeipotentieel van beide sectoren, het beste instapmoment. Bij kantoren en huurappartementen neemt de huurgroei wat af, alhoewel die op de middellange termijn nog steeds boven inflatie zal uitkomen. Bij laatstge-noemde sectoren moet in het core segment de nadruk liggen op markten waar de werkgelegen-heidsgroei bovengemiddeld is en aanvangsrende-menten maar in beperkte mate stijgen. Enerzijds betreft het markten gerelateerd aan de tech- en energiesector (Denver, Houston), anderzijds gaat het om de betere secundaire markten (Miami, Minneapolis) waar de beleggersdruk tot dusver beperkt is geweest. Bij een aantal Gateway-markten zal de komende jaren sprake zijn van een negatief indirect rendement. Voorbeeld hiervan is Washington DC, waar aanvangsrende-menten van kantoren historisch laag zijn (nu 5,1%) en tot 2019 naar het niveau van 6,6% bewegen (langjarig gemiddelde is 7,4%). De huurgroei op deze kantorenmarkt is naar verwachting niet afdoende, wat resulteert in een negatieve waardeontwikkeling. Voor huurappartementen kunnen, als alternatief op de relatief lage core rendementen, value add en opportunistische beleggingen worden overwogen om in te spelen op de sterk verande-rende woningvraag. De aanhoudende trek naar de stad, het groeiend aantal eenpersoonshuis-houdens en de toenemende voorkeur voor huur boven koop zorgen voor een toenemende vraag naar binnenstedelijke huurappartementen. Bepaalde nichesegmenten bieden ook stijgende trend. Het niveau van voor de crisis is bijna geëvenaard. Ook buitenlandse beleggers zijn steeds actiever op de Amerikaanse vastgoed-markt. In de periode juli 2013 tot en met juni 2014 waren zij verantwoordelijk voor circa 17% van het totale beleggingvolume, oftewel ruim USD 43 miljard. Dit is bijna 2 miljard boven het pre-crisis hoogtepunt. De lage aanvangsrendementen, en daarmee de afnemende beschikbaarheid van geschikte core beleggingen, zet steeds meer beleggers ertoe om vaker uit te wijken naar secundaire markten en locaties. Er is dan ook een trend waarneem-baar naar risicovollere beleggingen. In 2013 werd verwacht dat aanvangsrendementen zouden stijgen door een oplopende lange rente. Ondanks een afbouw van de steunaankopen van de Federal Reserve, is de lange rente het afgelopen jaar nauwelijks gestegen. Belangrijk hierbij is de belofte van de Federal Reserve dat de rente tot in iedere geval medio 2015 laag wordt gehouden. De aanhoudende vraag naar Amerikaans vastgoed en de lage rente hebben er dan ook voor gezorgd dat aanvangsrendementen het afgelopen jaar verder zijn aangescherpt. De spread tussen aanvangsrendementen en lange rente is nog boven het langjarige gemiddelde. Er is dus nog ruimte voor een daling van de spread om een deel van de verwachte stijging van de lange rente op te vangen. Op de middellange termijn zal de Amerikaanse economie een dusdanige groei ondergaan (en daarmee oplopende inflatie), dat renteverhogingen onver-mijdelijk zijn. In de periode 2014-2019 zetten aanvangsrendementen een langzaam stijgende trend in. Beleggingsadvies Amerikaanse vastgoedbeleggingen kenmerken zich door een hoge volatiliteit, maar in absolute termen ook een hoog langjarig gemiddeld totaalrendement (9,1%). In vergelijking met het langjarig gemiddelde liggen de geprognosti-ceerde rendementen op sectorniveau in de periode 2014-2019 lager (6,5%-9%). Dit is in de lijn van de verwachting omdat de afgelopen vier jaren sprake was van rendementen op landelijk Beleggen in internationaal vastgoed 29/44
  • 30. interessante beleggingsmogelijkheden. Zo is er een groeiende vraag naar studentenwoningen en zijn overheidsgebouwen en medical offices interessant vanwege de langjarige huurcontracten (20-30 jaar). 30/44 Skyline, Miami
