SlideShare a Scribd company logo
1 of 181
Download to read offline
TITELPAGINA
Kroongeheimen
Waarheid en leugens over het
Belgisch koningshuis
Thierry Debels
Zoals steeds voor Cathy, Loïc, Brieuc en Elouan.
Deze keer ook voor Michèle. Omdat er spijtig genoeg
maar één geschiedenis is.
En voor Claude, RIP.
‘Pour bien savoir les choses, il en faut savoir le détail.’
Rochefoucauld
‘Gemaaktheid in welke van onze gedragingen ook, is een
kaars aansteken om onze gebreken te tonen en vestigt alti-
jd de aandacht op ons gemis aan verstand of oprechtheid.’
John Locke
5
Inleiding
De monarchie in ons land is sedert 1831 hofleverancier van sterke
verhalen over zichzelf. Het verhaal over het Belgisch konings-
huis leest dan ook als een alternatieve geschiedenis van België.
Al zolang de van Saksen-Coburgs aan het hoofd staan van dit
land, heeft de bevolking gesmuld van de smeuïge verhalen die
erover worden verteld. Niet toevallig hebben veel van deze ver-
halen of schandalen een seksuele achtergrond. De van Saksen-
Coburgs worden ook wel eens de van Seksen-Coburgs genoemd.
In 1830 wordt de kunstmatige bufferstaat België gecreëerd. Vol-
gens de Franse generaal De Gaulle is ons land een creatie van de
Britten om de Fransen te pesten.
De zoektocht naar een waardige koning, een vorst die met andere
woorden door alle founding states en vooral door Engeland en
Frankrijk aanvaard wordt, verloopt erg moeizaam. Uiteindelijk
haalt de Duitse prins Leopold van Saksen-Coburg het. Daarvoor
was hij al even staatshoofd van Griekenland. Die korte passage
wordt in de geschiedenisboeken graag verzwegen.
Alle Belgische koningen werken graag in het geheim. Zo sluit
Leopold I een verbond met zijn vertrouweling Adrien Goffinet.
Niemand mag weten dat zijn fortuin en een deel van dat van zijn
dochter, de ex-keizerin van Mexico Charlotte, bij de Goffinets
worden bewaard. Alle Belgische koningen na Leopold I zullen
ervan houden om discreet en liefst via stromannen te werken.
Na het ophefmakende boek van journalist Frédéric Deborsu over
het Belgisch koningshuis moet de vraag gesteld worden hoe ver
6 7
geheimen, hebt u nu in uw handen.
In dit boek neem ik tal van verhalen die over de Belgische monar-
chie de ronde doen onder de loep en analyseer ze. Soms is zo’n
verhaal waar, soms ook niet. We starten in 1831 bij Leopold I en
eindigen vandaag bij kroonprins Filip. Tijdens gesprekken met
(vooral ) Vlaamse politici komen over deze laatste de tongen vrij
gemakkelijk los.
In tegenstelling tot wat sommigen denken, heeft de aanwe-
zigheid van televisiecamera’s en de groeiende populariteit van
tabloids de magische uitstraling van de Belgische monarchie
niet doen afnemen. Integendeel. Het koninklijke theater blijft
fascineren. Mensen willen weten wat er achter de muren van
Laken en Tervuren plaatsvindt. Maar ook een eeuw geleden was
de Belgische bevolking al gefascineerd door de royals.
Kroongeheimen is het resultaat van tientallen uren gesprekken
met medewerkers en intimi van het hof, honderden uren opzoe-
kingswerk in gegevensbanken en archieven en zeker duizend
uren leeswerk. In dit werk zult u dan ook enkele zaken kunnen
lezen die nooit eerder over het Belgisch koningshuis werden
bekendgemaakt.
Overijse, januari 2013
een auteur mag gaan. Mag hij schrijven dat prinses Paola diverse
minnaars gehad heeft in de jaren zeventig? Mag een auteur mel-
den dat koning Albert tijdens de coup van Loppem ’s nachts bij
zijn minnares sliep? Mag een schrijver noteren dat koning Leo-
pold II eigenlijk een pedofiel was?
Het antwoord is telkens ja. De reden is eenvoudig: al deze aspec-
ten hebben een rechtstreekse invloed op het functioneren van
deze royals. Ook de vaststelling dat prinses Elisabeth op een
kunstmatige manier verwekt is, is relevant. Niet alleen stelt
zich in dat geval mogelijk een grondwettelijk probleem, boven-
dien gaat deze manier van procreatie tegen de richtlijnen van
het Vaticaan in. Nochtans worden de Coburgers voorgesteld als
de grootste ‘fans’ van Rome. Het zou niet de eerste keer zijn dat
het motto ‘Luister naar mijn woorden, kijk niet naar mijn daden’,
van toepassing is bij de Belgische monarchie.
De belangrijkste toetssteen voor een auteur die over het konings-
huis schrijft, is altijd de vraag of de informatie correct is. Rele-
vantie is hieraan ondergeschikt. Bovendien kan die openheid of
transparantie ook in het voordeel van de monarchie werken. Nu
weten we bijvoorbeeld dat koning Albert II wel degelijk de vader
is van prins Laurent.
Als de informatie die een auteur brengt juist is, is er geen enkele
reden om een bericht niet te brengen. De tijd dat zedig gezwe-
gen werd over eigenaardigheden en misstappen van de royals in
ruil voor andere, minder sappige informatie, is definitief voorbij.
Mijn eerste boek over het koningshuis, Het verloren geld van de
Coburgs, ging over de geldstromen binnen de Belgische monar-
chie. Daarna schreef ik een biografie over koning Boudewijn en
later een over zijn neef prins Laurent. De eerste twee boeken
werden ook vertaald in het Frans. Tijdens het schrijven van deze
drie boeken reikten koninklijke en prinselijke medewerkers me
veel verhalen en anekdotes aan die ik er helaas niet onmiddel-
lijk in kon verwerken. Dit bracht me op het idee om deze straffe
verhalen te bundelen in een volgend boek. Het resultaat, Kroon-
8 9
Deneckere in haar biografie over de eerste koning der Belgen.
Ook voor hun privéfinanciën zullen Leopold I en zijn zoon Leo-
pold II later ook nagenoeg exclusief met de Rothschilds werken.
Zelfs als een niet nader genoemde zus van Leopold I een beleg-
ging wil doen, raadt de vorst haar – niet zonder reden uiteraard
– aan om enkel te werken met Rothschild.
Om zijn grote Congolese droom waar te maken, zal Leopold II
het gigantische bedrag van 16 miljoen frank (vandaag 3,5 miljard
frank of 88 miljoen euro) bij de Rothschilds ontlenen. Voor de
zekerheid hebben de bankiers wel waarborgen en hypotheken op
alle bezittingen van de vorst genomen.
In 1890 menen buitenlandse kranten, waaronder het Ameri-
kaanse Grey River Ages, dat Leopold II zich in Congo heeft ver-
slikt. De vorst verliest volgens de krant elk jaar verschrikkelijk
veel geld en offert in een minimum van tijd zijn persoonlijke for-
tuin helemaal op. Leopold heeft zelfs, zonder medeweten van de
regering, de toekomstige inkomsten van de civiele lijst in pand
gegeven. De krant besluit dat Leopold failliet is en dat hij slechts
één mogelijkheid heeft, namelijk Congo op te geven. Volgens de
bron van de redacteur heeft Leopold II zich daar ook bij neerge-
legd: ‘Leopold heeft beslist om zijn soevereiniteit van Congo op
te geven.’ Wishful thinking van de Britten.
Leopold I, staatshoofd van Griekenland
Op 21 juli 1831 legt Leopold van Saksen-Coburg en Gotha de eed
af als eerste koning der Belgen. Die dag wordt veel later pas onze
nationale feestdag.
De zoektocht naar een vorst voor ons land was een ware lijdens-
weg. België was al in 1830 onafhankelijk geworden. Pas nadat
minstens drie andere kandidaten waren afgewezen, komt Leo-
pold in beeld.
Een van die afvallers is de Duc de Nemours, tweede zoon van de
Franse koning Louis-Philippe. Hij was er nochtans zeker van dat
België bestaat bij gratie van de Rothschilds
België wordt opgericht In 1830. De jonge staat heeft dringend
geld nodig. Dat geld kan gevonden worden bij machtige bankiers
zoals de Rothschilds.
Volgens journalist Walter De Bock is de relatie tussen Leopold I
en het huis van de Rothschilds een van de meest onderbelichte
facetten van het ontstaan van België. De Bock stelt dat bankier
Nathan Rothschild voor de oprichting en vooral voor het verdere
bestaan van België belangrijker is dan alle diplomaten en politici
van die tijd samen.
‘De geschiedenisboekjes voor de schoolkinderen vermelden zel-
den het Dictaat van Calais’, schrijft De Bock in een artikel Tus-
sen bank en troon, verschenen in Knack (2005). Volgens De Bock
vormt dat Dictaat nochtans ‘de basis voor de controle van de
Rothschilds over de financiën van het land tot na 1870’.
In december 1831 verlenen de Rothschilds aan België een lening
van 100 miljoen frank (omgerekend naar vandaag is dit 21 mil-
jard frank of ruim 500 miljoen euro). In het Dictaat staat dat de
Rothschilds als waarborg voor die lening alle staatsinkomsten
eisen. Het vormt de basis voor de controle van de Rothschilds
over de financiën van België tot na 1870. De Belgische rege-
ring stemt toe. Ze staat met de rug tegen de muur en heeft geen
andere keuze.
‘België zou voortaan leven bij de gratie van de Rothschilds’, zegt
De Bock. ‘Men kon zich geen vollediger controle over de finan-
ciën van een jong land indenken’. Op 21 december 1831 hebben
de Rothschilds de Belgische revolutie letterlijk op zak gestoken.
Is het verwonderlijk dat sommigen hierin complottheorieën zien
en beweren dat de Rothschilds de echte eigenaars van België
zijn?
De Rothschilds zijn niet alleen in ons land actief. ‘De spectacu-
laire verspreiding van Coburgers op diverse tronen van Europa
(bijvoorbeeld in Groot-Brittannië) wordt financieel onverander-
lijk door de Rothschilds ondersteund’, noteert historica Gita
10 11
ding. Leopolds moeder Augusta von Reuss-Ebersdorff haalt
opgelucht adem als ze verneemt dat haar zoon de Griekse ‘door-
nenkroon’ afstaat.
Hoewel dit korte bewind als staatshoofd van Griekenland niet
in de geschiedenisboeken voorkomt, blijkt deze korte ervaring
bijzonder nuttig voor onze eerste vorst. Leopold baseert zich op
de financiële vergoeding die hij van Griekenland kreeg om met
de nieuwe staat België te onderhandelen over zijn ‘salaris’. Bij
het begin van zijn koningschap ontvangt hij 1.300.000 gulden
(de Belgische frank bestaat nog niet) per jaar. Na de invoering
van de frank is dat 2.751.450 frank (omgerekend 20 miljoen euro
vandaag). Later zal Leopold het zich nochtans vaak beklagen dat
hij de Griekse kroon vroegtijdig opgegeven heeft. Hij vindt dat
hij in ons land te weinig macht heeft. En ook het klimaat vindt
hij maar niets.
Tweede, derde, vierde keuze
Journalist Rik Van Walleghem schrijft in zijn boek België absur-
distan dat de Belgen Leopold I in de maag kregen gespitst. ‘Derde
keus, protestants en met evenveel Belgisch bloed in zijn aders als
een Guinese big.’
Dat Leopold niet de ‘eerste keuze’ was, is geweten. Dat hij
zelfs geen derde, maar zelfs vierde keuze was, is een veel beter
bewaard geheim. De eerste drie kandidaten waren de hertog van
Nemours, de hertog van Leuchtenberg en aartshertog Karel van
Oostenrijk. En zelfs dat verhaal is niet helemaal correct, want
naast die drie ‘officiële’ kandidaten, circuleerden de namen van
wel tien mogelijke koningen.
Engeland had een logisch veto gesteld tegen de Franse hertog
van Nemours. Maar ook de tweede kandidaat, de hertog van
Leuchtenberg, botste wegens Bonapartisme op een njet van Lon-
den. Vandaar dat Charles de Gaulle veel later spottend zou zeg-
gen dat België gemaakt is door de Britten om Frankrijk te pesten.
hij de functie zou binnenhalen. Vandaag nog bestaan er kostbare
etsen met het portret van de hertog met als onderschrift, ‘Roi des
Belges’.
De uitverkoren Leopold heeft op dat moment al ervaring als
staatshoofd. In 1825 al kreeg hij de Griekse troon aangeboden.
Er was eerst langdurig geruzie tussen de grootmachten Frank-
rijk, Rusland, Pruisen (Duitsland) en Engeland over wie staats-
hoofd mocht worden.
Ook Leopold zelf twijfelt erg lang over het al dan niet aanvaarden
van de Griekse kroon. Hij ontvangt op dat moment immers een
mooie jaarlijkse rente van 50.000 pond van Engeland. En hij wil
zijn nichtje Victoria niet in de steek laten. Victoria is de dochter
van Leopolds zus Victoire. Het verklaart de zeer nauwe band tus-
sen oom en nicht.	
In februari 1830 hakt Leopold de knoop eindelijk door: hij aan-
vaardt de Griekse kroon. Hij krijgt de titel van ‘Prince Souverain
de la Grèce’ of ‘Prince régnant de la Grèce’, een erfelijke titel. Het
financiële aspect geeft de doorslag voor de op geld beluste Leo-
pold. De vergoeding bedraagt immers 750.000 pond per jaar.
‘Hij begint vlijtig Grieks te leren’, noteert Henriette Claessens.
Frankrijk is tevreden met de beslissing. Het land geeft Leopold
zijn zegen. De andere grootmachten zijn iets voorzichtiger.
Onder de valse naam ‘graaf van Henneberg’ – iets wat een tra-
ditie zal worden bij de Coburgers – onderhandelt Leopold in de
lente van 1830 met een aantal financiers om geld los te krijgen
voor zijn nieuwe land. Zo reist hij naar Frankrijk om een lening
van zestig miljoen francs te verkrijgen van de bankier Philepène
Eynard.
Dat Leopold de Griekse kroon aanvaard heeft, is zeker. Historica
Gita Deneckere heeft het in haar vuistdikke biografie over Leo-
pold I over zijn ‘troonsaanvaarding’.
Lang zal zijn bewind in Griekenland evenwel niet duren. Nau-
welijks twee maanden later, op 21 mei 1830, treedt Leopold af.
Volgens een krant heeft hij een conflict met het Griekse congres.
Zijn troonsafstand veroorzaakt grote internationale opschud-
12 13
op het strand een zandkasteel bouwen. Compleet zinloos dus.
Zijn eigen moeder, hertogin Augusta von Reuss-Ebersdorff, zal
Leopold onder druk zetten om zijn post in ons land op te geven.
Tijdens een van de vele volksopstanden na de totstandkoming
van België, komt de vrouw naar Brussel. Ze probeert haar zoon
te overreden om België te verlaten. De Belgen zijn in haar ogen
niets anders dan een bende weerspannige kinkels. Ook Leopolds
zoon Filips heeft geen hoge dunk van de Belgen.
Moeizame onderhandelingen over de hand van Louise-Marie
Louise-Marie d’Orléans wordt geboren op 3 april 1812 in Palermo,
Sicilië. Haar ouders, Louis-Philippe en Marie-Amélie leven er in
het palazzo Santa Theresa. Als Louise drie is, verhuist de familie
opnieuw naar Frankrijk.
Vanaf de lente van 1830 zet Leopold I zijn zinnen op de oudste
dochter van Louis-Philippe. Hij heeft haar vroeger al ontmoet
toen hij op bezoek was bij haar ouders. Het meisje zelf is voor
hem totaal onbelangrijk. Het huwelijk dient enkel om de band
met Frankrijk te versterken en Louis-Philippe alle lust te ontne-
men om België aan te vallen. Vanaf eind 1831 worden de onder-
handelingen via minister Charles Le Hon rechtstreeks met
koning Louis-Philippe gevoerd.
Louise-Marie ziet een huwelijk met die vreemde, introverte,
sombere, autoritaire man niet zitten. Aan haar vriendin Anto-
nine de Celles schrijft ze dat haar verloofde Leopold voor haar
evenveel waard is als een toevallige voorbijganger op straat, niets
dus. Ze staat compleet onverschillig tegenover haar toekomstige
echtgenoot.
Leopold zelf doet geen enkele moeite om het meisje voor zich in
te nemen. Hij is niet eens aanwezig bij de verloving. Hij vindt
de verplaatsing te ver en bovendien heeft hij haar al eens eerder
gezien. Dat moet volstaan.
Henriëtte Claessens schrijft in Leven en liefdes van Leopold I dat
De Belgische onafhankelijkheidsstrijd van 1830 was volgens Van
Walleghem zelfs geen ‘volksopstand’ maar een handigheidje van
de Franstalige bourgeoisie die de sociale onvrede misbruikte om
zich van de Nederlanders te ontdoen. Ook dat klopt niet hele-
maal. Sommige leden van de ‘Franstalige bourgeoisie’ en adel
waren immers orangisten en hielden helemaal niet van Leopold I.
Zo stak Marie-Louise de Trazegnies tijdens de blijde intrede
van de vorst in Brussel van 21 juli 1831 haar tong uit naar de net
benoemde Leopold I. Sommigen beweren dat ze zelfs ‘spuwde’.
Henriette Claessens ziet het zo: ‘De oude adel, die de voordelen
van Willem I volop smaakte, is openlijk vijandig en blijft oranje-
gezind. Willem I gaf 21 miljoen frank om het gezag van Leopold
I te ondermijnen.’ Volgens haar werd Leopold I in de orangis-
tische pers zelfs dagelijks bespot. De aristocratie gedraagt zich
ronduit grof en onbeschaamd. Veel later zal ze dat nog eens zijn
als Leopold III met burgermeisje Lilian Baels trouwt.
Spijt komt te laat voor Leopold I
In twee brieven aan echtgenote Louise-Marie, een uit 1839 en de
andere uit 1840, stelt Leopold I dat hij het diep betreurt de troon
van België aanvaard te hebben. Ook Joseph Tordoir schrijft dat
‘toen hij in het jonge koninkrijk België met moeilijkheden werd
geconfronteerd, Leopold I meer dan eens betreurde dat hij de
Griekse troon niet (definitief) aanvaard had.’ Of nog duidelijker:
hij had dus spijt dat hij niet op die Griekse troon was blijven zit-
ten.
In een brief van 16 maart 1842 heeft Leopold het volgens Tordoir
bijzonder lastig met het aanvaarden van de beperkte bevoegd-
heden die hij als ‘constitutioneel vorst’ in ons land had. Volgens
de vorst is dit des te erger omdat aan Griekenland een absolute
monarchie was toegekend. Hij schrijft dat de ‘ellende van de hele
santenboetiek’ hem als ‘een loden mantel’ op het lichaam aan-
voelt. Hij vergelijkt zijn taak met die van kinderen die bij laagtij
14 15
der die van een begrafenis: de vader en de oom van de bruid
beginnen te wenen en alle aanwezigen zijn volgens een oogge-
tuige ‘bedroefd’. Louise-Marie noteert kort daarna dat het heden
‘triestig, plechtig en wreed’ is.
Feest bij het overlijden van Louis-Philippe
Op 24 juli 1833 wordt de eerste zoon van Leopold I en Louise in
het kasteel van Laken geboren. De jongen krijgt de namen Louis-
Philippe Leopold of Lodewijk-Filips. Zijn bijkomende namen
zijn Victor en Ernst. De naam Lodewijk-Filips verwijst naar zijn
grootvader langs moederszijde, de Franse koning Louis-Philippe
I. Leopold verwijst naar zijn vader. Leopold was een veel voor-
komende naam in het huis Saksen-Coburg en Gotha. De naam
Victor verwijst naar zijn nicht, de Engelse koningin Victoria, met
wie zijn vader een hechte band heeft. Ernst verwijst naar zijn
oom, Ernst I, hertog van Saksen-Coburg en Gotha, die tevens de
schoonvader is van koningin Victoria.
De koning is uiterst tevreden. Door de komst van een troonopvol-
ger wordt de dynastie verankerd. Ze consolideert de jonge staat
België. In de pers wordt de politieke dimensie van de geboorte
onderstreept. Lodewijk-Filips wordt in de kathedraal van Sint-
Michiel en Sint-Goedele te Brussel gedoopt door kardinaal Engel-
bertus Sterckx, de toenmalige aartsbisschop van Mechelen-Brus-
sel, in aanwezigheid van zijn grootmoeder langs moederszijde,
koningin Marie Amélie van Frankrijk, verschillende prinsen en
prinsessen van Orléans en alle gestelde lichamen van België.
De troonopvolger wordt al snel ‘Babochon’ genoemd, en door zijn
moeder Babychou, een samentrekking van baby en chou, wat lie-
veling betekent. Hij is een mooi kind met een stevig uiterlijk,
maar dat laatste is slechts schijn: de jongen heeft een zwakke
gezondheid en hij overlijdt op 16 mei aan een slijmvliesontste-
king veroorzaakt door een slechte leverfunctie. Hij had nochtans
drie behandelende artsen met elk een verschillende nationaliteit.
‘er beweerd wordt dat de onderhandelingen (tussen Leopold en
de vader van Louise-Marie) zeer stroef verliepen’. Leopold zou
zelfs tot drie keer toe afgewezen zijn.
De bezwaren waren immers niet van de minste: er was het
enorme leeftijdsverschil tussen Leopold en het meisje. Leopold
was veertig jaar oud, Louise-Marie nauwelijks negentien. Boven-
dien zag de koning der Belgen er nog een stuk ouder uit dan zijn
werkelijke leeftijd. Er was het verleden van Leopold dat hij als een
zware last met zich meedroeg. Leopold was immers weduwnaar.
Daarbovenop was er een belangrijk godsdienstig verschil: Leo-
pold was protestants, Louise katholiek. En niet zomaar katholiek,
ze was diepgelovig. Volgens royaltywatcher Jan van den Berghe
had ze zelfs de ‘devotie van haar moeder’. Kortom, er moest fel
aangedrongen worden om de hand van het Franse meisje te ver-
krijgen.
Volgens Henriëtte Claessens klopt dit echter niet met de werke-
lijkheid: ‘Deze opvatting schijnt op fantasie of slechte informa-
tie te berusten’, schrijft ze. Volgens haar werpt de briefwisseling
tussen Charles Le Hon, Belgisch minister in Frankrijk, en Leo-
pold een nieuw licht op de zaak. Die briefwisseling moet aanto-
nen dat de ouders van Louise vanaf het begin helemaal gewon-
nen waren voor een verbintenis.
Misschien is het misverstand wel ontstaan doordat Louise zelf
een huwelijk met die oude vreemde man niet zag zitten. Jan van
den Berghe schrijft hierover het volgende: ‘Met huiver ziet de
jonge Franse prinses de echtverbintenis met de veel oudere Leo-
pold tegemoet. Ze is preuts opgevoed en ongelukkig omdat ze in
een mariage de convenance moet stappen.’
Ook Le Hon noteert bij een van zijn bezoeken aan de Franse
familie dat Louise-Marie ‘er niet gelukkig uitziet’. Ze reageert
volgens hem ‘uiterst terughoudend’ en hij bemerkt een ‘zekere
melancholie’. Grappig is dat Claessens dit onterecht vindt: ‘Elke
jonge vrouw zou immers gek van vreugde zijn een koning als
echtgenoot te krijgen.’
Ook tijdens het huwelijk zelf op 9 augustus 1832 is de sfeer eer-
16 17
van haar ouders afgenomen, waarop die in Engeland konden ver-
blijven. Dat vond Louise-Marie helemaal niet erg. Ze kon nog
terugvallen op een mooie bruidsschat van 120.000 frank, omge-
rekend ongeveer 420.000 euro. Haar uitzet telde zevenentwin-
tig bagagewagens met onder andere 286 paar kousen en een
halssnoer dat toen geschat werd op 411.736 frank.
Louise had een eenvoudige stijl, zeer tegen de zin van haar echt-
genoot. Hij vroeg haar om eleganter en prestigieuzer door het
leven te gaan. Zelf had hij er geen probleem mee om zich tot zes
keer per dag om te kleden. Leopold I was, in tegenstelling tot zijn
echtgenote, een zeer ijdel man.
Louise-Marie droeg meestal als enige juwelen een kruisje en een
ring die haar herinnerden aan hen die haar dierbaar waren. Tij-
dens het nieuwjaarsfeest van 1826 had ze van haar vader een dia-
manten halssnoer en van een tante een diamanten speld gekre-
gen. ‘Voor mij zijn diamanten als gebroken glas en ik vind het
onzinnig er zoveel geld aan uit te geven’, bekende ze enkele jaren
later. Na een tijdje schikte ze zich naar de vraag van haar man en
ging ze zichzelf meer ‘versieren’. De koninginnen en prinsessen
die na haar kwamen, hielden meer van juwelen.
Leopold I en de loge
Tot op het einde van zijn leven was Leopold I protestants. ‘Of hij
een overtuigde vrijmetselaar was, is minder zeker’, stelt Jan Van
den Berghe in God in Laken. Hij verwijst naar het erelidmaat-
schap van Leopold van de Zwitserse loge Zur Hoffnung in Bern.
Leopold werd er geïntroduceerd door zijn vriend, de Zwitserse
arts Rudolf Abraham.
Volgens Jean Van Win was Leopold geen praktiserende vrijmet-
selaar. Van Win noemt hem in Un roi franc-maçon: Léopold Ier de
Belgique een maçon op papier, of een vrijmetselaar van gips. ‘Dat
laatste refereert aan een standbeeld van hem als vrijmetselaar’,
verduidelijkt Van den Berghe.
Maar meer dan machteloos toekijken aan het sterfbed, konden
deze artsen niet.
Volgens historicus Vincent Dujardin worden bij de bekendma-
king van het overlijden in Nederland ‘allerlei feestelijkheden’
georganiseerd. De verklaring die hij hiervoor geeft is de vol-
gende: in ons land is er een sterke orangistische stroming. De
orangisten in Nederland dromen ervan dat België opnieuw ver-
overd kan worden en ze hopen dat het overlijden van de troonop-
volger een opsteker is voor hun eisen. Het laatste orangistische
complot zal plaatsvinden in 1841.
Door het overlijden van prins Lodewijk-Filips komt België in 1834
opnieuw zonder troonopvolger te zitten. Lang zal dat niet duren.
Koning Leopold zal de begrafenisplechtigheid van zijn zoon niet
bijwonen. Zijn overlijden brengt de dood van zijn eerste vrouw,
Charlotte Augusta van Wales, de Britse kroonprinses die stierf
gedurende haar bevalling van de doodgeboren zoon van Leopold,
weer in herinnering. koningin Louise-Marie schreef hierover
‘dat de oude wonden opnieuw werden opgereten’.
De kleine doodskist, bekleed met wit fluweel, werd bijgezet in
de grafkelder van de Hertogen van Brabant in de kathedraal
van Sint-Michiel en Sint-Goedele, maar na het overlijden van
zijn ouders werd het stoffelijk overschot van de kleine prins ver-
plaatst naar de koninklijke crypte van Laken, waar hij naast zijn
ouders kwam te liggen.
In 1835 werd Leopold geboren, die later zijn vader zou opvolgen
als Leopold II van België.
Een koningin die niet van juwelen houdt
Koningin Louise-Marie, de tweede echtgenote van koning Leo-
pold I en eerste koningin der Belgen, kreeg een mooie bruids-
schat, maar volgens Christophe Vachaudez, auteur van Konink-
lijke juwelen, moest ze heel wat juwelen terugbezorgen aan de
Engelse schatkist. Napoleon III had namelijk alle bezittingen
