SlideShare a Scribd company logo
1 of 4
Contextuele therapie:
Contextuele therapie houdt rekening met de volgende 3 dimensies:
1. Feiten (geslacht, economische klasse, cultuur, gezondheid enz.)
2. Psychologie (hoe hebben mensen de gebeurtenissen uit hun leven verwerkt,
ontwikkelingspsychologie, objectrelatietheorie enz.)
3. Interacties (communicatiepatronen en de onderlinge beïnvloeding tussen mensen)
Maar voegt specifiek de 4e dimensie toe; relationele ethiek. Deze 4e dimensie is
onlosmakelijk verbonden met de feiten, de psychologie en de interact ies. De 2e en 3e
dimensie hebben gevolgen voor de (4e) dimensie van de relationele ethiek. De ethische
gevolgen van de andere dimensies kunnen een hefboom zijn om te veranderen
(bijvoorbeeld door te projecteren op anderen, doe ik de ander tekort). De 2e en 3e
dimensie helpen om mensen te begrijpen, om ze te motiveren en om te veranderen is de
4e dimensie hard nodig. Dit omdat mensen worden bewogen door recht en
rechtvaardigheid in hun belangrijke relaties.
Kernwoorden binnen de contextuele benadering zijn loyaliteit, balans van geven en
nemen, destructief recht en parentificatie.
Verticale loyaliteit: deze is gebaseerd op instinctieve wortels. Deze loyaliteit vormt de
basis van ons bestaan. Het leidt tot een wederzijds ertoe doen op basis van
betrouwbaarheid. Aangezien loyaliteit altijd drie personen omvat (kind, vader, moeder),
behoren loyaliteitsconflicten tot ieders leven. Indien ouders niet in staat blijken om goed
samen te werken ten opzichte van hun kind, kan er sprake zijn van gespleten loyaliteit
(het loyaal zijn aan de ene ouder, is tekort doen aan de andere ouder). Indien hier
langdurig sprake van is leidt dit vaak tot oa psychosomatische klachten, depressies,
suïcidepogingen, automutilatie en gedragsproblemen. Een andere mogelijkheid is dat het
kind “kiest” en zijn loyaliteit naar de andere ouder “onzichtbaar” wordt. Dit brengt altijd
“onvrijheid” met zich mee en leidt op een destructieve wijze door in andere relaties.
De balans van geven en nemen: een rechtvaardige relatie is een relatie waarin op
langere termijn een evenwicht bestaat tussen wat we investeren en wat we van de ander
ontvangen. Een kind wat opgroeit tussen voldoende zorgzame volwassenen, leert hen te
vertrouwen. Andersom geeft een baby/kind vertrouwen terug. Wat oudere kinderen gaan
ook andere dingen doen voor ouders. Als de ouders niet zien en zij het kind geen
erkenning geven wat het terugdoet, dan blijft een kind steeds bij de ouders in de schuld
staan. Het kind heeft dus ook het recht om iets terug te geven. Kinderen voelen feilloos
aan wat de ouder nodig heeft en zullen, op een kinderlijke manier, daar iet s mee
proberen te doen. Als het kind aan de ouder kan teruggeven, en dit in verhouding tot zijn
ontwikkelingsniveau en zijn positie en het krijgt daar erkenning voor , dan geeft dit het
kind bestaansrecht. Als het kind krijgt wat het nodig heeft en ook iets terug kan geven,
ontstaat er tussen ouders en kind een positieve spiraal van betrouwbaarheid.
Door zorg te geven aan anderen verdienen we het recht op zorg van anderen voor ons.
Dit leidt tot “verdienste”. “Geven” wordt hierdoor in de relatie even belangrijk als
ontvangen. Verdienste verwerven is een intrinsieke motivatie om constructieve relaties
aan te gaan. Een kind wat niet gezien wordt in wat het geeft, houdt daaraan een pijnlijk