  • 31. 2.4 De Chinese vastgoedmarkt Voor de groei van de economie, inkomens en consumptie is China afhankelijk van verdere urbanisatie. Hiermee zal de gebruikersvraag naar vastgoed sterk toenemen, al beperkt de markt voor hoogwaardige kantoren, winkels en woningen zich tot de belangrijkste regio’s. Hierdoor zal ook de institutionele markt voor vastgoedbeleggingen sterk in omvang toenemen. Hoewel de omvangrijke economie en toekomstige groeiverwachtingen een allocatie legitimeren, is de beleggingsmarkt voor Chinees vastgoed, mede door de beperkte transparantie, minder toeganke-lijk voor buitenlandse beleggers. Naar verwach-ting ontstaan er de komende jaren meer kansen. Door de hervormingen van de financiële sector ontstaat meer ruimte voor indirecte vastgoed-fondsen. De beste kansen doen zich voor in de beleggingsmarkten voor commercieel vastgoed in de belangrijkste steden. Outlook 2015 2016 Waarde­groei Prime commercieel vastgoed + + Luxe en high-end woningen =/- = Huur­niveaus Prime commercieel vastgoed + + Luxe en high-end woningen =/- = Focus in beleggingsstrategie • Commercieel vastgoed --Belangrijkste stedelijke regio’s --Eersteklas vastgoed voor kantoren, winkel, logistiek --Langjarig verhuurd aan solvabele huurders --Komende jaren toenemend beleggingsaanbod • Woningen --Belangrijkste stedelijke regio’s --Ontwikkelprojecten in luxe- en high-end segment --Beleggingen in huurwoningen minder interessant vanwege lage verwachte rendement • Algemeen --Beleggingen via toenemend aanbod aan binnen- en buitenlandse fondsen --Uitvoerige managerselectie van belang gezien grote kwalitatieve verschillen tussen fondsen Swot-analyse Chinese vastgoedmarkt Legenda + verwachte stijging =/+ stabiel tot lichte stijging = stabiel =/- stabiel tot lichte daling - verwachte daling Strengths Weaknesses Nog altijd relatief hoge economische groei Economie nog altijd relatief afhankelijk van export Sterke positie van de overheid om hervormingen door te voeren Hoge schuldenlast onder bedrijven en overheden Beperkte kredietrisico’s bij huishoudens door strenge financieringsvoorwaarden Beperkte transparantie en toegankelijkheid van de vastgoedbeleggingsmarkt Aanhoudend sterke gebruikersmarkt in belangrijkste steden Lage aanvangsrendementen en spreads Opportunities Threats Sterke toename van de gebruikersvraag naar hoogwaardig vastgoed door groei van de stedelijke bevolking, werkgelegenheid, inkomens en consumptie Onzeker economisch herstel in de belangrijkste exportlanden Sterke groei van de institutionele beleggingsmarkt door groeiende gebruikersmarkt en hervormingen van de financiële sector Afkoeling van bouw- en vastgoedsector door beperkte financieringsmogelijkheden voor ontwikkelaars Naar verwachting een toenemend aanbod van binnen- en buitenlandse vastgoedfondsen en verbeterde toegankelijkheid van de beleggingsmarkt Snelle groei van shadow banking met een hoger risico op defaults door verminderde toezicht en regulering Beleggen in internationaal vastgoed 31/44
  • 32. Structurele veranderingen In de loop van 2013 beheersten zorgen over de afzwakkende economische groei en onrust op de financiële markten de verwachtingen voor China. In korte tijd verslechterden de groeiramingen richting 7%, waarbij het bovendien de vraag was of de economie een zachte of harde landing zou gaan maken, afhankelijk van een mogelijke Chinese kredietcrisis. Hoewel de precieze economische groei op korte termijn afhankelijk blijft van diverse factoren, is duidelijk dat zich een trend-breuk heeft voorgedaan ten opzichte voorgaande decennia met een gemiddeld groeipercentage van 10% sinds de jaren ‘80. Door de ontwikkeling van de economie, is China in een volgende fase beland met een structureel lagere groei. De afgelopen decennia werd de economische groei vooral gestimuleerd door een sterke toename van de ruim beschikbare inputfactor arbeid. Hierdoor kon China goedkoop produceren en was er een hoge exportgroei. Mede omdat de lonen in China hard zijn gestegen en het land minder concurre-rend wordt op loonkosten, kondigde de Chinese overheid aan de afhankelijkheid van de export te willen verminderen en over te schakelen op een ander groeimodel. Hiervoor dient de consumptie versneld toe te nemen