2. Inleiding
Beste collega’s van de gemeente X,
Zoals u weet is het over een jaar al zo ver, de functie begeleiding zal worden gedecentraliseerd van AWBZ naar de Wmo. 2011 is
het jaar geweest waarin gemeenten zich hierop hebben voorbereid. Vanaf 2013 zullen de eerste cliënten bij gemeenten
aankloppen met hun ondersteuningsvraag. Passend binnen uw budget en in afstemming met de vele leveranciers zal deze vraag
beantwoord moeten worden.
In opdracht van uw gemeente heeft het WMO kantoor een analyse gemaakt over de beschikbare data van CIZ, Zorgkantoor en
CAK. Het resultaat van deze opdracht, waarbij ook beleid en workshops behoren, ligt voor u. Eerst wordt de huidige situatie in de
AWBZ nog toegelicht, om vanuit hier duidelijk de diverse veranderingen weer te geven. Verder betreft dit het eerste rapport met
een impact-analyse van de situatie in uw gemeente. Hierin leggen we de nadruk op de tot nu toe beschikbare data voor uw
gemeente (budget, aantal cliënten, voorzieningenaanbod en zorgaanbieders), om een zo goed mogelijk beeld van de huidige
stand van zaken te scheppen. Mede met behulp van deze analyse, kan de gemeente het Wmo-beleid in de toekomst vormgeven.
Wij hopen dat dit voor u gemeente een stap mag zijn bij het behouden van de regie in de uitvoering van de Wmo.
Met vriendelijke groet,
Het WMO kantoor
2
3. Inhoudsopgave
Begeleiding vanuit de AWBZ
Decentralisatie van begeleiding naar de Wmo
Data-analyse toekomstige situatie <voorbeeld gemeente>
3
5. De huidige wijze van indicatiestelling in de AWBZ gaat voornamelijk uit van
de beperking en zorgbehoefte van de cliënt
Sociale omgeving
Bestaande
Voorzieningen
Gebruikelijke zorg Netto
Cliënt met
Mantelzorg vastgestelde Indicatie Zorginkoop Zorglevering Declaratie
- Ziekte
Wettelijke (vrijwillig) (AWBZ)
- Beperking
voorliggende zorgbehoefte 1. CIZ en BJZ 2. Zorgkantoor 3. Zorgaanbieder 4. CAK
- participatie-
voorzieningen (Zvw)
problemen
Algemeen
gebruikelijke
voorzieningen
5
Bron: CIZ indicatiewijzer. Versie 4.1, april 2011.
6. De huidige wijze van indicatiestelling in de AWBZ gaat voornamelijk uit van de beperking en zorgbehoefte van de cliënt
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is in Nederland een 2. Zorgkantoren
verplichte, collectieve ziektekostenverzekering voor niet-individueel Nadat de indicatie is gesteld wordt de zorg geregeld via Zorgkantoren.
verzekerbare ziektekostenrisico's. Op grond van de AWBZ is iedere Voor <gemeente voorbeeld> is dit een X Zorgkantoor. Het Zorgkantoor
Nederlander verzekerd tegen de kosten van onverzekerbare medische gaat op zoek naar een geschikte zorgaanbieder die aan de zorgvraag van
risico’s en langdurige zorg (na 366 dagen). de cliënt kan voldoen. Nederland is verdeeld in 32 Zorgkantoorregio’s,
waarbij de zorgverzekeraar met de meeste verzekerden in een regio de rol
Tot 2003 zijn veel aanvullende regels gemaakt om de AWBZ aan te passen van Zorgkantoor heeft. Naast zorgtoewijzing zijn Zorgkantoren ook
aan veranderende maatschappelijke trends. Daardoor werd de verantwoordelijk voor zorginkoop bij aanbieders in de regio, waarbij aan
regelgeving te complex. Vanaf 2003 is een serie wijzigingen doorgevoerd: de hand van geldende regels specifieke afspraken worden gemaakt met
zo werden onder andere de aanspraken benoemd in termen van functies betrekking tot volume, prijs en kwaliteit.
in plaats van voorzieningen en mogen zorgorganisaties extramuraal Het Zorgkantoor heeft tevens een handhavende functie om te zorgen dat
AWBZ-breed zorg aanbieden. Daarna is per 2007 de huishoudelijke zorgaanbieders tijdig de juiste informatie aanleveren aan het CAK.
verzorging overgegaan in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Het kabinet wil nu nog een aantal wijzigingen in de AWBZ gaan 3. Zorgaanbieders
aanbrengen door mogelijk de toegang tot de AWBZ voor zwakbegaafden De zorgaanbieder levert de met het Zorgkantoor in overeenstemming
(met een IQ tussen de 70 en 85) te beperken en de voorwaarden van het bepaalde (combinatie van) zorg aan de cliënt. De verschillende soorten
persoonsgebonden budget te wijzigen. AWBZ-zorg zijn:
-Persoonlijke verzorging - Verblijf in een instelling
1. CIZ/Bureau Jeugdzorg -Verpleging - Kortdurend verblijf
De individuele zorgaanvraag van de AWBZ start met een indicatie van het -Begeleiding - Behandeling
Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) of van Bureau Jeugdzorg (BJZ). Hieruit
vloeit een indicatiebesluit voort, waarbij is gekeken naar mogelijkheden Het werkelijk aantal ontvangen uren zorg wordt vervolgens doorgegeven
voor gebruikelijke zorg en mantelzorg. Indien een cliënt recht heeft op aan het CAK.
AWBZ zorg, ontvangt deze een indicatiebesluit met hierin de soorten zorg
en de leveringsvorm (ZiN of Pgb). Ook staat hierin de begin en – 4. CAK
einddatum, aantal uren (in klassen) en wel/geen vervoer vermeld. Deze Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) declareert de eigen bijdrage
totale bandbreedte van zorg kan afwijken van de daadwerkelijke afname. gerelateerd aan het aantal ontvangen uren zorg aan de cliënt. Deze
bijdrage is gebaseerd op basis van het werkelijk aantal ontvangen uren
zorg. Niet op alle AWBZ-zorg wordt een eigen bijdrage geheven, maar wel
op alle vormen van AWBZ-begeleiding.
Bron: Transitiebureau, begeleiding in beeld. Toelichting beleidsinformatie extramurale begeleiding. Oktober 2011 6
Rijksoverheid: Uitvoeringsverslag en financiële verantwoording over de uitvoering AWBZ 2011. Nederlandse Zorgautoriteit, augustus 2011
7. In Nederland zijn ruim 206.000 cliënten, onderverdeeld in cliëntgroepen, die
diverse vormen van begeleiding AWBZ ontvangen
Indicatie voor begeleiding
Psychiatrisch 18+ 71.210
Verstandelijke handicap 18+ 37.325
Verstandelijke handicap 0-17 jaar 26.170
Cliëntgroep Somatisch 65+ 23.910
Lichamelijke handicap 18.345
CIZ: 80% Psychogeriatrisch 65+ 14.180
Somatisch 0-64 jaar 9.760
Totaal 206.015 cliënten
Zintuiglijke handicap 5.110
0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000 80.000
Aantal cliënten
Begeleidingsvorm Aantal indicaties Gemiddelde duur
Individuele begeleiding 152.515 4,4 uur per week
Jeugdzorg: 20%* Groepsbegeleiding 101.450 4,8 dagdelen per
week
Kortdurend Verblijf 21.180 1,2 etmalen per
week
* Cijfers Bureau jeugdzorg nog niet vrijgegeven 7
Bron: CIZ basisrapportage AWBZ, Nederland. Peildatum: 1 juli 2011.