gevoel van tekortschieten aan over. Iemand zijn zelfwaarde-gevoel neemt toe als dat wat
hij geeft ook door de ander ontvangen wordt.
Destructief recht: Ouders hebben soms zoveel problemen met zichzelf dat ze geen oog
hebben voor hun kind, dat aan het oefenen is met vertrouwen. Dat kinderen leren zorgen
voor volwassenen is gezond. Problematisch wordt het als ouders verwachten dat hun
kind de behoefte van de ouder invult, ten koste van zijn gezonde ontwikkeling. Wanneer
het kind geen betrouwbaarheid ontmoet in zijn relaties, wordt het destructief gerechtigd.
Het kind heeft niet gekregen waar het recht op had en heeft recht op genoegdoening.
Vaak wordt dit destructief recht verhaalt op onschuldige anderen (partner, kinderen) in
plaats van erkenning te halen bij zijn ouders.
Parentificatie: Het natuurlijk vermogen van het kind om te “geven”, en als dit erkend
wordt ontwikkeld het kind het vermogen om verantwoordelijkheid op zich te nemen en
ontstaat zelfwaarde. Het “geven” mag niet leiden tot het niet meer kunnen voldoen aan
de eigen ontwikkelingstaken. Het te veel “geven” en/of het niet erkennen van het geven
leidt tot destructieve parentificatie. Anders gezegd: ouders projecteren afgesplitste
behoefte/persoonlijkheidskenmerken op hun kinderen, waarbij het kind in de interactie
zodanig wordt beïnvloed dat het zich steeds meer conform de projectie van zijn ouder(s)
gaat gedragen. Kinderen hebben niet het vermogen om die projectie te onderkennen of
af te weren. Een kind past zich, vanuit loyaliteit, aan de ouderlijke bewuste en onbewuste
behoeften aan.
De vorm van parentificatie van het kind hangt dus af van welk deel van de ouder van
zichzelf in het kind projecteert en van het relatiethema waarin de ouder is vastgelopen.
Deze thema`s zijn beschreven in de ontwikkelingsstadia zoals ze door de psychoanalyse
zijn uitgewerkt. Een aantal vormen van parentificatie zijn: “perfecte kind”,
“zondebokparentificatie”, “zorgende kindparentificatie”, “partnerparentificatie” en
“ouderparentificatie”. Als deze kinderen volwassen zijn bepaalt het karakter met de
parentificatievorm mede de richting van de volwassenenproblemen. Kinderen zijn in staat
om hun emotionele bron uit te putten, als ze ouder worden merken ze echter dat de bron
is opgedroogd, de energie is op. Onbewust verhalen ze hun tekorten uit het verleden op
hun partner of hun eigen kinderen in het heden.
Behandelvormen:
Contextuele therapie kan ingezet worden voor individuele, relationele en gezinstherapie.
In deze behandeling wordt er vaak gebruik gemaakt van de volgende
methodes/interventies: Erkenning geven; als mensen elkaar onrecht (vb mishandeling)
aandoen, betekent dit meestal dat ze iemand de rekening presenteren voor geleden
onrecht. Ze willen alsnog hun recht halen en proberen dat te krijgen door anderen tekort
te doen. Erkenning geven betekent: zien wat iemand heeft “gegeven” in de balansen van
zijn relaties”, wat door anderen niet ontvangen kon worden (=erkenning voor het
geven), maar ook zien wat iemand is tekortgekomen en gedaan (erkenning voor het
onrecht). Secundaire erkenning kan door de hulpverlener gegeven worden, primaire
erkenning wordt gegeven door de eigen context. Er wordt gekeken naar herhalingen van
problemen (en positieve krachten) binnen gezinsgeschiedenissen. Uit onderzoek blijkt dat
veel problematiek terugvoert naar het grotere familiesysteem, waar iemand uitkomt en
