38. OT: Prediker 1 vers 1 t/m 11. Lucht en
leegte. NT: Johannes 20 vers 19 t/m 31.
Thomas. (NBV)
39. Lucht en leegte
2 Lucht en leegte, zegt Prediker,
lucht en leegte, alles is leegte.
3 Welk voordeel heeft de mens
van alles wat hij heeft verworven,
al zijn moeizaam gezwoeg onder
de zon?
40. 4 Generaties gaan, generaties komen,
maar de aarde blijft altijd bestaan.
5 De zon komt op, de zon gaat onder,
en altijd snelt ze naar de plaats waar
ze weer op zal gaan.
6 De wind waait naar het zuiden,
dan draait hij naar het noorden.
Hij draait en waait en draait,
en al draaiend waait de wind weer
terug.
41. 7 Alle rivieren stromen naar de zee,
toch raakt de zee niet vol.
De rivieren keren om,
ze gaan weer naar de plaats van waar
ze komen,
en beginnen weer opnieuw te
stromen.
8 Alles is vermoeiend,
zozeer dat er geen woorden voor te
vinden zijn.
42. De ogen van een mens kijken, en
vinden geen rust,
zijn oren horen, en ze blijven
horen.
9 Wat er was, zal er altijd weer
zijn,
wat er is gedaan, zal altijd weer
worden gedaan.
Er is niets nieuws onder de zon.
43. 10 Wanneer men van iets zegt:
‘Kijk, iets nieuws,’
dan is het altijd iets dat er sinds
lang vervlogen tijden is geweest.
11 De vroegere generaties zijn
vergeten,
en ook de komende zullen weer
worden vergeten.
45. 19 Op de avond van die eerste dag
van de week waren
de leerlingen bij elkaar; ze
hadden de deuren afgesloten,
omdat ze bang waren voor
de Joden. Jezus kwam in hun
midden staan en zei: ‘Ik wens
jullie vrede!’ 20 Na deze woorden
toonde hij hun zijn handen en zijn
zijde.
46. De leerlingen waren blij omdat ze
de Heer zagen. 21 Nog eens
zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede!
Zoals de Vader mij heeft
uitgezonden, zo zend ik jullie
uit.’ 22 Na deze woorden blies hij
over hen heen en zei: ‘Ontvang
de heilige Geest.
47. 23 Als jullie
iemands zonden vergeven, dan
zijn ze vergeven; vergeven jullie
ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
24 Een van de twaalf, Tomas (dat
betekent ‘tweeling’), was er niet
bij toen Jezus kwam. 25 Toen de
andereleerlingen hem vertelden:
‘Wij hebben de Heer gezien!’
48. zei hij: ‘Alleen als ik de wonden
van de spijkers in zijn handen zie
en met mijn vingers kan voelen,
en als ik mijn hand in zijn zij kan
leggen, zal ik het geloven.’ 26 Een
week later waren
de leerlingen weer bij elkaar
en Tomas was er nu ook bij.
Terwijl de deuren gesloten waren,
49. kwam Jezus in hun midden staan.
‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27 en
daarna richtte hij zich tot Tomas:
‘Leg je vingers hier en kijk naar
mijn handen, en leg je hand in
mijn zij. Wees niet langer
ongelovig, maar
geloof.’ 28 Tomas antwoordde:
‘Mijn Heer, mijn God!’
50. 29 Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je
me gezien hebt, geloof je.
Gelukkig zijn zij die niet zien en
toch geloven.’
30 Jezus heeft nog veel meer
wondertekenen voor
zijn leerlingen gedaan, die niet in
dit boek staan,
51. 31 maar deze zijn opgeschreven
opdat u gelooft
dat Jezus de Messias is, de Zoon
van God, en opdat u door te
geloven leeft door zijn naam.
52. G 218 – 1, 5, 6, 8
Ik zeg het allen dat Hij leeft.
53. Ik zeg het allen, dat Hij leeft (LvdK 218) v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
54. Ik zeg het allen, dat Hij leeft (LvdK 218) v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
55. Ik zeg het allen, dat Hij leeft (LvdK 218) v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
56. Ik zeg het allen, dat Hij leeft (LvdK 218) v. A.C. den Besten; m. J. Crüger