Deze workshop is gehouden tijdens Legal Business Day op 8 september 2011. Recente governance ontwikkelingen leiden ertoe dat in toenemende mate van directies van dochtervennootschappen een krachtige stellingname verwacht wordt vanuit haar eigen taak en positie. Dit brengt in de praktijk regelmatig ongemakkelijke en lastige afwegingen met zich mee. Waar ligt immers de grens tussen het groepsbelang en het individuele vennootschapsbelang? Wanneer moet een directie van een dochtervennootschap kiezen voor het 'eigen' vennootschappelijke belang en zich dus verzetten tegen het voornemen van de concernleiding? Kan zij steun zoeken bij de raad van commissarissen of bij de ondernemingsraad? En welke risico's lopen de dochterbestuurders indien zij niet krachtig genoeg optreden in situaties die dat verlangen?