8. In Nederland zijn ruim 206.000 cliënten, onderverdeeld in cliëntgroepen, die diverse vormen van begeleiding AWBZ
ontvangen
In de database van het CIZ staan alle AWBZ-indicaties opgeslagen die door - Een psychogeriatrische aandoening of beperking
het CIZ zijn afgegeven. Ook Bureau Jeugdzorg (BJZ) geeft indicaties af voor Er is sprake van een ziekte, niet-aangeboren aandoening of functiestoornis
AWBZ-zorg. Zij indiceren kinderen jonger dan 18 jaar, met alléén een in of van de hersenen. Deze aandoeningen gaan vaak gepaard met
psychiatrische (PSY) aandoening. De indicatie kan uiterlijk tot hun 23ste aantasting van denkvermogen, gevoelsleven en herinneringscapaciteit.
gelden. Het aantal cliënten met aanspraak op AWBZ-zorg in een gemeente Voorbeeld: dementie
hoeft niet overeen te komen met het aantal cliënten dat daadwerkelijk - Een psychiatrische aandoening of beperking
zorg consumeert. Een cliënt kan een indicatie hebben zonder die te Een stoornis door een of meer symptomen veroorzaakt door in de psyche
verzilveren bij een zorgaanbieder. Daarnaast kan een verschil optreden als gelegen factoren. Bij de classificatie worden vaak vastgestelde criteria
cliënten in een andere gemeente dan waar zij wonen, hun zorg gehanteerd (DSM-IV )die uitgaan van een (groep van) symptomen.
consumeren. Voorbeeld: Borderline en Anorexia
- Een verstandelijke handicap
Voorkeursleveringsvorm Iemand scoort met het denkvermogen (cognitief) lager dan gemiddeld bij
Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn een algemene intelligentietest (in Nederland geldt voor AWBZ-zorg een
voorkeur heeft: Persoonsgebonden budget (Pgb) of Zorg in Natura (ZiN). In IQ-grens van 85). Er is sprake van blijvende beperkingen op het gebied van
een indicatiebesluit dat meerdere functies omvat, kan voor iedere functie de sociale redzaamheid.
een leveringsvorm gekozen worden. De leveringsvorm wordt in Voorbeeld: Syndroom van down
afstemming met het Zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de - Een lichamelijke handicap
leveringsvorm van voorkeur. Een fysieke aandoening waarbij sprake is van beperkingen als gevolg van
stoornissen van het zenuwstelsel en het bewegingsapparaat, waarbij geen
functionele verbetering mogelijk is.
Grondslagen
Voorbeeld: niet-aangeboren hersenletsel, handicaps van het spierstelsel en
Om in aanmerking te komen voor AWBZ-zorg moet er een medische reden beenderstelsel (dwarslaesie en verlamming).
(grondslag) aanwezig zijn waardoor iemand bepaalde activiteiten niet - Een zintuiglijke handicap
zelfstandig kan verrichten maar hierbij hulp nodig heeft. De volgende Het kan gaan om een beperkt gezichtsvermogen (visueel) of gehoor
grondslagen kunnen recht geven op AWBZ-zorg: (auditief) of een communicatieve handicap.
- Een somatische aandoening of beperking Voorbeeld: visuele handicaps (blindheid, slechtziendheid en oogziekte) en
Een lichamelijke ziekte die een blijvende beperking geeft, niet veroorzaakt auditieve handicaps (doofheid en andere stoornissen in het gehoor).
door een stoornis van het zenuwstelsel of bewegingsapparaat.
Voorbeeld: Artrose
Bron: CIZ basisrapportage AWBZ, Nederland. Peildatum: 1 juli 2011. 8
Grondslagen AWBZ, College voor zorgverzekeringen. 22 augustus 2011
10. De Wmo is lokaal georganiseerd op basis van gemeentelijk beleid en gaat uit
van het compensatiebeginsel
Wmo
Invulling van ondersteuningsbehoefte burger middels
compensatieplicht binnen kaders van lokale Wmo beleid
Gemeente
1. Informatievoorziening 2. Indicatiestelling 3. Indicatiebesluit 4. Levering
Gemeente verstrekt Waarbij eerst wordt In de vorm van een Soort en
informatie aan burgers gekeken naar eigen arrangement wordt omvang van
(Wmo loket, via media kracht, sociaal netwerk soort en omvang ondersteuning,
zoals krant, folders, en algemene van ondersteuning middels Zorg in
internet etc.) voorzieningen vastgesteld Natura of Pgb
Doel Wmo
De Wmo moet er voor zorgen dat burgers zo
lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen
en mee kunnen doen in de samenleving. Daarbij
Eigen
kracht
dienen ze zoveel mogelijk een beroep te doen
op hun sociale netwerk en zo min mogelijk op
Sociaal netwerk
(duurdere) individuele voorzieningen.
Algemene voorzieningen
individuele voorzieningen
10
Bron: VNG en Zorgverzekeraars Nederland: mini-toolkit samen werken aan decentralisatie van begeleiding, maart 2011
11. De Wmo is lokaal georganiseerd op basis van gemeentelijk beleid en gaat uit van het compensatiebeginsel
Per 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van Een belangrijke vernieuwing die de invoering van de Wmo met zich
kracht. Het maatschappelijk doel van de Wmo is ‘meedoen’. De gemeente meebracht is de compensatieplicht. De wet bepaalt wel dat gemeenten
kent de eigen inwoners en hun behoeften beter dan de landelijke hun inwoners moeten ondersteunen op een aantal omschreven
overheid, daarom is de Wmo een taak van de gemeente. De wet beoogt domeinen, maar bepaalt niet hoe die ondersteuning er uit moet zien. De
niet alleen participatie van kwetsbare groepen, maar vooral ook de Wmo verschilt hierin van bijvoorbeeld de AWBZ, waarin de mogelijke
participatie van de gezonden en de sterken: steun door vrienden, familie, voorzieningen wel omschreven en ingekaderd zijn. Dit biedt gemeenten
bekenden. Wanneer dit niet tot de mogelijkheden behoort, is er veel ruimte om Wmo-beleid te maken dat het beste past bij de specifieke
ondersteuning vanuit de gemeente geboden. lokale context. Artikel 4 van de Wmo introduceert de term compensatie:
- De Wmo regelt dat mensen die hulp nodig hebben in het dagelijks
leven ondersteuning krijgen van hun gemeente. Ondersteuning komt ‘Ter compensatie van de beperkingen die een persoon als bedoeld in artikel
in de vorm van voorzieningen als Hulp bij het Huishouden, een rolstoel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4,5 en 6 ondervindt in zijn zelfredzaamheid
of woningaanpassing. en zijn maatschappelijke participatie, treft het college van burgemeester
en wethouders voorzieningen op het gebied van maatschappelijke
- De Wmo ondersteunt mensen, zoals vrijwilligers en mantelzorgers, die
ondersteuning die hem in staat stellen:
zich inzetten voor hun medemens of buurt.
- De Wmo stimuleert activiteiten die de onderlinge betrokkenheid in a. Een huishouden te voeren;
buurten en wijken vergroten.
b. Zich te verplaatsen in en om de woning;
- De Wmo biedt ondersteuning om te voorkomen dat mensen later
c. Zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;
zwaardere vormen van hulp nodig hebben. Het gaat bijvoorbeeld om
opvoedingsondersteuning en activiteiten tegen eenzaamheid. d. Medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan
te gaan.
Bij het bepalen van de voorzieningen houdt het college van burgemeester
en wethouders rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de
aanvrager van de voorzieningen, alsmede met de capaciteit van de
aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien.’
