SlideShare a Scribd company logo
1 of 4
Download to read offline
• 2 0 0 8 / 5 7 • 3 0 •
• d u u r z a a m h e i d •
D u u r z a a m h e i d b i j b e d r i j v e n t e r r e i n e n b r e e d b e s c h o u w d
Bedrijven als
sprinkhanenplaag
De ideeën rond duurzame bedrijventerreinen hebben in het verleden vrij sterk gestalte gekregen langs de lijn van
de ecologie. De maatschappelijke en economische invalshoeken mogen echter niet worden vergeten. Juist de gebrek-
kige aandacht voor grondkosten en investeringen in gebouwen (als economisch aspect) heeft geleid tot een weinig
duurzaam gebruik van bedrijventerreinen.
Prof. dr. Jacques van Dinteren
Zeker in de jaren negentig is vaak vanuit alleen de
ecologische invalshoek naar duurzame bedrijventer-
reinen gekeken, maar dat doet geen recht aan het begrip
duurzaamheid. Het algemene idee is dat een duurzame
ontwikkeling voorziet in de behoefte van
de huidige generatie, zonder daarmee voor
de toekomstige generaties de mogelijk-
heden in gevaar te brengen om in hun
behoeften te voorzien. In deze opvatting
worden economische groei, versterking
van de concurrentiekracht en toename van
de werkgelegenheid gecombineerd met
een beter beheer van de ruimte, natuur,
biodiversiteit, een vermindering van de
milieudruk en een vermindering van de
inzet van fossiele brandstoffen en niet-ver-
nieuwbare voorraden. Het gaat dus zeker
niet om alleen maar ecologie.
Geleidelijk aan kende de invulling van
het begrip duurzame bedrijventerreinen
dan ook een verbreding naar maatschappe-
lijke (sociale) en economische aspecten zoals werkgelegen-
heid, bereikbaarheid en een aantrekkelijke verblijfsomgeving
voor werkgever, werknemer en anderen. Het grote enthou-
siasme dat momenteel (in ieder geval in Nederland) voor
het Cradle to Cradle-concept (McDonough en Braungart,
2002) bestaat lijkt mede te danken te zijn aan de aandacht
die daarin wordt gegeven aan een dergelijke brede opvatting
van het begrip duurzaamheid.
De drie invalshoeken van duurzaamheid (economie, eco-
logie, maatschappij) zijn van toepassing op tal van situaties.
In het verlengde van de hiervoor geschetste voorbeelden
zouden we daarnaast een onderscheid kunnen maken in
bedrijfsprocessen, gebouwen, terreinen en de terreinsitu-
ering (inclusief de bereikbaarheid bijvoorbeeld). Daaraan
moet zeker nog het management van het terrein worden
toegevoegd, want juist een goed beheer
draagt bij aan een duurzame ontwikkeling
(Figuur 1). Langs de ‘maatschappelijke
lijn’ komen ook thema’s in beeld zoals
maatschappelijk medegebruik, maar ook
nieuwe werkconcepten (zie bijvoorbeeld
Van Dinteren, 2007). Dit artikel gaat op die
maatschappelijke invalshoek niet verder in.
Na een korte schets van zaken die spelen
op het vlak van de ecologie zal vooral
worden gekeken naar de economische
aspecten en dan in het bijzonder naar de
vastgoedwaarde als element van duurzaam-
heidsdenken.
De ecologische invalshoek
Op ecologisch gebied wordt de laatste
jaren in het bedrijfsleven vooruitgang geboekt. In hun boek
over het principe van Cradle to Cradle geven McDonough
en Braungart (2002) daarvan een paar inmiddels veel geci-
teerde voorbeelden zoals dat van textielfabriek Rohner of het
plan van de ontwerpers van Ford om een auto te maken vol-
gens het Cradle to Cradle-principe. Het model U is een vol-
ledig afbreekbare en herbruikbare auto die rijdt op banden
van maïs en 99 procent minder CO2
-uitstoot dan vergelijk-
bare auto’s. De Ford U kan bovendien steeds weer worden
aangepast aan de wensen van de gebruiker, bijvoorbeeld als
kinderen deel uit gaan maken van het huishouden.
ZOEKEN NAAR
EVENWICHT
TUSSEN ECOLOGIE
EN ECONOMIE
IS DUIDELIJK IN
BEELD
• 2 0 0 8 / 5 7 • 3 1 •
• d u u r z a a m h e i d •
Een volgende te maken slag is die naar CO2
-neutrale
bedrijven. Bijzonder in dit verband is het voorbeeld van
Volvo Europa Truck in Oostakker bij Gent in België (zie:
www.volvo.com/group/belgium/nl-be/aboutUs/VolvoEuropa-
Truck). Daar wordt sinds september vorig jaar geen enkele
gram koolstofdioxide meer uitgestoten. Dat is bereikt door
onder meer de plaatsing van windturbines, het betrekken
van elektriciteit van een waterkrachtcentrale in Frankrijk,
de plaatsing van tal van zonnepanelen op de daken en een
verwarmingsinstallatie op houtkorrels (de verbranding van
biomassa, zoals houtkorrels, wordt wetenschappelijk erkend
als CO2
-vrij, omdat slechts die CO2
vrijkomt die tijdens de
groei van planten en bomen is opgenomen).
Naast de bedrijfsprocessen kunnen verder op gebouw-
niveau maatregelen worden getroffen. In het geval van de
Volvo-fabriek zijn de gebouwen geheel aangepast door
onder meer een betere lichtinval, warmte-isolatie en een
innovatieve warmtehuishouding. Interessante plannen op
gebouwniveau bestaan er ook voor Greenpark in Venlo
waar men langs de lijn van het Cradle to Cradle-principe
wil komen tot een verantwoorde ontwikkeling. Architect
Jón Kristinsson ontwierp bijvoorbeeld een geheel zelf-
voorzienend gebouw (Figuur 2) dat zeer duurzaam is en
tegelijkertijd een kostenvoordeel oplevert. Op hetzelfde
terrein verrijst de Innovatoren van William McDonough dat
CO2
absorbeert, geheel bekleed is met zonnepanelen en per
saldo meer energie oplevert dan het gebruikt.
De aanpak van bedrijfsprocessen en gebouwen heeft
uiteraard gevolgen voor de duurzaamheid van bedrijventer-
reinen als geheel. Dat is meer een cumulatief effect van alle
bedrijven afzonderlijk. Een extra impuls zou uit kunnen
gaan van het aan elkaar koppelen van bedrijven waarbij
gebruik wordt gemaakt van elkaars restproducten of overtol-
lige energie. In de jaren negentig werd met deze ketenbena-
dering begonnen. Kalundborg in Denemarken was volgens
velen hét voorbeeld (zie www.symbiosis.dk), maar als je naar
het tweede voorbeeld vroeg kwam er vaak geen antwoord.
Inmiddels zijn er echter meer van dergelijke projecten waar
veelal grote bedrijven bij betrokken zijn (zie bijvoorbeeld
www.indigodev.com). De meerderheid van de ondernemers
voelt tot op heden echter niet zoveel voor die ketenbena-
dering, omdat het ze voor hun gevoel te afhankelijk maakt.