en daarvoor moeten ook de inkomens en arbeidsproductiviteit stijgen. Om dit te bereiken, zijn hervormingen aangekondigd. Belangrijke speerpunten daarbij zijn liberalisatie van overheidsgereguleerde markten waaronder de financiële sector, privatisering van staatsbe-drijven 32/44 en verdere urbanisatie. De trek van het platteland naar de stad, ingegeven door de betere arbeidsperspectieven, zorgde als autonoom proces al voor een snelle toename van de verstedelijkingsgraad. Deze ligt desondanks nog altijd substantieel lager dan in volwassen markten als Australië en Japan. Voor de komende decennia wordt een verdere toename verwacht door de aanhoudende groei van de stedelijke populatie met meer dan 2% per jaar en in totaal 100 miljoen inwoners tot 2020. Dit terwijl de totale bevolkingsgroei over dezelfde periode afzwakt tot 0,4%. Met investeringen in onder meer infrastructuur, voorzieningen en onderwijs wil de centrale overheid de urbanisatie, maar ook de toename van de middeninkomens versnellen. Conjuncturele ontwikkelingen Een van de belangrijkste oorzaken voor de lagere groeiverwachtingen op de korte termijn is de totale schuldenlast die tussen 2007 en 2014 toenam van 180% tot ruim 250% van het GDP. China kent, mede door de jarenlange budgeto-verschotten, weliswaar omvangrijke financiële reserves die zijn ondergebracht bij onder andere de sovereign wealth funds, maar daar staan forse schulden bij met name lokale overheden en (staats)bedrijven tegenover. Een groot deel van die nieuwe schulden maakten bedrijven via het circuit van shadow banking: het minst geregu-leerde deel van het bankwezen, bestaande uit onder andere trust investment products, wealth management products en private financiering. Door regulering van de spaarrentes zijn huishou-dens voor rendement in hoge mate afhankelijk van dit soort producten. Maar omdat het toezicht beperkt is, zijn de risico’s op defaults relatief groot. De snelle groei van deze sector zorgde voor toenemende onrust op de financiële markten. Hoewel de kredietrisico’s nog altijd actueel zijn, stabiliseerden de economische verwachtingen sinds begin 2014 en verbeterden medio dat jaar licht tot een geraamde groei van 7,4%. Dit komt doordat de industriële productie en export profiteren van het (lichte) economisch herstel in de VS en de Eurozone. Daarnaast heeft de Chinese overheid maatregelen genomen om de kredietgroei op gang te houden en zijn forse investeringen gepleegd in infrastructurele projecten. Ten slotte neemt de consumptie nog altijd in hoog tempo toe, waardoor het aandeel in de totale economie verder toeneemt. Vastgoedmarkten Met de snelle groei van de stedelijke bevolking en welvaart is de vraag naar vastgoed in alle sectoren de laatste decennia sterk toegenomen. Op de woningmarkt zorgde de toenemende, deels ook speculatieve, vraag voor jarenlange stijgingen van de woningprijzen. Om oververhit-ting van de woningmarkt te voorkomen, werd de hypotheeksom gemaximaliseerd ten opzichte van het inkomen. Er wordt een inbreng van eigen middelen vereist, variërend van 30% voor
  • 33. Met de snelle groei van de stedelijke bevolking is de vraag naar vastgoed in alle sectoren sterk toegenomen starterwoningen tot 60% voor beleggingswonin-gen. Mede door deze maatregelen, maar ook door de afzwakkende economische groei, zijn de transactieaantallen op de koopmarkt in het eerste halfjaar van 2014 met circa 30% gedaald en staan de prijzen voor zowel nieuwbouw als bestaande woningen onder druk, met in zowel mei als juni een lichte gemiddelde prijsdaling op maandbasis. Op jaarbasis zwakte de gemiddelde prijsstijging af van 9% in april tot 6,5% in juni. Door de strenge financieringsvoorwaarden zijn de risico’s op een scherpe prijsdaling op dit moment naar verwachting beperkt. De schulden-last onder huishoudens is met 34% ten opzichte van het GDP relatief beperkt; Chinese huishou-dens kennen een hoge spaarquote en door een gebrek aan spaar- en beleggingsmogelijkheden