2. In de Heer vind ik heel mijn sterkte,
in mijn God de vreugdezang.
Gij die mijn bevrijding bewerkt,
op U vertrouw ik en 'k ken geen
angst,
op U vertrouw ik en 'k ken geen
angst.
4. Gij hebt uw Woord gestand gedaan:
wij zijn met Christus op - gestaan!
A-men. Hal - le - lu - ja!
5. Hij gaat ons voor, is ons vooruit.
De schepping zingt zijn vreugde uit:
A-men. Hal - le - lu - ja!
6. Doe onze nacht voorgoed te niet.
Roep weer het licht uit om ons lied:
Amen. Halleluja!
7. Lofzang
Zingt voor de Heer van liefde en
trouw
die onder ons verblijven wou.
Zingt als het gras dat dankt voor
dauw
alleluia, alleluia.
Zingt voor het heilig hemels brood,
dat ons versterkt in alle nood,
dat ons doet leven na de dood;
alleluia, alleluia.
8. Zingt voor de liefde die ons bindt,
die in ons hoofd haar woning
vindt,
die in ons hart haar rijk begint;
alleluia, alleluia.
Zingt voor het heil dat komen gaat;
zingt voor de deur die open staat,
zingt voor de God die zingen laat;
alleluia, alleluia.
11. Aan wat op aar - de leeft
geeft Gij het-zelf-de brood,
en wie er U om smeekt,
wordt met uw Geest ge-
12. Geef ons de-zelf-de taal
om uw Woord te ver-
staan,
be-waar ons in uw hand,
be-waar ons in uw Naam.
13. Wie in uw Vlees ge-looft,
geeft Gij uw eeu-wig Woord.
Om-dat Gij zijt ge-dood,
be-staan wij al - tijd voort.
14. Leid al wie le - ven wil,
uw wo- ning te - ge - moet
om-wil-le van uw dood,
om-wil-le van uw bloed.
15. O Geest, die levend maakt
en voegt het al aaneen,
wij zijn verstrooid geraakt,
maar Gij houdt ons bijeen.
Weersta toch aan de macht
die onze harten scheidt,
o alvermogend woord,
o Licht van eeuwigheid.
17. Allelu, allelu, allelu,
alleliua, looft nu de Heer!
Looft nu de Heer, alleluia,
looft nu de Heer, alleluia,
looft nu de Heer, alleluia,
looft nu de Heer.
18.
19. Ik geloof in God, de almachtige
Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus,
zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de heilige
Geest,
en geboren uit de Maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius
20. die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel,
en zit aan de rechterhand
van God, zijn almachtige Vader.
Vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
21. Ik geloof in de heilige Geest,
de heilige katholieke kerk,
de gemeenschap van de heiligen,
de vergiffenis van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
het eeuwig leven.
Amen.
22.
23. bereiding van de gaven
Gezegend zijt Gij, God,
Heer van al wat leeft.
Uit uw milde hand ontvangen wij het brood.
Aan U dragen wij op wat de aarde geeft,
wat onze handen bewerken.
Maak het voor ons tot brood
van eeuwig leven.
Gezegend goede God,
hier en overal, altijd
24. Wij zegenen U, God,
Heer van al wat leeft.
Uit uw handen ontvangen wij de beker.
Aan U dragen wij op wat de aarde geeft,
het werk van onze handen.
Maak het voor ons
tot bron van eeuwig leven.
Gezegend goede God,
hier en overal, altijd
25. Omdat wij niets kunnen uit onszelf
en in alles vertrouwen op U
vragen wij dat Gij onze gaven
aanneemt, God,
en ons uw genade schenkt.
Bidden wij dat ons offer
aanvaard mag worden
Door God, de Almachtige vader
26. Moge de Heer deze gaven
uit uw handen aannemen,
tot lof en eer van zijn Naam,
tot welzijn van ons
en van heel zijn heilige Kerk.
27.
28. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
29. Gij roept ons weg, God,
uit duisternis en chaos,
om evenbeeld van U te zijn
en de aarde te dienen en te bewaren.
Wij danken U omdat Gij
de noodkreet hoort van mensen
in slavernij en onderdrukking,
omdat Gij komt redden en bevrijden.
30. Gij die ons vertrouwd maakt
met uw eigen Naam,
wij danken U omdat Gij
met mensen mee gaat,
omdat Gij in wolk en vuur
hen leidt door de woestijn,
omdat Gij het manna
uit de hemel zendt
en de levensdorst stilt
met verkwikkend water.
31.
32. Wij danken U om Jezus,
uw welbeminde Zoon,
Uw woord vol belofte
dat vrede brengt waar geweld is,
licht dat de duisternis verjaagt.
33. Wij danken U voor Hem,
die onderweg ons vergezelt
en ons weer horen doet
hoe Gij met mensen omgaat,
die de Schriften opent en leert
dat wie zijn leven geeft,
tot nieuw en eeuwig leven
wordt geboren.
36. Wij danken U voor Hem,
die alles heeft volbracht.
Gij hebt uw trouw betoond,
het dode graf ontsloten,
Hem hoog verheven.
Het graan dat in de aarde viel
wordt het brood voor het leven
van heel de wereld.
37. Zend uw Geest
die ons met levenskracht vervult
en onze wereld zal herscheppen:
een nieuwe aarde
waar voedsel, recht en vrede zijn
in overvloed,
waar mensen vervuld zijn
van hoop en vreugde.
38.
39. Zend uw Geest
die alle volken zo verbindt
dat zij elkaar de vredeshand reiken:
een nieuwe wereld
want al het oude is voorbij
in het heldere licht
van de nieuwe morgen.
40. Zend uw Geest over de Kerk
dat zij vrijmoedig en volhardend werkt
aan vrede, gerechtigheid
en heelheid van de schepping.
Gedenk onze lieve doden
en allen die ons zijn voorgegaan...
Draag hen in de schoot
van uw grenzeloze liefde.
41. Eerste en Laatste,
samen met heel de Kerk
die jubelt om haar verrezen Heer,
loven en danken wij U
42. Door hem en met hem en in hem
zal Uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige
Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
44. Bron in de woestijn,
laat ons dat voor elkander zijn.
In brood en in wijn
zal liefde voor ons redding zijn.
45. Zoals het brood dat wij breken
was uitgezaaid in de aarde
en werd samengebracht
en één is geworden,
breng ons zo bijeen van heinde en ver
in het koninkrijk van uw vrede.
Moge het delen van dit brood
en deze beker ons sterken in de
hoop
dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood en liefde is,
genoeg voor allen.
46.
47. Ik ben de wijnstok,
mijn Vader de wijngaardenier.
Gij zijt de ranken,
dus blijf in mij, ik blijf in u,
dan vindt Hij vruchten hier.
Zing voor de Vader,
de wijngaardenier;
dus blijf in mij, ik blijf in u,
dan vindt Hij vruchten hier.
48. Ranken onvruchtbaar
die snijdt Hij af, die werpt Hij weg;
zij moeten branden.
Dus blijf in mij, ik blijf in u,
't is waarheid wat ik zeg.
Zing voor de zoon,
want zijn woord is uw weg,
dus blijf in mij, ik blijf in u,
't is waarheid wat ik zeg.
49. Laat dan mijn woorden
uw waarheid en uw leven zijn;
blijft in mijn liefde,
zoals ik in de Vader blijf;
Gij zult vol vreugde zijn.
Bidt om de geest,
om het brood en de wijn,
en al wat gij de Vader vraagt,
zal u gegeven zijn.