Grote bedrijven zijn echter minder snel bereid tot een
verplaatsing en daardoor zijn de risico’s van het verbreken
van de keten kleiner.
Waardeloze bedrijventerreinen
De toenemende aandacht bij bedrijven voor ecologie heeft
onmiskenbaar een relatie met de economische invalshoek.
Er moeten weliswaar forse investeringen worden gedaan,
maar deze kunnen op den duur zeer rendabel blijken te
zijn. Dit zoeken naar evenwicht tussen ecologie en eco-
nomie is thans duidelijk in beeld. Er is echter een ander
aspect binnen de economische pijler dat nog nauwelijks
aandacht krijgt, namelijk de duurzaamheid van vastgoed.
Dat heeft geleid tot ruimtelijke ontwikkelingen die verre van
duurzaam zijn te noemen in de brede opvatting van ‘weinig
vergankelijk’ (Van Dale) of gewoon ‘kunnen lang mee’.
Niets is zo gemakkelijk te dumpen als iets dat weinig
waarde heeft, dat niet duurzaam is, en dat geldt zeker
voor bedrijventerreinen. Door de grondprijzen die in het
verleden zijn gevraagd en de geringe investeringen die veel
bedrijven in hun panden doen, worden we geconfronteerd
met letterlijk waardeloze bedrijventerreinen. Zo waardeloos
dat ze herinvesteringen niet uitlokken en het nieuwe bedrij-
venterrein aan de rand van de stad voor een ondernemer al
snel het wenkend perspectief is.
Grondprijzen voor bedrijventerreinen werden en worden
door de gemeenten, als aanbieders, bewust laag gehouden.
Dat is een vorm van verkapte werkgelegenheidssubsidie en
heeft weinig van doen met een grondmarkt. Alle gemeenten
houden elkaar in de klem, want niemand gaat met de prijs
omhoog. Dat zou er namelijk toe kunnen leiden dat een
bedrijf naar de buurgemeente gaat en dat kan volgens de
wethouder niet de bedoeling zijn. Het regionale denken zit
er bij lokale overheden nog steeds niet in en dat terwijl bij-
voorbeeld de bedrijfshuisvestingsmarkt zich op een regionaal
schaalniveau afspeelt. Dat geldt tevens voor een belangrijk
deel van de toeleveranties aan bedrijven. Ook de arbeids-
markt is vooral regionaal van karakter (Royal Haskoning,
2007). Het is echter onwaarschijnlijk dat de grondprijs een
sterk bepalende factor is bij een vestigingsplaatskeuze of de
heroverweging van een locatie zolang er tussen gemeenten
en regio’s geen enorm grote verschillen aanwezig zijn. De
grondkosten maken namelijk maar een klein deel uit van de
investeringen die door bedrijven (industrie, bouw, reparatie,
handel, transport) worden gedaan, namelijk 1,3 procent.
Bedrijfsgebouwen doen voor 16,3 procent mee en het
overgrote deel gaat naar allerlei equipement (CBS, 2005).
Bovendien houdt de grond door de jaren heen zijn waarde
en kan zelfs toenemen als het bedrijventerrein aan kwaliteit
wint. Dit laatste is in Nederland overigens vrijwel niet aan
de orde. Niet alleen hebben we te maken met lage grond-
prijzen, maar ook met gebouwen die een geringe waarde
hebben en — indien nodig — gemakkelijk kunnen worden
Figuur 1. Het speelveld van duurzaamheidsaspecten op bedrijven-
terreinen.
• 2 0 0 8 / 5 7 • 3 2 •
• d u u r z a a m h e i d •
afgeschreven. Op bedrijventerreinen, in ieder geval de
oude, ontbreekt het bovendien aan een goed vastgoedma-
nagement dat de kwaliteit van de gebouwen (en daarmee
in belangrijke mate tevens het terrein) helpt overeind te
blijven.Daarom zal de waarde van grond
en gebouwen op een oud bedrijventerrein
menig ondernemer er niet van weerhou-
den te verhuizen. Het is voor ondernemers
niet moeilijk om te verhuizen naar een vol-
gende locatie als meer ruimte nodig is of
de ruimte anders moet worden ingericht
met het oog op nieuwe productietechnie-
ken of nieuwe productielijnen. Door de
lage grondprijzen op die terreinen wordt
een herinvestering in de bestaande locatie
niet snel overwogen. Hierdoor ontstaat
het beeld van bedrijven als een sprinkha-
nenplaag: als de ene locatie is ‘opgebruikt’
(kaalgevreten), wordt verder getrokken
naar het volgende, aantrekkelijke veld.
Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is
dit niet wenselijk, tenzij de oude locatie technisch echt niet
meer kan voldoen. Dat kun je ondernemers verwijten, maar
aan de basis van dit gedrag ligt overheidsbeleid. Prijsbeleid,
zorgvuldige planning, relatieve schaarste (een zekere span-
ning in het aanbod) en regionale samenwerking worden te
weinig als bestrijdingsmiddel tegen de sprinkhanenplaag
ingezet. Meer marktwerking is pure noodzaak. Voor alle dui-
delijkheid: verplaatsingen kunnen nodig zijn om een bedrijf
groeimogelijkheden te geven. Dat is in het belang van de
economie. Het punt is dat het nu wel erg gemakkelijk kan
en dat door de imperfecte markt van grond en gebouwen
niet wordt gekeken wat nog de mogelijkheden zijn op
de bestaande locatie, bijvoorbeeld door een intensiever
gebruik van de ruimte of andere innovatieve oplossingen.
Sociaal-economische neveneffecten
Door het niet goed functioneren van de grond- en gebou-
wenmarkt wordt niet alleen een duurzame ruimtelijke ont-
wikkeling in de weg gestaan, maar kunnen tevens diverse
andere negatieve effecten ontstaan. Zo is de bebouwing
op verouderde bedrijventerreinen vaak de pensioenvoor-
ziening voor de ondernemer zelf of een kleine belegger.
Gezien de enorme verouderingsproblematiek is het de
vraag in hoeverre de waardeontwikkeling van de gebouwen
leidt tot een goede pensioenvoorziening. De waarde van de
grond zal stabieler zijn, maar wie wil grond kopen op een
waardeloos bedrijventerrein? Een tweede voorbeeld van een
ongewenst neveneffect is het achterblijven van vooral de
economisch zwakkere bedrijven op verouderde terreinen.
Zij hebben immers niet de financiële mogelijkheden voor
een verplaatsing. Dat pleit ervoor om bij de revitalisering
van een bedrijventerrein niet alleen te kijken naar de
fysieke aspecten. Aandacht is evenzeer gewenst voor het
vernieuwen van de zittende bedrijven, bijvoorbeeld door
ondersteuning bij innovatie. Dit aspect krijgt veel te weinig
aandacht in revitaliseringsplannen. Bij mijn weten wordt
alleen bij de revitalisering van Waarderpolder in Haarlem
met Syntens samengewerkt om bedrijven op dat terrein een