11
Bron: VNG en Zorgverzekeraars Nederland: mini-toolkit samen werken aan decentralisatie van begeleiding, maart 2011
12. Vanaf 2014 verliezen alle cliënten hun recht op AWBZ-begeleiding en hebben
mogelijk aanspraak op Wmo-compensatie
AWBZ begeleiding Wmo
Zware beperking Zware beperking
Matige beperking Matige beperking
Wmo
Lichte beperking Lichte beperking
Pakketmaatregel
2009 2012 2013 2014
alle nieuwe en herindicaties
begeleiding door gemeente
alle indicaties door
gemeente (alle cliënten
begeleiding naar Wmo)
12
13. Vanaf 2014 verliezen alle cliënten hun recht op AWBZ-begeleiding en hebben mogelijk aanspraak op Wmo-compensatie
Het overheidsbeleid is er op gericht om de AWBZ alleen nog te gebruiken Decentralisatie
om zorg en ondersteuning te bieden aan burgers met langdurige In navolging op de pakketmaatregel staat in het regeerakkoord ‘vrijheid en
beperkingen. De eerste stap hierin was de pakketmaatregel van 1-1-2009. verantwoordelijkheid’ het voornemen om de functie begeleiding en
Deze maatregel hield in dat de criteria voor de functie begeleiding werden dagbesteding volledig uit de AWBZ te decentraliseren naar de Wmo vanaf
aangescherpt; cliënten met een lichte beperking verloren hun aanspraak 2014. Concreet betekent dit dat de functie begeleiding wordt geschrapt
op zorg. Ook werd de begeleiding in omvang en beschikbare uren beperkt. uit de AWBZ en de met extramurale AWBZ-begeleiding te bereiken
resultaten worden ondergebracht onder de compensatieplicht van de
Pakketmaatregel Wmo. De rechten van cliënten gaan niet over en gemeenten krijgen een
Als gevolg van de pakketmaatregel in 2009 zagen ongeveer 70.000 resultaatverplichting. De formulering van die resultaatverplichting zal in
mensen hun aanspraak op begeleiding vervallen of verminderen. Omdat het wetgevingstraject plaatsvinden.
men verwachtte en hoopte dat een groter beroep zou worden gedaan op
door gemeente gefinancierde (Wmo-) voorzieningen, kregen gemeenten
een gedeeltelijke tegemoetkoming van € 127 miljoen. Dit bedrag was De decentralisatie van de AWBZ-functie begeleiding is een ontwikkeling
beduidend lager dan de daarvóór, voor begeleiding, gereserveerde naar een steeds grotere verantwoordelijkheid van gemeenten wat betreft
middelen: met de pakketmaatregel werd een bezuiniging van € 800 participatie. Het gaat om niet-medische functies en het betreft activiteiten
miljoen beoogd. die gericht zijn op zaken als zelfredzaamheid en participatie. Daarmee
wordt voor gemeenten de eigen visie op de uitvoering van de Wmo een
AWBZ en Wmo belangrijk ijkpunt voor de aanpak van de nieuwe taken. De betrokken
Mensen die hun recht op AWBZ-zorg verliezen kunnen op grond van Wmo zorgaanbieders zullen zich meer moeten gaan richten op de gemeentelijke
ondersteuning aanvragen bij gemeente (bijvoorbeeld op basis van context.
onderwijs of jeugdzorg), wanneer ze niet zelf of via hun eigen netwerk in
ondersteuning kunnen voorzien. Door overlap met betrekking tot In 2014 dient de decentralisatie van begeleiding gereed te zijn. 2013 is het
begeleiding wordt een deel van de Wmo afgewenteld op de AWBZ. Beide overgangsjaar, waarbij nieuwe begeleidingscliënten onder de
bieden vormen van ondersteuning/begeleiding. Daarbij zijn de verantwoordelijkheid van de Wmo komen.
functiegerichte aanspraken in de AWBZ ruim omschreven en biedt de
AWBZ de mogelijkheid om zelf zorg in te kopen via Pgb. Gevolg daarvan is
dat de AWBZ een soort vangnet wordt voor zorg die vanuit aanpalende
terreinen niet geleverd wordt. Hierdoor treedt het gevaar van afwenteling
van kosten op AWBZ op. Dit wordt versterkt doordat de AWBZ een
voorliggende voorziening is op de Wmo.
Bron: VNG en Zorgverzekeraars Nederland: mini-toolkit samen werken aan decentralisatie van begeleiding, maart 2011 13
VVD-CDA: vrijheid en verantwoordelijkheid. Concept regeerakkoord, 30 september 2010
14. De decentralisatie van begeleiding is extra complex door alle overige
wijzigingen die plaats zullen vinden
Een AWBZ-Pgb alleen bij een indicatie voor verblijf in een zorginstelling
Rijk en VNG zullen onderzoeken of het PGB geen
onredelijke beperking oplevert voor doelmatigheid en
AWBZ-Pgb via subsidie- Wettelijke verankering AWBZ-Pgb. Alleen nog Pgb bij doeltreffendheid in de Wmo. Het ligt in de rede om de
regeling: vrije keuze cliënt een indicatie voor verblijf in een zorginstelling voorgenomen voorwaarden ten aanzien van het Pgb
van de AWBZ wettelijk door te vertalen naar de Wmo.
Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraars vanaf 2013
Met de overgang van uitvoering AWBZ door
zorgverzekeraars, zal de zorgverzekeraar in principe
alleen nog informatie kunnen verstrekken aan
AWBZ door Zorgkantoor Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraar
gemeenten over de eigen verzekerden en niet, zoals
het Zorgkantoor nu kan, over de hele regio.
Begeleiding als onderdeel van in totaal meer dan 8 miljard aan taken
Decentralisatie AWBZ Budget 2,7 miljard -/- 5% (140 mln) 2013 overgangscliënten 2014 geheel
2013 overgangscliënten 2014 geheel
Jeugdzorg Budget 3 miljard -/- 10% (300 mln) Start in 2012 en loopt tot 2015
Start in 2012 en loopt tot 2015
Wet werken naar vermogen Budget 2,5 miljard -/- 48% (1,2 mrd)* Integratie moet in 2015 plaats vinden
Integratie moet in 2015 plaats vinden
CZ Zorgkantoren
* en bezuiniging van € 650 mln. op WSW (is al taak van gemeente)
Bron: VNG en Zorgverzekeraars Nederland: mini-toolkit samen werken aan decentralisatie van begeleiding, maart 2011 14
Rijksoverheid: Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraars. Persbericht 9-9-2011 op www.rijksoverheid.nl
15. De decentralisatie van begeleiding is extra complex door alle overige wijzigingen die plaats zullen vinden
Op dit moment voeren Zorgkantoren de AWBZ uit. Per 1 januari 2013 januari 2013 de WWNV in plaats van de Wet investeren in jongeren (WIJ),
nemen de zorgverzekeraars de taken van de Zorgkantoren over. De de Wet Sociale werkvoorziening (WSW) of de Werk en
uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars heeft voordelen: arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). De WWNV is
- De verzekeraar wordt voor de cliënt hét aanspreekpunt voor de echter nog in voorbereiding.
zorg. Er is dus sprake van nog maar één loket voor de cliënt. Gemeenten krijgen vanaf 2013 meer vrijheid om mensen te laten
- Cliënten krijgen meer invloed omdat verzekeraars rechtstreeks instromen op de arbeidsmarkt via re-integratie. Hiervoor krijgen ze 1
aanspreekbaar zijn en ze jaarlijks van verzekeraar kunnen wisselen. budget. Voorop staat dat mensen eerst zelf verantwoordelijk zijn om werk
- Naar verwachting kunnen zorgverzekeraars bij de zorginkoop een te vinden. De gemeenten biedt ondersteuning aan iedereen die het echt
betere zorginhoudelijke samenhang tussen de cure (Zvw) en de nodig heeft en met ondersteuning wel kans maken op de arbeidsmarkt.
care (AWBZ) realiseren. Dit is van belang voor cliënten die zowel
Zvw- als AWBZ-zorg nodig hebben, bv. ouderen en chronisch zieken. Overige wijzigingen
De uitvoering van de AWBZ door de zorgverzekeraars past bij de omslag - IQ-maatregel: Het kabinet onderzoekt hoe vanaf 1 januari 2013 de
die het kabinet wil maken: naar een meer cliëntgerichte zorg met een toegang tot de AWBZ kan worden beperkt voor mensen met een IQ
goede prijs-kwaliteitverhouding. tussen de 70 en 85 (zwakbegaafden). Wederom is het idee dat de
zorg dichterbij en meer vanuit het eigen netwerk moet worden
georganiseerd. Met dergelijke steun kan een deel van deze groep
Jeugdzorg zonder begeleiding deel nemen aan de maatschappij.