stroomt een groot deel van het vermogen naar de eigen woning. Bovendien is een deel van de maatregelen die waren bedoeld om de woning-markt af te koelen weer teruggedraaid en worden banken aangespoord om de hypotheekverstrek-king aan particulieren op gang te houden. Voor geheel 2014 wordt dan ook gerekend op een stabilisatie van de prijzen. Hoewel medio 2014 de huur- en koopprijzen in de meeste regio’s, inclusief het luxe- en high-end segment Beijing en Shanghai, onder druk staan, bestaan er binnen China grote ruimtelijke verschillen. Met name in de Tier III-steden3 was de relatieve groei van de woningvoorraad het grootst en heeft veel speculatieve vastgoedont-wikkeling plaatsgevonden. Bovendien was een aanzienlijk deel van de woningbouwontwikkeling in deze steden gericht op het luxe- en high-end segment, terwijl de gebruikersvraag naar dit type woningen daar door de achterblijvende inkomens grotendeels ontbreekt. Afgezien van het dure woningsegment, ontbreekt in de Tier III-steden een gebruikersmarkt voor hoogwaardig commer-cieel vastgoed. Deze steden functioneren namelijk als industriële productiecentra. In plaats 3 In de literatuur worden Chinese steden vaak gecatego-riseerd als Tier I-, II- en III- (tot zelfs IV, V en VI) steden, waarbij Tier I-steden het meest ontwikkeld zijn terwijl Tier III-steden aan het begin staan van het urbanisatieproces dat zich o.a. kenmerkt door een hoge economische groei daarvan beperkt deze markt zich tot de Tier I- en II-steden, waar de vraag komende jaren bovendien sterk toeneemt. Overaanbod en onrendabele vastgoedinvesteringen blijven daarmee vooral een lokaal probleem in de secundaire markten, aangezien in de core-mark-ten het aanbod aan hoogwaardig vastgoed schaars is en de totale allocatie van kapitaal naar vastgoed, gecorrigeerd voor de bevolkingsom-vang en toenemende welvaart, in lijn ligt met de ontwikkeling die andere landen in het verleden doormaakten. Beleggingsmarkten Mede door de forse investeringsgroei in China nam de voorraad aan institutionele vastgoedbe-leggingen voor de gehele regio Azië-Pacific begin 2014 toe tot € 3.430 miljard. Daarmee vormt China inmiddels de grootste markt wereld-wijd. Hoewel China naar absolute omvang gemeten bekend staat als vijfde institutionele beleggingsmarkt voor vastgoed, is de relatieve grootte ten opzichte van de totale economie met naar schatting 15% nog bescheiden in vergelijking met bijvoorbeeld Japan (23%), Hong Kong (30%) en de VS (35%). Een belangrijke oorzaak voor de relatief beperkte beleggingsmarkt is de voorals-nog geringe gebruikersvraag naar hoogwaardig vastgoed. Met de toenemende welvaart en urbanisatie zal dat naar verwachting echter snel veranderen. Daarnaast wordt het aanbod aan (potentiële) beleggingen beperkt doordat veel objecten in handen zijn van eigenaargebruikers of binnenlandse beleggers. Tegenover de snel toenemende voorraad aan institutionele vastgoedbeleggingen staat een relatief hoge beleggingsdruk. Daardoor bevinden de aanvangsrendementen voor commerciële vastgoedbeleggingen in heel Azië, maar ook in China, zich op een historisch laag niveau. Naar verwachting zal deze beleggingsdruk vanuit regionale partijen aanhouden naarmate de welvaart en het beleggingskapitaal toenemen. Ook zal door deregulering van het beleggings­beleid van bijvoorbeeld verzekeraars, pensioen-fondsen en sovereign wealth funds een hogere allocatie naar vastgoed worden toegestaan. Beleggen in internationaal vastgoed 33/44