economische impuls te geven.
Prijsbeleid
Van de mogelijke in te zetten ‘bestrij-
dingsmiddelen’ is het prijsbeleid er één.
Verhoging van de vastgoedwaarde zal
ertoe leiden dat betrokken partijen zorg-
vuldiger omgaan met grond en gebouwen.
Dat kan bijvoorbeeld door revitalise-
ring van bestaande bedrijventerreinen,
vooropgesteld dat de omgeving daartoe
de mogelijkheden biedt (ontsluiting,
milieueffecten en dergelijke). Duidelijk is
echter ook welke kosten daarmee gepaard
gaan. Daarom moet misschien vaker
worden gekeken naar de mogelijkheden
om een deel van een verouderd terrein te
transformeren naar een andere functie die
meer geld genereert. Bijvoorbeeld detailhandel of kantoren,
eventueel woningen (als dat met de bedrijvenfunctie te
combineren zou zijn). Met de opbrengsten van de transfor-
matie kan dan de revitalisering van het andere deel worden
bekostigd.
Bij nieuwe terreinen moet vooral gewerkt gaan worden
met hogere prijzen. Prijzen die marktconform zijn. Dat
moet kunnen omdat de grond een minimaal deel is van de
totale investering die een bedrijf doet. Bovendien zouden
nieuwe terreinen eigenlijk allemaal in het hogere seg-
ment moeten worden ontwikkeld. Dan kunnen de prijzen
om die reden hoger komen te liggen. Dit vanuit het idee
dat een segmentatie van bedrijventerreinen langs de lijn
van ruimtelijke kwaliteit moet lopen. Van de gemiddelde
en lage kwaliteit hebben we voldoende, maar gezien de
veranderingen in de economie hebben we meer terreinen
nodig met een hogere kwaliteit dan nu wordt geboden. Die
vraag naar meer ruimtelijke kwaliteit is bij het bedrijfsleven
heel nadrukkelijk bespeurbaar (Van Dinteren, 2003; STEC,
2005; Royal Haskoning / VHP, 2008). Dat hoeft zeker niet
te leiden tot alleen maar hoogwaardige bedrijvenparken,
maar wel tot een hogere kwaliteit dan nu gemiddeld wordt
aangeboden. Bij een stevige prijs voor nieuwe terreinen
zullen alleen die bedrijven zich willen vestigen die een hoge
toegevoegde waarde hebben en bereid zijn de gevraagde
prijs te betalen. Zo treedt feitelijk ook een zeker zelfsturend
mechanisme in werking. Stevige prijsverschillen tussen de
verschillende typen terreinen zullen ertoe leiden dat groe-
pen bedrijven met een verschillende toegevoegde waarde
kiezen voor terreinen met voor hen de juiste prijs-kwaliteit-
verhouding. Hoge prijzen op nieuwe terreinen stimuleren
bovendien het hergebruik van bestaande gebouwen op
bestaande terreinen. Voorwaarde voor dergelijke ontwikke-
lingen is uiteraard een samenwerking tussen gemeenten in
de betreffende regio (zo niet een nog groter gebied).
MEER
MARKTWERKING
IS PURE
NOODZAAK
• 2 0 0 8 / 5 7 • 3 3 •
• d u u r z a a m h e i d •
Meer marktwerking
Maar nog belangrijker is een sterkere marktwerking en
het inschakelen van professionele vastgoedpartijen. Dat kan
nu al (en gebeurt al) met ontwikkelende aannemers, maar
het biedt tevens mogelijkheden voor projectontwikkelaars
en beleggers. Dan zal de huidige markt nadrukkelijker
verder moeten evolueren naar een huurmarkt. Die kans lijkt
wel aanwezig omdat meer en meer ondernemers vastgoed
niet als een kernactiviteit zien, het geld niet in een gebouw
willen steken en streven naar flexibiliteit in de bedrijfshuis-
vesting. Belangrijk in dit verband is tevens dat bedrijfsgebou-
wen met het huidige type bedrijvigheid universeler kunnen
zijn en dus gemakkelijker verhuurbaar zijn na vertrek van
een bedrijf. De vastgoedsector is ook wel geïnteresseerd in
de verouderde terreinen, maar dan vooral als het gaat om
transformatie naar andere functies. Toch is er wellicht een
mogelijkheid om deze partijen meer te betrekken bij het
behoud van die oude en verouderde bedrijven-
terreinen. Als ondernemers meer belangstelling
krijgen voor huur is het de moeite waard om te
onderzoeken of beleggers of een beleggersconsor-
tium te interesseren zijn voor het overnemen van
bedrijfspanden op verouderde terreinen in een
sale & lease back-constructie. De ondernemers
zijn van hun vastgoedzorg af (en kunnen de opbrengsten
gebruiken voor de bedrijfsvoering), de gemeente krijgt te
maken met een beperkt aantal eigenaren en voor de beleg-
gers is er een interessant perspectief op termijn. Door een
beperkt aantal eigenaren en een perspectief op verbetering
van rendementen kan een revitaliseringsproces en even-
tueel een transformatieproces op gang komen. Wordt de
verkopende ondernemer dan niet gepakt doordat hij niet
profiteert van die waardestijging? Ik denk het niet, want
doorgaans lukt het de kleine eigenaren niet om zich te ver-
enigen en te komen tot een resolute aanpak van gebouwen
en omgeving. Dit idee van sale & lease back vraagt echter
eerst om nadere analyse van de mogelijkheden, alvorens
de haalbaarheid duidelijk wordt en dit verder kan worden
geconcretiseerd.
Literatuur
Dinteren, Jacques van (2003), Engelse business parks: de lessen. In: Real Estate Magazine, nr. 29, pag.
20-25.
Dinteren, Jacques van (2007), Een nieuw type werklocatie: ‘Enjoy Work’ als leidend
principe. In Real Estate Magazine, nr. 50, pag. 24-29.
Dinteren, Jacques van (2007), Kwaliteit op bedrijventerreinen: Engelse business
parks als hét voorbeeld? In W.F. Schaefer en R.R.M. Gordon (red.), Richtingen in
gebiedsontwikkeling. Tilburg, Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven,
Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij.
McDonough, William, en Michael Braungart (2002). Cradle to cradle. New York:
North Point Press.
Royal Haskoning (2007), Regionaal bedrijventerreinenbeleid. Nijmegen.
Royal Haskoning / VHP (2008), Ruimtelijke kwaliteit op bedrijventerreinen. Nijmegen.
STEC (2005), Bedrijfsruimtegebruikers in beeld (2005). Nijmegen.
Jacques van Dinteren is productmanager Economie & Ruimtelijke Investeringen
en productmanager Locatie- en Gebiedsontwikkeling (LocLab) bij Royal Haskoning.
Hij is tevens bijzonder hoogleraar Economische Geografie aan de Faculteit
Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen.
E-mail: j.vandinteren@royalhaskoning.com.
Figuur 2. Kas/landschapskantoor op Greenpark Venlo (architect Jón Kristinsson).