Uiterlijk per 1 januari 2016 worden alle voorzieningen voor jeugdzorg die • PGB-maatregel: Per 1 januari 2012 kunnen alleen mensen met een
nu nog onder de AWBZ vallen, gedecentraliseerd naar de Wmo. Zo krijgen verblijfsindicatie nog aanspraak maken op een PGB. Bestaande
jeugdigen en hun begeleiders 1 aanspreekpunt. De gemeenten staan cliënten met een PGB op basis van een AWBZ-indicatie voor 'zorg
dichter bij de cliënt en kunnen dus meer maatwerk leveren. De gegevens zonder verblijf' kunnen tot uiterlijk 1 januari 2014 hun PGB
met doelgroepen en omvang zijn reeds nog niet vrijgegeven. Wel is in de behouden. Nieuwe cliënten met een indicatie ‘zorg zonder verblijf’
decembercirculaire gemeentefonds 2011 is te lezen dat gemeente X in kunnen bij hoge uitzondering in aanmerking komen voor de
2012 € 30.000 invoeringskosten voor Jeugdzorg zal ontvangen. Vergoedingsregeling persoonlijke zorg (VPZ). Dit kan alleen als zij
een intensieve en complexe zorgvraag hebben waarvoor het
Wet werken naar vermogen zorgkantoor geen passende zorg kan regelen.
Om te stimuleren dat zo veel mogelijk mensen door werk in hun eigen
onderhoud voorzien, is een nieuwe wet ontworpen: de Wet werken naar
vermogen (WWNV). Voor wie (gedeeltelijk) kan werken, geldt per 1
Bron: VNG en Zorgverzekeraars Nederland: mini-toolkit samen werken aan decentralisatie van begeleiding, maart 2011
Rijksoverheid: Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraars. Persbericht 9-9-2011 op www.rijksoverheid.nl 15
Rijksoverheid: Wet werken naar vermogen en decentralisatie jeugdzorg. www.rijksoverheid.nl
16. Decentralisatie gecombineerd met bezuinigingen heeft een forse impact op
gemeenten en dwingt tot aanpassingen van beleid
Gemeentelijke
Landelijke 2,8
compensatie-
aanspraak 5% doelmatigheids-
plicht
2,5 korting (140 miljoen).
Huidige AWBZ cliënten
Budget (in mrd. €)
2
206.000
1,5
600.000 Aantal
1
396.000 leveranciers
0,5
0
Decentralisatie van een Grote financiële impact en Toename aantal
complexe en diverse groep bezuiniging zorgleveranciers
Decentralisatie per 2013 heeft Het AWBZ budget voor Cliënten met een meer
betrekking op ruim 200.000 begeleiding bedraagt € 2,8 diverse zorg behoefte
complexe en diverse cliënten miljard en gaat bij decentralisatie zorgen voor meerdere
gepaard met een bezuiniging: (meerdere) leveranciers/
1 op 1 doorzetten van huidige ketenpartners.
begeleiding AWBZ niet mogelijk
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, septembercirculaire gemeentefonds 2011 16
CIZ basisrapportage AWBZ, Nederland. Peildatum: 1 juli 2011
17. Decentralisatie van de begeleiding gecombineerd met bezuinigingen heeft forse impact op gemeenten en dwingt tot
aanpassingen beleid
De rapportage van het CIZ (juli 2011) geeft aan dat 206.015 mensen De decentralisatie van begeleiding brengt derhalve nieuwe vraagstukken
worden geholpen met extramurale begeleiding. Het gaat om mensen met met betrekking tot toegang/indicatiestelling, nieuwe inkoop en nieuwe
een verstandelijke en/of lichamelijke of zintuiglijke handicap, mensen met samenwerkingspartners met zich mee. Een belangrijk gegeven is dat het
een psychiatrische stoornis en ouderen met problematiek met een hier niet gaat om overheveling maar om decentralisatie van begeleiding.
psychogeriatrische grondslag (bijvoorbeeld dementie). Er worden functies geschrapt uit de AWBZ en gelijktijdig wordt er een
nieuwe taak in de Wmo gecreëerd. Er moet worden voorkomen dat
Het huidige budget voor de functie begeleiding bedraagt € 2,8 miljard. De klanten en indicaties worden gekopieerd vanuit de AWBZ, wat gedeeltelijk
decentralisatie van begeleiding gaat gepaard met een bezuiniging van 5 met Hulp bij het Huishouden is gebeurd bij de invoering van de Wmo
procent, oftewel 140 miljoen. De groei wordt onvoldoende aangezien hier juist de mogelijkheid liggen voor een uitvoering op maat.
gecompenseerd waardoor werkelijke bezuiniging 10-15% is.
Het budget voor de functie begeleiding wordt niet geoormerkt. De Wmo is
een wet die gemeenten veel beleidsvrijheid geeft bij het bereiken van
prestaties. Hierdoor worden gemeenten in staat gesteld om op lokaal
niveau maatwerk te leveren en de begeleiding dichtbij de burger te
organiseren. Gemeenten staan daarbij voor de uitdaging de begeleiding
voor deze nieuwe, omvangrijke en diverse groep van cliënten zo optimaal
mogelijk te regelen met een goede balans tussen kwaliteit, keuzevrijheid,
toegankelijkheid én kosten.
Gemeenten kunnen de begeleiding anders vormgeven en doelmatig
uitvoeren door de interne werkprocessen efficiënt in te richten. Daarnaast
heeft de gemeente de mogelijkheid de indicatiestelling goed te regelen en
synergie te bereiken. Dit in aansluiting met de overige bestaande lokale
voorzieningen en gemeentelijke domeinen, zoals bijvoorbeeld het
woonbeleid en de re-integratie.
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, septembercirculaire gemeentefonds 2011 17
CIZ basisrapportage AWBZ, Nederland. Peildatum: 1 juli 2011
18. De basis van het hele invoeringsproces van begeleiding in de Wmo, wordt
gelegd door een gedegen inventarisatie en analyse
Inventarisatie Visie en keuzes Verwerking aanpak Implementatie
en analyse en keuzes
1. Inventarisatie 1. Visie en aanpak 1. Verwerking van 1. Communicatie met burgers en
2. Relatie huidige begeleiding geformuleerde aanpak cliënten over veranderingen in
Wmo formuleren in conceptverordening aansluiting landelijke campagne
3. Samenhang andere 2. Uitwerken van keuzes en beleidsregels 2. Organiseren van toegang
decentralisaties o.a. op het gebied van 2. Schrijven en publicatie en vraagverheldering
4. Krachtenveldanalyse regie, fasering en van bestek 3. Inrichten administratieve
5. Samenwerken met uitvoering 3. Start offertetraject organisatie en werkprocessen
andere gemeenten 4. Regelen eigen bijdrage
6. Voorbereiding 5. PGB
besluitvorming 6. Opstellen beleidsregels
7. Inkoop en aanbesteding
8. Publicatie definitieve
verordening
1 okt. 2011 1 jan. 2012 1 mei 2012 1 aug. 2012 1 jan. 2013
18
Bron: TransitieBureau Begeleiding in de Wmo: Decentralisatie begeleiding naar de Wmo, plan van aanpak. Oktober 2011
19. De basis van het hele invoeringsproces van begeleiding in de Wmo,
wordt gelegd door een gedegen inventarisatie en analyse
Gemeenten moeten vanaf 2013 adequate ondersteuning bieden aan hen
die dat nodig hebben. De gemeente doet dat niet alleen. Zij organiseert
die ondersteuning in samenspraak met zorg- en welzijnsaanbieders,
burgers, cliëntorganisaties en vrijwilligers en mantelzorgers. Instrumenten
die hiervoor zijn aangereikt door de overheid zijn Welzijn Nieuwe Stijl en
De Kanteling.