18 19
jaarbudget van het fonds bedraagt dus omgerekend 12.500 euro.
Ter vergelijking: het ‘eenvoudige’ rijtjeshuis in de Langestraat te
Oostende wordt voor de koninklijke familie gehuurd voor een
jaarbedrag van 3000 frank. De huurprijs is dus hoger dan de bij-
drage aan het hulpfonds van de koningin. De slagkracht van het
fonds is dus erg beperkt.
Louise-Marie noteert alle uitgaven van het fonds in een boekje.
Tot in de kleinste details: de luiermand en de wollen luiers voor
mejuffrouw Estampe kosten elf frank. Schoenen voor het hele
gezin Vogel komen op 21 frank en zestien centiem. Het fonds
betaalt negen maanden huur voor een weduwe met vijf kinde-
ren. De totale huurprijs bedraagt 63 frank. Voor een ‘arme die
zich schaamt’ trekt ze elf frank uit. Het zijn druppels op een
hete plaat.
‘Deze keurige notities zijn de stille getuigen van het leed en de
ellende in een tijd die ongelooflijk hard moet zijn geweest’, ana-
lyseert Kerckvoorde terecht. ‘Door de overheid was geen enkele
steun voorzien.’ Alle hulp moest komen van spontane privé-lief-
dadigheid. Armoede en ontbering lagen overal op de loer. ‘De
behoeftige weduwe, de ongehuwde moeder, de gehandicapte, de
zieke en de bejaarde zijn vaak tot de bedelstaf veroordeeld.’
Zeelucht wordt Louise-Marie fataal
Het huwelijk tussen Leopold I en Louise-Marie wordt gesloten op
9 augustus 1832. Oorspronkelijk was het feest voorzien op 21 juli
1832, op de eerste verjaardag van de troonsbestijging van Leo-
pold, maar om onduidelijke redenen wordt het huwelijk enkele
weken uitgesteld. Wellicht wordt tot op het eind tussen beide
partijen onderhandeld over geld. ‘Beide vorsten zijn notoire pot-
schrapers’, weet Jan van den Berghe.
Louise krijgt al snel de bevestiging van haar ergste vermoedens.
Ze vindt het huwelijk met Leopold maar niets en laat er zich in
haar talrijke brieven aan haar moeder dan ook erg vaak laatdun-
In België ontstaat er vanaf 1830 zeker een merkwaardige situatie
in de werkplaatsen: Belgicisten staan er lijnrecht tegenover oran-
gisten. ‘Enkele Vlaamse werkplaatsen blijven trouw aan het Huis
van Oranje’, weet Van den Berghe. Ondanks het devies is er in
ons land nooit veel eenheid geweest.
In 1833 richten de Belgischgezinde werkplaatsen Le Grand
Orient de Belgique, het Grootoosten, op. Artikel 12 van de statu-
ten verwijst specifiek naar koning Leopold I.
In navolging van Jean Van Win besluit Van den Berghe dat Leo-
pold geen overtuigde vrijmetselaar was. ‘Hij heeft nooit bijeen-
komsten in een van de Belgische werkplaatsen bijgewoond.’
Die conclusie is voorbarig. Op een schilderij wordt de vorst afge-
beeld met het lint van ridder Kadosh. Dat bewijst dat de koning is
opgeklommen tot de hoge dertigste graad in de Schotse ritus van
de vrijmetselarij en wel degelijk een actief lid was van de loge.
Louise-Marie richt een kantschool op
Wat moet een koningin doen afgezien van troonsopvolgers
baren? Op advies van haar eredame Zoë Vilain XIIII richt Louise
in 1833 een katholieke school op. Vierhonderd meisjes krijgen er
gratis onderwijs. Aan de school in de Pastoorsstraat wordt een
kantschool toegevoegd. ‘De destijds zo bloeiende Brusselse kant-
nijverheid is, na de Franse en Hollandse periode, (dan) haast vol-
ledig uitgestorven en de koningin is daar bezorgd over’, noteert
Mia Kerckvoorde in Marie-Henriette. De schaars overgebleven
bejaarde Brusselse kantklossters moeten de jonge meisjes de
kneepjes van het vak leren. In haar testament bepaalt Louise-
Marie dat Zoë Vilain XIIII zich na haar dood verder zal blijven
inzetten voor de school.
Zoë Vilain XIIII leidt ook het fonds voor de hulp van de konin-
gin. ‘Conway stort viermaal per jaar 600 frank (vandaag:
126.000 frank of ruim 3000 euro)’, weet Kerckvoorde. Edou-
ard de Conway is secretaris en hoofd van de Civiele Lijst. Het
20 21
nauwelijks achtentwintig als ze haar laatste kind, Charlotte op
de wereld brengt. De zwangerschap zelf is moeilijk. Ze moet de
laatste maanden op doktersbevel het bed houden. Als ze elders in
het paleis moet zijn, wordt ze vervoerd in een kruiwagen.
Na die laatste zwangerschap is Louise-Marie fel verzwakt. Ze zal
nooit helemaal recupereren. Ze heeft een chronische hoest en
ondervindt spijsverteringsproblemen. Wellicht heeft ze op dat
moment al tuberculose. Leopold schrijft in 1842 dat ze dan ‘al
te lang hoest’.
Op het einde van haar leven kent de eerste koningin van België
niet veel vreugde meer. Prinses Metternich noteert in 1849 dat
Louise er niet gelukkig uitziet. Een jaar later krijgt Louise-Marie
de finale klap als ze hoort dat haar vader Louis-Philippe is overle-
den. Hij heeft de troonsafstand nooit verwerkt.
Van dan af gaat het snel. Leopold besluit de koningin over te
brengen naar Oostende. Volgens hem zal de zuivere zeelucht
haar longen goed doen. Kwatongen beweren dat hij hierdoor het
overlijden van Louise-Marie alleen maar heeft bespoedigd. Vol-
gens sommigen is het een absurde en onbegrijpelijke beslissing.
Hoe dan ook heeft de verhuis naar Oostende Louise-Marie de
genadeslag gegeven. Ze is zo ziek dat ze niet meer naar haar
kamer kan stappen. Ze moet in een mand met een katrol omhoog
gehesen worden. In de ochtend van vrijdag 11 oktober 1850 over-
lijdt ze, nauwelijks achtendertig jaar oud.
‘Leopold I weet hoezeer hij haar verwaarloosd heeft en beseft
heel goed dat hij haar onvoldoende lief heeft gehad’, schrijft his-
torica Claessens. ‘Zijn geweten knaagt want als hij ’s avonds in
de gietende regen op de dijk loopt, zien de enkele wandelaars een
verouderde, trieste en wanhopige man, weggedoken in zijn lange
jas, als was hij beschaamd.’
kend over uit. Nauwelijks een maand getrouwd schrijft ze: ‘Ik
ben nog niet bekeerd tot de noodzaak van het huwelijk en ik ben
minder dan ooit geneigd tot het matrimonium (huwelijksleven).’
Midden september schrijft ze naar moeder dat ze zelfs een afgrij-
zen gekregen heeft van het huwelijk. Als ze op voorhand geweten
had wat het inhield, was ze nooit getrouwd. Een jaar later schrijft
ze: ‘Eén jaar na het gruwelijke afscheid in Compiègne. Droevige
verjaardag!’
Leopold houdt niet van Louise-Marie, hij is hoogstens bezorgd.
Leopold heeft de dood van zijn vorige vrouw, de Engelse Char-
lotte, immers nooit helemaal kunnen verwerken. Volgens hem
waren de maanden met haar de gelukkigste van zijn leven. Hij
idealiseert zijn eerste vrouw. Louise-Marie legt zich daar bij neer.
Ze hangt zelfs een portret van Charlotte in het privé-apparte-
ment in het paleis om haar man te behagen.
Voor Leopold is de relatie met zijn vrouw louter functioneel. Ze
moet zorgen voor een goede band met Frankrijk en uiteraard
moet Louise-Marie zo snel mogelijk kinderen baren. Leopold wil
een troonopvolger. De voortzetting van de dynastie is voor hem
bijna een obsessie. Hij weet dat dit de beste manier is om de
monarchie te verstevigen.
Met de gezondheid van Louise-Marie gaat het steeds slechter.
Een eerste psychische opdoffer krijgt ze als haar lievelingszus
Marie in 1839 overlijdt na de geboorte van haar eerste kind. De
diagnose die wordt gesteld is tuberculose. Ze schrijft haar moe-
der dat ze de beste en meest geliefde helft van haar leven verlo-
ren is.
Een extra klap volgt als haar broer Ferdinand, de hertog van
Chartres, op 13 juli 1842 dodelijk verongelukt met zijn koets.
Louise-Marie zal de dood van haar broer nooit helemaal verwer-
ken. In 1847 overlijdt haar lievelingstante Adélaïde.
Leopold heeft weinig begrip voor het verdriet van zijn echtge-
note. Hij vindt dat ze zich te veel laat gaan. Haar problemen zijn
volgens de koning van psychische aard.
Louise-Marie voelt zich na haar zwangerschappen oud. Ze is
22 23
Hoe 21 juli de nationale feestdag wordt
In 1847, toen kroonprins Leopold twaalf jaar werd en officieel tot
het regiment van de grenadiers werd toegetreden, kreeg hij een
cadeau dat kon tellen: voor zijn plezier werd voor het eerst een
militair luik aan de ‘Glorieuze Septemberfeesten’ toegevoegd.
Van een defilé was geen sprake. Wel werd met niet minder dan
zestienduizend soldaten en vierenvijftig kanonnen een nepge-
vecht opgevoerd. Hoewel, nep... er werd geschoten met echte
munitie! ‘Het mag dan ook niet verbazen dat er die dag twee
doden vielen voor de show van de latere Leopold II’, noteert royal-
tywatcher Tim t’Kint op zijn blog. De kroonprins zelf maalde
hier niet om. Hij was vooral tevreden met het machtsvertoon dat
door de bevolking en de buurlanden gezien was. De nationale
defensie zou een obsessie worden voor de latere Leopold II.
Over de Glorieuze Septemberfeesten valt ook een en ander te
vertellen. Op 3 augustus 1830 vallen orangistische rebellen het
wettelijke gezag in Brussel aan. De overheid reageert hier eer-
der onhandig op. Dagenlang zijn er schermutselingen en in de
nacht van 26 op 27 september, na vier dagen van felle straatge-
vechten geeft het leger van Willem I der Nederlanden de stad op.
Korte tijd later kondigen de rebellen de afscheiding en hun onaf-
hankelijkheid af.
Een jaar later wordt Leopold bereid gevonden koning te worden
van het nieuwe land, nadat hij een stevig jaarloon en garanties
had bedongen.
Al in 1831 wordt de Belgische opstand herdacht. Dat gebeurt tij-
dens de zogenaamde Glorieuze Septemberfeesten die plaatsvin-
den van 23 tot en met 26 september, de dagen waarop de rebel-
len het Hollandse leger versloegen. Het Martelarenplein vervult
tijdens die jaarlijkse feesten een centrale rol, aangezien het plein
nauw verbonden is met de opstand. ‘Het was immers onmogelijk
tijdens de gevechten in de stad de slachtoffers buiten de stad te
brengen. De 466 gesneuvelde Belgische vrijheidsstrijders wer-
den dus in Brussel zelf begraven, op het Sint-Michielsplein. Dat
Turen naar de koninklijke urine
We zijn 1850 en Leopold I is weduwnaar. Hij zal zijn veel jongere
echtgenote ruim vijftien jaar overleven.
In de zomer van 1865 – hij is dan net geen vijfenzeventig jaar
– begint het bergaf te gaan met zijn gezondheid. Hij vertrouwt
zijn vertrouwensman Conway toe dat hij ’s nachts geen oog meer
dicht doet. ‘Het is alsof de duivel me vastgrijpt’, fluistert de vorst.
De liberale advocaat Alphonse Vandenpeereboom, op dat ogen-
blik minister van Binnenlandse Zaken, houdt een dagboek
bij waarin hij alles wat hij over de koning hoort, noteert. Een
opmerkelijk detail is dat Leopold I in glazen urineert die in zijn
toiletkamer staan. Niemand mag de glazen legen vooraleer hij
gedurende verscheidene dagen de inhoud ervan zorgvuldig
bestudeerd heeft. ‘De enige persoon die bij de koning binnen
mag, altijd, op elk uur, is een oude meid die de nachtspiegel en
de glazen met urine leegt’, schrijft Vandenpeereboom. Volgens
de minister is de koning een ‘belachelijke hypochonder’.
Leopold I bestudeert zijn urine in de hoop een betere diagnose
te stellen dan zijn artsen, want hij heeft niet het minste vertrou-
wen in de geneeskunde. ‘De dokters fantaseren er maar op los,
ze hebben de meest tegengestelde opinies’, verklaart de vorst.
De gezondheidstoestand van Leopold I gaat verder achteruit.
In november noteert Vandenpeereboom: ‘De toestand van de
koning wordt meer en meer onrustwekkend. De buikloop wordt
heviger, de tong is droog, er is geen verbetering in zicht.’
Volgens historica Henriette Claessens wil de koning sterven als
een oude winterse eik, alleen en rechtop. Op 10 december over-
lijdt hij in zijn bed. Hij is in het gezelschap van zijn schoondoch-
ter Marie-Henriette en de protestantse dominee Becker.
24 25
In 1857 huwt ze met Maximiliaan, de aartshertog van Oostenrijk.
Op 3 oktober 1863 krijgt deze de keizerskroon van Mexico aange-
boden. Het blijkt een vergiftigd geschenk. Hun Mexicaanse avon-
tuur mislukt. Nauwelijks vier jaar later wordt de keizer van Mexico
gefusilleerd. De schok zou de labiele Charlotte in de waanzin stor-
ten. Haar oudste broer Leopold II koopt met haar geld het kasteel
van Bouchout bij Meise en sluit zijn zuster er definitief in op.
Is de waanzin van Charlotte veroorzaakt door de dood van haar
man of door giftige Mexicaanse planten? In 1867, Charlotte is
dan 27, stelt psychiater Bulkens vast dat de prinses vergiftigd
is. In de Franse krant Le Figaro verschijnt een artikel waarin
dezelfde these naar voor wordt geschoven. Het gaat om inheems
(Mexicaans) gif. Ook Michel de Grèce denkt dat Charlotte ver-
giftigd werd. Hij schuift in het boek L’impératrice des adieux de
substantie toloache naar voor.
Een andere mogelijkheid waarmee rekening wordt gehouden is
die van een verkeerd gedoseerd afrodisiacum. Volgens Jos Pau-
wels maken Charlotte en Maximiliaan in Mexico kennis met
kruiden en planten van de indianen. Een voorbeeld is de ‘red
gumbolimbo tree’ of ‘chacah’. ‘Carlota (de Spaanse naam van
Charlotte) experimenteert met deze planten vanuit haar drang
naar opheffing van de druk en vanwege de spirituele mogeli-
jkheden’, schrijft Pauwels in De waanzin van Charlotte. Andere
mogelijke planten die de prinses leerde kennen zijn de peyotl en
de humito. ‘Carlota gaat in haar honger naar intensere ervarin-
gen steeds verder. Ze gaat té ver’, besluit de auteur.
Charlotte zelf beschuldigt haar echtgenoot Maximiliaan. ‘Het is
mijn man die me wil ombrengen. Hij heeft me laten vergiftigen
op mijn reis naar Yucatán’, roept ze uit. Later denkt de prinses
dat iedereen haar wil vergiftigen. Water drinkt ze alleen uit een
openbare fontein. Ze heeft voortdurend hallucinaties en vol-
gens artsen zou ze door het innemen van bepaalde planten zelfs
onherstelbare hersenschade hebben opgelopen.
Charlotte sterft op 19 januari 1927, zonder ooit nog het domein
van Meise te hebben verlaten.
massagraf werd voortaan het Martelarenplein genoemd’, noteert
t’Kint. De rouwdienst voor de overleden vrijheidsstrijders en de
rouwstoet naar het Martelarenplein werden de basis van de Sep-
temberfeesten, die de herinnering aan de revolutie levendig hiel-
den.
Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Belgische
onafhankelijkheid in 1880 besloot de koning echter om de nati-
onale feesten voor het eerst naar augustus te verplaatsen. Neder-
land was ondertussen immers een bevriende natie geworden
en de Septemberfeesten, waarop de erg anti-Hollandse opstand
werd herdacht, waren een risico voor de stabiliteit van zijn troon
geworden. In plaats daarvan kwamen de Augustusfeesten. De
zestiende augustus werd de officiële nationale feestdag. De
bevolking kreeg die dag betaald verlof, en de twee dagen daarna
nog twee onbetaalde feestdagen.
De Augustusfeesten kenden echter nooit een groot succes.
Anders dan in september, waar men de Belgische Revolutie her-
dacht, was er in augustus geen historische gebeurtenis die men
kon herdenken. Bovendien waren de hoogwaardigheidsbekle-
ders vaak de stad uit om te genieten van de zomer. De Augustus-
feesten bleven slechts tien jaar bestaan.
Door het gebrek aan succes besloot Leopold II tenslotte om de
nationale feestdag voortaan op 21 juli te vieren. Exact op die dag
legde zijn vader, Leopold I in 1831 de eed af. Zo werd 21 juli de
officiële Belgische nationale feestdag, maar ook op de twee daar-
opvolgende dagen werden er feestelijkheden ingericht.
Keizerlijke experimenten met geestverruimende planten
Prinses Charlotte is de dochter van Leopold I. Ze wordt op 7 juni
1840 geboren. In eerste instantie is haar vader niet erg gelukkig.
Hij had immers vurig op een derde mannelijke troonsopvolger
gehoopt. Toch verovert het meisje geleidelijk aan het hart van haar
stuurse vader. Ze is bovendien erg ijverig, intelligent en mooi.
26 27
Volgens Robert Goffin heeft het Belgische koningshuis een
afspraak gemaakt met Franz-Jozef, de vader van Maximiliaan,
om zich na de bevalling over het kind te ontfermen. ‘Er was
wel één voorwaarde’, schrijft Goffin in Charlotte: l’impératrice
fantôme. Het kind mocht geen koninklijke privileges ontvangen
en niemand mocht weten dat het een kind van Charlotte was. De
jongen vormde immers, als officiële ‘nazaat’ van Maximiliaan,
een bedreiging voor Franz-Jozef.
De jonge Weygand zal snel carrière maken en tijdens WOI
opperbevelhebber van het Franse leger worden. Hij geniet hoge
bescherming van het Belgische Hof en krijgt een jaarlijkse toe-
lage. Er zijn tal van aanwijzingen dat Weygand wel degelijk de
zoon is van prinses Charlotte en kolonel Van der Smissen. De
gelijkenis tussen Van der Smissen en Weygand is treffend. Beide
mannen lijken zelfs zo sterk op elkaar, dat het bijna onmogelijk
is om ze uit elkaar te halen.
Leopold III zou Van der Smissen tijdens een gesprek met Gilbert
Kirschen zelfs openlijk de vader van Weygand noemen en bij
het overlijden van prinses Charlotte in 1927 krijgt Weygand de
boodschap ‘dat het uw moeder is die komt te sterven’. Ook prins
Karel weet dat Weygand een zoon is van Charlotte. Dat vertelt hij
aan Louise Bricmont. Volgens Karel kwam Weygand zijn moe-
der regelmatig opzoeken in het kasteel van Bouchout. Volgens
de prins had ze toen haar helderste momenten.
Is Weygand het kind van Charlotte en Van der Smissen? ‘Alles
wijst erop’, besluit Pauwels. Alleen mag dit nooit officieel beves-
tigd worden. Officieel heeft prinses Charlotte, keizerin van
Mexico, geen kinderen op de wereld gezet.
De kleptomane neigingen van de jonge prins Leopold
Leopold II is geboren in 1835. Zijn vader Leopold I vindt hem
maar een rare snuiter. In 1860 is de vijfentwintigjarige prins op
reis. Archivaris Gustaaf Janssens schrijft in Nieuw licht op Leo-
De prinses en de kolonel
Op 21 januari 1867 wordt door dokter Louis Laussédat in Brussel
een jongetje aangegeven. Hij is een zoon ‘van een vader en moe-
der van wie de namen niet gekend zijn door de aangever’. De jon-
gen wordt niet gedoopt. Is hij al eens eerder gedoopt? Bijvoorbeeld
onmiddellijk na de bevalling van prinses Charlotte in paleis Mira-
mar? De jongen is de latere Franse generaal Maxime Weygand.
In april 1866 bevindt prinses Charlotte zich in Mexico. Maximi-
liaan is op vlinderjacht. De prinses vertoeft er in het gezelschap
van de Belgische kolonel Van der Smissen, aanvoerder van een
groepje vrijwilligers dat Charlotte en Maximiliaan moet bescher-
men. Van der Smissen maakt nachtelijke boottochtjes met Char-
lotte. Hij wordt ook regelmatig door haar ontvangen. Is hij de
vader van Maxime?
Op 13 juli 1866 reist Charlotte per schip naar Europa om hulp te
vragen voor haar Mexicaanse project. Op 8 augustus bereikt ze
de haven van Saint-Nazaire in Frankrijk. Onmiddellijk daarna
voert ze gesprekken met Napoleon. Ondanks de hitte draagt ze
een mantel. Om haar bolle buikje te verbergen? Ze moet dan
een viertal maanden zwanger zijn. In september 1866 voert ze
ook gesprekken met de paus. Tevergeefs. ‘Todo es inutil’, seint ze
naar haar echtgenoot in Mexico. Ze is bang om vergiftigd te wor-
den. Wil ze de vrucht in haar schoot beschermen?
Vanaf 9 oktober wordt Charlotte na de breuk met Maximili-
aan door de familie van haar man in het kasteel van Miramar
bij Trieste ‘gevangengehouden’. Volgens Jos Pauwels is er geen
bezoek toegelaten. Deze afzondering is volgens hem ‘onbegrijpe-
lijk’. In Miramar hadden slechts enkele personen toegang tot de
zwangere Charlotte. Haar kamermeisje Amalia Ströger bijvoor-
beeld. Zij wordt op 2 juni 1867 dood aangetroffen: ze heeft zich
opgehangen. Zelfmoord of moord? Het tweede kamermeisje
van Charlotte, Mathilde Doblinger sterft enkele weken later. Ze
is vergiftigd. Alle getuigen van de zwangerschap van Charlotte
worden om het leven gebracht.
28 29
Leopold II zet alles op het spel voor ‘zijn’ Congo
Leopold II is een koppige, halsstarrige man, maar dat wist u wel-
licht al. Volgens hem slijt een idee wanneer je er eeuwig over
blijft praten zonder er iets aan te doen. Leopold heeft beslist om
in het hart van Afrika een koloniaal rijk te stichten en ‘voorgoed
het vaandel van de beschaving te planten in de bodem van Mid-
den-Afrika’.
‘Hij zet zijn hele fortuin in op Congo en riskeert een persoonlijk
bankroet met zijn missie om beschaving en welzijn te brengen
aan de inboorlingen’, schrijft Patrick Roegiers in De spectaculaire
geschiedenis van de Belgische koningen. Om dit, volgens alle poli-
tici, waanzinnige plan met eigen middelen te bekostigen, ver-
plicht de monarch zijn eigen gezinsleden op bescheidener voet
te leven. ‘Hij schrapt een gang uit het avondmaal’, weet Roegiers.
‘Hij gaat zover dat hij de nieuwjaarsgeschenken voor de leden
van zijn kabinet afschaft.’ De besparingen zijn onvoldoende.
Congo blijft in een razend tempo geld opslokken.
Leopold II is bereid alles op het spel te zetten voor zijn Congo,
zelfs om te liegen en te bedriegen. In 1890 stelt de vorst zijn tes-
tament op. Hij beslist om Congo aan België te ‘schenken’ op
voorwaarde dat hij een lening van 25 miljoen frank (5,55 miljard
frank of 137,5 miljoen euro) krijgt. Op 9 juli wordt de inhoud van
het testament aan de Kamer bekendgemaakt.
De volksvertegenwoordigers stemmen in met het verzoek van de
vorst, die het spel hard speelt. Om de bevolking om de tuin te
leiden, wordt het testament geantidateerd. Het draagt de datum
van 2 augustus 1889. ‘De koning wil niet dat er een verband
gelegd wordt tussen zijn wilsbeschikking en de toekenning van
de lening’, schrijft de nochtans royalistische auteur Jo Gérard
in De dames van Laken. Het parlement voorziet de mogelijkheid
om Congo na tien jaar te annexeren indien Leopold de lening
niet kan terugbetalen. Dat is niet nodig. Door de uitvinding van
de rubberband begint Congo eindelijk geld op te brengen. De
koning heeft gegokt en gewonnen.
pold I & II dat de jonge Leopold op de terugweg van Constantino-
pel naar ons land nog even halt houdt in Athene.
Op de Acropolis raapt Leopold een steen van het Parthenon op.
Die steen zal de basis vormen voor de beroemde presse papier die
Leopold aan minister Frère-Orban zal overhandigen. De steen
is dan voorzien van een portretmedaillon van Leopold en het
opschrift ‘Il faut à la Belgique une colonie’. België heeft dus vol-
gens de jonge Leopold een kolonie nodig.
Leopold had net daarvoor nog een andere streek uitgehaald.
Begin juni was hij op bezoek bij de sultan Abdul-Majid I van
Constantinopel (Turkije). De reis neemt volgens Joseph Tordeur
‘een slechte wending’. In de bagage van Leopold worden voor-
werpen aangetroffen die eigendom zijn van zijn gastheer. Kris
Clerckx, auteur van Reizen in het spoor van Leopold II, weet dat
het gaat om waardevolle waterpijpen uit het paleis Dolmabaçe
van de sultan. Die waterpijpen zijn bijzonder kostbaar omdat ze
met diamanten bezet zijn.
De Britse pers springt op de zaak, beschuldigt de prins van dief-
stal en brengt volgens Tordeur ‘de directe opvolger van de Bel-
gische troon veel schade toe’. Ook Rusland kijkt geïnteresseerd
toe. De relaties met Turkije zijn op dat ogenblik niet al te best.
‘Volgens Leopold ging het daarbij om een grote vergissing, maar
niet zo volgens de Britse pers’, vervolgt Clerckx. De zwakke ver-
dediging van Leopold junior is dat hij dacht dat de waterpijpen
een geschenk waren van zijn gastheer.
Vader Leopold I is woest als hij hierover leest. In een brief aan
zijn zoon schrijft de koning dat hij ‘het betreurt dat zijn zoon
de zaak heeft verpest’. Volgens de vorst spreekt iedereen over de
affaire. Leopold I beseft wel dat hij de zaak beter blauw blauw
kan laten in plaats van te reageren: ‘Artikels die dit willen recht-
zetten zijn schadelijker dan nuttig’. Leopold I weet dat eventuele
‘rechtzettingen’ de kwaadwillende nieuwsgierigheid alleen maar
zullen aanwakkeren. Later zal Leopold II zijn diefstallen beter
inkaderen.
30 31
Leopold II schrijft letterlijk: ‘Ik vraag u om aan de leden van het
parlement mijn abdicatie te willen meedelen.’ Volgens Denec-
kere was dit een tactiek om zijn slag vooralsnog thuis te halen.
De chantagepoging mislukt. En de koning bleef zitten waar hij
zat: op de troon.
De geheime financiële transacties van Leopold II
Na de geboorte van prinses Clémentine in 1872, een derde doch-
ter, is Leopold zo ontgoocheld dat hij zich nog meer op het werk
stort. Er wordt wel gedacht aan het wijzigen van de Salische wet
om de oudste dochter van de koning op de troon te brengen,
maar dat project sneuvelt al snel.
De teleurgestelde koning probeert op alle mogelijke manieren
van Congo een succesvol project te maken. Freud zou spreken
van sublimatie. Maar weet zijn echtgenote wel wat hij allemaal
doet?
Marie-Henriette, echtgenote van Leopold II, kan onmogelijk een
volledig beeld hebben gehad van de werkelijke financiële situatie
van haar man. Hiervoor werkt hij teveel achter de schermen.