  • 34. Rents Shanghai (l) Rents Beijing (l) House price Shanghai (r) House price Beijing (r) 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000 34/44 Op een totale Gross Asset Value van de Asian Non-listed Real Estate Vehicles (ANREV) met een omvang van € 62 miljard bedraagt de allocatie naar China medio 2014 met 7% bijna € 4,3 miljard. Daarvan bevindt zich in totaal circa € 3 miljard in de 13 single country fondsen. Hoewel deze fondsen met een exclusieve focus op China een lagere leverage kennen dan het gemiddelde voor alle ANREV-fondsen, kennen zij gemiddeld genomen wel een afwijkend risico­profiel met een hoger aandeel value add of opportunistic fondsstrategieën. In lijn met het hogere risicoprofiel ligt ook het gemiddelde totaalrendement op kwartaalbasis - weliswaar over een relatief korte reeks vanaf 2010 bezien Door het beperkte aanbod en de hoge beleg-gingsdruk zijn de kansen voor buitenlandse partijen op de Chinese beleggingsmarkt beperkt. Ook al omdat het buitenlandse partijen niet is toegestaan direct vastgoed te verwerven en omdat het gebrek aan transparantie een belang-rijke drempel vormt. Volgens de JLL Transparancy Index behoren Chinese Tier I-, II- en III-markten met respectievelijk een 35e, 47e en 54e plek tot de ‘semi-transparante’ beleggingsmarkten. Mogelijk biedt de oprichting van een nationaal vastgoed-register, dat de implementatie van een vastgoed-belasting mogelijk moet maken, aanknopingspunten voor verbetering van de transparantie. Ook is de markt voor non-listed fondsen met een exposure in China groeiende. Figuur 11 Huizenprijzen (per m2) en huurniveaus (per m2 per jaar) voor het luxe- en high-end segment in Beijing en Shanghai (in USD) Bron: JLL, 2014, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance 290 270 250 230 210 190 170 150 4000 2009 2010 2011 2012 2013 2014 USD USD Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1
  • 35. Beleggingsadvies Hoewel er nog altijd risico’s gelden ten aanzien van de snelle kredietgroei, zal de overheid naar verwachting in staat zijn de financiële sector op een gecontroleerde wijze te hervormen. Hierdoor valt de groei van de Chinese economie weliswaar lager uit dan in voorgaande jaren, maar deze blijft met ruim 7% nog altijd relatief hoog. Dit biedt goede vooruitzichten voor de toekomstige gebruikersvraag die door de snelle groei van inkomens, kantoorhoudende werkgelegenheid en consumptie bovendien een kwaliteitsslag zal maken naar hoogwaardige woningen, kantoren en winkels. De beperkte transparantie blijft daarbij een risico. Al met al geldt dat de omvang-rijke economie en toekomstige - met 3,1% hoger dan het gemiddelde van 2,2%. Naast de groei van de non-listed fondsen, duidt de oprichting en notering van de eerste Chinese REIT aan de Shenzhen Stock Exchange in mei 2014 op een verdere groei van de institutionele beleggingsmarkt. De goedkeuring hiervoor komt op een moment dat ontwikkelaars hun omzetten en winstmarges zien afnemen. Hoewel door de lagere afzetsnelheid de financieringsbehoefte bij ontwikkelaars is toegenomen, zijn kleine tot middelgrote ontwikkelaars uitgesloten van bancaire financiering. Zij zoeken naar alternatie-ven waar buitenlandse investeerders vanuit een opportunistische strategie kunnen instappen. Figuur 12 Totaal rendement en Gross Asset Value non-listed fondsen met volledige exposure naar China (in miljard USD) Bron: ANREV, 2014, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance Totaal rendement (l) Gross Asset Value (r) 16 14 12 10 8 6 4 2 0 -2 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 2010 2011 2012 2013 2014 % x miljard USD 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Beleggen in internationaal vastgoed 35/44
  • 36. groeiverwachtingen een allocatie naar de Chinese beleggingsmarkt voor vastgoed legitimeren. En hoewel ook de beleggingsmarkt zich komende jaren naar verwachting sterk zal ontwikkelen, blijft een voorzichtige benadering op zijn plaats vanwege de relatief hoge risico’s. In verband met de beperkingen op direct eigendom door buitenlandse partijen zijn de mogelijkheden voor directe beleggingen zeer beperkt. Indirecte beleggingen bieden meer mogelijkheden, maar de regelgeving verschilt sterk afhankelijk van of het binnen- of buiten-landse 36/44 vastgoedfondsen betreft. Voor de binnen-landse fondsen geldt echter dat zaken zoals governance, fondsvoorwaarden en beheer nog niet op het niveau van buitenlandse fondsen liggen. Naar verwachting zal