More Related Content

What's hot

VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...
VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...
VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...Els Brouwers
 
5 Building Business Duurzaam juni 2008
5 Building Business Duurzaam juni 20085 Building Business Duurzaam juni 2008
5 Building Business Duurzaam juni 2008Karl Bijsterveld
 
Visietekst wonen & leven 2016
Visietekst wonen & leven 2016Visietekst wonen & leven 2016
Visietekst wonen & leven 2016Gilles Dujardin
 
Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2
Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2
Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2Monique Speelman
 
SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28
SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28
SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28SGS
 
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum GroupTectum Group
 
Innovatie in de bouwsector: het hoe en waarom
Innovatie in de bouwsector: het hoe en waaromInnovatie in de bouwsector: het hoe en waarom
Innovatie in de bouwsector: het hoe en waaromColt International
 
Artikel ROmagazine juli 2016
Artikel ROmagazine juli 2016Artikel ROmagazine juli 2016
Artikel ROmagazine juli 2016Willie Fikken
 
Innovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheid
Innovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheidInnovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheid
Innovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheidTanja Nolten
 
2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw
2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw
2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouwTanja Nolten
 
Van HNW naar duurzaam werken: The Next Big Thing
Van HNW naar duurzaam werken: The Next Big ThingVan HNW naar duurzaam werken: The Next Big Thing
Van HNW naar duurzaam werken: The Next Big Thingoverhetnieuwewerken
 
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijkHogeschool Utrecht
 
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijkHogeschool Utrecht
 
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012Jurgen Hoogendoorn
 
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?Walther Ploos van Amstel
 
2015 01 otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!
2015 01   otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!2015 01   otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!
2015 01 otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!Ton Kneepkens
 
Masterclass Mobiliteit op het World Food Center Ede
Masterclass Mobiliteit op het World Food Center EdeMasterclass Mobiliteit op het World Food Center Ede
Masterclass Mobiliteit op het World Food Center EdeTanja Nolten
 
Neprom jurryrapport 2013 - Strijp-S
Neprom jurryrapport 2013 - Strijp-SNeprom jurryrapport 2013 - Strijp-S
Neprom jurryrapport 2013 - Strijp-SSint Trudo
 

What's hot (20)

VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...
VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...
VRP Werelddag van de Stedenbouw 2012 | Joachim Declerck | 'The ambition of th...
 
5 Building Business Duurzaam juni 2008
5 Building Business Duurzaam juni 20085 Building Business Duurzaam juni 2008
5 Building Business Duurzaam juni 2008
 
Visietekst wonen & leven 2016
Visietekst wonen & leven 2016Visietekst wonen & leven 2016
Visietekst wonen & leven 2016
 
Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2
Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2
Verbinding - Jaarverslag_RCI_over09-2
 
SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28
SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28
SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 28
 
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
 
20111212 Mar Haren K
20111212 Mar Haren K20111212 Mar Haren K
20111212 Mar Haren K
 
Innovatie in de bouwsector: het hoe en waarom
Innovatie in de bouwsector: het hoe en waaromInnovatie in de bouwsector: het hoe en waarom
Innovatie in de bouwsector: het hoe en waarom
 
Artikel ROmagazine juli 2016
Artikel ROmagazine juli 2016Artikel ROmagazine juli 2016
Artikel ROmagazine juli 2016
 
Innovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheid
Innovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheidInnovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheid
Innovatief aanbesteden - Gedreven door duurzaamheid
 
2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw
2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw
2021 smart circulair ontwerp challenges versnellen circulaire transitie bouw
 
Van HNW naar duurzaam werken: The Next Big Thing
Van HNW naar duurzaam werken: The Next Big ThingVan HNW naar duurzaam werken: The Next Big Thing
Van HNW naar duurzaam werken: The Next Big Thing
 
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2- Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
 
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijkVerslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
Verslag Workshop D2 - Klimaatneutraal bouwen in de praktijk
 
21BusinessCases
21BusinessCases21BusinessCases
21BusinessCases
 
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
TEKST Voorjaarsconferentie VvG Jurgen Hoogendoorn 13 juni 2012
 
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
Wat betekent duurzame stadslogistiek voor stadsplanner?
 
2015 01 otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!
2015 01   otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!2015 01   otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!
2015 01 otar opinie duurzaamheid: Afremmen of gasgeven!
 
Masterclass Mobiliteit op het World Food Center Ede
Masterclass Mobiliteit op het World Food Center EdeMasterclass Mobiliteit op het World Food Center Ede
Masterclass Mobiliteit op het World Food Center Ede
 
Neprom jurryrapport 2013 - Strijp-S
Neprom jurryrapport 2013 - Strijp-SNeprom jurryrapport 2013 - Strijp-S
Neprom jurryrapport 2013 - Strijp-S
 

Similar to 2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine

Duurzame indexen: stop de verhulling
Duurzame indexen: stop de verhullingDuurzame indexen: stop de verhulling
Duurzame indexen: stop de verhullingpiet sprengers
 
2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine
2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine
2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
 
Duurzame businesscases Bouw
Duurzame businesscases BouwDuurzame businesscases Bouw
Duurzame businesscases BouwPeter Fraanje
 
Duurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalle
Duurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalleDuurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalle
Duurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalleTjard Martinus
 
Gids voor duurzame huisvesting
Gids voor duurzame huisvestingGids voor duurzame huisvesting
Gids voor duurzame huisvestingMarcel Mulckhuijse
 