Leopold II begon al snel met die geheime financiële transacties.
Een illustratie hiervan vinden we reeds in 1864 terug. Vader Leo-
pold I is dan nog aan de macht. Vertrouweling Adrien Goffinet
koopt een huis in de Wetenschapsstraat. ‘Die aankoop gebeurt
met het geld dat Goffinet door de hertog van Brabant (Leopold
II) ter beschikking was gesteld’, schrijft Gustaaf Janssens in
Nieuw licht op Leopold I & II. Goffinet aanvaardde de som van
100.000 frank ‘op voorwaarde dat niemand ooit zou te weten
komen dat deze aankoop op deze wijze was gebeurd’.
Een tweede woning in de Montoyerstraat wordt negen jaar later in
1873 onder dezelfde voorwaarden gekocht. ‘Er was met de koning
(Leopold II) overeengekomen dat niemand, ook niet de Graaf van
Vlaanderen (Filips), zou mogen weten hoe Adrien Goffinet zijn
twee woningen had aangekocht en niemand mocht weten dat het
‘Dat ze een andere koning zoeken’
In 1865 wordt Leopold II de tweede koning der Belgen. Ruim
twee decennia later, in 1886, is hij de wanhoop nabij. De kos-
ten van zijn Congolese project swingen de pan uit. Tijdens een
gesprek met zijn vertrouwensman Adrien Goffinet op 17 maart
1886 denkt Leopold II zelfs aan het opgeven van de troon.
Goffinet schrijft over dit gesprek dat Leopold politicus Auguste
Beernaert onder druk zette door te dreigen met troonsafstand
indien de Belgen niet mogen intekenen op een lening. Leopold
heeft het geld van die lening dringend nodig voor zijn Congo.
Goffinet slaagt erin om het idee van abdicatie uit het koninklijke
hoofd van Leopold II praten. Volgens Goffinet zou dit aftreden
enkel een teken van onmacht (‘incapacité’) van de koning zijn.
Op 2 december 1886 heeft Goffinet opnieuw een vergadering
met Leopold. Weer dreigt de koning met troonsafstand. De
lening is er nog steeds niet en de vorst wil ‘geen miljoenen (van
zijn privévermogen) meer in Congo pompen’.
De koning heeft nog eens aan Beernaert verklaard: ‘Als ik niet
geholpen word (…) trek ik me terug.’ Leopold wil geen koning
meer zijn van het in zijn ogen ‘decadente’ België en zeker geen
‘ruïne’ voorzitten. ‘Ik verlaat de partij’, verklaart Leopold. ‘Het
land is verloren. Dat ze een andere (koning) zoeken.’ De koning
geeft Goffinet mee dat hij zelfs al gedacht heeft aan zijn toekom-
stige verblijf. Het blijft bij dreigen. Blaffende koningen bijten niet.
Zeven jaar later, op 18 april 1893, keurt het parlement het alge-
meen meervoudig stemrecht goed. Volgens historica Gita Denec-
kere is dat ‘onverwacht’. Leopold II had vooraf aangedrongen op
de ‘koppeling van het koninklijk referendum aan de grondwets-
herziening’, schrijft Deneckere. In een dergelijk referendum kan
de vorst de mening van het volk vragen.
Bij de besluitvorming in het parlement wordt met de wensen van
Leopold II evenwel geen rekening gehouden. Leopold II is woest
en wil opnieuw troonsafstand doen. Hij schrijft dan ook zijn ont-
slagbrief aan de voorzitters van Kamer en Senaat.
32 33
Is Leopold II de grootvader van Hergé?
Georges Remi, beter gekend onder zijn artiestennaam Hergé,
wordt geboren op 22 mei 1907. De grootvader van Hergé zou vol-
gens sommigen wel eens Leopold II kunnen zijn.
De grootmoeder van Hergé is in elk geval Marie Dewigne. In
1882 bevalt ze van een tweeling, Léon en Alexis. ‘Vader onbe-
kend, volgens de toen gebruikelijke formulering’, schrijft Hergé-
biograaf Pierre Assouline.
Marie Dewigne werkte als huishoudster op het landgoed van de
familie Errembault de Dudzeele. Leopold II bezocht dit landgoed
op geregelde tijden. Maar is hij de vader van de tweeling van
Dewigne?
Philippe Goddin ontkracht deze mythe in Hergé, Lignes de vie: de
grootvader van Hergé is ene Alex Coismans die zelfs aangifte van
de geboorte van de vader van Hergé, Alexis Remi, gedaan heeft.
Toch komt Hergé uiteindelijk in contact met het paleis. In
1936 verklaart koning Leopold III dat hij met België een onaf-
hankelijke militaire koers wil varen. De jonge Georges Remi
stuurt de koning een lovende brief1
. In de brief drukt de jonge
Hergé zijn bewondering uit voor de koning en schaart zich voluit
achter de nieuwe zelfstandigheidspolitiek van België.
Het is het begin van een lange vriendschap tussen beide man-
nen. Hergé zal zijn albums persoonlijk opdragen aan de konink-
lijke prinsen Boudewijn en Albert. In de jaren vijftig bezoekt
Hergé Leopold III in Zwitserland. Ze vissen samen aan het meer
van Genève.
Een pact met de duivel
In het begin van de twintigste eeuw staat Leopold II onder
steeds grotere druk om ‘zijn’ Congo los te laten. De kritiek op
zijn onmenselijke koloniale beleid begint stilaan oorverdovend
te worden. De vorst weet dat hij niet op België moet rekenen om
1	 	Bron: Libération
fortuin van de koning en een deel van de ex-keizerin Charlotte
bij de Goffinets werd bewaard’, besluit Janssens.
De zogenaamde koningin van de liefdadigheid
Het beeld dat het publiek over een koning of koningin heeft, is
erg belangrijk. Iedere insider weet dat dit beeld goed ‘geboet-
seerd’ wordt en vaak weinig of zelfs niets te maken heeft met
de werkelijkheid. Ook bij gekroonde hoofden is perceptie alles.
Terwijl Leopold II zich onledig houdt met Congo, zorgt zijn echt-
genote Marie-Henriette voor de zwaksten in de samenleving. Zo
wilde men althans doen geloven. ‘Ze staat bekend als een konin-
gin die liefdadigheid bedrijft’, schrijven Misjoe Verleyen en haar
collega’s in Vrouwen naast de troon. Al moet dat beeld volgens de
auteurs toch enigszins bijgesteld worden. Zo is ze de ‘bescherm-
vrouwe’ van een aantal kantscholen (zie eerder bij Louise-Marie).
Alleen zijn die kantscholen ‘gruwelijke ateliers waar weeskinde-
ren gratis tien uur per dag werken’. Een geschoold kantwerkster
kan, als ze goed doorwerkt, twintig cent per dag verdienen. ‘De
prijs van het goedkoopste brood’, schampert Verleyen.
En dan is er nog dat ‘fantastische’ verhaal dat Marie-Henriette
eigenhandig cholerapatiënten verzorgd zou hebben. ‘De grote
cholera-epidemie dateert van februari 1869, een maand na de
dood van de kroonprins (Leopold). De koning en de koningin zijn
op dat ogenblik niet in Brussel’, noteren Verleyen en co schalks.
Ook het verhaal dat de koningin gewonde Franse soldaten zou
hebben verzorgd is een mythe. In 1870 is er een oorlog tussen
Pruisen (Duitsland) en Frankrijk. Die mythe van ‘koningin-ver-
pleegster’ komen we later bij koningin Elisabeth nog eens tegen.
Dat is geen toeval: het koningshuis moet het hebben van derge-
lijke zorgvuldig opgebouwde mythes.
34 35
Op 2 augustus komt een Duits ultimatum. Berlijn vraagt de vrije
doortocht voor zijn legers op weg naar Frankrijk. ‘Het wordt een
verscheurende keuze voor de regeerders (van ons land)’, weten
Vandeweyer en Van den Wijngaert. Na een langdurige beraad-
slaging in de regering en in de Kroonraad zegt België onder het
koningschap van Albert I ‘neen’ aan Duitsland.
Op 4 augustus begint de Duitse aanval. Het eerste doel van de
Duitsers is de uitschakeling van Luik. De Belgische legerleiding
laat zich zand in de ogen strooien. ‘De commandovoering, de
inlichtingenvergaring en de bevoorrading van de Belgische troe-
pen zijn ondermaats’, noteren de auteurs scherp.
Koning Albert is dan al ruim vier jaar koning. Onder Leopold II
was wellicht een andere beslissing genomen.
Huwelijkscontract met minnares ‘in articulo mortis’
Koningin Marie-Henriette overlijdt verbitterd en eenzaam op
19 september 1902. Haar echtgenoot Leopold II zal haar ruim
zeven jaar overleven.
In de winter van zijn leven verwekt hij nog twee zonen bij zijn
minnares Blanche Delacroix. Op 9 februari 1906 wordt Lucien
geboren. Bij de burgerlijke stand wordt hij ingeschreven als ‘zoon
van Delacroix Blanche, zonder beroep, drieëntwintig jaar oud en
van een onbekende vader’. Elf maanden later is Blanche opnieuw
zwanger van een jongen, Philippe.
Leopold vertoeft steeds vaker in het buitenland met Blanche.
‘Zijn ministers moeten hem nareizen naar de Côte d’Azur’, ver-
telt Jan Van den Berghe. Maar ook de machtige Leopold heeft het
eeuwige leven niet. In het najaar van 1909 voelt de koning het
einde naderen.
Volgens nagenoeg alle historische bronnen is Leopold II medio
december 1909 op zijn sterfbed getrouwd met zijn minnares
Blanche Delacroix. Nochtans is dat niet helemaal correct. Leo-
pold II was op dat moment op sterven na dood en hij heeft zeker
hem ter hulp te komen.
Enkele jaren na de eeuwwisseling – exacter kunnen we niet zijn
– begint Leopold II geheime onderhandelingen met Duitsland.
Hij vraagt de Duitsers om Congo te beschermen. Duitsland heeft
zelf Afrikaanse kolonies in de buurt van Congo, zo gek is dat
plan dus niet. In ruil biedt Leopold een vrije doortocht over het
Belgisch grondgebied aan indien Duitsland zijn erfvijand Frank-
rijk zou willen aanvallen.
De informatie over dit plan wordt in januari 1911 bekend gemaakt
in The Pall Mall Gazette. Het zogeheten Startling Report wordt
ook overgenomen door de krant Indépendance Belge.
Het plan van Leopold II wordt anoniem door hoge diplomaten
bevestigd. Het gaat volgens hen om een compleet uitgewerkt
plan. De doortocht van het Duitse leger is de zeer hoge prijs die
de oude koning wilde betalen om zijn levenswerk te beschermen.
Hij had er letterlijk alles voor over, zelfs een pact met de duivel.
Leopold II slaagt niet in zijn opzet. In 1908 moet hij Congo tegen
zijn wil loslaten. De staat België neemt het Afrikaanse gebied
over. Het wordt nu ‘Belgisch Congo’.
Zoals we later zullen aantonen, zal de prijs hoog zijn voor de Bel-
gische belastingbetaler. Waarom het plan met de Duitsers mis-
lukt, weten we niet.
Tijdens de laatste dagen van juli 1914 groeit in ons land het besef
dat een grote oorlog in Europa niet meer te vermijden is. Op
31 juli wordt het leger ‘op versterkte vredesvoet’ gebracht om een
verdediging in alle richtingen mogelijk te maken. ‘België heeft
immers geen vijanden en moet slechts de onschendbaarheid van
zijn grenzen verzekeren, desnoods met wapengeweld’, schrijven
historici Luc Vandeweyer en Mark Van den Wijngaert in België,
een land in crisis: 1913-1950.
Het plan van Duitsland ligt in 1914 al jaren vast: om de komende
oorlog te winnen moet het keizerlijke leger de Fransen zo snel
mogelijk verslaan. De Belgische neutraliteit is van ondergeschikt
belang. ‘Het zal van de Belgen afhangen of er daarbij gevochten
wordt of niet’, leggen de auteurs uit.
36 37
veel plezier binnen en na een tijdje verdwijnt ze via een van de
geblindeerde deuren van de koninklijke suite’, weet Kris Clerckx.
‘La Petite was lang niet slecht. Ik heb haar goed bekeken en haar
zelfs een beetje gestreeld’, vertelt Leopold aan Bataille.
Snel maakt de butler voor Leopold een nieuwe afspraak. De oude
koning voert het meisje dronken. ‘Hij (Leopold) sleepte het licht
beschonken meisje naar een dreef en ging met haar op een bank
zitten. De koning was echter te hevig en hij duwde het meisje op
een onconventionele manier naar beneden. Als ik niet tussen-
beide was gekomen, o God vergeef me deze opmerking, dan had
hij op die marmeren bank een offer aan Eros gebracht.’ Butler
Henri had de vorst dus moeten tegenhouden, zoniet had hij La
Petite in het openbaar besprongen.
De opgewonden Leopold spreekt diezelfde dag op een andere
plaats af met La Petite om eindelijk dat offer aan Eros te kunnen
brengen. Ze doen het in een kleine koets met gordijnen, weet de
butler. ‘Zijn honger naar vrouwen is altijd zeer groot geweest,
maar in zijn laatste levensjaren werd die wel heel groot’, schrijft
Bataille in zijn memoires. ‘Beetje bij beetje transformeerde die
drang zelfs tot een ware erotomanie, die voor een man van zijn
leeftijd telkens weer tot zeer gevaarlijke inspanningen kon lei-
den.’
Liefhebber van jonge meisjes
De seksuele honger van Leopold II was zo groot dat hij zich niet
beperkte tot volwassen vrouwen. Historica Anne Morelli vertelt
in Knack dat ‘in de huidige maatschappij iemand als Leopold II
een pedofiel genoemd zou worden’.
Morelli verwijst naar de openbaringen van een Engelse onder-
zoeksjournalist, William Stead, in de Pall Mall Gazette. Leopold
II heeft volgens de historica ook kinderen verwekt bij een meisje
van vijftien. ‘Maar dat (alles) mag nog altijd niet gezegd worden’,
besluit ze enigszins ontmoedigd.
geen huwelijkscontract ondertekend. Waarover gaat het dan wel?
Het ‘huwelijkscontract’ van Leopold en Blanche is een verbinte-
nis ‘in articulo mortis’ of op het moment van het sterven.
Dé vraag is uiteraard wat de juridische waarde is van een derge-
lijk huwelijk. Juristen zijn verdeeld. Volgens sommigen is dit een
huwelijk als een ander. Anderen hebben meer twijfels.
Eén persoon heeft altijd volgehouden dat Leopold II nooit her-
trouwd is op zijn sterfbed: Prins Karel, graaf van Vlaanderen.
Dat punt lag nogal gevoelig bij de prins, die van zijn broer Leo-
pold (III) zelf niet mocht trouwen met zijn geliefde Jacqueline
Wehrli.
De erotomanie van de oude vorst
Leopold II verblijft in het begin van de twintigste eeuw niet alleen
bij zijn minnares Blanche Delacroix aan de Franse Azurenkust.
Zeker als ze zwanger is heeft de koning nood aan andere vrou-
wen.
In de laatste jaren van zijn leven, vanaf 1900, verblijft Leopold
II ook regelmatig in Wiesbaden, een plaats die ‘zich wist te pro-
fileren als “Weltkurort” en vaak het Nice van het Noorden werd
genoemd’, verduidelijkt reisjournalist Kris Clerckx. Het favo-
riete adres van de vorst in Wiesbaden is Hotel Nassauerhof. Ook
vandaag is het hotel een bestemming van de groten der aarde:
Angela Merkel, Vladimir Poetin, zelfs de ‘asceet’ de Dalai Lama,
komen er geregeld over de vloer.
Leopold II mag dan oud zijn, hij beschikt nog altijd over een
gezond libido. Tijdens een van zijn ‘kuren’ merkt de vorst een
bijzonder mooi meisje op. Leopold vraagt aan zijn butler Henri
Bataille om het meisje, La Petite, te volgen en een afspraak te
regelen. ‘Laat haar morgenvroeg om acht uur komen met een
kruikje water’, vraagt Leopold aan Bataille.
Het meisje gaat in op de uitnodiging van de koning. De volgende
ochtend staat ze aan zijn hotelkamer. ‘De koning laat haar met
38 39
tegen zijn plannen zette hij door en maakte van Congo een
bloeiende – volgens anderen bloedende – onderneming. Het is
beroemde spitsvondigheid, dat aan de oorsprong van elk groot
fortuin wel een of ander misdrijf ligt.
Het Nederlandse dagblad Trouw portretteert Leopold II als een
‘schurk’ in Congo. ‘Als bewijs dat zij (de blanken) geen muni-
tie verspilden, moesten ze voor elke kogel een afgehakte rechter-
hand inleveren’.
Volgens de Amerikaan Adam Hochschild, auteur van King Leo-
pold’s Ghost, is Leopold II verantwoordelijk voor minstens tien
miljoen doden in Afrika. Onderzoek wijst uit dat dit aantal
onmogelijk kan kloppen. De schatting vandaag is een dodental
dat tussen 500.000 en 2 tot 3 miljoen ligt. Vraag is natuurlijk of
dat de zaak minder erg maakt.
Het zou wel onzinnig zijn om op een bewuste en systematische
manier Congolezen om te brengen of te verminken. Een dode
kan immers niet meer werken en geen geld meer opbrengen.
Ook waren er in die periode nauwelijks enkele honderden blan-
ken in de kolonie aanwezig. Een genocide uitvoeren was prak-
tisch gezien onmogelijk. Daniel Vangroenweghe plaatst in Rood
rubber op zijn minst enkele kanttekeningen bij het gitzwarte por-
tret dat Adam Hochschild van Leopold II schetst.
Bij de honderdste verjaardag van het overlijden van de vorst in
2009 vindt historicus Marc Reynebeau dat een eerlijk debat nog
altijd onmogelijk blijft. ‘De discussie over Leopold II zit nog steeds
gevangen in de polemiek’, beweert Reynebeau. Bovendien wordt
het debat misbruikt door Franstalige politici die de verdediging
van Leopold II aanwenden als verdediging van het unitaire Bel-
gië. In 2010 neemt de Franstalige liberale politicus Louis Michel
in P-Magazine nog eens de verdediging op zich van de vorst.
Ook de Congolese historici zelf zijn nog niet helemaal in het
reine met de vorst. Georges Nzongola noemt Leopold in The
Congo bijvoorbeeld een ‘moderne farao’.
Er is een andere manier om het ‘Congo-avontuur’ te bekijken,
meer bepaald vanuit het standpunt van de vorst zelf. In de begin-
Historicus Marc Reynebeau omschrijft Leopold II in een stuk De
koning was geen mensenvriend dan weer als een ‘liefhebber van
jonge meisjes’. En de Nederlandse historicus Henk Wesseling
schrijft in zijn boek Verdeel en heers dat zijn ‘ontelbare bezoeken
aan bordelen, waarbij zijn voorliefde voor minderjarigen enig
schandaal verwekte’ in die tijd ‘overbekend’ waren. Leopold II
zou achthonderd pond per maand aan zijn pleziertjes uitgeven.
Er werden volgens de Britse kranten zelfs meisjes afgeleverd op
het koninklijke jacht Alberta.
Net als Anne Morelli verwijst Wesseling ook naar de onthul-
lingen uit 1885 in de Londense krant. Iets later publiceert con-
current The Sentinel ook namen, waaronder die van Leopold II.
In een opbod tussen beide kranten – ook toen al! – drukt de
Pall Mall Gazette dan weer een verklaring af van een ex-politie-
man. ‘Een zeker schepsel (Mrs. Jeffries) drijft niet minder dan
acht beruchte huizen van plezier van waaruit zij geregeld kleine
Engelse meisjes exporteert naar het buitenland, voor schuins-
marcheerders, onder wie niet minder dan de koning der Belgen’,
schrijft Jan Van den Berghe. De meisjes zijn nauwelijks tien jaar
oud. Sommigen zijn nog jonger.
Het verhaal doet onwillekeurig denken aan de onthullingen over
Fortunata ‘Tuna’ Israël in het dossier van Eurosystem Hospita-
lier, midden jaren zeventig van de vorige eeuw (zie verder). In
tegenstelling tot dit laatste dossier zwijgen de Belgische kranten
de zaak over de kinderprostitutie echter dood.
Volgens de huidige normen moeten we Leopold II als pedofiel
bestempelen. Alleen waren de normen in 1885 iets anders. Kin-
derprostitutie was toen in Londen wijdverbreid. Zeker is dat hij
contacten onderhield met (erg) jonge meisjes.
‘Dat Congo van jou zal ons allemaal ruïneren’
Het is bon ton om Leopold II af te schilderen als een monster.
Toch had de man een duidelijke visie. Ondanks de weerstand
40 41
Het contract wordt zelfs binnengehaald. Leopold II begint vanaf
dan al te dromen van een eigen stukje China. ‘Vooral de streek
van Hankou, het eindpunt van de Grand Central, wekt zijn inte-
resse en dit vanwege de strategische ligging en de goed rende-
rende industrie’, zegt Clerckx.
En dan, op 11 december 1898, wordt Victor Delbrouck, een
Vlaamse minderbroeder, op gruwelijke wijze in China ver-
moord. Volgens sommigen zitten Leopold II en zijn ambassa-
deur in China baron de Vinck achter deze moord. ‘In rapporten
van 3 juli en 4 september 1898 speculeerde De Vinck zelfs over
de houding die de Belgische regering zou aannemen wanneer
een van haar missionarissen in China zou worden vermoord’,
schrijft Carine Dujardin in Missionering en moderniteit.
Is het plan De Vinck door Leopold II geïnspireerd? Volgens de
ambassadeur was het een kwestie van tijd vooraleer een missi-
onaris vermoord zou worden. ‘Vroeg of laat zou het volgens De
Vinck toch gebeuren’, noteert Dujardin.
De Belgische ambassadeur in China verwees naar het voorbeeld
van Duitsland, dat een gelijkaardige moord op een van zijn gees-
telijken aangreep als chantagemiddel om concessies in Han-
kou af te dwingen. ‘De Duitsers hadden eerder al op die manier
gebied in handen gekregen. Waarom zou dit de Belgen dan ook
niet lukken’, vraagt Clerckx zich af.
Carine Dujardin sluit niet uit dat het scenario van De Vinck
bedacht is door Leopold II. ‘In de doelstelling die achter het sce-
nario schuilging, namelijk het verwerven van een concessie in
Hankou, moet de invloed van het hof worden onderkend.’ Kris
Clerckx besluit dat ‘onderzoek uitgevoerd door Carine Dujardin
niet bepaald in het voordeel van de koning spreekt.’
Delbrouck wordt een martelaar. Zijn familie eist een schade-
vergoeding van China. De onderhandelingen slepen jaren aan.
China wijst zijn verantwoordelijkheid af en ontkent iets met de
zaak te maken te hebben. Uiteindelijk wordt toch een vergoeding
uitbetaald. Het plan om via de (uitgelokte) moord op de minder-
broeder een concessie in de wacht te slepen, mislukt. Leopold II
jaren van Congo is de hele operatie zwaar deficitair. De kosten
zijn veel hoger dan de opbrengsten. Leopold II zoekt dan ook
overal geld om zijn grootse onderneming te financieren. Hij
ondervindt daarbij echter op alle fronten weerstand: bankiers
willen hem nauwelijks steunen en zowat alle politici zijn tegen
het avontuur gekant. Zelfs ‘zijn’ Generale Maatschappij wil in
eerste instantie niet meedoen.
In 1889 vraagt Leopold aan zijn vertrouwensman Goffinet
‘nieuwe wegen te bewandelen’ om aan extra geld te komen. Leo-
pold vraagt hem of het een oplossing is om een visrecht op de
vijvers van Laken in te stellen. Leopold II vraagt ook expliciet om
te bezuinigen op het gasverbruik en de wasserij van het paleis.
Leopold II ondervindt niet alleen tegenstand van financiers en
politici. Ook zijn eigen vrouw Marie-Henriette is ronduit tegen
het Congo-verhaal. Ze verwijt haar man dat hij met zijn ondoor-
dachte plannen het familiefortuin zal vergokken: ‘Tu finiras par
nous ruiner avec ton Congo.’ Of ‘Dat Congo van jou zal ons alle-
maal ruïneren’. In een brief aan haar dochter prinses Stefanie
schrijft ze dat ze onoverkomelijke moeilijkheden ontdekt heeft.
‘Dat mooie idee van Congo is een financiële afgrond.’
Leopold II blijft ondanks alle tegenstand geloven in Congo.
Het tij zal drastisch keren door de toevallige uitvinding van de
rubberband. De vraag naar rubber stijgt exponentieel. Rond
1900 draait Congo eindelijk op volle toeren. De moeilijke finan-
ciële jaren voor koning Leopold II zijn dan achter de rug.
Leopold II en de moord op minderbroeder Victor Delbrouck
Op het einde van de negentiende eeuw zoekt België meer en meer
toenadering tot China. ‘In 1898 dingt het kleine België zelfs mee
naar het contract voor de aanleg van de zogenaamde Grand Cen-
tral, de spoorlijn tussen Hankou in de provincie Hubei en de
Chinese hoofdstad Peking’, vertelt Kris Clerckx in Reizen in het
spoor van Leopold II.
42 43
‘Wanneer dit plan eind 1893 wordt geschetst, bevindt de Onaf-
hankelijke Kongostaat zich in zware financiële moeilijkheden’,
benadrukt Stengers. Dat speelt voor Leopold echter geen rol. Hij
is ervan overtuigd dat deze onderneming winst zal opleveren,
met name door de verkoop van Khartoem aan Egypte.
De brief aan Wahis bevat de ontstaansgeschedenis van wat daad-
werkelijk uitgroeit tot een poging om naar Khartoem op te ruk-
ken, de grote expeditie van Dhanis. De tocht loopt uit op een
ramp.
20 miljoen frank of 125 miljoen euro voor het groothertogdom
Luxemburg
De grote droom van Leopold II is gebiedsuitbreiding, niet alleen
in Afrika. ‘Deze ambitie nam in de loop der jaren verschillende
vormen aan: het einddoel bleef onveranderd’, benadrukt histori-
cus Jean Stengers.
De eerste fase in de ‘grootheidsdromen’ van de jonge Leopold is
gebiedsuitbreiding via oorlog. In 1854 beraamt Leopold een der-
gelijke oorlog met Nederland. Hij is dan achttien jaar. ‘Het was
de bedoeling Nederlands Limburg terug te krijgen’, weet Sten-
gers. Na contacten met prins Napoleon en de prins van Chimay
wordt het plan opgeborgen.
Een andere optie is om hele landen op te kopen. Luxemburg werd
in 1839 via het Verdrag van Londen opgesplitst. België kreeg toen
het Westelijke deel van Luxemburg. In 1906 zal Leopold II pro-
beren om het andere deel, Luxemburg zelf, te kopen. Hij stuurt
zijn secretaris Edmond Carton de Wiart verscheidene keren naar
het groothertogdom om er in het grootste geheim te onderhande-
len met groothertog Guillaume IV. Leopold wil zijn laatste grote
slag slaan. Hij gaat ervan uit dat diens einde nakend is.
De gezondheid van de groothertog is dan niet al te best. Boven-
dien heeft Guillaume geen zoon. De opvolging komt dus in het
gedrang. De gewiekste Leopold II ruikt zijn kans. Volgens onder-
heeft dan al zijn aandacht verlegd naar het nabijgelegen Mongo-
lië.
Leopold II wil een rijk van de Atlantische Oceaan tot Egypte
Vanaf de zomer van 1875 wordt Afrika het grote verhaal voor Leo-
pold II. ‘Het Congo, waarvan de grenzen in 1885 waren vastge-
legd, was voor Leopold II niet genoeg’, weet historicus Jean Sten-
gers. De koning zag het groter.
Eind maart 1890 wil Leopold Stanley belasten met een nieuwe
opdracht: de uitbreiding van de grenzen van de Congolese staat.
Stanley moet doorstoten naar het Albertmeer, het Victoriameer
en het Nyassameer.
In april van dat jaar heeft Leopold een gesprek met Stanley.
Uit een brief in het archief Goffinet blijkt dat de vorst Khar-
