19. Votum en GroetVotum en Groet
zingen: Klein Gloriazingen: Klein Gloria
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot
eeuwigheid.
Amen.
33. Sions verlossing komtSions verlossing komt
1 Troost, troost mijn volk, zegt uw God.1 Troost, troost mijn volk, zegt uw God.
2 Spreekt tot het hart van Jeruzalem,2 Spreekt tot het hart van Jeruzalem,
roept het toe, dat zijn lijdenstijdroept het toe, dat zijn lijdenstijd
volbracht is,volbracht is,
dat zijn ongerechtigheid geboet is,dat zijn ongerechtigheid geboet is,
dat het uit de hand des Heren dubbeldat het uit de hand des Heren dubbel
ontvangen heeft voor al zijn zonden.ontvangen heeft voor al zijn zonden.
34. 3 Hoor, iemand roept: Bereidt in de3 Hoor, iemand roept: Bereidt in de
woestijn de weg des Heren, effentwoestijn de weg des Heren, effent
in de wildernis een baan voor onzein de wildernis een baan voor onze
God.God.
4Elk dal worde verhoogd en elke4Elk dal worde verhoogd en elke
berg en heuvel geslecht, en hetberg en heuvel geslecht, en het
oneffene worde tot een vlakte en deoneffene worde tot een vlakte en de
rotsbodem tot een vallei.rotsbodem tot een vallei.
35. En de heerlijkheid des Heren zalEn de heerlijkheid des Heren zal
zich openbaren, en al het levendezich openbaren, en al het levende
tezamen zal dit zien, want de mondtezamen zal dit zien, want de mond
des Heren heeft het gesproken.des Heren heeft het gesproken.
6 Hoor, iemand zegt: Roep. En de6 Hoor, iemand zegt: Roep. En de
vraag klinkt: Wat zal ik roepen? –vraag klinkt: Wat zal ik roepen? –
Alle vlees is gras, en al zijnAlle vlees is gras, en al zijn
schoonheid als een bloem desschoonheid als een bloem des
velds.velds.
36. 7 Het gras verdort, de bloem valt af,7 Het gras verdort, de bloem valt af,
als de adem des Heren daaroverals de adem des Heren daarover
waait. Voorwaar, het volk is gras.waait. Voorwaar, het volk is gras.
8 Het gras verdort, de bloem valt af,8 Het gras verdort, de bloem valt af,
maar het woord van onze Godmaar het woord van onze God
houdt eeuwig stand.houdt eeuwig stand.
37. 9 Klim op een hoge berg,9 Klim op een hoge berg,
vreugdebode Sion; verhef uw stemvreugdebode Sion; verhef uw stem
met kracht, vreugdebodemet kracht, vreugdebode
Jeruzalem; verhef ze, vrees niet;Jeruzalem; verhef ze, vrees niet;
zeg tot de steden van Juda: Zie,zeg tot de steden van Juda: Zie,
hier is uw God!hier is uw God!
38. 10 Zie, de Here Here zal komen10 Zie, de Here Here zal komen
met kracht en zijn arm zalmet kracht en zijn arm zal
heerschappij oefenen; zie, zijn loonheerschappij oefenen; zie, zijn loon
is bij Hem en zijn vergelding gaatis bij Hem en zijn vergelding gaat
voor Hem uit.voor Hem uit.
39. 11 Hij zal als een herder zijn kudde11 Hij zal als een herder zijn kudde
weiden, in zijn arm de lammerenweiden, in zijn arm de lammeren
vergaderen en ze in zijn schootvergaderen en ze in zijn schoot
dragen; de zogenden zal Hijdragen; de zogenden zal Hij
zachtkens leiden.zachtkens leiden.
48. 24 Niemand kan twee heren24 Niemand kan twee heren
dienen, want hij zal òf de ene hatendienen, want hij zal òf de ene haten
en de andere liefhebben, òf zichen de andere liefhebben, òf zich
aan de ene hechten en de andereaan de ene hechten en de andere
minachten; gij kunt niet God dienenminachten; gij kunt niet God dienen
èn Mammon.èn Mammon.
49. BezorgdheidBezorgdheid
25 Daarom zeg Ik u: Weest niet25 Daarom zeg Ik u: Weest niet
bezorgd over uw leven, wat gij zultbezorgd over uw leven, wat gij zult
eten [of drinken], of over uweten [of drinken], of over uw
lichaam, waarmede gij het zultlichaam, waarmede gij het zult
kleden. Is het leven niet meer dankleden. Is het leven niet meer dan
het voedsel en het lichaam meerhet voedsel en het lichaam meer
dan de kleding?dan de kleding?
50. 26 Ziet naar de vogelen des26 Ziet naar de vogelen des
hemels: zij zaaien niet en maaienhemels: zij zaaien niet en maaien
niet en brengen niet bijeen inniet en brengen niet bijeen in
schuren, en toch voedt uw hemelseschuren, en toch voedt uw hemelse
Vader die; gaat gij ze niet verre teVader die; gaat gij ze niet verre te
boven?boven?
51. 27 Wie van u kan door bezorgd te27 Wie van u kan door bezorgd te
zijn één el aan zijn lengtezijn één el aan zijn lengte
toevoegen? 28 En wat zijt gijtoevoegen? 28 En wat zijt gij
bezorgd over kleding? Let op debezorgd over kleding? Let op de
leliën des velds, hoe zij groeien:leliën des velds, hoe zij groeien:
52. 29 zij arbeiden niet en spinnen niet;29 zij arbeiden niet en spinnen niet;
en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in alen Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al
zijn heerlijkheid niet bekleed waszijn heerlijkheid niet bekleed was
als een van deze.als een van deze.