waarbij verstrikkingen en identificaties onbewust hebben plaatsgevonden.
 De cliënt is uniek en onvervangbaar binnen zijn/haar context.
 Hulpbronnen: daar waar de meeste pijn ligt (in relaties), liggen vaak onvermoede,
wezenlijk bronnen. De hulpverlener helpt bij het mobiliseren van hulpbronnen (uit
de eigen context).
 Contextuele behandeling overbrugt de tegenstelling tussen de individuele en
gezinsbenadering. Als er gekozen wordt voor een individuele behandeling, dan
wordt altijd rekening gehouden met alle betrokkenen die door de therapie
beïnvloedt kunnen worden.
Een aantal voorbeelden van probleemgebieden, wat de contextuele benadering te bieden
heeft naast een aantal andere benaderingen:
 Persoonlijkheidsproblematiek: een veilig gevoel van verbondenheid met mensen
die om ons geven, is het fundament van de persoonlijkheidsontwikkeling. Als er
(langdurige) schade is toegebracht aan dit veilige gevoel van verbondenheid in de
kinderjaren brengt dit ook schade aan de structuur van het zelf dat in relatie met
anderen wordt gevormd en in stand gehouden. Het lukt de volwassene dan vaak
niet om zich goed aan te passen aan de volwassenentaken. Hij/zij blijft wezenlijke
problemen houden op het gebied van basisvertrouwen, autonomie en initiatief.
Normale interpersoonlijke conflicten leiden vaak tot hevige angst, depressie of
woede. Contextueel gezien wijst persoonlijkheidsproblematiek op het “te veel
geven” in de kindertijd, het kind moest er zijn voor de ander en had geen ruimte
voor zichzelf. Een van de belangrijkste aspecten voor de hulpverlening is dat deze
gericht dient te zijn op zoeken naar hulpbronnen en herstel van de
verbondenheid; wat leidt tot (enige mate van) herstel van de structuur van het
zelf.
 Depressie: contextueel gezien gaat het om mensen die niet in contact kunnen
komen met hun eigen behoeften en gevoelens, wegens hun specifieke
parentificatie. Zij zijn echter getraind in het aanvoelen van behoeft es van anderen
(hun ouder(s). De depressie treedt op wanneer er verlies (dreigt) van de bron
waarvoor ze zich wegcijferde (vb werk) of als de eigen bron uitgeput is.
 Verslaving: mensen kunnen met “chaos” reageren bij een beschadiging van
vertrouwen. Er wordt zo gereageerd vanuit de veronderstelling/ervaring dat het
leven niet te besturen is en dat er weinig te ondernemen valt om situaties
betrouwbaar te maken. Het resultaat is dat ze meestal verantwoordelijkheid
mijden en hun heil zoeken in situaties die een vorm van stimulatie toevoegen aan
hun leven in bijv. de vorm van verslavingen zoals drugs en alcohol.
 Sociale angsten: het kind wordt niet gezien in zijn competenties en tekort gedaan
door zijn ouders. Het kind tracht recht te doen aan zijn ouders door het beeld te
vermijden dat hij een “goed” kind is van “slechte” ouders. Hierdoor ontwikkeld
het kind een negatief zelfbeeld. Omdat het kind niet “gezien” wordt door zijn
ouders, kan het zich ook niet laten zien aan derden. Hij blijft zo loyaal aan zijn
ouders en is beschadigd in zijn vermogen om te vertrouwen. Uit angst schuwt het
de sociale omgang met leeftijdgenoten en volwassenen. Irrationele cognities
komen hier voort uit geïnternaliseerde gevolgen van parentificatie.
Naast deze voorbeelden kan contextuele therapie in principe voor elke hulpvraag ingezet
worden. Er zijn geen contra-indicaties voor contextuele therapie, het belang van een
passende timing als interventie is groot bij elke hulpvraag.