Gezien het feit dat gemeenten vanaf 1 januari 2013 verantwoordelijk zijn
voor mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op
begeleiding, zullen gemeenten voorbereidingen moeten treffen. Dit
betekent in het huidige traject dat in 2012 de levering van zorg voor
begeleiding ingekocht of aanbesteed dient te worden terwijl tegelijkertijd
de werkprocessen van indicatiestelling tot verantwoording dienen te
worden ingericht.
Ook zijn gemeenten verantwoordelijk om voor 1 januari 2012 een
actualisatie van het Wmo beleidsplan aan te leveren, waarin de visie, de
doelen en de consequenties van de decentralisatie van extramurale
begeleiding zijn verwerkt.
Door een gedegen inventarisatie en analyse krijgen gemeenten te weten:
- Hoeveel cliënten hebben begeleiding in de gemeente, van welke
groep?
- Welke aanbieders zijn gecontracteerd en welke te contracteren?
- Welke lokaal en welke niet-lokaal?
- Welke mogelijkheden ziet gemeente voor inrichting van deze
begeleiding op gemeentelijk niveau?
19
Bron: TransitieBureau Begeleiding in de Wmo: Decentralisatie begeleiding naar de Wmo, plan van aanpak. Oktober 2011
20. Gemeenten worden deels gecompenseerd voor de transitie- en
uitvoeringskosten, tekorten moeten worden gedekt met begeleidingsbudget
Transitiekosten Uitvoeringskosten AWBZ-begeleidingsbudget
Transitiebudget Schatting structureel Schatting AWBZ begeleidings-
uitvoeringsbudget budget
2012: € 47,6 miljoen 2013: € 55 miljoen 2014: € 2,8 miljard
Nederland
2013: € 32 miljoen 2014: € 55 miljoen 2015: € 2,8 miljard
2012: € 144.000 2013: € 166.000 2014: € 8.210.000
gemeente X
2013: € 96.000 2014: € 166.000 2015: € 8.210.000
Min. VWS, 2012: € 50 miljoen
zorg-
aanbieders,
25% van het budget wordt verdeeld Budget is voor jeugd en begeleiding Gebaseerd op data uit de CIZ
patiënten- onder gemeenten; 75% wordt samen én VWS voert een onderzoek uit basisrapportage 2011. Deze gaat uit van:
organisaties verdeeld op basis van inwoneraantal naar de vrijvallende uitvoeringskosten Totaal aantal cliënten extramuraal met
(Septembercirculaire 2011). in de AWBZ. Staat nog niet vast. begeleiding in NL: 206.315
gemeente X cliënten extramuraal met
begeleiding: 665
Bron: * Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, septembercirculaire gemeentefonds 2011 20
Bestuursakkoord 2011 – 2015, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, interprovinciaal overleg, unie van waterschappen en rijk.
21. Gemeenten worden deels gecompenseerd voor de transitie- en uitvoeringskosten, tekorten moeten worden gedekt met
begeleidingsbudget
AWBZ begeleidings-budget - Het kabinet stelt in 2012 een bedrag van € 47,6 miljoen
De met begeleiding te bereiken resultaten worden onder het aan te invoeringskosten beschikbaar.
passen compensatiebeginsel van de Wmo gebracht. De beleidsvrijheid die - In 2013 komt een bedrag van € 32 miljoen beschikbaar via de
dit met zich meebrengt stelt gemeenten in staat besparingen te algemene uitkering
realiseren. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25%) en via een
bedrag per inwoner (75%). Voor gemeente X met 55.000inwoners
Het in 2013 (naar rato) en 2014 over te hevelen bedrag staat nog niet betekent dit:
vast. De volgende rekenregel wordt hiervoor gebruikt:
Macro NL (In mln. €) gemeente X (in €)*
De basis voor het over te hevelen bedrag in 2013 (naar rato) en 2014 zijn 2012: Transitiekosten 47,6 € 144.000
de gerealiseerde uitgaven in 2010 voor extramurale dagbesteding, 2013: Transitiekosten 32 € 96.900
begeleiding en bijbehorend vervoer, inclusief de begeleiding voor jeugd. De
kosten voor mensen op de wachtlijst PGB die alsnog een PGB toegewezen Indien gemeenten hogere kosten maken dan het Rijk voor het uitvoeren
krijgen worden hierbij opgeteld. Dat geldt ook voor de middelen voor de van de begeleiding, dan dienen deze kosten te worden gedekt uit het
inloopfunctie GGZ. Het over te hevelen bedrag wordt verlaagd voor de overgehevelde budget.
effecten van de IQ-maatregelen gecorrigeerd voor de effecten van € 50 miljoen is beschikbaar voor het ministerie van VWS, zorgaanbieders
maatregelen om de PGB’s beheersbaar te maken. Op het totale en patiëntenorganisaties. Hier kan de gemeente geen aanspraak op
geïndexeerde budget dat wordt overgeheveld wordt een maken.
doelmatigheidskorting toegepast van 5%, waarmee beide partijen
accepteren dat de korting lager of hoger kan uitvallen dan het vastgestelde Uitvoeringsbudget
bedrag van € 140 miljoen (vanaf 2014) uit het regeerakkoord. VWS laat onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de daadwerkelijk
vrijvallende integrale uitvoeringskosten in de AWBZ in verband met het
Uitgaande van de meest recente CIZ data, zal er vanaf 2014 jaarlijks een schrappen van de functie begeleiding. Deze vrijvallende
budget van € 8.210.745,70 vrijkomen voor het leveren van begeleiding. uitvoeringsmiddelen worden overgeheveld naar gemeenten.
Het kabinet stelt daarnaast in totaal 55 miljoen structureel beschikbaar
Transitiebudget voor uitvoeringskosten van zorg voor jeugd en begeleiding samen. Er vindt
Gemeenten worden deels gecompenseerd voor de (transitie)kosten die geen monitoring plaats over de gemaakte uitvoeringskosten. Hogere
samenhangen met de decentralisatie van begeleiding. Er komt in totaal uitvoeringskosten moeten worden gecompenseerd met eigen middelen.
€ 130 miljoen beschikbaar, waarvan € 80 miljoen voor gemeenten. Naar schatting zal dit € 166.000 bedragen voor gemeente X.
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, septembercirculaire gemeentefonds 2011 21
Bestuursakkoord 2011 – 2015, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, interprovinciaal overleg, unie van waterschappen en rijk.
23. Door de data-analyse op 3 bronbestanden ontstaat inzicht in de impact van
de decentralisatie van begeleiding voor uw gemeente
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Indicatiestelling Zorginkoop Zorglevering Zorgdeclaratie
CIZ (en BJZ) CZ Zorgkantoor Zorgaanbieder CAK
- Toegang tot AWBZ - Zorgkantoor koopt zorg in bij - Het aantal uren zorg in - Het CAK int de eigen bijdrage
- Indicatie geeft aan in welke aanbieders in de regio gelet op overeenkomst met afspraak gekoppeld aan CIZ functie-
functie-klasse de zorgaanvrager de prijs – kwaliteit verhouding Zorgkantoor klasse en werkelijk ontvangen
Systeemdoel
is ingedeeld - Zorgkantoor maakt afspraken - Levert het aantal ontvangen aantal uren zorg per
- Indicaties op basis van een met zorgaanbieders zorguren van de cliënten aan zorgperiode (4 weken, 13 p.j.)