2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt
2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt
2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarktJacques Van Dinteren
 
Visiedocument Cofely juni 2014
Visiedocument Cofely juni 2014Visiedocument Cofely juni 2014
Visiedocument Cofely juni 2014Cees Westzaan
 
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroenWie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroenGeert Elemans
 
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012Heembouw
 
Whitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energie
Whitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energieWhitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energie
Whitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energieBen Lange
 
Tenminste Houdbaar Tot
Tenminste Houdbaar TotTenminste Houdbaar Tot
Tenminste Houdbaar Totlk314
 
Intro primum
Intro primumIntro primum
Intro primumPrimumnl
 
Complan introduceert Greeen
Complan introduceert GreeenComplan introduceert Greeen
Complan introduceert Greeenkimsarucco
 
20805 complan brochure losse pag def
20805 complan brochure  losse pag def20805 complan brochure  losse pag def
20805 complan brochure losse pag defverkerkbas
 

Similar to 2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine (20)

Afstudeerverslag
AfstudeerverslagAfstudeerverslag
Afstudeerverslag
 
Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010
Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010
Duurzaam vastgoed Nieuwskrant - Februari 2010
 
Duurzame indexen: stop de verhulling
Duurzame indexen: stop de verhullingDuurzame indexen: stop de verhulling
Duurzame indexen: stop de verhulling
 
2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine
2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine
2003 - Business parks in Engeland - De lessen - Real Estate Magazine
 
Duurzame businesscases Bouw
Duurzame businesscases BouwDuurzame businesscases Bouw
Duurzame businesscases Bouw
 
Duurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalle
Duurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalleDuurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalle
Duurzame-Huisvesting-JonesLangLaSalle
 
Gids voor duurzame huisvesting
Gids voor duurzame huisvestingGids voor duurzame huisvesting
Gids voor duurzame huisvesting
 
2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt
2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt
2000 - Business parks de nieuwe standaard - VastGoedMarkt
 
Visiedocument Cofely juni 2014
Visiedocument Cofely juni 2014Visiedocument Cofely juni 2014
Visiedocument Cofely juni 2014
 
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroenWie o wie helpt het land aan meer dak  en gevelgroen
Wie o wie helpt het land aan meer dak en gevelgroen
 
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
 
Whitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energie
Whitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energieWhitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energie
Whitepaper_Eneco_masterclass_Duurzame_energie
 
Verduurzaaming bestaand vastgoed werkboek
Verduurzaaming bestaand vastgoed werkboekVerduurzaaming bestaand vastgoed werkboek
Verduurzaaming bestaand vastgoed werkboek
 
Tenminste Houdbaar Tot
Tenminste Houdbaar TotTenminste Houdbaar Tot
Tenminste Houdbaar Tot
 
Intro primum
Intro primumIntro primum
Intro primum
 
Investeren in duurzaam vastgoed rendeert
Investeren in duurzaam vastgoed rendeertInvesteren in duurzaam vastgoed rendeert
Investeren in duurzaam vastgoed rendeert
 
Greeen
GreeenGreeen
Greeen
 
Greeen
GreeenGreeen
Greeen
 
Complan introduceert Greeen
Complan introduceert GreeenComplan introduceert Greeen
Complan introduceert Greeen
 
20805 complan brochure losse pag def
20805 complan brochure  losse pag def20805 complan brochure  losse pag def
20805 complan brochure losse pag def
 

More from Jacques Van Dinteren

2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...
2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...
2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...Jacques Van Dinteren
 
2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...
2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...
2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...Jacques Van Dinteren
 
Publications by Jacques van Dinteren September 2019
Publications by Jacques van Dinteren   September 2019Publications by Jacques van Dinteren   September 2019
Publications by Jacques van Dinteren September 2019Jacques Van Dinteren
 
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
 
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
 
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...Jacques Van Dinteren
 
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en OrganisatieJacques Van Dinteren
 
2017 Managing the eco-system - IASP Worls Conference
2017   Managing the eco-system - IASP Worls Conference2017   Managing the eco-system - IASP Worls Conference
2017 Managing the eco-system - IASP Worls ConferenceJacques Van Dinteren
 
2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte
2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte
2015 - Segmentatie van werklocaties - RuimteJacques Van Dinteren
 
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke OrdeningJacques Van Dinteren
 
2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein
2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein
2010 - Gronduitgifte anders - BedrijventerreinJacques Van Dinteren
 
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
 
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO MagazineJacques Van Dinteren
 
2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur
2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur
2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar BestuurJacques Van Dinteren
 
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...Jacques Van Dinteren
 
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...Jacques Van Dinteren
 
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...Jacques Van Dinteren
 
2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september
2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september
2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine septemberJacques Van Dinteren
 
2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU
2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU
2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EUJacques Van Dinteren
 
2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie
2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie
2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversieJacques Van Dinteren
 

More from Jacques Van Dinteren (20)

2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...
2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...
2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...
 
2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...
2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...
2005 - Het eigentijdse Nijmegen - Jan Buursink en Jacques van Dinteren (red.)...
 
Publications by Jacques van Dinteren September 2019
Publications by Jacques van Dinteren   September 2019Publications by Jacques van Dinteren   September 2019
Publications by Jacques van Dinteren September 2019
 
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...
 
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...
 
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...
 
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en Organisatie
 
2017 Managing the eco-system - IASP Worls Conference
2017   Managing the eco-system - IASP Worls Conference2017   Managing the eco-system - IASP Worls Conference
2017 Managing the eco-system - IASP Worls Conference
 
2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte
2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte
2015 - Segmentatie van werklocaties - Ruimte
 
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening
 
2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein
2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein
2010 - Gronduitgifte anders - Bedrijventerrein
 
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate Magazine
 
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO Magazine
 
2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur
2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur
2010 - Effecten grondexploitatiewet - Openbaar Bestuur
 
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...
 
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...
 
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...
 