More Related Content

Similar to wat is contextuele therapie

Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie
Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologieBijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie
Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologieDjtewalvaart
 
Is Een Pleegpuber Echt Anders
Is Een Pleegpuber Echt AndersIs Een Pleegpuber Echt Anders
Is Een Pleegpuber Echt Andersapocalyp
 
De Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend Werken
De Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend WerkenDe Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend Werken
De Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend Werkenbennydhoop
 
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdfJMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdfMichael L. Buynsters
 
Presentatie Bs Kj Therapie
Presentatie Bs Kj TherapiePresentatie Bs Kj Therapie
Presentatie Bs Kj Therapiemoniqueubaghs
 
Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5annekesomers
 
Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5annekesomers
 
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balansLesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balansCVO-SSH
 
Lesdag 3 ouderfactoren
Lesdag 3 ouderfactorenLesdag 3 ouderfactoren
Lesdag 3 ouderfactorenCVO-SSH
 
Rol Van Ouders En Opvoeders Artikel Samenvatting
Rol Van Ouders En Opvoeders Artikel SamenvattingRol Van Ouders En Opvoeders Artikel Samenvatting
Rol Van Ouders En Opvoeders Artikel Samenvattingelienvh
 
Opvoedingsondersteuning
OpvoedingsondersteuningOpvoedingsondersteuning
OpvoedingsondersteuningMaika_
 
Ouderavond Groningen Maart 2011
Ouderavond Groningen Maart 2011Ouderavond Groningen Maart 2011
Ouderavond Groningen Maart 2011inespee
 
11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdf11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdfBirgitdeCnodder1
 
Salutogenesis -theory-nederlandsx
Salutogenesis -theory-nederlandsxSalutogenesis -theory-nederlandsx
Salutogenesis -theory-nederlandsxSarah Verwei
 
Artikel ict examen
Artikel ict examenArtikel ict examen
Artikel ict examenEvaConstant1
 

Similar to wat is contextuele therapie (20)

Contextuele benadering
Contextuele benaderingContextuele benadering
Contextuele benadering
 
Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie
Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologieBijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie
Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie
 
Is Een Pleegpuber Echt Anders
Is Een Pleegpuber Echt AndersIs Een Pleegpuber Echt Anders
Is Een Pleegpuber Echt Anders
 
De Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend Werken
De Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend WerkenDe Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend Werken
De Betekenis Van Empowerment Voor Het Opvoedingsondersteunend Werken
 
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdfJMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
 
Presentatie Bs Kj Therapie
Presentatie Bs Kj TherapiePresentatie Bs Kj Therapie
Presentatie Bs Kj Therapie
 
Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5
 
Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5Gezinnen en kansen 5
Gezinnen en kansen 5
 
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balansLesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
 
Lesdag 3 ouderfactoren
Lesdag 3 ouderfactorenLesdag 3 ouderfactoren
Lesdag 3 ouderfactoren
 
VROEG_03OKT_2015_pag15
VROEG_03OKT_2015_pag15VROEG_03OKT_2015_pag15
VROEG_03OKT_2015_pag15
 
Rol Van Ouders En Opvoeders Artikel Samenvatting
Rol Van Ouders En Opvoeders Artikel SamenvattingRol Van Ouders En Opvoeders Artikel Samenvatting
Rol Van Ouders En Opvoeders Artikel Samenvatting
 
Opvoedingsondersteuning
OpvoedingsondersteuningOpvoedingsondersteuning
Opvoedingsondersteuning
 
De Delicate Dans
De Delicate DansDe Delicate Dans
De Delicate Dans
 
Ouderavond Groningen Maart 2011
Ouderavond Groningen Maart 2011Ouderavond Groningen Maart 2011
Ouderavond Groningen Maart 2011
 
11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdf11. Autisme en gehechtheid.pdf
11. Autisme en gehechtheid.pdf
 
Salutogenesis -theory-nederlandsx
Salutogenesis -theory-nederlandsxSalutogenesis -theory-nederlandsx
Salutogenesis -theory-nederlandsx
 