bandbreedte; het werkelijk te - Heeft handhavende functie het CAK - Hoogte eigen bijdrage wordt
nuttigen aantal uren hoeft niet zodat zorgaanbieders gegevens gecorrigeerd door leeftijd,
gelijk te zijn aan het maximum correct aan CAK doorgeven inkomen en gezins-
in deze bandbreedte. samenstelling
- Uiting toegewezen AWBZ zorg - Toewijzing budget per regio - Het aantal geleverde uren zorg - Het CAK ontvangt gegevens
op basis van functieklasse per aanbieder per cliënt wordt geregistreerd van de belastingdienst, de GBA,
- Indicatie voor mogelijk te - Inzicht in beschikbaar budget - Deze gegevens worden UWV, gemeenten en
Registratie
ontvangen aantal uren is op per regio doorgestuurd aan het CAK zorgaanbieders
basis van een bandbreedte - Kennis over aantal aanbieders - Het aantal zorguren wordt - De jeugdigen onder de 18 jaar
- Jongeren met psychiatrische in de regio soms in dagdelen geleverd in en Pgb-houders staan niet in dit
grondslag worden geregistreerd plaats van aantal uren bestand
bij BJZ en niet bij CIZ
Registratieverschillen over de gehele breedte van het AZR systeem
Bron: Begeleiding in Beeld, CIZ, 2011 23
24. Door de data-analyse op drie bronbestanden ontstaat inzicht in de impact
van de decentralisatie van begeleiding voor uw gemeente
Interpretatie van data van het CIZ Interpretatie van data van het Zorgkantoor
Er is voor de data-analyse gebruik gemaakt van de rapportage Zorgkantoren trachten de zorg zo optimaal mogelijk in te zetten, waardoor
“begeleiding in beeld” van het CIZ. In de rapportage “begeleiding in beeld” het werkelijk aantal uren ontvangen zorg van de cliënt in de regel minder
zijn de cijfers voor gemeente X en voor Nederland inzichtelijk. Indien in de is dan het maximum aantal geïndiceerde uren zorg. In de rapportage is wel
rapportage wordt gerefereerd naar een landelijk gemiddelde is dit altijd uitgegaan van het maximum om een vergelijking mogelijk te maken met
een vergelijking met behulp van cijfers uit de CIZ rapportage. het aantal geïndiceerde uren van het CIZ.
Het Zorgkantoor hanteert klassen in het gegevensbestand voor
Het CIZ bepaalt voor welke vormen van AWBZ-zorg de cliënt in afgesproken productie met zorgleveranciers en voor indicatiegegevens op
aanmerking komt en legt deze vast in een indicatiebesluit. In het cliëntniveau. Uit analyse blijkt dat de productiegegevens overeenkomen
indicatiebesluit staat een bepaalde bandbreedte van zorg. De indicatie is met de indicatiegegevens per cliënt. Daarom worden deze gegevens niet
op basis van een bandbreedte, gebaseerd op een maximum aantal te meegenomen in deze analyse. Daarnaast registreert het Zorgkantoor
ontvangen uren zorg. Het CIZ indiceert de cliënten in functieklassen, sporadisch indicaties van Bureau Jeugdzorg. Deze vindt u in de presentatie
waarbij cliënten maar één indicatiebesluit kunnen ontvangen. In dit terug in cliëntgroep PSY onder 18. De gegevens van het WMO kantoor
indicatiebesluit kunnen zij echter wel voor meerdere grondslagen worden niet gelinkt aan het GBA, zodat er mogelijk cliënten in zijn terug te
geïndiceerd zijn; in dat geval wordt één grondslag als dominante grondslag vinden die inmiddels verhuisd of overleden zijn. Ook zijn cliënten die
aangewezen. Ook kunnen cliënten voor meerdere begeleidingsvormen bovenregionaal zorg ontvangen niet opgenomen in het bestand.
worden geïndiceerd.
Interpretatie van data van het CAK
Belangrijk is dat ook Bureau Jeugdzorg indicaties afgeeft voor AWBZ-zorg. In de data van het CAK is terug te vinden welke productie is geleverd in
Zij indiceren kinderen jonger dan 18 jaar, met een psychiatrische uren en op welke zorgcode deze zorg is aangemeld. De CAK data is niet
aandoening. Omdat het CIZ niet over de gegevens van de Bureaus gecategoriseerd in cliëntgroepen en begeleidingsvormen maar is per
Jeugdzorg beschikt, kan hierover niet worden gerapporteerd. huishouden en per cliënt gegroepeerd. Postcodes met minder dan 5
Tweede aandachtspunt is dat het aantal cliënten met aanspraak op AWBZ- huishoudens en cliënten die PGB ontvangen zijn niet opgenomen in het
zorg in een gemeente niet overeen hoeft te komen met het aantal overzicht. In de bestanden worden gegevens getoond van leefeenheden
cliënten dat daadwerkelijk zorg consumeert in die gemeente. Een cliënt die in zorgperioden 4, 5 en 6 van zorgjaar 2011 hebben afgenomen en
kan een indicatie hebben zonder die te verzilveren bij een zorgaanbieder. daarvoor via het CAK een eigen bijdrage opgelegd hebben gekregen. De
Daarnaast kan een verschil optreden als cliënten in een andere gemeente meeste zorg wordt binnen vier weken na afloop van een zorgperiode
dan waar zij wonen, hun zorg consumeren. aangeleverd. Ervaring leert echter dat het gemiddeld nog drie maanden
duurt voordat gegevens ‘stabiel’ zijn. Zorgaanbieders mogen altijd nog
nieuwe zorg registreren bij het CAK, ook als de zorg al veel eerder is
afgenomen. Als deze zorg binnen de afgelopen twee jaren is afgenomen,
Bron: Begeleiding in Beeld, CIZ, juli 2011, Zorgkantoordata 10 november 2011 kan hiervoor nog een eigen bijdrage opgelegd worden. 24
.
25. De cliëntaantallen van het Zorgkantoor en CIZ wijken 5% af van elkaar, waar
het CAK tussen de 40% en 45% afwijkt
800 737
695
700 665
600
500
394
400
300
200
100
0
Unieke clienten in periode Unieke Unieke Unieke
6 conform CAK begeleidingsclienten op 1- begeleidingsclienten op 1- begeleidingsclienten op 1-
9-2011 conform 9-2011 conform 7-2011 conform CIZ
Zorgkantoor (inclusief PSY Zorgkantoor (Exclusief PSY
onder 18) onder 18)
Aantal clienten
Toelichting verschillen:
• CAK kent alleen ZiN cliënten
•Eigen bijdrage Pgb Via Zorgkantoor
• Zorgkantoor bevat cijfers voor PSY < 18 jaar
• Onbekend bij CIZ door indicatie van cliëntgroep door Bureau Jeugdzorg
• Onbekend bij CAK doordat <18 jaar geen eigen bijdrage hoeft te betalen
•Zorgkantoor data is niet GBA proof i.v.m. wettelijke regeling
•Verschil door Peilmoment
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011; CZ Zorgkantoor data, 10 november 2011; CAK data, 2011 25
26. 74% van de cliënten voor de gemeente X vallen in de doelgroep VG, LG of
PSY, wat overeenkomt met landelijke cijfers
74% van de totale doelgroep voor Verklaring van
<voorbeeld gemeente>, wat waardes
overeenkomt met Nederland
De door het CIZ
geïndiceerde
250 228 231 functiecategorie
laat grotendeels
dezelfde cijfers zien
200
als de cijfers van
het Zorgkantoor
Aantal cliënten
150 132
130
99
105 Landelijk versus
100 84 84
gemeente X
54
42 47
50 33 29 30
20 25
18
6 5
In Nederland zijn
0
de grootste
LG PG 66 jaar PSY 0-18 PSY 19 SOM 0-65 SOM 66- SOM 76 VG 0-18 VG 19 ZG
en ouder jaar en 75 jaar en jaar jaar en geïndiceerde
ouder ouder ouder cliëntgroepen PSY
Zorgkantoor CIZ en VG 18 jaar en
ouder en VG
onder de 18
volgens cijfers van
het CIZ
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011; CZ Zorgkantoor data, 10 november 2011 (unieke cliënten) 26
27. 74% van de cliënten voor de gemeente X vallen in de doelgroep VG, LG of PSY,
wat overeenkomt met landelijke cijfers
Unieke cliënten Verdeling over cliëntgroepen
Het aantal unieke cliënten in de data van het CIZ en de data van De grootste geïndiceerde cliëntgroep in de <voorbeeld gemeente> is
Zorgkantoor wijken van elkaar af. Indien we de cijfers van cliënten Psychiatrisch boven de 18 jaar met 228 aantal inwoners. Dat is 35 procent
achterwege laten die een jeugdzorgindicatie hebben voor een van het totaal aantal indicaties. Daarna volgt de cliëntgroep Lichamelijk
Psychiatrische grondslag met 18 jaar en jonger (42 cliënten), staan er in gehanidcapt met 19 jaar en ouder met 15 procent en Verstandelijk
het CIZ-bestand 665 unieke cliënten en in het bestand van het Gehandicapt 19 jaar en ouder met 130 cliënten en 20 procent.