toem (Soedan) wil veroveren. Congo grenst in het noorden aan
Soedan. Leopold wil doorstoten naar de Rode Zee. Als Stanley
slaagt, krijgt hij 2,5 miljoen goudfrank, ruim driekwart van het
jaarlijkse bedrag van de Civiele Lijst. Leopold heeft er veel voor
over om zijn nieuwe droom waar te maken. Stanley weigert. Hij
keert niet meer naar Afrika terug, voor geen geld.
‘De koning is niet geneigd om af te haken’, vervolgt Stengers.
Eind 1893 deelt hij aan de gouverneur-generaal van Congo,
Théophile Wahis, een herziene versie van zijn veroveringsplan
mee. Hij wil de plaatselijke bevolking aan zijn kant krijgen.
In de zeer vertrouwelijke brief van 30 november 1893 aan Wahis
licht Leopold een nieuw element toe2
. Zodra Khartoem veroverd
is, zal het worden verkocht aan Egypte. De vorst is enkel geïnte-
resseerd in Sennar, ten zuiden van Khartoem. Leopold droomt
van een rijk dat zich uitstrekt van de Atlantische Oceaan tot aan
de Rode zee en de Middelandse zee. Congo was zeker geen eind-
punt voor hem.
2	 	Op de brief staat ‘Très confidentielle’. Bovendien vraagt Leopold aan Wahis om de
brief na lezing te verbranden, wat niet gebeurd is.
44 45
Er wordt ook een instelling opgericht om de goederen te beheren.
Vandaag kennen we die instelling als de Koninklijke Schenking.
Het is een autonome openbare instelling die de talrijke gronden,
kastelen en andere gebouwen beheert die koning Leopold II van
België in 1900 aan de Belgische staat schonk.
Het beheer van de gebouwen kost handenvol geld. Maar er
zijn ook oneigenlijke uitgaven. Zo betaalde prinses Astrid haar
nieuwe, grote verwarmde zwembad niet met haar dotatie van
zowat 300.000 euro per jaar. De factuur werd rechtstreeks naar
de Koninklijke Schenking gestuurd. ‘Ook de villa Clémentine
van Laurent, nochtans geen erfstuk van Leopold II, is door de
Koninklijke Schenking betaald en wordt gratis onderhouden. En
zo kunnen we nog even doorgaan,’ beweert professor Herman
Matthijs, die al jaren het koningshuis en zijn financiën bestu-
deert. ‘Alle leden van het vorstenhuis wonen namelijk gratis.’
Uit het jaarrapport 2011 van de Koninklijke Schenking, dat in
het najaar van 2012 is gepubliceerd, blijkt dat de gewone begro-
ting van 2011 werd afgesloten met 5.434.000 euro aan inkom-
sten en 5.374.000 euro aan uitgaven. Een positief eindsaldo van
60.000 euro dus. Maar de jaren voordien werd de gewone begro-
ting telkens met zware verliezen afgesloten (-1.709.000 euro in
2008, -794.000 euro in 2010). Vooral het onderhoud en de res-
tauratie van de gebouwen kosten hopen geld.
Om de rekeningen in 2011 te doen kloppen en uit de rode cijfers
te kunnen blijven, moet er voortdurend onroerend goed worden
verkocht, zoals het domein van Postel in Mol. Dat groengebied
is, met toestemming van de regering, voor 1,9 miljoen euro ver-
kocht aan de Vlaamse Landmaatschappij.
Nochtans was een van de voorwaarden van Leopold II als stich-
ter van de Koninklijke Schenking dat de gronden en gebouwen
nooit verkocht mochten worden. Volgens professor Matthijs
hebben de beheerders geen andere keuze om uit de kosten te
komen. ‘Alleen, als ze in dit tempo doorgaan met het verkopen
van onroerend goed, blijft er op termijn niets over’, concludeert
hij. Volgens het Rekenhof is de boekhouding van de Koninklijke
zoeker Jean-Michel Bruffaerts was Guillaume zelfs van plan om
Luxemburg te verkopen aan Leopold. Congo had enkele jaren
veel geld opgeleverd. De vorst beschikte dus over de nodige mid-
delen.
Hoeveel wil Leopold betalen? De Belgische koning geeft zijn ver-
trouwensman Carton een mandaat om te onderhandelen. Car-
ton mag maximaal 20 miljoen frank bieden. Omgerekend naar
vandaag is dat ruim 5 miljard frank of 125 miljoen euro. Leopold
verduidelijkt niet hoe hij aan die enorme som komt. Moeilijk is
het niet om de oorsprong ervan te achterhalen.
Groothertog Guillaume herstelt evenwel, tegen alle verwachtin-
gen in. Dat snode plan van de koning der Belgen gaat dus niet
door. In 1907 hakt de genezen Guillaume zelf de knoop door:
dochter Marie-Adélaïde volgt hem op. Ze wordt in 1912 groother-
togin van Luxemburg. Leopold II is dan al overleden, in 1909.
Leopold II roept de Koninklijke Schenking in het leven om zijn
eigen dochters te onterven
Naar aanleiding van zijn vijfenzestigste verjaardag besluit koning
Leopold II, bij brief van 9 april 1900 gericht aan de regering, de
onroerende goederen die hij de voorbije jaren had verworven en
die bijdroegen tot het ‘natuurschoon’, aan het land te schenken.
De echte reden is dat de koning niet wil dat de gebouwen in han-
den komen van zijn dochters en hun echtgenoten, omdat zijn
vermogen dat bij de stieffamilie belandt.
Leopold II bedingt dat deze gronden en gebouwen nooit ver-
kocht mogen worden. Sommige moeten zelfs hun oorspronke-
lijke functie en uitzicht bewaren. Een deel moet permanent ter
beschikking blijven van de troonopvolgers.
Met een brief van 15 november 1900 worden aan de inventaris
van 9 april nog enkele goederen toegevoegd. De Belgische staat
aanvaardt de schenking bij wet van 31 december 1903, gepubli-
ceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 januari 1904.
46 47
of 45 miljard huidige frank. Van een geschenk aan de natie is
geen sprake. Het is wellicht een van de grootste mythes die van-
daag nog steeds circuleert over de overdracht van Congo. Zelfs
in geschiedenisboeken wordt gesproken over een ‘geschenk’ van
de koning aan zijn landgenoten.
Volgens Mark van den Wijngaert slaagde de koning erin zijn pri-
vébezit aan een zeer hoge prijs aan de Belgische belastingbeta-
lers te verkopen. ‘Zaken zijn zaken (voor de vorst)’, noteert de
historicus terecht.
Leopold II verkoopt wetens en willens een valse van Dyck aan het
Belgisch Museum voor Schilderkunst en Beeldhouwwerk
In de lente van 1909 voelt Leopold II het einde naderen. Hij
heeft, zo vindt hij zelf, enkele maanden eerder een grote neder-
laag geleden. De Belgische staat heeft Congo geannexeerd. Leo-
pold is zijn belangrijkste bron van inkomsten kwijt. ‘Voor Leo-
pold was deze gedwongen opgave van Congo een drama’, weet
historica Geneviève Tellier. Hij heeft alles in het werk gesteld om
de overdracht zo lang mogelijk tegen te houden.
Op 15 april 1909 schrijft Leopold een brief aan zijn vertrouwe-
ling Auguste Goffinet. De vorst wil al zijn kunstvoorwerpen
verkopen: juwelen, meubelen, schilderijen, porselein, tapijten.
‘De kunstvoorwerpen zullen binnenkort vrije toegang hebben
tot Amerika. Dat is zeer voordelig voor ons. Ik vraag u om de
verkoop te organiseren en een koper te vinden die alles en bloc
opkoopt.’
Enkele dagen later, op 18 april, benadrukt Leopold nog eens
dat het belangrijk is een ‘grote koper te vinden voor het geheel
van mijn kunstvoorwerpen’. Volgens Tellier is het niet duide-
lijk waarom Leopold al zijn kunstvoorwerpen wil verkopen. Ze
hecht weinig waarde aan de hypothese dat Leopold zijn doch-
ters wil onterven. Ook de verklaring dat Leopold liquiditeiten
nodig heeft, acht ze weinig waarschijnlijk. ‘Het is moeilijk om
Schenking ook niet altijd even transparant. Dat is een under-
statement aangezien de boekhouding door ons niet ingekeken
kan worden.
België betaalt Leopold II omgerekend meer dan een miljard euro
voor Congo
In nagenoeg alle geschiedkundige werken wordt geschreven dat
Congo een geschenk is van de koning aan het Belgische volk.
Niets is minder waar. De koning heeft lang en hard onderhan-
deld met de regering over de overdracht en de prijs die voor het
Afrikaanse land betaald diende te worden.
Nochtans stond Leopold II bij die onderhandelingen met de rug
tegen de muur. Vanaf het begin van de twintigste eeuw verschij-
nen steeds meer buitenlandse artikels over de wantoestanden in
Congo. Leopold II komt onder steeds grotere druk te staan. In
eerste instantie kan hij de aanvallen in de Britse pers afslaan.
Vanaf 1907 onderhandelt hij met de Belgische regering over een
mogelijke overdracht van Congo.
De oude vorst probeert het onderste uit de kan te halen. In maart
1908 dient regeringsleider Franz Schollaert een wetsontwerp in.
Het onderwerp van het ontwerp is de overdracht van Congo aan
België. In ruil voor het gebied in Afrika neemt de Belgische rege-
ring de nog uitstaande schuld van Leopold II aan de overheid
over. Het saldo op dat ogenblik bedraagt 110 miljoen frank (nu:
24,2 miljard frank of 600 miljoen euro). Een frank van toen is
er nu 220 waard.
De overheid engageert zich ook om de bouwprojecten van de
vorst te beëindigen. Kostprijs hiervan: 45,5 miljoen frank (nu:
10 miljard frank of bijna 250 miljoen euro). Klap op de vuurpijl is
een beloning voor de vorst van 50 miljoen frank (11 miljard frank
of 272 miljoen euro) ‘ten teken van erkentelijkheid voor de grote
offers die hij zich getroost heeft voor Congo’. Het onderhandelde
contract heeft dus een globale waarde van ruim 1,1 miljard euro
48 49
daag nog steeds in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
in Brussel.
Valère Mabille, de dubbelganger van Leopold II
Op 19 maart 1909 overlijdt Valère Mabille. Het Utrechts Nieuws-
blad schrijft dat ‘te Mariemont, bij Charleroi, is gestorven Valère
Mabille, een bekende ijzersmelter. Mabille was algemeen bekend
bij het grote publiek omdat hij sprekend op koning Leopold II
leek.’ Nauwelijks enkele maanden later, op 17 december van dat
jaar, overlijdt de echte vorst.
Dubbelganger Mabille werd geboren in 1840. Hij is vijf jaar jon-
ger dan de vorst. Mabille koestert de frappante gelijkenis met
Leopold II. Als Marie-Henriette, echtgenote van Leopold II, zich
op het eind van de negentiende eeuw terugtrekt in Spa, stuurt de
koning zijn dubbelganger Mabille regelmatig naar daar. ‘Valère
Mabille, de dubbelganger van Leopold II, krijgt de taak iedereen
om de tuin te leiden: hij paradeert rond in Spa, waar de monarch
zich nooit vertoont’, schrijft Patrick Roegiers.
Toch laten de inwoners van Spa zich elk jaar opnieuw beetnemen.
Als Mabille in het casino verschijnt, wordt gefluisterd dat de koning
incognito op bezoek is. Er wordt verteld dat hij zijn vrouw bezoekt.
Leopold II bedroog het volk en had er het grootste plezier in.
Leopold II wordt op het einde van zijn leven de meest bespotte
koning. In cartoons wordt de vorst zwaar op de korrel genomen.
De tekenaars kunnen kiezen uit diverse onderwerpen: Congo,
de verstoorde relatie tussen Leopold en zijn drie dochters, zijn
talrijke minnaressen of de geldzucht van de vorst. De opmer-
king van de koning is steeds laconiek: ‘Zeer grappig, maar Valère
Mabille zal niet tevreden zijn.’
Als begin twintigste eeuw een spotprent van Leopold II met een
niet nader genoemde Parijse danseres verschijnt, vertelt Leopold:
‘Het moet zeer aangenaam zijn voor Valère Mabille zich in der-
gelijk gezelschap voorgesteld te zien.’ 		
de werkelijke motieven te achterhalen’, schrijft ze in Léopold II et
le marché de l’art américain. Volgens Tellier werd Leopold moge-
lijk gechanteerd. Door wie en waarom? Dat is voorlopig een mys-
terie.
Tussen de schilderijen van de koning zit een werk van Antoon
van Dyck, Portret van Duquesnoy. Het werk bevond zich in het
paleis van Laken toen daar begin januari 1890 brand uitbrak.
Het schilderij liep rookschade op en werd later hersteld. Leopold
II verkoopt het schilderij via kunsthandelaar Kleinberger op de
Amerikaanse markt. Daar is men verheugd over de lichte schade
want daardoor ziet het schilderij er ‘oud’ uit.
In België is er kritiek op de verkoop van de kunstwerken. In het
parlement ondervragen socialisten Vandervelde en Destrée in de
lente van 1909 de regering. Het antwoord is dat alles in het werk
gesteld zal worden om zoveel mogelijk kunstwerken in België te
houden.
Leopold II krijgt via Goffinet de vraag of hij het werk van Antoon
van Dyck niet wil verkopen aan het Belgische museum voor
schilderkunst. Dat is moeilijk. De vorst heeft het begin mei al
verkocht aan Kleinberger. Maar Leopold heeft nog een kopie van
het werk. Op 25 mei verkoopt Leopold een vals schilderij aan het
Belgisch Museum voor Schilderkunst en Beeldhouwwerk3
. Hij
vertelt er niet bij dat het om een kopie gaat. Daar is men ervan
overtuigd dat men een echte Van Dyck op de kop heeft getikt.
Volgens kunsthistorica Tellier wilde Leopold II op die manier
wraak nemen op het Belgische volk. In de media werd de oude
vorst op het einde van zijn leven gelyncht. Hij verwachtte een
klein beetje dankbaarheid voor de overdracht van Congo aan het
Belgische volk. In plaats daarvan kreeg hij spot en haat.
Leopold II beslist om zijn laatste slag te slaan. ‘Voilà, moet hij
gedacht hebben, dat is voor de publieke opinie die niet begrepen
heeft wie ik ben en wat ik gerealiseerd heb’, schrijft Tellier. ‘Voilà,
dat is voor dit ondankbare volk.’ Op 17 december 1909 blaast
Leopold II zijn laatste adem uit. Het valse schilderij hangt van-
3	 	Vandaag: Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
50 51
mentine is er zelfs niet de minste genegenheid meer. Leopold
had op een jongen gehoopt.
Vandaag is het taalgebruik in de familie niet meer verheven dan
toen. ‘Afgaande op de muil van de fotograaf (sic), is dat VTM’,
schoffeerde prins Laurent een cameraman aan de Heizel. De
prins was begin 2004 met de moto naar Batibouw gekomen. In
het Frans had Laurent het over ‘la gueule’ van de cameraman.
Koningen en prinsen die neerkijken op hun land en zijn inwoners
Filips Flandre is de jongere broer van Leopold II. Hij wordt gebo-
ren in 1837, twee jaar na Leopold. Als de tweede koning der Bel-
gen zou overlijden, is het volgens de grondwet aan Flandre om de
nieuwe koning van België te worden.
Flandre heeft er geen zin in. Die kelk laat hij wijselijk aan zich
voorbijgaan. De potdove prins vertoeft liever in zijn bibliotheek
met 30.000 gebonden werken, waaronder enkele prikkelende
erotische werken, en doet nog voor het overlijden van zijn oudere
broer in familiekring troonsafstand ten voordele van zijn zonen
Boudewijn en Albert.
Het probleem van de troonsafstand zal zich niet eens stellen. Flan-
dre overlijdt in 1905, vier jaar vóór zijn nochtans oudere broer.
Een mogelijke verklaring voor de weigering van Flandre om de
Belgische troon te aanvaarden, is dat hij geen al te positief beeld
van de inwoners van ons land had. Elke dag groet hij de inwon-
ers van Brussel weliswaar beleefd door zijn hoge hoed aan te tik-
ken, maar in zichzelf verwenst hij de platte Brusselaars. ‘Wat
een verdomd land is dit? Een slecht klimaat, vulgaire en onaan-
gename mensen, toestanden die tegelijk belachelijk en onaan-
genaam zijn. Wanneer datgene wat men België noemt verd-
wenen zal zijn, zal het een opluchting zijn. Ik kan alleen maar
beschaamd zijn dat ik deel heb uitgemaakt van dit land.’ Deze
woorden komen uit een brief van Flandre en dateren van 1902,
drie jaar voor zijn dood.
Op 28 december 1909 publiceert De Postrijder der provincie Lim-
burg naar aanleiding van het overlijden van Leopold II een aan-
tal anekdotes. Deze anekdotes belichten de schraperigheid en
het cynisme van de overleden vorst. Over Mabille schrijft de
krant: ‘Men weet dat de grote nijveraar van het Walenland, de
heer Valère Mabille, sprekend op Leopold geleek. Ja zelfs als een
echte dubbelganger van den koning mocht aanzien worden.’ Het
is frappant dat beide mannen kort na elkaar overleden zijn. Ook
dat element klopte helemaal.
Monster 1, Monster 2 en Monster 3
Jan van den Berghe schrijft dat ‘ouderlijke affectie op Laken
onbestaande is’. De royaltywatcher heeft het hier niet over de ver-
houding tussen koning Albert II en zijn zonen Laurent of Filip.
Hij beschrijft de verhouding tussen Marie-Henriette, echtgenote
van koning Leopold II, en haar drie dochters prinsessen Louise,
Stéphanie en Clémentine of – om het met de woorden van de
koningin te zeggen – ‘Monster 1, Monster 2 en Monster 3’.
Er bestaan veel brieven die ons een goed beeld geven van de
manier waarop de leden van de koninklijke familie over elkaar
denken. Filips ‘Flandre’, de broer van Leopold II, schrijft in
1898 aan zijn jongste dochter Joséphine dat ‘het schandaal van
de dikke (la grosse) Louise elk begripsvermogen tart’. Prinses
Louise, dochter van Leopold II, is op dat moment net weggelopen
van haar echtgenoot Philippe, prins van Saksen-Coburg. Flandre
vraagt zich af welke opvoeding de koningin aan haar dochters
gegeven heeft.
Op 29 maart 1898 schrijft Flandre aan zijn andere dochter Hen-
riette dat ‘men beweert dat de dikke Louise Coburg verdwenen
is. Het zou een geluk zijn indien men haar niet meer terugvindt.’
Marie-Henriette noemt haar echtgenoot Leopold II in het open-
baar ‘grootneus’ of ‘le grand nez’. Er is nooit veel liefde geweest
tussen het tweetal. Na de geboorte van hun jongste dochter Clé-
52 53
Vanaf de eerste dag zijn er de gebruikelijke valse geruchten die
de ronde doen. Zo wordt bijvoorbeeld verteld dat Philippe van
Saksen-Coburg, de echtgenoot van Louise, zijn schoonbroer ver-
moord heeft. Dat gerucht is een gevolg van het feit dat het Phi-
lippe was die zijn schoonbroer in de vroege ochtend van 30 janu-
ari heeft gevonden.
Vandaag staat vast dat Rudolf zijn minnares Maria heeft ver-
moord en daarna zichzelf van het leven heeft beroofd. Alleen
over de motivatie van de aartshertog is er twijfel. Historicus Oli-
vier Defrance schrijft dat Rudolf ‘zijn omgeving al een tijdje ver-
ontrustte’. Zijn echtgenote prinses Stéphanie had zelfs de vader
van Rudolf reeds gewaarschuwd voor diens vreemde gedrag.
Rudolf had een geslachtsziekte (gonorroe of druiper) en nam
hoge dosissen morfine om de pijn te bestrijden. Bovendien dacht
Rudolf, onterecht overigens, dat hij syfilis had. Dat betekende
dus een gewisse dood met pijnlijke aftakeling. Als klap op de
vuurpijl vond hij zichzelf nutteloos: hij had immers geen macht
en met zijn (liberale) ideeën werd in die tijd enkel maar gelachen.
Hij begon eind 1888 al openlijk te spreken over zelfmoord en
dreigde volgens Olivier Defrance, auteur van Louise de Saxe-
Cobourg, zelfs zijn echtgenote Stéphanie mee te sleuren in zijn
val. Maar was dat ook de motivatie voor de moord en zelfmoord?
Wellicht niet.
De werkelijke verklaring voor het drama van Mayerling is vol-
gens een krantenbericht uit die periode een ‘Amerikaans duel’.
Rudolf had een zekere baron Auersberg beledigd door aan te pap-
pen met diens dochter. Auersberg eiste genoegdoening via een
Amerikaans duel. Bij een dergelijk ‘duel’ kiezen de twee partijen
blindelings een kogel uit een zak. De zwarte kogel impliceert een
onvermijdelijke zelfmoord binnen de zes maanden.
Rudolf was een bange wezel. Hij zocht iemand met wie hij
samen kon sterven. Dat waren de signalen die echtgenote Louise
had opgevangen. Rudolf kon minnares Maria wel overhalen. Het
meisje was nauwelijks 17 jaar, hoogst beïnvloedbaar en boven-
dien hopeloos verliefd op de aartshertog. Volgens Defrance was
In een iets later gedateerde brief bevestigt Flandre zijn ideeën. ‘Ik
ben tevreden oud te zijn. Ik zal de volledige vernietiging van dat-
gene waaraan men zolang gebouwd heeft, niet meer meemaken4
.
Vandaag is het land een samenraapsel van boeven en schooiers.
Ik ben beschaamd er deel van uit te maken, zelfs al gaat het om
een eretitel.’ Flandre beschouwt zich dus zeker niet als een vol-
waardige Belg. Integendeel, hij wil niet vereenzelvigd worden met
‘boeven en schooiers’. De maatschappij is volgens Flandre begin
twintigste eeuw helemaal om zeep. Filips is als rijkste inwoner
van ons land beschaamd om ermee geassocieerd te worden.
De houding van Flandre is niet verschillend van die van zijn
vader Leopold I. De protestant Leopold kokhalsde van België en
zijn katholieken. Aan koningin Louise-Marie schrijft hij in 1842:
‘Sommige dingen hier doen mij walgen en vervullen mij met
spijt dat ik hier in een situatie zit waaraan ik mijn beste krachten
moet besteden.’ Leopold logeerde toen nota bene bij de bisschop
van Doornik.
Een Amerikaans duel en het drama van Mayerling
Prinses Stéphanie, de middelste dochter van Leopold II, wordt
geboren in 1864. In 1881 huwt ze met aartshertog Rudolf van
Oostenrijk. In januari 1889 schiet Rudolf zijn minnares Maria
Vetsera dood en pleegt enkele uren later zelfmoord, een gebeur-
tenis die nog steeds bekend staat als het ‘drama van Mayerling’.
Volgens sommigen is deze gebeurtenis tot op vandaag in nevelen
gehuld. ‘Waarom Rudolf die onbegrijpelijke daad heeft gesteld,
is tot op heden een raadsel’, noteert de ongeëvenaarde Jan van
den Berghe in De schaduw van de kroon.
Die nevelen zijn in het leven geroepen door het Oostenrijkse Hof
die de werkelijke omstandigheden van het drama oorspronkelijk
wilde verdoezelen. Zelfmoord is nu eenmaal niet echt een roem-
rijke doodsoorzaak.
4	 	Flandre bedoelt de maatschappij
54 55
‘Flandre’, Maria von Hohenzollern, een tuig voor haar houten
speelgoedpaardje. Daarbij hoorde ook een zweepje, verduidelijkt
de prinses. Haar nieuwe gouvernante nam het zweepje onmid-
dellijk in beslag en gebruikte het gretig om haar ‘de branderige
pijn van de slagen op de vingers en de kuiten te laten voelen’.
Het is geweten dat Marie-José als kind een moeilijke eter was.
Sommige auteurs en royaltywatchers hebben het lacherig over
de maaltijden die ten huize van koning Albert en koningin Elisa-
beth ’s avonds opnieuw voorgezet worden aan de kinderen.
De realiteit is grimmiger: ‘De maaltijden waren echte martel-
gangen: ze (de gouvernante) verplichtte me om alles in te slik-
ken. De klok van Sint-Jacob, die ik kon zien vanuit het raam, gaf
vaak al drie uur aan en ik had die verschrikkelijke maaltijd die
om 12 uur begonnen was, nog niet beëindigd’, vertelt Marie-José.
Nog erger is dat prinses Marie-José tijdens die maaltijden gere-
geld werd vastgebonden aan haar stoel. ‘Wanneer ik te traag at,
bond Mejuffrouw mijn voeten vast aan de poten van de stoel en
ging er vervolgens vandoor. Ik bleef alleen achter met de huis-
houdster.’
In 1910, het jaar van de zonsverduistering, krijgt de prinses als
vierjarige een pak slaag van de gouvernante omdat ze een zonne-
bril laat vallen. ‘Ik werd naar bed gestuurd, vergezeld van stevige
billenkoek!’
Haar broer Karel kreeg er volgens Marie-José ook regelmatig ste-
vig van langs. Volgens haar was prins Leopold de onbetwiste lie-
veling van hun ouders. De rammelingen aan Karel werden per-
soonlijk door vader Albert I gegeven. Hij schrijft aan zijn vrouw
Elisabeth: ‘Karel is zeer ongehoorzaam. Gisteren heb ik hem een
pak slaag gegeven.’ Elders schrijft Marie-José dat haar vader ver-
schrikkelijk was als hij zich kwaad maakte. Hij leek volgens haar
zelfs op ‘Jupiter die bliksems (op ons) neerwierp’. Alberts oudere
zus Henriette omschrijft hem als ‘koleriek’ en ‘extreem prikkel-
baar’.
het verlangen van Maria om samen met hem te sterven het laat-
ste zetje dat Rudolf nodig had. Het zogeheten drama van May-
erling was dus goed voorbereid. Beiden lieten afscheidsbrieven
achter.
In de afscheidsbrief van Rudolf aan zijn echtgenote staat opnieuw
een duidelijke verwijzing naar deze erezaak. Rudolf schrijft: ‘Ich
gehe ruhig in den Tod, der allein meinen guten Namen retten
kann.’ Vrij vertaald: ‘Ik ga rustig sterven. Enkel de dood kan
mijn eer redden.’ Nog een duidelijke verwijzing naar dat verlo-
ren Amerikaanse duel.
Sadistisch huispersoneel
Koning Leopold II kreeg met koningin Marie-Henriette drie
dochters. De jonge prinsessen worden regelmatig afgetuigd door
het personeel. Zo vertelt Stefanie, de middelste in de rij, dat ze
rond 1870 haar moeder voor kon overtuigen om, verborgen opge-
steld, eens een les mee te volgen.
Prinses Stefanie wist op voorhand dat haar oudere zus Louise
er opnieuw van langs zou krijgen door de ‘lerares’. ‘Ik wist dat
de gouvernante mijn zus tijdens die les zou slaan’, schrijft ze in
haar boek Je devrais être impératrice. ‘Mijn moeder, getuige van
deze slechte behandeling van haar dochter, stuurde de helleveeg
die ons zo had laten lijden, onmiddellijk weg.’ Stefanie toonde
zich oprecht tevreden dat ze haar zus gered had.
Decennia later – in 1906 – wordt Marie-José, de dochter van
koning Albert I en koningin Elisabeth geboren. Ze is de zus van
prins Karel en koning Leopold III.
In het boek dat ze over haar ouders schreef, vertelt ook Marie-
José openhartig over mishandelingen door haar ‘pedagoge’.
‘Haar beenderige en behendige hand gaf me voor de minste
bagatel een klap in mijn gezicht.’ Volgens de prinses waren haar
ouders daarvan niet op de hoogte.
Toen ze vier jaar was, kreeg Marie-José van haar grootmoeder
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen
Kroongeheimen