2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september
2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september
2008 - Ruimte is geld - Property NL magazine september
 
2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU
2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU
2008 - Locatieontwikkeling in Birmingham - Property EU
 
2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie
2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie
2008 - Oratie bedrijventerreinen als speelveld - webversie
 

Recently uploaded

(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverleningVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereikenVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregelingVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijksVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...VNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met VrijwilligersVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeentenVNG Realisatie
 

Recently uploaded (7)

(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
 
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
 
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
 
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
 

2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate Magazine

  • 1. • 2 0 0 8 / 5 7 • 3 0 • • d u u r z a a m h e i d • D u u r z a a m h e i d b i j b e d r i j v e n t e r r e i n e n b r e e d b e s c h o u w d Bedrijven als sprinkhanenplaag De ideeën rond duurzame bedrijventerreinen hebben in het verleden vrij sterk gestalte gekregen langs de lijn van de ecologie. De maatschappelijke en economische invalshoeken mogen echter niet worden vergeten. Juist de gebrek- kige aandacht voor grondkosten en investeringen in gebouwen (als economisch aspect) heeft geleid tot een weinig duurzaam gebruik van bedrijventerreinen. Prof. dr. Jacques van Dinteren Zeker in de jaren negentig is vaak vanuit alleen de ecologische invalshoek naar duurzame bedrijventer- reinen gekeken, maar dat doet geen recht aan het begrip duurzaamheid. Het algemene idee is dat een duurzame ontwikkeling voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijk- heden in gevaar te brengen om in hun behoeften te voorzien. In deze opvatting worden economische groei, versterking van de concurrentiekracht en toename van de werkgelegenheid gecombineerd met een beter beheer van de ruimte, natuur, biodiversiteit, een vermindering van de milieudruk en een vermindering van de inzet van fossiele brandstoffen en niet-ver- nieuwbare voorraden. Het gaat dus zeker niet om alleen maar ecologie. Geleidelijk aan kende de invulling van het begrip duurzame bedrijventerreinen dan ook een verbreding naar maatschappe- lijke (sociale) en economische aspecten zoals werkgelegen- heid, bereikbaarheid en een aantrekkelijke verblijfsomgeving voor werkgever, werknemer en anderen. Het grote enthou- siasme dat momenteel (in ieder geval in Nederland) voor het Cradle to Cradle-concept (McDonough en Braungart, 2002) bestaat lijkt mede te danken te zijn aan de aandacht die daarin wordt gegeven aan een dergelijke brede opvatting van het begrip duurzaamheid. De drie invalshoeken van duurzaamheid (economie, eco- logie, maatschappij) zijn van toepassing op tal van situaties. In het verlengde van de hiervoor geschetste voorbeelden zouden we daarnaast een onderscheid kunnen maken in bedrijfsprocessen, gebouwen, terreinen en de terreinsitu- ering (inclusief de bereikbaarheid bijvoorbeeld). Daaraan moet zeker nog het management van het terrein worden toegevoegd, want juist een goed beheer draagt bij aan een duurzame ontwikkeling (Figuur 1). Langs de ‘maatschappelijke lijn’ komen ook thema’s in beeld zoals maatschappelijk medegebruik, maar ook nieuwe werkconcepten (zie bijvoorbeeld Van Dinteren, 2007). Dit artikel gaat op die maatschappelijke invalshoek niet verder in. Na een korte schets van zaken die spelen op het vlak van de ecologie zal vooral worden gekeken naar de economische aspecten en dan in het bijzonder naar de vastgoedwaarde als element van duurzaam- heidsdenken. De ecologische invalshoek Op ecologisch gebied wordt de laatste jaren in het bedrijfsleven vooruitgang geboekt. In hun boek over het principe van Cradle to Cradle geven McDonough en Braungart (2002) daarvan een paar inmiddels veel geci- teerde voorbeelden zoals dat van textielfabriek Rohner of het plan van de ontwerpers van Ford om een auto te maken vol- gens het Cradle to Cradle-principe. Het model U is een vol- ledig afbreekbare en herbruikbare auto die rijdt op banden van maïs en 99 procent minder CO2 -uitstoot dan vergelijk- bare auto’s. De Ford U kan bovendien steeds weer worden aangepast aan de wensen van de gebruiker, bijvoorbeeld als kinderen deel uit gaan maken van het huishouden. ZOEKEN NAAR EVENWICHT TUSSEN ECOLOGIE EN ECONOMIE IS DUIDELIJK IN BEELD
  • 2. • 2 0 0 8 / 5 7 • 3 1 • • d u u r z a a m h e i d • Een volgende te maken slag is die naar CO2 -neutrale bedrijven. Bijzonder in dit verband is het voorbeeld van Volvo Europa Truck in Oostakker bij Gent in België (zie: www.volvo.com/group/belgium/nl-be/aboutUs/VolvoEuropa- Truck). Daar wordt sinds september vorig jaar geen enkele gram koolstofdioxide meer uitgestoten. Dat is bereikt door onder meer de plaatsing van windturbines, het betrekken van elektriciteit van een waterkrachtcentrale in Frankrijk, de plaatsing van tal van zonnepanelen op de daken en een verwarmingsinstallatie op houtkorrels (de verbranding van biomassa, zoals houtkorrels, wordt wetenschappelijk erkend als CO2 -vrij, omdat slechts die CO2 vrijkomt die tijdens de groei van planten en bomen is opgenomen). Naast de bedrijfsprocessen kunnen verder op gebouw- niveau maatregelen worden getroffen. In het geval van de Volvo-fabriek zijn de gebouwen geheel aangepast door onder meer een betere lichtinval, warmte-isolatie en een innovatieve warmtehuishouding. Interessante plannen op gebouwniveau bestaan er ook voor Greenpark in Venlo waar men langs de lijn van het Cradle to Cradle-principe wil komen tot een verantwoorde ontwikkeling. Architect Jón Kristinsson ontwierp bijvoorbeeld een geheel zelf- voorzienend gebouw (Figuur 2) dat zeer duurzaam is en tegelijkertijd een kostenvoordeel oplevert. Op hetzelfde terrein verrijst de Innovatoren van William McDonough dat CO2 absorbeert, geheel bekleed is met zonnepanelen en per saldo meer energie oplevert dan het gebruikt. De aanpak van bedrijfsprocessen