het aanbod van fondsen de komende jaren wel sterk toenemen naarmate de Chinese beleggingsmarkt zich verder ontwikkelt. Gezien de toenemende regule-ring van de woning- en hypotheekmarkt, worden de beste vooruitzichten voorzien voor commerci-eel vastgoed zoals kantoren, winkels en logistiek. Ten slotte wordt men geadviseerd om zich vooral te richten op fondsen die actief zijn in de Tier I- en II-markten, vanwege de toekomstige gebrui-kersvraag en het beperkte aanbod aan concurre-rend vastgoed. Voor opportunistische strategie kan men eveneens samenwerking zoeken met Chinese projectontwikkelaars Beijing
  • 37. 2.5 De Australische vastgoedmarkt Gezien de relatief hoge groei van de economie en de bevolking biedt de Australische vastgoedmarkt op lange termijn een aantrekkelijk beleggingsper-spectief. Door de hoge mate van transparantie en goed ontwikkelde beleggingsmarkten is het land bovendien zeer toegankelijk voor buitenlandse beleggers. Mede daarom is er een grote instroom van buitenlands kapitaal, ondanks het onzekere herstel van de gebruikersmarkten. In Australië zijn er aantrekkelijke directe rendementen te behalen, al is het aanbod van geschikte beleg-gingen schaars geworden. Gezien het belang van lokale marktkennis, voldoende portefeuillesprei-ding en een slagvaardige managementorganisatie ligt het voor de hand om op indirecte wijze exposure te zoeken middels participaties in een of meerdere fondsen uit het brede aanbod van Australische niet-beursgenoteerde REITs. Focus in beleggingsstrategie • Winkels --Dominante winkelcentra in een verzorgingsgebied met voldoende - en bij voorkeur groeiend - draagvlak --Minimaal twee ‘trekkers’ in de vorm van supermarkten en/of aangevuld met een department store --Goede bereikbaarheid en parkeervoorzieningen • Logistiek vastgoed --Gelegen op strategische locaties in de belangrijkste economische regio’s --Langjarig verhuurd --Moderne, hoogwaardige objecten • Algemeen --Beleggingen via lokale fondsen Outlook 2015 2016 Waarde­groei Prime kantoren + =/+ (Sub)regionale winkelcentra + =/+ Logistiek vastgoed + + Huur­niveaus Prime kantoren =/- = (Sub)regionale winkelcentra = =/+ Logistiek vastgoed = =/+ Legenda + verwachte stijging =/+ stabiel tot lichte stijging = stabiel =/- stabiel tot lichte daling - verwachte daling SWOT-analyse Nederlandse markt voor beleggen in woninghypotheken Strengths Weaknesses Sterke concentratie van de bevolking en economische activiteiten in een aantal stedelijke regio’s Eenzijdige export van grondstoffen en grote afhankelijkheid van China en Japan Sterke economische groei stimuleert gebruikersvraag Aanzienlijke leegstand in de kantorenmarkt Lage staatsschuld maakt economie weerbaar voor (externe) schokken Verhuurmarkt voor winkels wordt deels gedomineerd door supermarktketens Coles en Woolworths Zeer transparante en goed ontwikkelde beleggingsmarkt met een hoge liquiditeit Opportunities Threats Sterke groei van stedelijk verzorgingsgebied door groei van bevolking en consumptie Aangekondigde lastenverzwaringen en hoge financieringslast huishoudens beperken consumptiegroei Mogelijk aantrekkende export door diversificatie en verdere verzwakking van de AUD Mogelijk beperkte uitbreidingsvraag kantoren door afzwakkende werkgelegenheidsgroei Lagere hypotheeklasten en meer ruimte voor vrije bestedingen door renteverlaging Groot aandeel hypotheekfinancieringen met variabele rente Verdere renteverlagingen bieden mogelijk ruimte voor verdere yieldcompressie en indexatie Betaalbaarheid buitenlandse schulden verslechtert bij verdere daling van de dollarkoers (AUD) Beleggen in internationaal vastgoed 37/44