Artikel ict examen
Artikel ict examenArtikel ict examen
Artikel ict examen
 
Informatiethema's: Pesten
Informatiethema's: PestenInformatiethema's: Pesten
Informatiethema's: Pesten
 
Ehboo
EhbooEhboo
Ehboo
 

wat is contextuele therapie

  • 1. Contextuele therapie: Contextuele therapie houdt rekening met de volgende 3 dimensies: 1. Feiten (geslacht, economische klasse, cultuur, gezondheid enz.) 2. Psychologie (hoe hebben mensen de gebeurtenissen uit hun leven verwerkt, ontwikkelingspsychologie, objectrelatietheorie enz.) 3. Interacties (communicatiepatronen en de onderlinge beïnvloeding tussen mensen) Maar voegt specifiek de 4e dimensie toe; relationele ethiek. Deze 4e dimensie is onlosmakelijk verbonden met de feiten, de psychologie en de interact ies. De 2e en 3e dimensie hebben gevolgen voor de (4e) dimensie van de relationele ethiek. De ethische gevolgen van de andere dimensies kunnen een hefboom zijn om te veranderen (bijvoorbeeld door te projecteren op anderen, doe ik de ander tekort). De 2e en 3e dimensie helpen om mensen te begrijpen, om ze te motiveren en om te veranderen is de 4e dimensie hard nodig. Dit omdat mensen worden bewogen door recht en rechtvaardigheid in hun belangrijke relaties. Kernwoorden binnen de contextuele benadering zijn loyaliteit, balans van geven en nemen, destructief recht en parentificatie. Verticale loyaliteit: deze is gebaseerd op instinctieve wortels. Deze loyaliteit vormt de basis van ons bestaan. Het leidt tot een wederzijds ertoe doen op basis van betrouwbaarheid. Aangezien loyaliteit altijd drie personen omvat (kind, vader, moeder), behoren loyaliteitsconflicten tot ieders leven. Indien ouders niet in staat blijken om goed samen te werken ten opzichte van hun kind, kan er sprake zijn van gespleten loyaliteit (het loyaal zijn aan de ene ouder, is tekort doen aan de andere ouder). Indien hier langdurig sprake van is leidt dit vaak tot oa psychosomatische klachten, depressies, suïcidepogingen, automutilatie en gedragsproblemen. Een andere mogelijkheid is dat het kind “kiest” en zijn loyaliteit naar de andere ouder “onzichtbaar” wordt. Dit brengt altijd “onvrijheid” met zich mee en leidt op een destructieve wijze door in andere relaties. De balans van geven en nemen: een rechtvaardige relatie is een relatie waarin op langere termijn een evenwicht bestaat tussen wat we investeren en wat we van de ander ontvangen. Een kind wat opgroeit tussen voldoende zorgzame volwassenen, leert hen te vertrouwen. Andersom geeft een baby/kind vertrouwen terug. Wat oudere kinderen gaan ook andere dingen doen voor ouders. Als de ouders niet zien en zij het kind geen erkenning geven wat het terugdoet, dan blijft een kind steeds bij de ouders in de schuld staan. Het kind heeft dus ook het recht om iets terug te geven. Kinderen voelen feilloos aan wat de ouder nodig heeft en zullen, op een kinderlijke manier, daar iet s mee proberen te doen. Als het kind aan de ouder kan teruggeven, en dit in verhouding tot zijn ontwikkelingsniveau en zijn positie en het krijgt daar erkenning voor , dan geeft dit het kind bestaansrecht. Als het kind krijgt wat het nodig heeft en ook iets terug kan geven, ontstaat er tussen ouders en kind een positieve spiraal van betrouwbaarheid. Door zorg te geven aan anderen verdienen we het recht op zorg van anderen voor ons. Dit leidt tot “verdienste”. “Geven” wordt hierdoor in de relatie even belangrijk als ontvangen. Verdienste verwerven is een intrinsieke motivatie om constructieve relaties aan te gaan. Een kind wat niet gezien wordt in wat het geeft, houdt daaraan een pijnlijk gevoel van tekortschieten aan over. Iemand zijn zelfwaarde-gevoel neemt toe als dat wat hij geeft ook door de ander ontvangen wordt. Destructief recht: Ouders hebben soms zoveel problemen met zichzelf dat ze geen oog hebben voor hun kind, dat aan het oefenen is met vertrouwen. Dat kinderen leren zorgen