More Related Content

What's hot

Waar is het fortuin van Leopold II?
Waar is het fortuin van Leopold II?Waar is het fortuin van Leopold II?
Waar is het fortuin van Leopold II?Thierry Debels
 
De verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning BoudewijnDe verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning BoudewijnThierry Debels
 
FILIP I, zoon van Boudewijn
FILIP I, zoon van BoudewijnFILIP I, zoon van Boudewijn
FILIP I, zoon van BoudewijnThierry Debels
 
De mythe van Boudewijn ontkracht
De mythe van Boudewijn ontkrachtDe mythe van Boudewijn ontkracht
De mythe van Boudewijn ontkrachtThierry Debels
 
Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?
Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?
Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?Thierry Debels
 
Albert II, van playboyprins tot zeloot
Albert II, van playboyprins tot zelootAlbert II, van playboyprins tot zeloot
Albert II, van playboyprins tot zelootThierry Debels
 
De duistere kant van koning Boudewijn
De duistere kant van koning BoudewijnDe duistere kant van koning Boudewijn
De duistere kant van koning BoudewijnThierry Debels
 
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert IIWat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert IIThierry Debels
 
Prins Laurent, rebel met een reden - Thierry Debels
Prins Laurent, rebel met een reden - Thierry DebelsPrins Laurent, rebel met een reden - Thierry Debels
Prins Laurent, rebel met een reden - Thierry DebelsThierry Debels
 
Leopold II: grootvader van Hergé?
Leopold II: grootvader van Hergé?Leopold II: grootvader van Hergé?
Leopold II: grootvader van Hergé?Thierry Debels
 
Leopold III had relatie met spionne
Leopold III had relatie met spionneLeopold III had relatie met spionne
Leopold III had relatie met spionneThierry Debels
 
Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?
Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?
Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?Thierry Debels
 
Prins Laurent, rebel met een reden
Prins Laurent, rebel met een redenPrins Laurent, rebel met een reden
Prins Laurent, rebel met een redenThierry Debels
 
Minnares prins Karel stierf in brand
Minnares prins Karel stierf in brandMinnares prins Karel stierf in brand
Minnares prins Karel stierf in brandThierry Debels
 
Nog meer kroongeheimen
Nog meer kroongeheimenNog meer kroongeheimen
Nog meer kroongeheimenThierry Debels
 
Prinses Esmeralda: de verborgen geschiedenis
Prinses Esmeralda: de verborgen geschiedenisPrinses Esmeralda: de verborgen geschiedenis
Prinses Esmeralda: de verborgen geschiedenisThierry Debels
 
Boek bewijst relatie Boudewijn en Lilian
Boek bewijst relatie Boudewijn en LilianBoek bewijst relatie Boudewijn en Lilian
Boek bewijst relatie Boudewijn en LilianThierry Debels
 
Prins Laurent verklapte hoe rijk hij écht is
Prins Laurent verklapte hoe rijk hij écht isPrins Laurent verklapte hoe rijk hij écht is
Prins Laurent verklapte hoe rijk hij écht isThierry Debels
 
Van Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en Leopold
Van Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en LeopoldVan Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en Leopold
Van Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en LeopoldThierry Debels
 
Hoe Duitsgezind was Leopold III?
Hoe Duitsgezind was Leopold III?Hoe Duitsgezind was Leopold III?
Hoe Duitsgezind was Leopold III?Thierry Debels
 

What's hot (20)

Waar is het fortuin van Leopold II?
Waar is het fortuin van Leopold II?Waar is het fortuin van Leopold II?
Waar is het fortuin van Leopold II?
 
De verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning BoudewijnDe verborgen kant van koning Boudewijn
De verborgen kant van koning Boudewijn
 
FILIP I, zoon van Boudewijn
FILIP I, zoon van BoudewijnFILIP I, zoon van Boudewijn
FILIP I, zoon van Boudewijn
 
De mythe van Boudewijn ontkracht
De mythe van Boudewijn ontkrachtDe mythe van Boudewijn ontkracht
De mythe van Boudewijn ontkracht
 
Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?
Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?
Hoe intens was relatie tussen Boudewijn en Lilian?
 
Albert II, van playboyprins tot zeloot
Albert II, van playboyprins tot zelootAlbert II, van playboyprins tot zeloot
Albert II, van playboyprins tot zeloot
 
De duistere kant van koning Boudewijn
De duistere kant van koning BoudewijnDe duistere kant van koning Boudewijn
De duistere kant van koning Boudewijn
 
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert IIWat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
 
Prins Laurent, rebel met een reden - Thierry Debels
Prins Laurent, rebel met een reden - Thierry DebelsPrins Laurent, rebel met een reden - Thierry Debels
Prins Laurent, rebel met een reden - Thierry Debels
 
Leopold II: grootvader van Hergé?
Leopold II: grootvader van Hergé?Leopold II: grootvader van Hergé?
Leopold II: grootvader van Hergé?
 
Leopold III had relatie met spionne
Leopold III had relatie met spionneLeopold III had relatie met spionne
Leopold III had relatie met spionne
 
Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?
Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?
Wat gebeurde er precies in Motril eind juli 1993?
 
Prins Laurent, rebel met een reden
Prins Laurent, rebel met een redenPrins Laurent, rebel met een reden
Prins Laurent, rebel met een reden
 
Minnares prins Karel stierf in brand
Minnares prins Karel stierf in brandMinnares prins Karel stierf in brand
Minnares prins Karel stierf in brand
 
Nog meer kroongeheimen
Nog meer kroongeheimenNog meer kroongeheimen
Nog meer kroongeheimen
 
Prinses Esmeralda: de verborgen geschiedenis
Prinses Esmeralda: de verborgen geschiedenisPrinses Esmeralda: de verborgen geschiedenis
Prinses Esmeralda: de verborgen geschiedenis
 
Boek bewijst relatie Boudewijn en Lilian
Boek bewijst relatie Boudewijn en LilianBoek bewijst relatie Boudewijn en Lilian
Boek bewijst relatie Boudewijn en Lilian
 
Prins Laurent verklapte hoe rijk hij écht is
Prins Laurent verklapte hoe rijk hij écht isPrins Laurent verklapte hoe rijk hij écht is
Prins Laurent verklapte hoe rijk hij écht is
 
Van Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en Leopold
Van Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en LeopoldVan Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en Leopold
Van Acker onthult aanleiding ruzie Boudewijn en Leopold
 
Hoe Duitsgezind was Leopold III?
Hoe Duitsgezind was Leopold III?Hoe Duitsgezind was Leopold III?
Hoe Duitsgezind was Leopold III?
 

