2024 jan 21 - Dhr Pasterkamp (Thema: Hij deed het niet)
Openbaring 3
1. Welkom bij de avonddienst Voorganger ds Scholing Organist dhr de Vries sr. Verkondiging over Openb. 3
2.
3. 1 Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee, de steile bergen, koele meren, het vaste land, de onzeekre zee. Van U getuigen dag en nacht. Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
4. 2 Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf. Er ruisen halmen op de akker waar zich het zaad verloren gaf. En vele korrels vormen saam een kostbaar brood in uwe naam.
5. 3 Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed. De zorgeloze vogels melden dat Gij uw schepping niet vergeet. 't Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimenis.
6. 4 Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.
7. Welkom bij de avonddienst Voorganger ds Scholing Organist dhr de Vries sr. Verkondiging over Openb. 3
8.
9. 1 Ik loof den HEER altijd. Steeds zingt mijn mond zijn lof, zijn eer. Ja, ik beroem mij op den HEER en prijs zijn hoog beleid. Gods kleinen horen mij en zij verheugen zich tezaam. Verheft met mij des HEREN naam, zegent dien en weest blij.
10. Ps. 34 : 9 De HEER verlost en spaart het leven van wie Hem bemint. Al wie bij God zijn toevlucht vindt wordt schuldeloos verklaard.
11. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
12.
13. Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. Met uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed.
14. Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn. Jezus op uw woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort mijn bede tot U.
15.
16. Gez. 430 : 5 Hoe moet ik, hemelzon, U danken voor 't licht dat Gij mij hebt gebracht? Gij hebt mijn ziel, die arme, kranke, voorgoed genezen van de nacht. Gij kuste met uw gouden mond, o zon, mijn ziel gezond.
17. Gez. 430 : 6 Blijf, Heer, mij met uw gunst genegen, dat ik niet weer verdwalen zal; houd Gij mijn voeten op uw wegen, dan brengen zij mij niet ten val. O licht, dat op mijn leven viel, verlicht mij lijf en ziel.
18. Gez. 430 : 7 Ik heb U lief, o wonderschone, ik heb U lief, Gij zijt mijn God. Ik vraag niet, dat Gij mij zult lonen; ik heb U lief, ook in de nood. Ik heb U lief, o schoonste licht, gezegend Aangezicht!
19.
20. 7 En schrijf aan de engel der gemeente te Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel Davids heeft, die opent en niemand zal sluiten, en Hij sluit en niemand opent. 8 Ik weet uw werken: zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven, die niemand kan sluiten;
21. want gij hebt kleine kracht, maar gij hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. 9 Zie, Ik geef sommigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen;
22. zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen en zich nederwerpen voor uw voeten, en erkennen, dat Ik u heb liefgehad. 10 Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal,
23. om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. 11 Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. 12 Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan;
24. en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam. 13 Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
25.
26. Zoekt eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en dit alles krijgt u bovendien. Hallelu, halleluja. Refrein: Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
27. Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat door de Heer gesproken wordt. Hallelu, halleluja. (refrein) Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
28. Bidt en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien, klopt en de deur zal voor u opengaan. Hallelu, halleluja. (refrein) Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
29.
30. Gez. 296 : 2 Ik kom met haast, Ik kom! Houd vast wat Ik u heb gegeven. Er blijft bij alle aardse last een open deur ten leven. Werp van u af wat Ik niet gaf. Blijf u standvastig scharen bij wie mijn woord bewaren.
31.
32.
33. 1 Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse Vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen van grote dingen,
34. als wij ontvangen al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!
35. 2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege voor ons verkregen,
36. Gij zult op aarde de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja! Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!
37.
38.
39.
40. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu.
41. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
42. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
43. (refrein) Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.