  • 2. voor volwassenen is gezond. Problematisch wordt het als ouders verwachten dat hun kind de behoefte van de ouder invult, ten koste van zijn gezonde ontwikkeling. Wanneer het kind geen betrouwbaarheid ontmoet in zijn relaties, wordt het destructief gerechtigd. Het kind heeft niet gekregen waar het recht op had en heeft recht op genoegdoening. Vaak wordt dit destructief recht verhaalt op onschuldige anderen (partner, kinderen) in plaats van erkenning te halen bij zijn ouders. Parentificatie: Het natuurlijk vermogen van het kind om te “geven”, en als dit erkend wordt ontwikkeld het kind het vermogen om verantwoordelijkheid op zich te nemen en ontstaat zelfwaarde. Het “geven” mag niet leiden tot het niet meer kunnen voldoen aan de eigen ontwikkelingstaken. Het te veel “geven” en/of het niet erkennen van het geven leidt tot destructieve parentificatie. Anders gezegd: ouders projecteren afgesplitste behoefte/persoonlijkheidskenmerken op hun kinderen, waarbij het kind in de interactie zodanig wordt beïnvloed dat het zich steeds meer conform de projectie van zijn ouder(s) gaat gedragen. Kinderen hebben niet het vermogen om die projectie te onderkennen of af te weren. Een kind past zich, vanuit loyaliteit, aan de ouderlijke bewuste en onbewuste behoeften aan. De vorm van parentificatie van het kind hangt dus af van welk deel van de ouder van zichzelf in het kind projecteert en van het relatiethema waarin de ouder is vastgelopen. Deze thema`s zijn beschreven in de ontwikkelingsstadia zoals ze door de psychoanalyse zijn uitgewerkt. Een aantal vormen van parentificatie zijn: “perfecte kind”, “zondebokparentificatie”, “zorgende kindparentificatie”, “partnerparentificatie” en “ouderparentificatie”. Als deze kinderen volwassen zijn bepaalt het karakter met de parentificatievorm mede de richting van de volwassenenproblemen. Kinderen zijn in staat om hun emotionele bron uit te putten, als ze ouder worden merken ze echter dat de bron is opgedroogd, de energie is op. Onbewust verhalen ze hun tekorten uit het verleden op hun partner of hun eigen kinderen in het heden.
  • 3. Behandelvormen: Contextuele therapie kan ingezet worden voor individuele, relationele en gezinstherapie. In deze behandeling wordt er vaak gebruik gemaakt van de volgende methodes/interventies: Erkenning geven; als mensen elkaar onrecht (vb mishandeling) aandoen, betekent dit meestal dat ze iemand de rekening presenteren voor geleden onrecht. Ze willen alsnog hun recht halen en proberen dat te krijgen door anderen tekort te doen. Erkenning geven betekent: zien wat iemand heeft “gegeven” in de balansen van zijn relaties”, wat door anderen niet ontvangen kon worden (=erkenning voor het geven), maar ook zien wat iemand is tekortgekomen en gedaan (erkenning voor het onrecht). Secundaire erkenning kan door de hulpverlener gegeven worden, primaire erkenning wordt gegeven door de eigen context. Er wordt gekeken naar herhalingen van problemen (en positieve krachten) binnen gezinsgeschiedenissen. Uit onderzoek blijkt dat veel problematiek terugvoert naar het grotere familiesysteem, waar iemand uitkomt en waarbij verstrikkingen en identificaties onbewust hebben plaatsgevonden.  