en gebouwen heeft uiteraard gevolgen voor de duurzaamheid van bedrijventer- reinen als geheel. Dat is meer een cumulatief effect van alle bedrijven afzonderlijk. Een extra impuls zou uit kunnen gaan van het aan elkaar koppelen van bedrijven waarbij gebruik wordt gemaakt van elkaars restproducten of overtol- lige energie. In de jaren negentig werd met deze ketenbena- dering begonnen. Kalundborg in Denemarken was volgens velen hét voorbeeld (zie www.symbiosis.dk), maar als je naar het tweede voorbeeld vroeg kwam er vaak geen antwoord. Inmiddels zijn er echter meer van dergelijke projecten waar veelal grote bedrijven bij betrokken zijn (zie bijvoorbeeld www.indigodev.com). De meerderheid van de ondernemers voelt tot op heden echter niet zoveel voor die ketenbena- dering, omdat het ze voor hun gevoel te afhankelijk maakt. Grote bedrijven zijn echter minder snel bereid tot een verplaatsing en daardoor zijn de risico’s van het verbreken van de keten kleiner. Waardeloze bedrijventerreinen De toenemende aandacht bij bedrijven voor ecologie heeft onmiskenbaar een relatie met de economische invalshoek. Er moeten weliswaar forse investeringen worden gedaan, maar deze kunnen op den duur zeer rendabel blijken te zijn. Dit zoeken naar evenwicht tussen ecologie en eco- nomie is thans duidelijk in beeld. Er is echter een ander aspect binnen de economische pijler dat nog nauwelijks aandacht krijgt, namelijk de duurzaamheid van vastgoed. Dat heeft geleid tot ruimtelijke ontwikkelingen die verre van duurzaam zijn te noemen in de brede opvatting van ‘weinig vergankelijk’ (Van Dale) of gewoon ‘kunnen lang mee’. Niets is zo gemakkelijk te dumpen als iets dat weinig waarde heeft, dat niet duurzaam is, en dat geldt zeker voor bedrijventerreinen. Door de grondprijzen die in het verleden zijn gevraagd en de geringe investeringen die veel bedrijven in hun panden doen, worden we geconfronteerd met letterlijk waardeloze bedrijventerreinen. Zo waardeloos dat ze herinvesteringen niet uitlokken en het nieuwe bedrij- venterrein aan de rand van de stad voor een ondernemer al snel het wenkend perspectief is. Grondprijzen voor bedrijventerreinen werden en worden door de gemeenten, als aanbieders, bewust laag gehouden. Dat is een vorm van verkapte werkgelegenheidssubsidie en heeft weinig van doen met een grondmarkt. Alle gemeenten houden elkaar in de klem, want niemand gaat met de prijs omhoog. Dat zou er namelijk toe kunnen leiden dat een bedrijf naar de buurgemeente gaat en dat kan volgens de wethouder niet de bedoeling zijn. Het regionale denken zit er bij lokale overheden nog steeds niet in en dat terwijl bij- voorbeeld de bedrijfshuisvestingsmarkt zich op een regionaal schaalniveau afspeelt. Dat geldt tevens voor een belangrijk deel van de toeleveranties aan bedrijven. Ook de arbeids- markt is vooral regionaal van karakter (Royal Haskoning, 2007). Het is echter onwaarschijnlijk dat de grondprijs een sterk bepalende factor is bij een vestigingsplaatskeuze of de heroverweging van een locatie zolang er tussen gemeenten en regio’s geen enorm grote verschillen aanwezig zijn. De grondkosten maken namelijk maar een klein deel uit van de investeringen die door bedrijven (industrie, bouw, reparatie, handel, transport) worden gedaan, namelijk 1,3 procent. Bedrijfsgebouwen doen voor 16,3 procent mee en het overgrote deel gaat naar allerlei equipement (CBS, 2005). Bovendien houdt de grond door de jaren heen zijn waarde en kan zelfs toenemen als het bedrijventerrein aan kwaliteit wint. Dit laatste is in Nederland overigens vrijwel niet aan de orde. Niet alleen hebben we te maken met lage grond- prijzen, maar ook met gebouwen die een geringe waarde hebben en — indien nodig — gemakkelijk kunnen worden Figuur 1. Het speelveld van duurzaamheidsaspecten op bedrijven- terreinen.
  • 3. • 2 0 0 8 / 5 7 • 3 2 • • d u u r z a a m h e i d • afgeschreven. Op bedrijventerreinen, in ieder geval de oude, ontbreekt het bovendien aan een goed vastgoedma- nagement dat de kwaliteit van de gebouwen (en daarmee in belangrijke mate tevens het terrein) helpt overeind te blijven.Daarom zal de waarde van grond en gebouwen op een oud bedrijventerrein menig ondernemer er niet van weerhou- den te verhuizen. Het is voor ondernemers niet moeilijk om te verhuizen naar een vol- gende locatie als meer ruimte nodig is of de ruimte anders moet worden ingericht met het oog op nieuwe productietechnie- ken of nieuwe productielijnen. Door de lage grondprijzen op die terreinen wordt een herinvestering in de bestaande locatie niet snel overwogen. Hierdoor ontstaat het beeld van bedrijven als een sprinkha- nenplaag: als de ene locatie is ‘opgebruikt’ (kaalgevreten), wordt verder getrokken naar het volgende, aantrekkelijke veld. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is dit niet wenselijk, tenzij de oude locatie technisch echt niet meer kan voldoen. Dat kun je ondernemers verwijten, maar aan de basis van dit gedrag ligt overheidsbeleid. Prijsbeleid, zorgvuldige planning, relatieve schaarste (een zekere span- ning in het aanbod) en regionale samenwerking worden te weinig als bestrijdingsmiddel tegen de sprinkhanenplaag ingezet. Meer marktwerking is pure noodzaak. Voor alle dui- delijkheid: verplaatsingen kunnen nodig zijn om een bedrijf groeimogelijkheden te geven. Dat is in het belang van de economie. Het punt is dat het nu wel erg gemakkelijk kan en dat door de imperfecte markt van grond en gebouwen niet wordt gekeken wat nog de mogelijkheden zijn op de bestaande locatie, bijvoorbeeld door een intensiever gebruik van de ruimte of andere innovatieve oplossingen. Sociaal-economische neveneffecten Door het niet goed functioneren van de grond- en gebou- wenmarkt wordt niet alleen een duurzame ruimtelijke ont- wikkeling in de weg gestaan, maar kunnen tevens diverse andere negatieve effecten ontstaan. Zo is de bebouwing op verouderde bedrijventerreinen vaak de pensioenvoor- ziening voor de ondernemer zelf of een kleine belegger. Gezien de enorme verouderingsproblematiek is het de vraag in hoeverre de waardeontwikkeling van de gebouwen leidt tot een goede pensioenvoorziening. De waarde van de grond zal stabieler zijn, maar wie wil grond kopen op een waardeloos bedrijventerrein? Een tweede voorbeeld van een ongewenst neveneffect is het achterblijven van vooral de economisch zwakkere bedrijven op verouderde terreinen. Zij hebben immers niet de financiële mogelijkheden voor een verplaatsing. Dat pleit ervoor