Similar to Kroongeheimen

Geest Leopold II blijft over Congo hangen
Geest Leopold II blijft over Congo hangenGeest Leopold II blijft over Congo hangen
Geest Leopold II blijft over Congo hangenThierry Debels
 
Leopold II verdient geen standbeeld
Leopold II verdient geen standbeeldLeopold II verdient geen standbeeld
Leopold II verdient geen standbeeldThierry Debels
 
Vorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry DebelsVorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry DebelsThierry Debels
 
Vorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry DebelsVorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry DebelsThierry Debels
 
Leopold II met Hitler vergelijken is onterecht
Leopold II met Hitler vergelijken is onterechtLeopold II met Hitler vergelijken is onterecht
Leopold II met Hitler vergelijken is onterechtThierry Debels
 
Prof wenst prinses Elisabeth veel geluk
Prof wenst prinses Elisabeth veel gelukProf wenst prinses Elisabeth veel geluk
Prof wenst prinses Elisabeth veel gelukThierry Debels
 
Leopold III feliciteerde Hitler met verjaardag
Leopold III feliciteerde Hitler met verjaardagLeopold III feliciteerde Hitler met verjaardag
Leopold III feliciteerde Hitler met verjaardagThierry Debels
 
Het vorstelijke vermogen van de Coburgs
Het vorstelijke vermogen van de CoburgsHet vorstelijke vermogen van de Coburgs
Het vorstelijke vermogen van de CoburgsThierry Debels
 
Albert II Een biografie - Thierry Debels - Manteau
Albert II  Een biografie - Thierry Debels - Manteau Albert II  Een biografie - Thierry Debels - Manteau
Albert II Een biografie - Thierry Debels - Manteau Thierry Debels
 
Albert II Een biografie - Thierry Debels
Albert II  Een biografie - Thierry DebelsAlbert II  Een biografie - Thierry Debels
Albert II Een biografie - Thierry DebelsThierry Debels
 
Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends
Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends
Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends Thierry Debels
 
De natuurlijke kinderen van Albert II
De natuurlijke kinderen van Albert IIDe natuurlijke kinderen van Albert II
De natuurlijke kinderen van Albert IIThierry Debels
 
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II Thierry Debels
 
Koninklijke familie is niet vies van beetje smeergeld
Koninklijke familie is niet vies van beetje smeergeldKoninklijke familie is niet vies van beetje smeergeld
Koninklijke familie is niet vies van beetje smeergeldThierry Debels
 
Kroongeheimen - Thierry Debels
Kroongeheimen - Thierry DebelsKroongeheimen - Thierry Debels
Kroongeheimen - Thierry DebelsThierry Debels
 
Leopold I was viriele vrouwengek
Leopold I was viriele vrouwengekLeopold I was viriele vrouwengek
Leopold I was viriele vrouwengekThierry Debels
 
Nee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderd
Nee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderdNee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderd
Nee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderdThierry Debels
 
Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?
Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?
Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?Thierry Debels
 

Similar to Kroongeheimen (20)

Geest Leopold II blijft over Congo hangen
Geest Leopold II blijft over Congo hangenGeest Leopold II blijft over Congo hangen
Geest Leopold II blijft over Congo hangen
 
Leopold II verdient geen standbeeld
Leopold II verdient geen standbeeldLeopold II verdient geen standbeeld
Leopold II verdient geen standbeeld
 
Vorstelijk vermogen
Vorstelijk vermogen Vorstelijk vermogen
Vorstelijk vermogen
 
Vorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry DebelsVorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry Debels
 
Vorstelijk vermogen
Vorstelijk vermogen Vorstelijk vermogen
Vorstelijk vermogen
 
Vorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry DebelsVorstelijk vermogen - Thierry Debels
Vorstelijk vermogen - Thierry Debels
 
Leopold II met Hitler vergelijken is onterecht
Leopold II met Hitler vergelijken is onterechtLeopold II met Hitler vergelijken is onterecht
Leopold II met Hitler vergelijken is onterecht
 
Prof wenst prinses Elisabeth veel geluk
Prof wenst prinses Elisabeth veel gelukProf wenst prinses Elisabeth veel geluk
Prof wenst prinses Elisabeth veel geluk
 
Leopold III feliciteerde Hitler met verjaardag
Leopold III feliciteerde Hitler met verjaardagLeopold III feliciteerde Hitler met verjaardag
Leopold III feliciteerde Hitler met verjaardag
 
Het vorstelijke vermogen van de Coburgs
Het vorstelijke vermogen van de CoburgsHet vorstelijke vermogen van de Coburgs
Het vorstelijke vermogen van de Coburgs
 
Albert II Een biografie - Thierry Debels - Manteau
Albert II  Een biografie - Thierry Debels - Manteau Albert II  Een biografie - Thierry Debels - Manteau
Albert II Een biografie - Thierry Debels - Manteau
 
Albert II Een biografie - Thierry Debels
Albert II  Een biografie - Thierry DebelsAlbert II  Een biografie - Thierry Debels
Albert II Een biografie - Thierry Debels
 
Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends
Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends
Biografie Albert II door Debels is 'anekdotisch' volgens Trends
 
De natuurlijke kinderen van Albert II
De natuurlijke kinderen van Albert IIDe natuurlijke kinderen van Albert II
De natuurlijke kinderen van Albert II
 
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II
Hoe Leopold III (mee) de basis legde van fortuin van Albert II
 
Koninklijke familie is niet vies van beetje smeergeld
Koninklijke familie is niet vies van beetje smeergeldKoninklijke familie is niet vies van beetje smeergeld
Koninklijke familie is niet vies van beetje smeergeld
 
Kroongeheimen - Thierry Debels
Kroongeheimen - Thierry DebelsKroongeheimen - Thierry Debels
Kroongeheimen - Thierry Debels
 
Leopold I was viriele vrouwengek
Leopold I was viriele vrouwengekLeopold I was viriele vrouwengek
Leopold I was viriele vrouwengek
 
Nee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderd
Nee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderdNee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderd
Nee, het overlijden van Albert I is verre van opgehelderd
 
Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?
Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?
Had koningshuis verborgen agenda bij onafhankelijkheid van Congo?
 

More from Thierry Debels

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewThierry Debels
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezThierry Debels
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelThierry Debels
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelThierry Debels
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandatairesThierry Debels
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EUThierry Debels
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindThierry Debels
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenThierry Debels
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenThierry Debels
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21Thierry Debels
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Thierry Debels
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Thierry Debels
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...Thierry Debels
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...Thierry Debels
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesThierry Debels
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxThierry Debels
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EUThierry Debels
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELThierry Debels
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootThierry Debels
 

More from Thierry Debels (20)

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EU
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay Behind
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in Vlaanderen
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur Avrox
 
So Sense SA
So Sense SASo Sense SA
So Sense SA
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
 

Recently uploaded

(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijksVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregelingVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverleningVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met VrijwilligersVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...VNG Realisatie
 
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereikenVNG Realisatie
 

Recently uploaded (6)

(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
 
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
(Be)spreekuur - 25 april 2024 - Bereiken doelgroep kindregeling
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
 