Zorgkantoor 695. Dit is een verschil van 33 cliënten is relatief gezien 5
procent. De mogelijkheid bestaat dat dit voortkomt uit de verschillen in
peildatum waarop de bestanden zijn gemaakt. Wat opvalt is dat voor de Landelijk gezien worden de meeste indicaties gesteld voor Psychiatrisch 18
Somatische cliëntgroepen bij het Zorgkantoor meer cliënten bekend zijn jaar en ouder (35 %), gevolgd door Verstandelijk gehandicapt onder de 18
dan bij het CIZ, namelijk ongeveer 20 procent. jaar (15%) en Verstandelijk gehandicapt 18 jaar en ouder (20%). De groep
Lichamelijk Gehandicapten ligt in gemeente X 5 procent groter dan het
landelijk gemiddelde.
Daarnaast is de data van het Zorgkantoor niet GBA proof.
De CAK gegevens geven alleen het aantal budgethouders die Zorg in CZ Zorgkantoor
Natura ontvangen weer. Het betreft 394 unieke cliënten in periode 6, dit
zijn er 414 in periode 4. De data over de aantallen indicaties betreffen unieke cliënten bekend bij
het Zorgkantoor. Ook in de data van het Zorgkantoor kan er voor een
cliënt zorg ingekocht zijn voor meerdere functiecategorieen. De peildatum
CIZ van de gegevens van het Zorgkantoor is 1 november 2012.
De data over de aantallen indicaties betreffen unieke cliënten met een
indicatie. Cliënten met een CIZ-indicatie hebben altijd slechts één Aantal cliënten
indicatie. De peildatum van de gebruikte gegevens is 1 juli 2011.
Het aantal cliënten dat volgens het Zorgkantoor in de <voorbeeld
gemeente> zorg ontvangt is 737. Dit betekent dat 14 op de 1000 inwoners
Aantal cliënten begeleiding zouden ontvangen. De grootste cliëntgroepen komen overeen
Het aantal cliënten dat in de <voorbeeld gemeente> een indicatie heeft met de cliëntgroepen aangegeven door het CIZ.
voor begeleiding is 665. Landelijk hebben 206.020 Inwoners een indicatie
voor begeleiding. Dit betekent dat 12 op de 1000 *inwoners een indicatie
hebben voor een vorm van begeleiding. In de <voorbeeld gemeente>
hebben ook 12 op de 1000 inwoners een indicatie voor een vorm van
begeleiding.
Bron: Peildatum 1 november 2012, CBS, 27
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011; CZ Zorgkantoor data, 10 november 2011
28. 75% van de voorkeursleveringen wordt ook in werkelijkheid overgenomen
o.b.v. totaalcijfers
Cliënten geven een voorkeursleveringsvorm op bij het CIZ. Na het aangeven van de voorkeur wordt door het
Zorgkantoor een inschatting gemaakt samen met de cliënt op basis van de situatie van de cliënt en aan de hand
van het aanbod in de regio welke leveringsvorm wordt ingezet.
Levering van zorg inzichtelijk op basis
Indicatie inzichtelijk op basis van
van het totaalbestand van het
cijfers CIZ (unieke cliënten)
Zorgkantoor (unieke cliënten)
Zorg in natura PGB ZIN + PGB Zorg in natura PGB
Het CAK gaat
uit van 394
34
5% cliënten (p6)
141 229 die Zorg in
21% 36% Natura
ontvangen (75%
van CIZ
402 indicaties). Bij
490 64% het CAK zijn
74% geen cijfers van
het PGB
bekend.
28
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011; CZ Zorgkantoor data, 10 november 2011
29. Op productniveau wordt tussen de 75% en 80% van het geïndiceerde ook
geleverd, waarbij voorkeur te zien is voor ZIN
Individuele begeleiding Groepsbegeleiding
ZIN PGB Indicatie, geen levering ZIN PGB Indicatie, geen levering
108 81
21% 24%
249
49%
192
67 56%
153 20%
30%
Bovenstaande cijfers betreffen geïndiceerde producten, Bovenstaande cijfers betreffen geïndiceerde producten,
waarbij ZIN en PGB ook is geleverd. Op basis van waarbij ZIN en PGB ook is geleverd. Op basis van
producten wordt 79% van de individuele begeleiding producten wordt 76% van de groepsbegeleiding
geleverd. geleverd.
Buiten beschouwing gelaten zijn 41 cliënten waarbij Buiten beschouwing gelaten zijn 29 cliënten waarbij
zorg geleverd wordt (PGB), maar in het bestand geen zorg geleverd wordt (PGB), maar in het bestand geen
indicatie is weergegeven indicatie is weergegeven
29
Bron: Zorgkantoor data, 10 november 2011 (indicatie)
30. Doelgroepen tot 18 jaar hebben voorkeur voor leveringsvorm PGB
Doelgroepen ontvangen zorg
voornamelijk op basis van Zorg in
Natura De cijfers zijn
Doelgroep
160 gebaseerd op
heeft voorkeur
145 indicaties die ook
Doelgroep PGB
140
worden geleverd
kiest alleen
(A), indicaties die
PGB
niet worden
120 116
geleverd (B) en
hierbij zijn tevens
100 opgenomen
leveringen waarbij
77 78 geen indicatie
80
aanwezig is. (C)
63
Alle leveringen
60 55 54
49 waaraan geen
indicatie ten
40 32 33 grondslag ligt,
28 wordt geleverd in
25
22 21 21 22
18 PGB (70 product
20 15
5
9 7 9 6 cliënt
1 3 3 4
0 combinaties).
0
LG PG 66 jaar en PSY 0-18 jaar PSY 19 jaar en SOM 0-65 SOM 66-75 SOM 76 jaar VG 19 jaar en VG 0-18 jaar ZG
ouder ouder en ouder ouder
Dit betreft alleen
ZiN PGB geindiceerd, geen levering BGG en BGI.
