18. LIED 121: 1LIED 121: 1
Ga mij niet voorbij, o HeilandGa mij niet voorbij, o Heiland
ga mij niet voorbij!ga mij niet voorbij!
Wijl Gij and'ren zegent,Wijl Gij and'ren zegent,
Heiland! Zegen nu ook mij.Heiland! Zegen nu ook mij.
19. Jezus, Heiland,Jezus, Heiland,
wees mij nu nabij!wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent,Wijl Gij and'ren zegent,
Heiland, ga mij niet voorbij!Heiland, ga mij niet voorbij!
20. 22 Voor Uw troon geknield,Voor Uw troon geknield,
o Heiland,o Heiland,
bid ik in 't geloof!bid ik in 't geloof!
Doe mij troost en uitkomstDoe mij troost en uitkomst
vinden,vinden,
houd u niet als doof!houd u niet als doof!
21. Jezus, Heiland,Jezus, Heiland,
wees mij nu nabij!wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent,Wijl Gij and'ren zegent,
Heiland, ga mij niet voorbij!Heiland, ga mij niet voorbij!
22. 44 Gij zijt al mijn troost,Gij zijt al mijn troost,
o Heiland!o Heiland!
Ja, mijn troost geheel;Ja, mijn troost geheel;
in de hemel en op aardein de hemel en op aarde
blijft Gij steeds mijn deel.blijft Gij steeds mijn deel.
23. Jezus, Heiland,Jezus, Heiland,
wees mij nu nabij!wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent,Wijl Gij and'ren zegent,
Heiland, ga mij niet voorbij!Heiland, ga mij niet voorbij!
24. Gebed om de opening van hetGebed om de opening van het
woordwoord
30. Een lied uit de diepteEen lied uit de diepte
1 Een bedevaartslied.1 Een bedevaartslied.
Uit de diepten roep ik tot U,Uit de diepten roep ik tot U,
o Here.o Here.
2 Here, hoor naar mijn stem;2 Here, hoor naar mijn stem;
laten uw oren opmerkende zijnlaten uw oren opmerkende zijn
op mijn luide smekingen.op mijn luide smekingen.
31. 3 Als Gij, Here, de3 Als Gij, Here, de
ongerechtigheden in gedachtenisongerechtigheden in gedachtenis
houdt, Here, wie zal bestaan?houdt, Here, wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving,4 Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.opdat Gij gevreesd wordt.
32. 5 Ik verwacht de Here,
mijn ziel verwacht en ik hoop op
zijn woord;
33. 6 mijn ziel wacht op de Here,6 mijn ziel wacht op de Here,
meer dan wachters op de morgen,meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.wachters op de morgen.
34. 7 Israël hope op de Here,7 Israël hope op de Here,
want bij de Here iswant bij de Here is
goedertierenheid,goedertierenheid,
bij Hem is veel verlossing;bij Hem is veel verlossing;
35. 8 Hij zelf zal Israël verlossen8 Hij zelf zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.van al zijn ongerechtigheden.