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
 
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
 

Kroongeheimen

  • 1. TITELPAGINA Kroongeheimen Waarheid en leugens over het Belgisch koningshuis Thierry Debels
  • 2. Zoals steeds voor Cathy, Loïc, Brieuc en Elouan. Deze keer ook voor Michèle. Omdat er spijtig genoeg maar één geschiedenis is. En voor Claude, RIP. ‘Pour bien savoir les choses, il en faut savoir le détail.’ Rochefoucauld ‘Gemaaktheid in welke van onze gedragingen ook, is een kaars aansteken om onze gebreken te tonen en vestigt alti- jd de aandacht op ons gemis aan verstand of oprechtheid.’ John Locke
  • 3. 5 Inleiding De monarchie in ons land is sedert 1831 hofleverancier van sterke verhalen over zichzelf. Het verhaal over het Belgisch konings- huis leest dan ook als een alternatieve geschiedenis van België. Al zolang de van Saksen-Coburgs aan het hoofd staan van dit land, heeft de bevolking gesmuld van de smeuïge verhalen die erover worden verteld. Niet toevallig hebben veel van deze ver- halen of schandalen een seksuele achtergrond. De van Saksen- Coburgs worden ook wel eens de van Seksen-Coburgs genoemd. In 1830 wordt de kunstmatige bufferstaat België gecreëerd. Vol- gens de Franse generaal De Gaulle is ons land een creatie van de Britten om de Fransen te pesten. De zoektocht naar een waardige koning, een vorst die met andere woorden door alle founding states en vooral door Engeland en Frankrijk aanvaard wordt, verloopt erg moeizaam. Uiteindelijk haalt de Duitse prins Leopold van Saksen-Coburg het. Daarvoor was hij al even staatshoofd van Griekenland. Die korte passage wordt in de geschiedenisboeken graag verzwegen. Alle Belgische koningen werken graag in het geheim. Zo sluit Leopold I een verbond met zijn vertrouweling Adrien Goffinet. Niemand mag weten dat zijn fortuin en een deel van dat van zijn dochter, de ex-keizerin van Mexico Charlotte, bij de Goffinets worden bewaard. Alle Belgische koningen na Leopold I zullen ervan houden om discreet en liefst via stromannen te werken. Na het ophefmakende boek van journalist Frédéric Deborsu over het Belgisch koningshuis moet de vraag gesteld worden hoe ver
  • 4. 6 7 geheimen, hebt u nu in uw handen. In dit boek neem ik tal van verhalen die over de Belgische monar- chie de ronde doen onder de loep en analyseer ze. Soms is zo’n verhaal waar, soms ook niet. We starten in 1831 bij Leopold I en eindigen vandaag bij kroonprins Filip. Tijdens gesprekken met (vooral ) Vlaamse politici komen over deze laatste de tongen vrij gemakkelijk los. In tegenstelling tot wat sommigen denken, heeft de aanwe- zigheid van televisiecamera’s en de groeiende populariteit van tabloids de magische uitstraling van de Belgische monarchie niet doen afnemen. Integendeel. Het koninklijke theater blijft fascineren. Mensen willen weten wat er achter de muren van Laken en Tervuren plaatsvindt. Maar ook een eeuw geleden was de Belgische bevolking al gefascineerd door de royals. Kroongeheimen is het resultaat van tientallen uren gesprekken met medewerkers en intimi van het hof, honderden uren opzoe- kingswerk in gegevensbanken en archieven en zeker duizend uren leeswerk. In dit werk zult u dan ook enkele zaken kunnen lezen die nooit eerder over het Belgisch koningshuis werden bekendgemaakt. Overijse, januari 2013 een auteur mag gaan. Mag hij schrijven dat prinses Paola diverse minnaars gehad heeft in de jaren zeventig? Mag een auteur mel- den dat koning Albert tijdens de coup van Loppem ’s nachts bij zijn minnares sliep? Mag een schrijver noteren dat koning Leo- pold II eigenlijk een pedofiel was? Het antwoord is telkens ja. De reden is eenvoudig: al deze aspec- ten hebben een rechtstreekse invloed op het functioneren van deze royals. Ook de vaststelling dat prinses Elisabeth op een kunstmatige manier verwekt is, is relevant. Niet alleen stelt zich in dat geval mogelijk een grondwettelijk probleem, boven- dien gaat deze manier van procreatie tegen de richtlijnen van het Vaticaan in. Nochtans worden de Coburgers voorgesteld als de grootste ‘fans’ van Rome. Het zou niet de eerste keer zijn dat het motto ‘Luister naar mijn woorden, kijk niet naar mijn daden’, van toepassing is bij de Belgische monarchie. De belangrijkste toetssteen voor een auteur die over het konings- huis schrijft, is altijd de vraag of de informatie correct is. Rele- vantie is hieraan ondergeschikt. Bovendien kan die openheid of transparantie ook in het voordeel van de monarchie werken. Nu weten we bijvoorbeeld dat koning Albert II wel degelijk de vader is van prins Laurent. Als de informatie die een auteur brengt juist is, is er geen enkele reden om een bericht niet te brengen. De tijd dat zedig gezwe- gen werd over eigenaardigheden en misstappen van de royals in ruil voor andere, minder sappige informatie, is definitief voorbij. Mijn eerste boek over het koningshuis, Het verloren geld van de Coburgs, ging over de geldstromen binnen de Belgische monar- chie. Daarna schreef ik een biografie over koning Boudewijn en later een over zijn neef prins Laurent. De eerste twee boeken werden ook vertaald in het Frans. Tijdens het schrijven van deze drie boeken reikten koninklijke en prinselijke medewerkers me veel verhalen en anekdotes aan die ik er helaas niet onmiddel- lijk in kon verwerken. Dit bracht me op het idee om deze straffe verhalen te bundelen in een volgend boek. Het resultaat, Kroon-
  • 5. 8 9 Deneckere in haar biografie over de eerste koning der Belgen. Ook voor hun privéfinanciën zullen Leopold I en zijn zoon Leo- pold II later ook nagenoeg exclusief met de Rothschilds werken. Zelfs als een niet nader genoemde zus van Leopold I een beleg- ging wil doen, raadt de vorst haar – niet zonder reden uiteraard – aan om enkel te werken met Rothschild. Om zijn grote Congolese droom waar te maken, zal Leopold II het gigantische bedrag van 16 miljoen frank (vandaag 3,5 miljard frank of 88 miljoen euro) bij de Rothschilds ontlenen. Voor de zekerheid hebben de bankiers wel waarborgen en hypotheken op alle bezittingen van de vorst genomen. In 1890 menen buitenlandse kranten, waaronder het Ameri- kaanse Grey River Ages, dat Leopold II zich in Congo heeft ver- slikt. De vorst verliest volgens de krant elk jaar verschrikkelijk veel geld en offert in een minimum van tijd zijn persoonlijke for- tuin helemaal op. Leopold heeft zelfs, zonder medeweten van de regering, de toekomstige inkomsten van de civiele lijst in pand gegeven. De krant besluit dat Leopold failliet is en dat hij slechts één mogelijkheid heeft, namelijk Congo op te geven. Volgens de bron van de redacteur heeft Leopold II zich daar ook bij neerge- legd: ‘Leopold heeft beslist om zijn soevereiniteit van Congo op te geven.’ Wishful thinking van de Britten. Leopold I, staatshoofd van Griekenland Op 21 juli 1831 legt Leopold van Saksen-Coburg en Gotha de eed af als eerste koning der Belgen. Die dag wordt veel later pas onze nationale feestdag. De zoektocht naar een vorst voor ons land was een ware lijdens- weg. België was al in 1830 onafhankelijk geworden. Pas nadat minstens drie andere kandidaten waren afgewezen, komt Leo- pold in beeld. Een van die afvallers is de Duc de Nemours, tweede zoon van de Franse koning Louis-Philippe. Hij was er nochtans zeker van dat België bestaat bij gratie van de Rothschilds België wordt opgericht In 1830. De jonge staat heeft dringend geld nodig. Dat geld kan gevonden worden bij machtige bankiers zoals de Rothschilds. Volgens journalist Walter De Bock is de relatie tussen Leopold I en het huis van de Rothschilds een van de meest onderbelichte facetten van het ontstaan van België. De Bock stelt dat bankier Nathan Rothschild voor de oprichting en vooral voor het verdere bestaan van België belangrijker is dan alle diplomaten en politici van die tijd samen. ‘De geschiedenisboekjes voor de schoolkinderen vermelden zel- den het Dictaat van Calais’, schrijft De Bock in een artikel Tus- sen bank en troon, verschenen in Knack (2005). Volgens De Bock vormt dat Dictaat nochtans ‘de basis voor de controle van de Rothschilds over de financiën van het land tot na 1870’. In december 1831 verlenen de Rothschilds aan België een lening van 100 miljoen frank (omgerekend naar vandaag is dit 21 mil- jard frank of ruim 500 miljoen euro). In het Dictaat staat dat de Rothschilds als waarborg voor die lening alle staatsinkomsten eisen. Het vormt de basis voor de controle van de Rothschilds over de financiën van België tot na 1870. De Belgische rege- ring stemt toe. Ze staat met de rug tegen de muur en heeft geen andere keuze. ‘België zou voortaan leven bij de gratie van de Rothschilds’, zegt De Bock. ‘Men kon zich geen vollediger controle over de finan- ciën van een jong land indenken’. Op 21 december 1831 hebben de Rothschilds de Belgische revolutie letterlijk op zak gestoken. Is het verwonderlijk dat sommigen hierin complottheorieën zien en beweren dat de Rothschilds de echte eigenaars van België zijn? De Rothschilds zijn niet alleen in ons land actief. ‘De spectacu- laire verspreiding van Coburgers op diverse tronen van Europa (bijvoorbeeld in Groot-Brittannië) wordt financieel onverander- lijk door de Rothschilds ondersteund’, noteert historica Gita
  • 6. 10 11 ding. Leopolds moeder Augusta von Reuss-Ebersdorff haalt opgelucht adem als ze verneemt dat haar zoon de Griekse ‘door- nenkroon’ afstaat. Hoewel dit korte bewind als staatshoofd van Griekenland niet in de geschiedenisboeken voorkomt, blijkt deze korte ervaring bijzonder nuttig voor onze eerste vorst. Leopold baseert zich op de financiële vergoeding die hij van Griekenland kreeg om met de nieuwe staat België te onderhandelen over zijn ‘salaris’. Bij het begin van zijn koningschap ontvangt hij 1.300.000 gulden (de Belgische frank bestaat nog niet) per jaar. Na de invoering van de frank is dat 2.751.450 frank (omgerekend 20 miljoen euro vandaag). Later zal Leopold het zich nochtans vaak beklagen dat hij de Griekse kroon vroegtijdig opgegeven heeft. Hij vindt dat hij in ons land te weinig macht heeft. En ook het klimaat vindt hij maar niets. Tweede, derde, vierde keuze Journalist Rik Van Walleghem schrijft in zijn boek België absur- distan dat de Belgen Leopold I in de maag kregen gespitst. ‘Derde keus, protestants en met evenveel Belgisch bloed in zijn aders als een Guinese big.’ Dat Leopold niet de ‘eerste keuze’ was, is geweten. Dat hij zelfs geen derde, maar zelfs vierde keuze was, is een veel beter bewaard geheim. De eerste drie kandidaten waren de hertog van Nemours, de hertog van Leuchtenberg en aartshertog Karel van Oostenrijk. En zelfs dat verhaal is niet helemaal correct, want naast die drie ‘officiële’ kandidaten, circuleerden de namen van wel tien mogelijke koningen. Engeland had een logisch veto gesteld tegen de Franse hertog van Nemours. Maar ook de tweede kandidaat, de hertog van Leuchtenberg, botste wegens Bonapartisme op een njet van Lon- den. Vandaar dat Charles de Gaulle veel later spottend zou zeg- gen dat België gemaakt is door de Britten om Frankrijk te pesten. hij de functie zou binnenhalen. Vandaag nog bestaan er kostbare etsen met het portret van de hertog met als onderschrift, ‘Roi des Belges’. De uitverkoren Leopold heeft op dat moment al ervaring als staatshoofd. In 1825 al kreeg hij de Griekse troon aangeboden. Er was eerst langdurig geruzie tussen de grootmachten Frank- rijk, Rusland, Pruisen (Duitsland) en Engeland over wie staats- hoofd mocht worden. Ook Leopold zelf twijfelt erg lang over het al dan niet aanvaarden van de Griekse kroon. Hij ontvangt op dat moment immers een mooie jaarlijkse rente van 50.000 pond van Engeland. En hij wil zijn nichtje Victoria niet in de steek laten. Victoria is de dochter van Leopolds zus Victoire. Het verklaart de zeer nauwe band tus- sen oom en nicht. In februari 1830 hakt Leopold de knoop eindelijk door: hij aan- vaardt de Griekse kroon. Hij krijgt de titel van ‘Prince Souverain de la Grèce’ of ‘Prince régnant de la Grèce’, een erfelijke titel. Het financiële aspect geeft de doorslag voor de op geld beluste Leo- pold. De vergoeding bedraagt immers 750.000 pond per jaar. ‘Hij begint vlijtig Grieks te leren’, noteert Henriette Claessens. Frankrijk is tevreden met de beslissing. Het land geeft Leopold zijn zegen. De andere grootmachten zijn iets voorzichtiger. Onder de valse naam ‘graaf van Henneberg’ – iets wat een tra- ditie zal worden bij de Coburgers – onderhandelt Leopold in de lente van 1830 met een aantal financiers om geld los te krijgen voor zijn nieuwe land. Zo reist hij naar Frankrijk om een lening van zestig miljoen francs te verkrijgen van de bankier Philepène Eynard. Dat Leopold de Griekse kroon aanvaard heeft, is zeker. Historica Gita Deneckere heeft het in haar vuistdikke biografie over Leo- pold I over zijn ‘troonsaanvaarding’. Lang zal zijn bewind in Griekenland evenwel niet duren. Nau- welijks twee maanden later, op 21 mei 1830, treedt Leopold af. Volgens een krant heeft hij een conflict met het Griekse congres. Zijn troonsafstand veroorzaakt grote internationale opschud-
  • 7. 12 13 op het strand een zandkasteel bouwen. Compleet zinloos dus. Zijn eigen moeder, hertogin Augusta von Reuss-Ebersdorff, zal Leopold onder druk zetten om zijn post in ons land op te geven. Tijdens een van de vele volksopstanden na de totstandkoming van België, komt de vrouw naar Brussel. Ze probeert haar zoon te overreden om België te verlaten. De Belgen zijn in haar ogen niets anders dan een bende weerspannige kinkels. Ook Leopolds zoon Filips heeft geen hoge dunk van de Belgen. Moeizame onderhandelingen over de hand van Louise-Marie Louise-Marie d’Orléans wordt geboren op 3 april 1812 in Palermo, Sicilië. Haar ouders, Louis-Philippe en Marie-Amélie leven er in het palazzo Santa Theresa. Als Louise drie is, verhuist de familie opnieuw naar Frankrijk. Vanaf de lente van 1830 zet Leopold I zijn zinnen op de oudste dochter van Louis-Philippe. Hij heeft haar vroeger al ontmoet toen hij op bezoek was bij haar ouders. Het meisje zelf is voor hem totaal onbelangrijk. Het huwelijk dient enkel om de band met Frankrijk te versterken en Louis-Philippe alle lust te ontne- men om België aan te vallen. Vanaf eind 1831 worden de onder- handelingen via minister Charles Le Hon rechtstreeks met koning Louis-Philippe gevoerd. Louise-Marie ziet een huwelijk met die vreemde, introverte, sombere, autoritaire man niet zitten. Aan haar vriendin Anto- nine de Celles schrijft ze dat haar verloofde Leopold voor haar evenveel waard is als een toevallige voorbijganger op straat, niets dus. Ze staat compleet onverschillig tegenover haar toekomstige echtgenoot. Leopold zelf doet geen enkele moeite om het meisje voor zich in te nemen. Hij is niet eens aanwezig bij de verloving. Hij vindt de verplaatsing te ver en bovendien heeft hij haar al eens eerder gezien. Dat moet volstaan. Henriëtte Claessens schrijft in Leven en liefdes van Leopold I dat De Belgische onafhankelijkheidsstrijd van 1830 was volgens Van Walleghem zelfs geen ‘volksopstand’ maar een handigheidje van de Franstalige bourgeoisie die de sociale onvrede misbruikte om zich van de Nederlanders te ontdoen. Ook dat klopt niet hele- maal. Sommige leden van de ‘Franstalige bourgeoisie’ en adel waren immers orangisten en hielden helemaal niet van Leopold I. Zo stak Marie-Louise de Trazegnies tijdens de blijde intrede van de vorst in Brussel van 21 juli 1831 haar tong uit naar de net benoemde Leopold I. Sommigen beweren dat ze zelfs ‘spuwde’. Henriette Claessens ziet het zo: ‘De oude adel, die de voordelen van Willem I volop smaakte, is openlijk vijandig en blijft oranje- gezind. Willem I gaf 21 miljoen frank om het gezag van Leopold I te ondermijnen.’ Volgens haar werd Leopold I in de orangis- tische pers zelfs dagelijks bespot. De aristocratie gedraagt zich ronduit grof en onbeschaamd. Veel later zal ze dat nog eens zijn als Leopold III met burgermeisje Lilian Baels trouwt. Spijt komt te laat voor Leopold I In twee brieven aan echtgenote Louise-Marie, een uit 1839 en de andere uit 1840, stelt Leopold I dat hij het diep betreurt de troon van België aanvaard te hebben. Ook Joseph Tordoir schrijft dat ‘toen hij in het jonge koninkrijk België met moeilijkheden werd geconfronteerd, Leopold I meer dan eens betreurde dat hij de Griekse troon niet (definitief) aanvaard had.’ Of nog duidelijker: hij had dus spijt dat hij niet op die Griekse troon was blijven zit- ten. In een brief van 16 maart 1842 heeft Leopold het volgens Tordoir bijzonder lastig met het aanvaarden van de beperkte bevoegd- heden die hij als ‘constitutioneel vorst’ in ons land had. Volgens de vorst is dit des te erger omdat aan Griekenland een absolute monarchie was toegekend. Hij schrijft dat de ‘ellende van de hele santenboetiek’ hem als ‘een loden mantel’ op het lichaam aan- voelt. Hij vergelijkt zijn taak met die van kinderen die bij laagtij
  • 8. 14 15 der die van een begrafenis: de vader en de oom van de bruid beginnen te wenen en alle aanwezigen zijn volgens een oogge- tuige ‘bedroefd’. Louise-Marie noteert kort daarna dat het heden ‘triestig, plechtig en wreed’ is. Feest bij het overlijden van Louis-Philippe Op 24 juli 1833 wordt de eerste zoon van Leopold I en Louise in het kasteel van Laken geboren. De jongen krijgt de namen Louis- Philippe Leopold of Lodewijk-Filips. Zijn bijkomende namen zijn Victor en Ernst. De naam Lodewijk-Filips verwijst naar zijn grootvader langs moederszijde, de Franse koning Louis-Philippe I. Leopold verwijst naar zijn vader. Leopold was een veel voor- komende naam in het huis Saksen-Coburg en Gotha. De naam Victor verwijst naar zijn nicht, de Engelse koningin Victoria, met wie zijn vader een hechte band heeft. Ernst verwijst naar zijn oom, Ernst I, hertog van Saksen-Coburg en Gotha, die tevens de schoonvader is van koningin Victoria. De koning is uiterst tevreden. Door de komst van een troonopvol- ger wordt de dynastie verankerd. Ze consolideert de jonge staat België. In de pers wordt de politieke dimensie van de geboorte onderstreept. Lodewijk-Filips wordt in de kathedraal van Sint- Michiel en Sint-Goedele te Brussel gedoopt door kardinaal Engel- bertus Sterckx, de toenmalige aartsbisschop van Mechelen-Brus- sel, in aanwezigheid van zijn grootmoeder langs moederszijde, koningin Marie Amélie van Frankrijk, verschillende prinsen en prinsessen van Orléans en alle gestelde lichamen van België. De troonopvolger wordt al snel ‘Babochon’ genoemd, en door zijn moeder Babychou, een samentrekking van baby en chou, wat lie- veling betekent. Hij is een mooi kind met een stevig uiterlijk, maar dat laatste is slechts schijn: de jongen heeft een zwakke gezondheid en hij overlijdt op 16 mei aan een slijmvliesontste- king veroorzaakt door een slechte leverfunctie. Hij had nochtans drie behandelende artsen met elk een verschillende nationaliteit. ‘er beweerd wordt dat de onderhandelingen (tussen Leopold en de vader van Louise-Marie) zeer stroef verliepen’. Leopold zou zelfs tot drie keer toe afgewezen zijn. De bezwaren waren immers niet van de minste: er was het enorme leeftijdsverschil tussen Leopold en het meisje. Leopold was veertig jaar oud, Louise-Marie nauwelijks negentien. Boven- dien zag de koning der Belgen er nog een stuk ouder uit dan zijn werkelijke leeftijd. Er was het verleden van Leopold dat hij als een zware last met zich meedroeg. Leopold was immers weduwnaar. Daarbovenop was er een belangrijk godsdienstig verschil: Leo- pold was protestants, Louise katholiek. En niet zomaar katholiek, ze was diepgelovig. Volgens royaltywatcher Jan van den Berghe had ze zelfs de ‘devotie van haar moeder’. Kortom, er moest fel aangedrongen worden om de hand van het Franse meisje te ver- krijgen. Volgens Henriëtte Claessens klopt dit echter niet met de werke- lijkheid: ‘Deze opvatting schijnt op fantasie of slechte informa- tie te berusten’, schrijft ze. Volgens haar werpt de briefwisseling tussen Charles Le Hon, Belgisch minister in Frankrijk, en Leo- pold een nieuw licht op de zaak. Die briefwisseling moet aanto- nen dat de ouders van Louise vanaf het begin helemaal gewon- nen waren voor een verbintenis. Misschien is het misverstand wel ontstaan doordat Louise zelf een huwelijk met die oude vreemde man niet zag zitten. Jan van den Berghe schrijft hierover het volgende: ‘Met huiver ziet de jonge Franse prinses de echtverbintenis met de veel oudere Leo- pold tegemoet. Ze is preuts opgevoed en ongelukkig omdat ze in een mariage de convenance moet stappen.’ Ook Le Hon noteert bij een van zijn bezoeken aan de Franse familie dat Louise-Marie ‘er niet gelukkig uitziet’. Ze reageert volgens hem ‘uiterst terughoudend’ en hij bemerkt een ‘zekere melancholie’. Grappig is dat Claessens dit onterecht vindt: ‘Elke jonge vrouw zou immers gek van vreugde zijn een koning als echtgenoot te krijgen.’ Ook tijdens het huwelijk zelf op 9 augustus 1832 is de sfeer eer-
  • 9. 16 17 van haar ouders afgenomen, waarop die in Engeland konden ver- blijven. Dat vond Louise-Marie helemaal niet erg. Ze kon nog terugvallen op een mooie bruidsschat van 120.000 frank, omge- rekend ongeveer 420.000 euro. Haar uitzet telde zevenentwin- tig bagagewagens met onder andere 286 paar kousen en een halssnoer dat toen geschat werd op 411.736 frank. Louise had een eenvoudige stijl, zeer tegen de zin van haar echt- genoot. Hij vroeg haar om eleganter en prestigieuzer door het leven te gaan. Zelf had hij er geen probleem mee om zich tot zes keer per dag om te kleden. Leopold I was, in tegenstelling tot zijn echtgenote, een zeer ijdel man. Louise-Marie droeg meestal als enige juwelen een kruisje en een ring die haar herinnerden aan hen die haar dierbaar waren. Tij- dens het nieuwjaarsfeest van 1826 had ze van haar vader een dia- manten halssnoer en van een tante een diamanten speld gekre- gen. ‘Voor mij zijn diamanten als gebroken glas en ik vind het onzinnig er zoveel geld aan uit te geven’, bekende ze enkele jaren later. Na een tijdje schikte ze zich naar de vraag van haar man en ging ze zichzelf meer ‘versieren’. De koninginnen en prinsessen die na haar kwamen, hielden meer van juwelen. Leopold I en de loge Tot op het einde van zijn leven was Leopold I protestants. ‘Of hij een overtuigde vrijmetselaar was, is minder zeker’, stelt Jan Van den Berghe in God in Laken. Hij verwijst naar het erelidmaat- schap van Leopold van de Zwitserse loge Zur Hoffnung in Bern. Leopold werd er geïntroduceerd door zijn vriend, de Zwitserse arts Rudolf Abraham. Volgens Jean Van Win was Leopold geen praktiserende vrijmet- selaar. Van Win noemt hem in Un roi franc-maçon: Léopold Ier de Belgique een maçon op papier, of een vrijmetselaar van gips. ‘Dat laatste refereert aan een standbeeld van hem als vrijmetselaar’, verduidelijkt Van den Berghe. Maar meer dan machteloos toekijken aan het sterfbed, konden deze artsen niet. Volgens historicus Vincent Dujardin worden bij de bekendma- king van het overlijden in Nederland ‘allerlei feestelijkheden’ georganiseerd. De verklaring die hij hiervoor geeft is de vol- gende: in ons land is er een sterke orangistische stroming. De orangisten in Nederland dromen ervan dat België opnieuw ver- overd kan worden en ze hopen dat het overlijden van de troonop- volger een opsteker is voor hun eisen. Het laatste orangistische complot zal plaatsvinden in 1841. Door het overlijden van prins Lodewijk-Filips komt België in 1834 opnieuw zonder troonopvolger te zitten. Lang zal dat niet duren. Koning Leopold zal de begrafenisplechtigheid van zijn zoon niet bijwonen. Zijn overlijden brengt de dood van zijn eerste vrouw, Charlotte Augusta van Wales, de Britse kroonprinses die stierf gedurende haar bevalling van de doodgeboren zoon van Leopold, weer in herinnering. koningin Louise-Marie schreef hierover ‘dat de oude wonden opnieuw werden opgereten’. De kleine doodskist, bekleed met wit fluweel, werd bijgezet in de grafkelder van de Hertogen van Brabant in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele, maar na het overlijden van zijn ouders werd het stoffelijk overschot van de kleine prins ver- plaatst naar de koninklijke crypte van Laken, waar hij naast zijn ouders kwam te liggen. In 1835 werd Leopold geboren, die later zijn vader zou opvolgen als Leopold II van België. Een koningin die niet van juwelen houdt Koningin Louise-Marie, de tweede echtgenote van koning Leo- pold I en eerste koningin der Belgen, kreeg een mooie bruids- schat, maar volgens Christophe Vachaudez, auteur van Konink- lijke juwelen, moest ze heel wat juwelen terugbezorgen aan de Engelse schatkist. Napoleon III had namelijk alle bezittingen
  • 10. 18 19 jaarbudget van het fonds bedraagt dus omgerekend 12.500 euro. Ter vergelijking: het ‘eenvoudige’ rijtjeshuis in de Langestraat te Oostende wordt voor de koninklijke familie gehuurd voor een jaarbedrag van 3000 frank. De huurprijs is dus hoger dan de bij- drage aan het hulpfonds van de koningin. De slagkracht van het fonds is dus erg beperkt. Louise-Marie noteert alle uitgaven van het fonds in een boekje. Tot in de kleinste details: de luiermand en de wollen luiers voor mejuffrouw Estampe kosten elf frank. Schoenen voor het hele gezin Vogel komen op 21 frank en zestien centiem. Het fonds betaalt negen maanden huur voor een weduwe met vijf kinde- ren. De totale huurprijs bedraagt 63 frank. Voor een ‘arme die zich schaamt’ trekt ze elf frank uit. Het zijn druppels op een hete plaat. ‘Deze keurige notities zijn de stille getuigen van het leed en de ellende in een tijd die ongelooflijk hard moet zijn geweest’, ana- lyseert Kerckvoorde terecht. ‘Door de overheid was geen enkele steun voorzien.’ Alle hulp moest komen van spontane privé-lief- dadigheid. Armoede en ontbering lagen overal op de loer. ‘De behoeftige weduwe, de ongehuwde moeder, de gehandicapte, de zieke en de bejaarde zijn vaak tot de bedelstaf veroordeeld.’ Zeelucht wordt Louise-Marie fataal Het huwelijk tussen Leopold I en Louise-Marie wordt gesloten op 9 augustus 1832. Oorspronkelijk was het feest voorzien op 21 juli 1832, op de eerste verjaardag van de troonsbestijging van Leo- pold, maar om onduidelijke redenen wordt het huwelijk enkele weken uitgesteld. Wellicht wordt tot op het eind tussen beide partijen onderhandeld over geld. ‘Beide vorsten zijn notoire pot- schrapers’, weet Jan van den Berghe. Louise krijgt al snel de bevestiging van haar ergste vermoedens. Ze vindt het huwelijk met Leopold maar niets en laat er zich in haar talrijke brieven aan haar moeder dan ook erg vaak laatdun- In België ontstaat er vanaf 1830 zeker een merkwaardige situatie in de werkplaatsen: Belgicisten staan er lijnrecht tegenover oran- gisten. ‘Enkele Vlaamse werkplaatsen blijven trouw aan het Huis van Oranje’, weet Van den Berghe. Ondanks het devies is er in ons land nooit veel eenheid geweest. In 1833 richten de Belgischgezinde werkplaatsen Le Grand Orient de Belgique, het Grootoosten, op. Artikel 12 van de statu- ten verwijst specifiek naar koning Leopold I. In navolging van Jean Van Win besluit Van den Berghe dat Leo- pold geen overtuigde vrijmetselaar was. ‘Hij heeft nooit bijeen- komsten in een van de Belgische werkplaatsen bijgewoond.’ Die conclusie is voorbarig. Op een schilderij wordt de vorst afge- beeld met het lint van ridder Kadosh. Dat bewijst dat de koning is opgeklommen tot de hoge dertigste graad in de Schotse ritus van de vrijmetselarij en wel degelijk een actief lid was van de loge. Louise-Marie richt een kantschool op Wat moet een koningin doen afgezien van troonsopvolgers baren? Op advies van haar eredame Zoë Vilain XIIII richt Louise in 1833 een katholieke school op. Vierhonderd meisjes krijgen er gratis onderwijs. Aan de school in de Pastoorsstraat wordt een kantschool toegevoegd. ‘De destijds zo bloeiende Brusselse kant- nijverheid is, na de Franse en Hollandse periode, (dan) haast vol- ledig uitgestorven en de koningin is daar bezorgd over’, noteert Mia Kerckvoorde in Marie-Henriette. De schaars overgebleven bejaarde Brusselse kantklossters moeten de jonge meisjes de kneepjes van het vak leren. In haar testament bepaalt Louise- Marie dat Zoë Vilain XIIII zich na haar dood verder zal blijven inzetten voor de school. Zoë Vilain XIIII leidt ook het fonds voor de hulp van de konin- gin. ‘Conway stort viermaal per jaar 600 frank (vandaag: 126.000 frank of ruim 3000 euro)’, weet Kerckvoorde. Edou- ard de Conway is secretaris en hoofd van de Civiele Lijst. Het