  • 38. Structurele veranderingen Australië behoort qua oppervlakte tot de grootste landen ter wereld, maar kent met 22,4 miljoen inwoners (2014) een relatief beperkte populatie. Met een urbanisatiegraad van 90% behoort Australië tot de meest verstedelijkte landen ter wereld, zodat het overgrote deel van de economi-sche activiteiten zich concentreert in een beperkt aantal stedelijke regio’s. De stedelijke gebieden nemen komende decennia in omvang verder toe, gezien de jaarlijkse bevolkingsgroei van circa 1% die voortkomt uit een geboorte- en migratieover-schot. Daarmee is Australië qua inwonertal een van de snelst groeiende westerse landen, nog voor de VS en ruim voor de meeste Europese landen. Mede door de opkomst van de Aziatische econo-mieën liet de Australische economie langere tijd een hoge groei zien. Zelfs in 2009, toen alle grote economieën een sterke krimp vertoonden, groeide de Australische economie nog altijd met 1,5% aantrekkend tot 3,6% in 2012. Toch zijn in de jaren na de crisis de overheidstekorten aanzienlijk opgelopen tot jaarlijks meer dan 3% sinds 2009. Hierdoor nam de overheidsschuld in een paar jaar snel toe van 18% tot 31% van het bruto binnen-lands product, wat toch nog altijd relatief laag is. Door een combinatie van overheidsbezuinigingen en lastenverzwaringen wil de nieuwe coalitie het tekort terugdringen, al zal de begroting naar verwachting niet voor 2020 in evenwicht komen. Conjuncturele ontwikkelingen Voor de komende jaren wordt gerekend op een economische groei van circa 3%, maar die zal op langere termijn naar verwachting afzwakken richting 2%. Langere tijd was de aanhoudende groei van de investeringen een belangrijke driver voor de economische groei. Nu deze investe-ringsgroei 38/44 afzwakt, is de economische groei afhankelijker geworden van andere sectoren. Door de geïsoleerde ligging en beperkte thuis-markt zijn de kansen voor de industriële productie­sector in Australië echter beperkt. Voor de economische groei is Australië dan ook steeds meer afhankelijk van de binnenlandse beste­dingen en export. Die export is echter eenzijdig (grondstoffen) en met een gezamenlijk aandeel van China en Japan van 50% weinig gediversifieerd. Dit maakt de export gevoelig voor externe schokken zoals de recente groeivertraging van de Chinese economie en de wereldwijde daling van de grondstofprijzen. Middels renteverlagingen slaagt de Australische Centrale Bank (RBA) erin de koers van de AUD te verzwakken en export te stimuleren. Mogelijk volgen op korte termijn verdere renteverlagingen om de economische groei te stimuleren. Maar dit is afhankelijk van de oplopende inflatie, die - mede door duurdere importen - medio 2014 circa 3% bedraagt en zich daarmee aan de bovenzijde van de beleidsdoel-stelling bevindt. Belangrijk voor de economische groei is de consumptie, die naar verwachting met circa 3% per jaar groeit, maar waarvoor de verwachtingen voor 2014 en 2015 langzaam maar zeker zijn verslechterd. Een lage werkgelegenheidsgroei en een laag consumentenvertrouwen zetten een rem op de consumptie. Ook daalde het reële inkomen begin 2014 door een achterblijvende loonstijging ten opzichte van de oplopende inflatie en lasten-verzwaringen. Daarnaast kennen huishoudens, voornamelijk door oplopende hypotheekschul-den, gemiddeld genomen hoge financiële verplichtingen tot 120% van het GDP. Voor het overgrote deel betreft het hypotheken met een variabele rente. Hoewel deze rentegevoeligheid een risico vormt, geeft het de RBA ook een middel om via renteverlagingen de huizenmarkt en de particuliere consumptie te stimuleren. Sinds 2013 neemt het aantal bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen inderdaad toe, maar het is onzeker hoe lang dit effect aanhoudt en in hoeverre de woningmarkt de binnenlandse bestedingen een impuls zullen geven. Vastgoedmarkten Door de sterke verstedelijking concentreren de gebruikersmarkten voor institutioneel vastgoed zich grotendeels in de regio’s Sydney, Melbourne, Brisbane, Perth en Adelaide. Mede door de grote afstanden kennen deze gebruikersmarkten een eigen profiel en dynamiek. Zo zijn de economi-sche activiteiten in Brisbane en Perth grotendeels afhankelijk van de grondstoffensector, terwijl Sydney en Melbourne zich relatief meer op (half) fabricaten en dienstverlening richten.