3. Profiel zorgvrager
• minder vaak voor hun (schoon)ouder(s)
• vaker voor hun kind, een (schoon)zus of
broer en een vriend of kennis.
• zorgvragers zijn vaker mannen met een
gemiddelde leeftijd 53 (GGZ) jonger dan
de ‘gemiddelde’ zorgvrager (64 jaar).
• langere trajecten
4. Profiel zorgvraag
• minder hulp bij huishoudelijke taken,
verzorging, verpleging en begeleiding
• (veel) vaker bij emotionele steun en
toezicht en administratie.
• Andere invulling van respijt: partnerschap
met de professionele zorgaanbieder
5. Minder hulp eigen netwerk
• stigma by proxy
• minder hulp van eigen netwerk (andere
familieleden/ vrienden)
• eigen sociale contacten verwateren
6. Relatie met professionele hulp
• Onvrede over professionele hulpverlening
– Niet erkend
– Machtsstrijd ipv partnerschap
• verlichting van hun eigen taken als
– de professionele zorg goed is georganiseerd
– afstemming over verdeling zorgtaken
– professionals ook blijk geven van interesse in
(de situatie van) de mantelzorgers zelf.
7. Behoeftes
• meer samenhangende zorg
• praktische ondersteuning
• meer betrokken worden bij de
hulpverlening door de professionals,
verantwoordelijkheid delen.
• lotgenotencontact
8.
9. Plan van Aanpak EPA
• Familie producent én consument van zorg
• Partnerschap tussen informele en
professionele zorgverleners
• Investeren in de kracht van de familie
11. Mantelzorg psychiatrie
• Partnerschap met de zorgaanbieder
• Lotgenotencontact
• Investeren in de kracht
• Toekomst: cooperatieve verenigingen
patient, mantelzorg en professionele zorg