De cliënt is uniek en onvervangbaar binnen zijn/haar context.  Hulpbronnen: daar waar de meeste pijn ligt (in relaties), liggen vaak onvermoede, wezenlijk bronnen. De hulpverlener helpt bij het mobiliseren van hulpbronnen (uit de eigen context).  Contextuele behandeling overbrugt de tegenstelling tussen de individuele en gezinsbenadering. Als er gekozen wordt voor een individuele behandeling, dan wordt altijd rekening gehouden met alle betrokkenen die door de therapie beïnvloedt kunnen worden. Een aantal voorbeelden van probleemgebieden, wat de contextuele benadering te bieden heeft naast een aantal andere benaderingen:  Persoonlijkheidsproblematiek: een veilig gevoel van verbondenheid met mensen die om ons geven, is het fundament van de persoonlijkheidsontwikkeling. Als er (langdurige) schade is toegebracht aan dit veilige gevoel van verbondenheid in de kinderjaren brengt dit ook schade aan de structuur van het zelf dat in relatie met anderen wordt gevormd en in stand gehouden. Het lukt de volwassene dan vaak niet om zich goed aan te passen aan de volwassenentaken. Hij/zij blijft wezenlijke problemen houden op het gebied van basisvertrouwen, autonomie en initiatief. Normale interpersoonlijke conflicten leiden vaak tot hevige angst, depressie of woede. Contextueel gezien wijst persoonlijkheidsproblematiek op het “te veel geven” in de kindertijd, het kind moest er zijn voor de ander en had geen ruimte voor zichzelf. Een van de belangrijkste aspecten voor de hulpverlening is dat deze gericht dient te zijn op zoeken naar hulpbronnen en herstel van de verbondenheid; wat leidt tot (enige mate van) herstel van de structuur van het zelf.  Depressie: contextueel gezien gaat het om mensen die niet in contact kunnen komen met hun eigen behoeften en gevoelens, wegens hun specifieke parentificatie. Zij zijn echter getraind in het aanvoelen van behoeft es van anderen (hun ouder(s). De depressie treedt op wanneer er verlies (dreigt) van de bron waarvoor ze zich wegcijferde (vb werk) of als de eigen bron uitgeput is.  Verslaving: mensen kunnen met “chaos” reageren bij een beschadiging van vertrouwen. Er wordt zo gereageerd vanuit de veronderstelling/ervaring dat het leven niet te besturen is en dat er weinig te ondernemen valt om situaties betrouwbaar te maken. Het resultaat is dat ze meestal verantwoordelijkheid mijden en hun heil zoeken in situaties die een vorm van stimulatie toevoegen aan hun leven in bijv. de vorm van verslavingen zoals drugs en alcohol.  Sociale angsten: het kind wordt niet gezien in zijn competenties en tekort gedaan door zijn ouders. Het kind tracht recht te doen aan zijn ouders door het beeld te
  • 4. vermijden dat hij een “goed” kind is van “slechte” ouders. Hierdoor ontwikkeld het kind een negatief zelfbeeld. Omdat het kind niet “gezien” wordt door zijn ouders, kan het zich ook niet laten zien aan derden. Hij blijft zo loyaal aan zijn ouders en is beschadigd in zijn vermogen om te vertrouwen. Uit angst schuwt het de sociale omgang met leeftijdgenoten en volwassenen. Irrationele cognities komen hier voort uit geïnternaliseerde gevolgen van parentificatie. Naast deze voorbeelden kan contextuele therapie in principe voor elke hulpvraag ingezet worden. Er zijn geen contra-indicaties voor contextuele therapie, het belang van een passende timing als interventie is groot bij elke hulpvraag.