om bij de revitalisering van een bedrijventerrein niet alleen te kijken naar de fysieke aspecten. Aandacht is evenzeer gewenst voor het vernieuwen van de zittende bedrijven, bijvoorbeeld door ondersteuning bij innovatie. Dit aspect krijgt veel te weinig aandacht in revitaliseringsplannen. Bij mijn weten wordt alleen bij de revitalisering van Waarderpolder in Haarlem met Syntens samengewerkt om bedrijven op dat terrein een economische impuls te geven. Prijsbeleid Van de mogelijke in te zetten ‘bestrij- dingsmiddelen’ is het prijsbeleid er één. Verhoging van de vastgoedwaarde zal ertoe leiden dat betrokken partijen zorg- vuldiger omgaan met grond en gebouwen. Dat kan bijvoorbeeld door revitalise- ring van bestaande bedrijventerreinen, vooropgesteld dat de omgeving daartoe de mogelijkheden biedt (ontsluiting, milieueffecten en dergelijke). Duidelijk is echter ook welke kosten daarmee gepaard gaan. Daarom moet misschien vaker worden gekeken naar de mogelijkheden om een deel van een verouderd terrein te transformeren naar een andere functie die meer geld genereert. Bijvoorbeeld detailhandel of kantoren, eventueel woningen (als dat met de bedrijvenfunctie te combineren zou zijn). Met de opbrengsten van de transfor- matie kan dan de revitalisering van het andere deel worden bekostigd. Bij nieuwe terreinen moet vooral gewerkt gaan worden met hogere prijzen. Prijzen die marktconform zijn. Dat moet kunnen omdat de grond een minimaal deel is van de totale investering die een bedrijf doet. Bovendien zouden nieuwe terreinen eigenlijk allemaal in het hogere seg- ment moeten worden ontwikkeld. Dan kunnen de prijzen om die reden hoger komen te liggen. Dit vanuit het idee dat een segmentatie van bedrijventerreinen langs de lijn van ruimtelijke kwaliteit moet lopen. Van de gemiddelde en lage kwaliteit hebben we voldoende, maar gezien de veranderingen in de economie hebben we meer terreinen nodig met een hogere kwaliteit dan nu wordt geboden. Die vraag naar meer ruimtelijke kwaliteit is bij het bedrijfsleven heel nadrukkelijk bespeurbaar (Van Dinteren, 2003; STEC, 2005; Royal Haskoning / VHP, 2008). Dat hoeft zeker niet te leiden tot alleen maar hoogwaardige bedrijvenparken, maar wel tot een hogere kwaliteit dan nu gemiddeld wordt aangeboden. Bij een stevige prijs voor nieuwe terreinen zullen alleen die bedrijven zich willen vestigen die een hoge toegevoegde waarde hebben en bereid zijn de gevraagde prijs te betalen. Zo treedt feitelijk ook een zeker zelfsturend mechanisme in werking. Stevige prijsverschillen tussen de verschillende typen terreinen zullen ertoe leiden dat groe- pen bedrijven met een verschillende toegevoegde waarde kiezen voor terreinen met voor hen de juiste prijs-kwaliteit- verhouding. Hoge prijzen op nieuwe terreinen stimuleren bovendien het hergebruik van bestaande gebouwen op bestaande terreinen. Voorwaarde voor dergelijke ontwikke- lingen is uiteraard een samenwerking tussen gemeenten in de betreffende regio (zo niet een nog groter gebied). MEER MARKTWERKING IS PURE NOODZAAK
  • 4. • 2 0 0 8 / 5 7 • 3 3 • • d u u r z a a m h e i d • Meer marktwerking Maar nog belangrijker is een sterkere marktwerking en het inschakelen van professionele vastgoedpartijen. Dat kan nu al (en gebeurt al) met ontwikkelende aannemers, maar het biedt tevens mogelijkheden voor projectontwikkelaars en beleggers. Dan zal de huidige markt nadrukkelijker verder moeten evolueren naar een huurmarkt. Die kans lijkt wel aanwezig omdat meer en meer ondernemers vastgoed niet als een kernactiviteit zien, het geld niet in een gebouw willen steken en streven naar flexibiliteit in de bedrijfshuis- vesting. Belangrijk in dit verband is tevens dat bedrijfsgebou- wen met het huidige type bedrijvigheid universeler kunnen zijn en dus gemakkelijker verhuurbaar zijn na vertrek van een bedrijf. De vastgoedsector is ook wel geïnteresseerd in de verouderde terreinen, maar dan vooral als het gaat om transformatie naar andere functies. Toch is er wellicht een mogelijkheid om deze partijen meer te betrekken bij het behoud van die oude en verouderde bedrijven- terreinen. Als ondernemers meer belangstelling krijgen voor huur is het de moeite waard om te onderzoeken of beleggers of een beleggersconsor- tium te interesseren zijn voor het overnemen van bedrijfspanden op verouderde terreinen in een sale & lease back-constructie. De ondernemers zijn van hun vastgoedzorg af (en kunnen de opbrengsten gebruiken voor de bedrijfsvoering), de gemeente krijgt te maken met een beperkt aantal eigenaren en voor de beleg- gers is er een interessant perspectief op termijn. Door een beperkt aantal eigenaren en een perspectief op verbetering van rendementen kan een revitaliseringsproces en even- tueel een transformatieproces op gang komen. Wordt de verkopende ondernemer dan niet gepakt doordat hij niet profiteert van die waardestijging? Ik denk het niet, want doorgaans lukt het de kleine eigenaren niet om zich te ver- enigen en te komen tot een resolute aanpak van gebouwen en omgeving. Dit idee van sale & lease back vraagt echter eerst om nadere analyse van de mogelijkheden, alvorens de haalbaarheid duidelijk wordt en dit verder kan worden geconcretiseerd. Literatuur Dinteren, Jacques van (2003), Engelse business parks: de lessen. In: Real Estate Magazine, nr. 29, pag. 20-25. Dinteren, Jacques van (2007), Een nieuw type werklocatie: ‘Enjoy Work’ als leidend principe. In Real Estate Magazine, nr. 50, pag. 24-29. Dinteren, Jacques van (2007), Kwaliteit op bedrijventerreinen: Engelse business parks als hét voorbeeld? In W.F. Schaefer en R.R.M. Gordon (red.), Richtingen in gebiedsontwikkeling. Tilburg, Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven, Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. McDonough, William, en Michael Braungart (2002). Cradle to cradle. New York: North Point Press. Royal Haskoning (2007), Regionaal bedrijventerreinenbeleid. Nijmegen. Royal Haskoning / VHP (2008), Ruimtelijke kwaliteit op bedrijventerreinen. Nijmegen. STEC (2005), Bedrijfsruimtegebruikers in beeld (2005). Nijmegen. Jacques van Dinteren is productmanager Economie & Ruimtelijke Investeringen en productmanager Locatie- en Gebiedsontwikkeling (LocLab) bij Royal Haskoning. Hij is tevens bijzonder hoogleraar Economische Geografie aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. E-mail: j.vandinteren@royalhaskoning.com. Figuur 2. Kas/landschapskantoor op Greenpark Venlo (architect Jón Kristinsson).