Bron: Zorgkantoor data, 10 november 2011 30
31. De verdeling PGB en ZIN in <voorbeeld gemeente>
CIZ Zorgkantoor
Als er een indicatie wordt afgegeven voor begeleiding geeft de cliënt zijn Het afgeven van een indicatie door het CIZ of BJZ wordt doorgegeven aan
voorkeur voor een leveringsvorm aan: het Zorgkantoor. Het Zorgkantoor (kent alleen maar PGB voor BJZ
• Persoonsgebonden budget (Pgb) of; indicaties) stemt het aanbod af op de vraag en zorgt voor de
• Zorg in natura (ZIN). contractering van zorg bij zorgaanbieders. Bij ZIN wordt op basis van een
Ook kan hij of zij bij de indicatie aangeven of hij een aanbieder van indicatie AWBZ-zorg geleverd door een zorgaanbieder. Bij een PGB
voorkeur heeft. In een indicatiebesluit dat meerdere functies omvat, kan ontvangt een cliënt op basis van de indicatie een geldbedrag van het
voor iedere functie een leveringsvorm gekozen worden. Hierdoor kan een Zorgkantoor waarmee hij of zij zelf zorg kan inkopen. De uiteindelijke
Indicatiebesluit zowel de voorkeursleveringsvorm ZIN als Pgb bevatten. levering kan afwijken van de voorkeursleveringsvorm aangegeven door de
Belangrijk is, dat de hier gepresenteerde leveringsvorm van voorkeur niet cliënt bij het CIZ.
overeen hoeft te komen met de uiteindelijke leveringsvorm. Die wordt
namelijk in afstemming met het Zorgkantoor bepaald en kan afwijken van Opmerking inzake verschillen detailbestand en totaalbestand Zorgkantoor
de leveringsvorm van voorkeur. In de overzichtsheet waarin de vergelijking wordt gemaakt tussen de
cijfers van het Zorgkantoor en het CIZ inzake de voorkeursleveringsvorm
Landelijk versus <voorbeeld gemeente> zijn twee verschillende taartdiagrammen weergegeven. Reden om
Het landelijk beeld conform CIZ wijkt niet veel af van het beeld in de hiervoor te kiezen is het feit dat het bestand van het Zorgkantoor twee
gemeente X, zoals onderstaande figuur laat zien. verschillende soorten cijfers weergeeft in haar databestand. Het
databestand bestaat uit twee werkmappen, namelijk een werkmap waarin
Voorkeursleveringsvorm Landelijk gemeente X de totalen staan en een werkmap met cliëntdetails. In de werkmap
ZiN 75% 74% cliëntdetails staan indicaties waarop er wel sprake is van zorg, maar niet
PGB 20% 21% aangegeven is of het een PGB of een ZiN indicatie betreft omdat er
ZiN + PGB 5% 5% bijvoorbeeld niet geleverd is op de indicatie, of andersom, er is wel een
leveringsvorm opgegeven, maar geen indicatie.
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, 2011; Zorgkantoor data, 10 november 2011. 31
32. De meeste cliënten die individuele begeleiding geïndiceerd kregen vallen in
de doelgroep PSY, VG of LG
De cijfers CIZ zijn Verklaring van
beduidend lager dan de waardes
cijfers van het
Zorgkantoor De door het CIZ
200 geïndiceerde
190
180 functiecategorie
180
Aantal cliënten individuele begeleiding
laat grotendeels
160 dezelfde cijfers zien
140 als de cijfers van
124
121 het Zorgkantoor
120
100
80 71 76 Landelijk versus
65 64
60 gemeente X
40
21 24
12 16 15
20 6 4 7
2 3 3
0
LG PG 66 jaar PSY 0-18 PSY 19 SOM 0-65 SOM 66- SOM 76 VG 19 VG 0-18 ZG
en ouder jaar jaar en 75 jaar en jaar en jaar
In Nederland en in
ouder ouder ouder gemeente X zijn
de grootste
Zorgkantoor CIZ geïndiceerde
cliëntgroepen PSY,
VG en LG
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, 2011; Zorgkantoor data, 10 november 2011.
Opmerking: 1 cliënt heeft psychosociale problemen en is niet opgenomen in grafiek
32
33. De meeste cliënten die groepsbegeleiding geïndiceerd kregen vallen in de
doelgroep PSY, VG of LG
Verklaring van
29% waardes
17,5 %
De door het CIZ
120 geïndiceerde
98
102 functiecategorie
Aantal cliënten groepsbegeleiding
100 16,5% laat grotendeels
dezelfde cijfers zien
80 als de cijfers van
het Zorgkantoor
61 62 58
60
49
43 43
40 33 33 Landelijk versus
29 27 gemeente X
20 12 13
10 11
2 3 3
0 In gemeente X is
LG PG 66 PSY 0-18 PSY 19 SOM 0- SOM 66- SOM 76 VG 19 VG 0-18 ZG 62,5% LG, PSY
jaar en jaar jaar en 65 75 jaar en jaar en jaar onder 19 jaar en
ouder ouder ouder ouder
VG 0 tot 18 jaar
Zorgkantoor CIZ
In Nederland is
dit 65,9%
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, 2011; Zorgkantoor data, 2011. 33
34. Kortdurend Verblijf wordt voornamelijk geïndiceerd aan verstandelijk
gehandicapte kinderen
Verklaring van
50 waardes
44
45
Aantal cliënten Kortdurend Verblijf
40 De door het CIZ
36 geïndiceerde
35 functiecategorie
30
laat grotendeels
dezelfde cijfers zien
25 als de cijfers van
het Zorgkantoor
20 per cliëntgroep
15
10 11 10 10
10
5 3 2
1 1 1 1 1 1 1 1
0
LG PG 65 jaar PSY tot 18 PSY 19 jaar SOM 0-65 SOM 66-75 SOM 76 en VG 0-18 VG 19 en ZG
en ouder jaar en ouder ouder jaar ouder
Kortdurend verblijf Zorgkantoor Kortdurend verblijf CIZ
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, 2011; Zorgkantoor data, 10 november 2011.
34
35. De cijfers van het Zorgkantoor en het CIZ komen grotendeels overeen
CIZ Begeleiding in groepsverband is een integraal pakket. Begeleiding in
De data over welke vorm van begeleiding cliënten ontvangen betreffen groepsverband bevat ook alle Persoonlijke Verzorging, Verpleging,
geen unieke cliënten. Een cliënt kan geïndiceerd worden voor meerdere Begeleiding individueel en Behandeling (op de achtergrond) die tijdens de
functiecategorieën, dus zowel voor groeps- als individuele begeleiding. Begeleiding in groepsverband moet worden gegeven.
Vandaar dat onderstaande cijfers niet overeenkomen met het aantal
unieke cliënten (665). Het betreft geen cliënten met een indicatie van Kortdurend verblijf
Bureau Jeugdzorg. Kortdurend verblijf komt het minst vaak voor, het vaakst bij de
cliëntgroepen Verstandelijk Gehandicapt en Lichamelijk gehandicapt.
Functiecategorie Aantal geïndiceerde Kortdurend verblijf gaat altijd samen met groepsbegeleiding. Alle 70
functiecategorieen CIZ cliënten in gemeente X die kortdurend verblijf ontvangen, ontvangen ook
groepsbegeleiding. In Nederland is 7,5% van de geïndiceerde
Individuele begeleiding 495 begeleidings-vormen Kortdurend verblijf. In gemeente X is dit percentage
Groepsbegeleiding 352 10,5%.
Kortdurend Verblijf 70 Zorgkantoor
Totaal 917 De grootste cliëntgroepen komen overeen met de cliëntgroepen
aangegeven door het CIZ. Wat opvalt is dat voor de Somatische
cliëntgroepen bij het Zorgkantoor meer cliënten bekend zijn dan bij het
Groeps en individuele begeleiding CIZ, voornamelijk op functiecategorie individuele begeleiding.
De cliëntgroep Psychiatrisch 18 jaar en ouder is geïndiceerd voor de
meeste individuele en groepsbegeleiding in de <voorbeeld gemeente>.
Van de 231 unieke cliënten van deze cliëntgroep ontvangen 61 cliënten
zowel Individuele als groepsbegeleiding.
De groep verstandelijk gehandicapten is geïndiceerd voor voornamelijk
individuele begeleiding. Van de 216 unieke cliënten die verstandelijk
gehandicapt zijn ontvangen 40 personen zowel individuele als
groepsbegeleiding.
De lichamelijk gehandicapte cliënten ontvangen evenveel groeps- als
individuele begeleiding. De overlap tussen deze groep van 99 unieke
cliënten is 20 cliënten die beide vormen van begeleiding ontvangen.
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, 2011; Zorgkantoor data, 10 november 2011.
35
36. 80% van de begeleiding groep die wordt ontvangen is inclusief vervoer
18
6%
41
14%
ZIN met vervoer
PGB met vervoer
151
ZIN zonder vervoer
52%
PGB zonder vervoer
79
28%
80%
Bron: Zorgkantoor data, 10 november 2011. 36