  • 11. 20 21 nauwelijks achtentwintig als ze haar laatste kind, Charlotte op de wereld brengt. De zwangerschap zelf is moeilijk. Ze moet de laatste maanden op doktersbevel het bed houden. Als ze elders in het paleis moet zijn, wordt ze vervoerd in een kruiwagen. Na die laatste zwangerschap is Louise-Marie fel verzwakt. Ze zal nooit helemaal recupereren. Ze heeft een chronische hoest en ondervindt spijsverteringsproblemen. Wellicht heeft ze op dat moment al tuberculose. Leopold schrijft in 1842 dat ze dan ‘al te lang hoest’. Op het einde van haar leven kent de eerste koningin van België niet veel vreugde meer. Prinses Metternich noteert in 1849 dat Louise er niet gelukkig uitziet. Een jaar later krijgt Louise-Marie de finale klap als ze hoort dat haar vader Louis-Philippe is overle- den. Hij heeft de troonsafstand nooit verwerkt. Van dan af gaat het snel. Leopold besluit de koningin over te brengen naar Oostende. Volgens hem zal de zuivere zeelucht haar longen goed doen. Kwatongen beweren dat hij hierdoor het overlijden van Louise-Marie alleen maar heeft bespoedigd. Vol- gens sommigen is het een absurde en onbegrijpelijke beslissing. Hoe dan ook heeft de verhuis naar Oostende Louise-Marie de genadeslag gegeven. Ze is zo ziek dat ze niet meer naar haar kamer kan stappen. Ze moet in een mand met een katrol omhoog gehesen worden. In de ochtend van vrijdag 11 oktober 1850 over- lijdt ze, nauwelijks achtendertig jaar oud. ‘Leopold I weet hoezeer hij haar verwaarloosd heeft en beseft heel goed dat hij haar onvoldoende lief heeft gehad’, schrijft his- torica Claessens. ‘Zijn geweten knaagt want als hij ’s avonds in de gietende regen op de dijk loopt, zien de enkele wandelaars een verouderde, trieste en wanhopige man, weggedoken in zijn lange jas, als was hij beschaamd.’ kend over uit. Nauwelijks een maand getrouwd schrijft ze: ‘Ik ben nog niet bekeerd tot de noodzaak van het huwelijk en ik ben minder dan ooit geneigd tot het matrimonium (huwelijksleven).’ Midden september schrijft ze naar moeder dat ze zelfs een afgrij- zen gekregen heeft van het huwelijk. Als ze op voorhand geweten had wat het inhield, was ze nooit getrouwd. Een jaar later schrijft ze: ‘Eén jaar na het gruwelijke afscheid in Compiègne. Droevige verjaardag!’ Leopold houdt niet van Louise-Marie, hij is hoogstens bezorgd. Leopold heeft de dood van zijn vorige vrouw, de Engelse Char- lotte, immers nooit helemaal kunnen verwerken. Volgens hem waren de maanden met haar de gelukkigste van zijn leven. Hij idealiseert zijn eerste vrouw. Louise-Marie legt zich daar bij neer. Ze hangt zelfs een portret van Charlotte in het privé-apparte- ment in het paleis om haar man te behagen. Voor Leopold is de relatie met zijn vrouw louter functioneel. Ze moet zorgen voor een goede band met Frankrijk en uiteraard moet Louise-Marie zo snel mogelijk kinderen baren. Leopold wil een troonopvolger. De voortzetting van de dynastie is voor hem bijna een obsessie. Hij weet dat dit de beste manier is om de monarchie te verstevigen. Met de gezondheid van Louise-Marie gaat het steeds slechter. Een eerste psychische opdoffer krijgt ze als haar lievelingszus Marie in 1839 overlijdt na de geboorte van haar eerste kind. De diagnose die wordt gesteld is tuberculose. Ze schrijft haar moe- der dat ze de beste en meest geliefde helft van haar leven verlo- ren is. Een extra klap volgt als haar broer Ferdinand, de hertog van Chartres, op 13 juli 1842 dodelijk verongelukt met zijn koets. Louise-Marie zal de dood van haar broer nooit helemaal verwer- ken. In 1847 overlijdt haar lievelingstante Adélaïde. Leopold heeft weinig begrip voor het verdriet van zijn echtge- note. Hij vindt dat ze zich te veel laat gaan. Haar problemen zijn volgens de koning van psychische aard. Louise-Marie voelt zich na haar zwangerschappen oud. Ze is
  • 12. 22 23 Hoe 21 juli de nationale feestdag wordt In 1847, toen kroonprins Leopold twaalf jaar werd en officieel tot het regiment van de grenadiers werd toegetreden, kreeg hij een cadeau dat kon tellen: voor zijn plezier werd voor het eerst een militair luik aan de ‘Glorieuze Septemberfeesten’ toegevoegd. Van een defilé was geen sprake. Wel werd met niet minder dan zestienduizend soldaten en vierenvijftig kanonnen een nepge- vecht opgevoerd. Hoewel, nep... er werd geschoten met echte munitie! ‘Het mag dan ook niet verbazen dat er die dag twee doden vielen voor de show van de latere Leopold II’, noteert royal- tywatcher Tim t’Kint op zijn blog. De kroonprins zelf maalde hier niet om. Hij was vooral tevreden met het machtsvertoon dat door de bevolking en de buurlanden gezien was. De nationale defensie zou een obsessie worden voor de latere Leopold II. Over de Glorieuze Septemberfeesten valt ook een en ander te vertellen. Op 3 augustus 1830 vallen orangistische rebellen het wettelijke gezag in Brussel aan. De overheid reageert hier eer- der onhandig op. Dagenlang zijn er schermutselingen en in de nacht van 26 op 27 september, na vier dagen van felle straatge- vechten geeft het leger van Willem I der Nederlanden de stad op. Korte tijd later kondigen de rebellen de afscheiding en hun onaf- hankelijkheid af. Een jaar later wordt Leopold bereid gevonden koning te worden van het nieuwe land, nadat hij een stevig jaarloon en garanties had bedongen. Al in 1831 wordt de Belgische opstand herdacht. Dat gebeurt tij- dens de zogenaamde Glorieuze Septemberfeesten die plaatsvin- den van 23 tot en met 26 september, de dagen waarop de rebel- len het Hollandse leger versloegen. Het Martelarenplein vervult tijdens die jaarlijkse feesten een centrale rol, aangezien het plein nauw verbonden is met de opstand. ‘Het was immers onmogelijk tijdens de gevechten in de stad de slachtoffers buiten de stad te brengen. De 466 gesneuvelde Belgische vrijheidsstrijders wer- den dus in Brussel zelf begraven, op het Sint-Michielsplein. Dat Turen naar de koninklijke urine We zijn 1850 en Leopold I is weduwnaar. Hij zal zijn veel jongere echtgenote ruim vijftien jaar overleven. In de zomer van 1865 – hij is dan net geen vijfenzeventig jaar – begint het bergaf te gaan met zijn gezondheid. Hij vertrouwt zijn vertrouwensman Conway toe dat hij ’s nachts geen oog meer dicht doet. ‘Het is alsof de duivel me vastgrijpt’, fluistert de vorst. De liberale advocaat Alphonse Vandenpeereboom, op dat ogen- blik minister van Binnenlandse Zaken, houdt een dagboek bij waarin hij alles wat hij over de koning hoort, noteert. Een opmerkelijk detail is dat Leopold I in glazen urineert die in zijn toiletkamer staan. Niemand mag de glazen legen vooraleer hij gedurende verscheidene dagen de inhoud ervan zorgvuldig bestudeerd heeft. ‘De enige persoon die bij de koning binnen mag, altijd, op elk uur, is een oude meid die de nachtspiegel en de glazen met urine leegt’, schrijft Vandenpeereboom. Volgens de minister is de koning een ‘belachelijke hypochonder’. Leopold I bestudeert zijn urine in de hoop een betere diagnose te stellen dan zijn artsen, want hij heeft niet het minste vertrou- wen in de geneeskunde. ‘De dokters fantaseren er maar op los, ze hebben de meest tegengestelde opinies’, verklaart de vorst. De gezondheidstoestand van Leopold I gaat verder achteruit. In november noteert Vandenpeereboom: ‘De toestand van de koning wordt meer en meer onrustwekkend. De buikloop wordt heviger, de tong is droog, er is geen verbetering in zicht.’ Volgens historica Henriette Claessens wil de koning sterven als een oude winterse eik, alleen en rechtop. Op 10 december over- lijdt hij in zijn bed. Hij is in het gezelschap van zijn schoondoch- ter Marie-Henriette en de protestantse dominee Becker.
  • 13. 24 25 In 1857 huwt ze met Maximiliaan, de aartshertog van Oostenrijk. Op 3 oktober 1863 krijgt deze de keizerskroon van Mexico aange- boden. Het blijkt een vergiftigd geschenk. Hun Mexicaanse avon- tuur mislukt. Nauwelijks vier jaar later wordt de keizer van Mexico gefusilleerd. De schok zou de labiele Charlotte in de waanzin stor- ten. Haar oudste broer Leopold II koopt met haar geld het kasteel van Bouchout bij Meise en sluit zijn zuster er definitief in op. Is de waanzin van Charlotte veroorzaakt door de dood van haar man of door giftige Mexicaanse planten? In 1867, Charlotte is dan 27, stelt psychiater Bulkens vast dat de prinses vergiftigd is. In de Franse krant Le Figaro verschijnt een artikel waarin dezelfde these naar voor wordt geschoven. Het gaat om inheems (Mexicaans) gif. Ook Michel de Grèce denkt dat Charlotte ver- giftigd werd. Hij schuift in het boek L’impératrice des adieux de substantie toloache naar voor. Een andere mogelijkheid waarmee rekening wordt gehouden is die van een verkeerd gedoseerd afrodisiacum. Volgens Jos Pau- wels maken Charlotte en Maximiliaan in Mexico kennis met kruiden en planten van de indianen. Een voorbeeld is de ‘red gumbolimbo tree’ of ‘chacah’. ‘Carlota (de Spaanse naam van Charlotte) experimenteert met deze planten vanuit haar drang naar opheffing van de druk en vanwege de spirituele mogeli- jkheden’, schrijft Pauwels in De waanzin van Charlotte. Andere mogelijke planten die de prinses leerde kennen zijn de peyotl en de humito. ‘Carlota gaat in haar honger naar intensere ervarin- gen steeds verder. Ze gaat té ver’, besluit de auteur. Charlotte zelf beschuldigt haar echtgenoot Maximiliaan. ‘Het is mijn man die me wil ombrengen. Hij heeft me laten vergiftigen op mijn reis naar Yucatán’, roept ze uit. Later denkt de prinses dat iedereen haar wil vergiftigen. Water drinkt ze alleen uit een openbare fontein. Ze heeft voortdurend hallucinaties en vol- gens artsen zou ze door het innemen van bepaalde planten zelfs onherstelbare hersenschade hebben opgelopen. Charlotte sterft op 19 januari 1927, zonder ooit nog het domein van Meise te hebben verlaten. massagraf werd voortaan het Martelarenplein genoemd’, noteert t’Kint. De rouwdienst voor de overleden vrijheidsstrijders en de rouwstoet naar het Martelarenplein werden de basis van de Sep- temberfeesten, die de herinnering aan de revolutie levendig hiel- den. Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid in 1880 besloot de koning echter om de nati- onale feesten voor het eerst naar augustus te verplaatsen. Neder- land was ondertussen immers een bevriende natie geworden en de Septemberfeesten, waarop de erg anti-Hollandse opstand werd herdacht, waren een risico voor de stabiliteit van zijn troon geworden. In plaats daarvan kwamen de Augustusfeesten. De zestiende augustus werd de officiële nationale feestdag. De bevolking kreeg die dag betaald verlof, en de twee dagen daarna nog twee onbetaalde feestdagen. De Augustusfeesten kenden echter nooit een groot succes. Anders dan in september, waar men de Belgische Revolutie her- dacht, was er in augustus geen historische gebeurtenis die men kon herdenken. Bovendien waren de hoogwaardigheidsbekle- ders vaak de stad uit om te genieten van de zomer. De Augustus- feesten bleven slechts tien jaar bestaan. Door het gebrek aan succes besloot Leopold II tenslotte om de nationale feestdag voortaan op 21 juli te vieren. Exact op die dag legde zijn vader, Leopold I in 1831 de eed af. Zo werd 21 juli de officiële Belgische nationale feestdag, maar ook op de twee daar- opvolgende dagen werden er feestelijkheden ingericht. Keizerlijke experimenten met geestverruimende planten Prinses Charlotte is de dochter van Leopold I. Ze wordt op 7 juni 1840 geboren. In eerste instantie is haar vader niet erg gelukkig. Hij had immers vurig op een derde mannelijke troonsopvolger gehoopt. Toch verovert het meisje geleidelijk aan het hart van haar stuurse vader. Ze is bovendien erg ijverig, intelligent en mooi.
  • 14. 26 27 Volgens Robert Goffin heeft het Belgische koningshuis een afspraak gemaakt met Franz-Jozef, de vader van Maximiliaan, om zich na de bevalling over het kind te ontfermen. ‘Er was wel één voorwaarde’, schrijft Goffin in Charlotte: l’impératrice fantôme. Het kind mocht geen koninklijke privileges ontvangen en niemand mocht weten dat het een kind van Charlotte was. De jongen vormde immers, als officiële ‘nazaat’ van Maximiliaan, een bedreiging voor Franz-Jozef. De jonge Weygand zal snel carrière maken en tijdens WOI opperbevelhebber van het Franse leger worden. Hij geniet hoge bescherming van het Belgische Hof en krijgt een jaarlijkse toe- lage. Er zijn tal van aanwijzingen dat Weygand wel degelijk de zoon is van prinses Charlotte en kolonel Van der Smissen. De gelijkenis tussen Van der Smissen en Weygand is treffend. Beide mannen lijken zelfs zo sterk op elkaar, dat het bijna onmogelijk is om ze uit elkaar te halen. Leopold III zou Van der Smissen tijdens een gesprek met Gilbert Kirschen zelfs openlijk de vader van Weygand noemen en bij het overlijden van prinses Charlotte in 1927 krijgt Weygand de boodschap ‘dat het uw moeder is die komt te sterven’. Ook prins Karel weet dat Weygand een zoon is van Charlotte. Dat vertelt hij aan Louise Bricmont. Volgens Karel kwam Weygand zijn moe- der regelmatig opzoeken in het kasteel van Bouchout. Volgens de prins had ze toen haar helderste momenten. Is Weygand het kind van Charlotte en Van der Smissen? ‘Alles wijst erop’, besluit Pauwels. Alleen mag dit nooit officieel beves- tigd worden. Officieel heeft prinses Charlotte, keizerin van Mexico, geen kinderen op de wereld gezet. De kleptomane neigingen van de jonge prins Leopold Leopold II is geboren in 1835. Zijn vader Leopold I vindt hem maar een rare snuiter. In 1860 is de vijfentwintigjarige prins op reis. Archivaris Gustaaf Janssens schrijft in Nieuw licht op Leo- De prinses en de kolonel Op 21 januari 1867 wordt door dokter Louis Laussédat in Brussel een jongetje aangegeven. Hij is een zoon ‘van een vader en moe- der van wie de namen niet gekend zijn door de aangever’. De jon- gen wordt niet gedoopt. Is hij al eens eerder gedoopt? Bijvoorbeeld onmiddellijk na de bevalling van prinses Charlotte in paleis Mira- mar? De jongen is de latere Franse generaal Maxime Weygand. In april 1866 bevindt prinses Charlotte zich in Mexico. Maximi- liaan is op vlinderjacht. De prinses vertoeft er in het gezelschap van de Belgische kolonel Van der Smissen, aanvoerder van een groepje vrijwilligers dat Charlotte en Maximiliaan moet bescher- men. Van der Smissen maakt nachtelijke boottochtjes met Char- lotte. Hij wordt ook regelmatig door haar ontvangen. Is hij de vader van Maxime? Op 13 juli 1866 reist Charlotte per schip naar Europa om hulp te vragen voor haar Mexicaanse project. Op 8 augustus bereikt ze de haven van Saint-Nazaire in Frankrijk. Onmiddellijk daarna voert ze gesprekken met Napoleon. Ondanks de hitte draagt ze een mantel. Om haar bolle buikje te verbergen? Ze moet dan een viertal maanden zwanger zijn. In september 1866 voert ze ook gesprekken met de paus. Tevergeefs. ‘Todo es inutil’, seint ze naar haar echtgenoot in Mexico. Ze is bang om vergiftigd te wor- den. Wil ze de vrucht in haar schoot beschermen? Vanaf 9 oktober wordt Charlotte na de breuk met Maximili- aan door de familie van haar man in het kasteel van Miramar bij Trieste ‘gevangengehouden’. Volgens Jos Pauwels is er geen bezoek toegelaten. Deze afzondering is volgens hem ‘onbegrijpe- lijk’. In Miramar hadden slechts enkele personen toegang tot de zwangere Charlotte. Haar kamermeisje Amalia Ströger bijvoor- beeld. Zij wordt op 2 juni 1867 dood aangetroffen: ze heeft zich opgehangen. Zelfmoord of moord? Het tweede kamermeisje van Charlotte, Mathilde Doblinger sterft enkele weken later. Ze is vergiftigd. Alle getuigen van de zwangerschap van Charlotte worden om het leven gebracht.
  • 15. 28 29 Leopold II zet alles op het spel voor ‘zijn’ Congo Leopold II is een koppige, halsstarrige man, maar dat wist u wel- licht al. Volgens hem slijt een idee wanneer je er eeuwig over blijft praten zonder er iets aan te doen. Leopold heeft beslist om in het hart van Afrika een koloniaal rijk te stichten en ‘voorgoed het vaandel van de beschaving te planten in de bodem van Mid- den-Afrika’. ‘Hij zet zijn hele fortuin in op Congo en riskeert een persoonlijk bankroet met zijn missie om beschaving en welzijn te brengen aan de inboorlingen’, schrijft Patrick Roegiers in De spectaculaire geschiedenis van de Belgische koningen. Om dit, volgens alle poli- tici, waanzinnige plan met eigen middelen te bekostigen, ver- plicht de monarch zijn eigen gezinsleden op bescheidener voet te leven. ‘Hij schrapt een gang uit het avondmaal’, weet Roegiers. ‘Hij gaat zover dat hij de nieuwjaarsgeschenken voor de leden van zijn kabinet afschaft.’ De besparingen zijn onvoldoende. Congo blijft in een razend tempo geld opslokken. Leopold II is bereid alles op het spel te zetten voor zijn Congo, zelfs om te liegen en te bedriegen. In 1890 stelt de vorst zijn tes- tament op. Hij beslist om Congo aan België te ‘schenken’ op voorwaarde dat hij een lening van 25 miljoen frank (5,55 miljard frank of 137,5 miljoen euro) krijgt. Op 9 juli wordt de inhoud van het testament aan de Kamer bekendgemaakt. De volksvertegenwoordigers stemmen in met het verzoek van de vorst, die het spel hard speelt. Om de bevolking om de tuin te leiden, wordt het testament geantidateerd. Het draagt de datum van 2 augustus 1889. ‘De koning wil niet dat er een verband gelegd wordt tussen zijn wilsbeschikking en de toekenning van de lening’, schrijft de nochtans royalistische auteur Jo Gérard in De dames van Laken. Het parlement voorziet de mogelijkheid om Congo na tien jaar te annexeren indien Leopold de lening niet kan terugbetalen. Dat is niet nodig. Door de uitvinding van de rubberband begint Congo eindelijk geld op te brengen. De koning heeft gegokt en gewonnen. pold I & II dat de jonge Leopold op de terugweg van Constantino- pel naar ons land nog even halt houdt in Athene. Op de Acropolis raapt Leopold een steen van het Parthenon op. Die steen zal de basis vormen voor de beroemde presse papier die Leopold aan minister Frère-Orban zal overhandigen. De steen is dan voorzien van een portretmedaillon van Leopold en het opschrift ‘Il faut à la Belgique une colonie’. België heeft dus vol- gens de jonge Leopold een kolonie nodig. Leopold had net daarvoor nog een andere streek uitgehaald. Begin juni was hij op bezoek bij de sultan Abdul-Majid I van Constantinopel (Turkije). De reis neemt volgens Joseph Tordeur ‘een slechte wending’. In de bagage van Leopold worden voor- werpen aangetroffen die eigendom zijn van zijn gastheer. Kris Clerckx, auteur van Reizen in het spoor van Leopold II, weet dat het gaat om waardevolle waterpijpen uit het paleis Dolmabaçe van de sultan. Die waterpijpen zijn bijzonder kostbaar omdat ze met diamanten bezet zijn. De Britse pers springt op de zaak, beschuldigt de prins van dief- stal en brengt volgens Tordeur ‘de directe opvolger van de Bel- gische troon veel schade toe’. Ook Rusland kijkt geïnteresseerd toe. De relaties met Turkije zijn op dat ogenblik niet al te best. ‘Volgens Leopold ging het daarbij om een grote vergissing, maar niet zo volgens de Britse pers’, vervolgt Clerckx. De zwakke ver- dediging van Leopold junior is dat hij dacht dat de waterpijpen een geschenk waren van zijn gastheer. Vader Leopold I is woest als hij hierover leest. In een brief aan zijn zoon schrijft de koning dat hij ‘het betreurt dat zijn zoon de zaak heeft verpest’. Volgens de vorst spreekt iedereen over de affaire. Leopold I beseft wel dat hij de zaak beter blauw blauw kan laten in plaats van te reageren: ‘Artikels die dit willen recht- zetten zijn schadelijker dan nuttig’. Leopold I weet dat eventuele ‘rechtzettingen’ de kwaadwillende nieuwsgierigheid alleen maar zullen aanwakkeren. Later zal Leopold II zijn diefstallen beter inkaderen.
  • 16. 30 31 Leopold II schrijft letterlijk: ‘Ik vraag u om aan de leden van het parlement mijn abdicatie te willen meedelen.’ Volgens Denec- kere was dit een tactiek om zijn slag vooralsnog thuis te halen. De chantagepoging mislukt. En de koning bleef zitten waar hij zat: op de troon. De geheime financiële transacties van Leopold II Na de geboorte van prinses Clémentine in 1872, een derde doch- ter, is Leopold zo ontgoocheld dat hij zich nog meer op het werk stort. Er wordt wel gedacht aan het wijzigen van de Salische wet om de oudste dochter van de koning op de troon te brengen, maar dat project sneuvelt al snel. De teleurgestelde koning probeert op alle mogelijke manieren van Congo een succesvol project te maken. Freud zou spreken van sublimatie. Maar weet zijn echtgenote wel wat hij allemaal doet? Marie-Henriette, echtgenote van Leopold II, kan onmogelijk een volledig beeld hebben gehad van de werkelijke financiële situatie van haar man. Hiervoor werkt hij teveel achter de schermen. Leopold II begon al snel met die geheime financiële transacties. Een illustratie hiervan vinden we reeds in 1864 terug. Vader Leo- pold I is dan nog aan de macht. Vertrouweling Adrien Goffinet koopt een huis in de Wetenschapsstraat. ‘Die aankoop gebeurt met het geld dat Goffinet door de hertog van Brabant (Leopold II) ter beschikking was gesteld’, schrijft Gustaaf Janssens in Nieuw licht op Leopold I & II. Goffinet aanvaardde de som van 100.000 frank ‘op voorwaarde dat niemand ooit zou te weten komen dat deze aankoop op deze wijze was gebeurd’. Een tweede woning in de Montoyerstraat wordt negen jaar later in 1873 onder dezelfde voorwaarden gekocht. ‘Er was met de koning (Leopold II) overeengekomen dat niemand, ook niet de Graaf van Vlaanderen (Filips), zou mogen weten hoe Adrien Goffinet zijn twee woningen had aangekocht en niemand mocht weten dat het ‘Dat ze een andere koning zoeken’ In 1865 wordt Leopold II de tweede koning der Belgen. Ruim twee decennia later, in 1886, is hij de wanhoop nabij. De kos- ten van zijn Congolese project swingen de pan uit. Tijdens een gesprek met zijn vertrouwensman Adrien Goffinet op 17 maart 1886 denkt Leopold II zelfs aan het opgeven van de troon. Goffinet schrijft over dit gesprek dat Leopold politicus Auguste Beernaert onder druk zette door te dreigen met troonsafstand indien de Belgen niet mogen intekenen op een lening. Leopold heeft het geld van die lening dringend nodig voor zijn Congo. Goffinet slaagt erin om het idee van abdicatie uit het koninklijke hoofd van Leopold II praten. Volgens Goffinet zou dit aftreden enkel een teken van onmacht (‘incapacité’) van de koning zijn. Op 2 december 1886 heeft Goffinet opnieuw een vergadering met Leopold. Weer dreigt de koning met troonsafstand. De lening is er nog steeds niet en de vorst wil ‘geen miljoenen (van zijn privévermogen) meer in Congo pompen’. De koning heeft nog eens aan Beernaert verklaard: ‘Als ik niet geholpen word (…) trek ik me terug.’ Leopold wil geen koning meer zijn van het in zijn ogen ‘decadente’ België en zeker geen ‘ruïne’ voorzitten. ‘Ik verlaat de partij’, verklaart Leopold. ‘Het land is verloren. Dat ze een andere (koning) zoeken.’ De koning geeft Goffinet mee dat hij zelfs al gedacht heeft aan zijn toekom- stige verblijf. Het blijft bij dreigen. Blaffende koningen bijten niet. Zeven jaar later, op 18 april 1893, keurt het parlement het alge- meen meervoudig stemrecht goed. Volgens historica Gita Denec- kere is dat ‘onverwacht’. Leopold II had vooraf aangedrongen op de ‘koppeling van het koninklijk referendum aan de grondwets- herziening’, schrijft Deneckere. In een dergelijk referendum kan de vorst de mening van het volk vragen. Bij de besluitvorming in het parlement wordt met de wensen van Leopold II evenwel geen rekening gehouden. Leopold II is woest en wil opnieuw troonsafstand doen. Hij schrijft dan ook zijn ont- slagbrief aan de voorzitters van Kamer en Senaat.
  • 17. 32 33 Is Leopold II de grootvader van Hergé? Georges Remi, beter gekend onder zijn artiestennaam Hergé, wordt geboren op 22 mei 1907. De grootvader van Hergé zou vol- gens sommigen wel eens Leopold II kunnen zijn. De grootmoeder van Hergé is in elk geval Marie Dewigne. In 1882 bevalt ze van een tweeling, Léon en Alexis. ‘Vader onbe- kend, volgens de toen gebruikelijke formulering’, schrijft Hergé- biograaf Pierre Assouline. Marie Dewigne werkte als huishoudster op het landgoed van de familie Errembault de Dudzeele. Leopold II bezocht dit landgoed op geregelde tijden. Maar is hij de vader van de tweeling van Dewigne? Philippe Goddin ontkracht deze mythe in Hergé, Lignes de vie: de grootvader van Hergé is ene Alex Coismans die zelfs aangifte van de geboorte van de vader van Hergé, Alexis Remi, gedaan heeft. Toch komt Hergé uiteindelijk in contact met het paleis. In 1936 verklaart koning Leopold III dat hij met België een onaf- hankelijke militaire koers wil varen. De jonge Georges Remi stuurt de koning een lovende brief1 . In de brief drukt de jonge Hergé zijn bewondering uit voor de koning en schaart zich voluit achter de nieuwe zelfstandigheidspolitiek van België. Het is het begin van een lange vriendschap tussen beide man- nen. Hergé zal zijn albums persoonlijk opdragen aan de konink- lijke prinsen Boudewijn en Albert. In de jaren vijftig bezoekt Hergé Leopold III in Zwitserland. Ze vissen samen aan het meer van Genève. Een pact met de duivel In het begin van de twintigste eeuw staat Leopold II onder steeds grotere druk om ‘zijn’ Congo los te laten. De kritiek op zijn onmenselijke koloniale beleid begint stilaan oorverdovend te worden. De vorst weet dat hij niet op België moet rekenen om 1 Bron: Libération fortuin van de koning en een deel van de ex-keizerin Charlotte bij de Goffinets werd bewaard’, besluit Janssens. De zogenaamde koningin van de liefdadigheid Het beeld dat het publiek over een koning of koningin heeft, is erg belangrijk. Iedere insider weet dat dit beeld goed ‘geboet- seerd’ wordt en vaak weinig of zelfs niets te maken heeft met de werkelijkheid. Ook bij gekroonde hoofden is perceptie alles. Terwijl Leopold II zich onledig houdt met Congo, zorgt zijn echt- genote Marie-Henriette voor de zwaksten in de samenleving. Zo wilde men althans doen geloven. ‘Ze staat bekend als een konin- gin die liefdadigheid bedrijft’, schrijven Misjoe Verleyen en haar collega’s in Vrouwen naast de troon. Al moet dat beeld volgens de auteurs toch enigszins bijgesteld worden. Zo is ze de ‘bescherm- vrouwe’ van een aantal kantscholen (zie eerder bij Louise-Marie). Alleen zijn die kantscholen ‘gruwelijke ateliers waar weeskinde- ren gratis tien uur per dag werken’. Een geschoold kantwerkster kan, als ze goed doorwerkt, twintig cent per dag verdienen. ‘De prijs van het goedkoopste brood’, schampert Verleyen. En dan is er nog dat ‘fantastische’ verhaal dat Marie-Henriette eigenhandig cholerapatiënten verzorgd zou hebben. ‘De grote cholera-epidemie dateert van februari 1869, een maand na de dood van de kroonprins (Leopold). De koning en de koningin zijn op dat ogenblik niet in Brussel’, noteren Verleyen en co schalks. Ook het verhaal dat de koningin gewonde Franse soldaten zou hebben verzorgd is een mythe. In 1870 is er een oorlog tussen Pruisen (Duitsland) en Frankrijk. Die mythe van ‘koningin-ver- pleegster’ komen we later bij koningin Elisabeth nog eens tegen. Dat is geen toeval: het koningshuis moet het hebben van derge- lijke zorgvuldig opgebouwde mythes.
  • 18. 34 35 Op 2 augustus komt een Duits ultimatum. Berlijn vraagt de vrije doortocht voor zijn legers op weg naar Frankrijk. ‘Het wordt een verscheurende keuze voor de regeerders (van ons land)’, weten Vandeweyer en Van den Wijngaert. Na een langdurige beraad- slaging in de regering en in de Kroonraad zegt België onder het koningschap van Albert I ‘neen’ aan Duitsland. Op 4 augustus begint de Duitse aanval. Het eerste doel van de Duitsers is de uitschakeling van Luik. De Belgische legerleiding laat zich zand in de ogen strooien. ‘De commandovoering, de inlichtingenvergaring en de bevoorrading van de Belgische troe- pen zijn ondermaats’, noteren de auteurs scherp. Koning Albert is dan al ruim vier jaar koning. Onder Leopold II was wellicht een andere beslissing genomen. Huwelijkscontract met minnares ‘in articulo mortis’ Koningin Marie-Henriette overlijdt verbitterd en eenzaam op 19 september 1902. Haar echtgenoot Leopold II zal haar ruim zeven jaar overleven. In de winter van zijn leven verwekt hij nog twee zonen bij zijn minnares Blanche Delacroix. Op 9 februari 1906 wordt Lucien geboren. Bij de burgerlijke stand wordt hij ingeschreven als ‘zoon van Delacroix Blanche, zonder beroep, drieëntwintig jaar oud en van een onbekende vader’. Elf maanden later is Blanche opnieuw zwanger van een jongen, Philippe. Leopold vertoeft steeds vaker in het buitenland met Blanche. ‘Zijn ministers moeten hem nareizen naar de Côte d’Azur’, ver- telt Jan Van den Berghe. Maar ook de machtige Leopold heeft het eeuwige leven niet. In het najaar van 1909 voelt de koning het einde naderen. Volgens nagenoeg alle historische bronnen is Leopold II medio december 1909 op zijn sterfbed getrouwd met zijn minnares Blanche Delacroix. Nochtans is dat niet helemaal correct. Leo- pold II was op dat moment op sterven na dood en hij heeft zeker hem ter hulp te komen. Enkele jaren na de eeuwwisseling – exacter kunnen we niet zijn – begint Leopold II geheime onderhandelingen met Duitsland. Hij vraagt de Duitsers om Congo te beschermen. Duitsland heeft zelf Afrikaanse kolonies in de buurt van Congo, zo gek is dat plan dus niet. In ruil biedt Leopold een vrije doortocht over het Belgisch grondgebied aan indien Duitsland zijn erfvijand Frank- rijk zou willen aanvallen. De informatie over dit plan wordt in januari 1911 bekend gemaakt in The Pall Mall Gazette. Het zogeheten Startling Report wordt ook overgenomen door de krant Indépendance Belge. Het plan van Leopold II wordt anoniem door hoge diplomaten bevestigd. Het gaat volgens hen om een compleet uitgewerkt plan. De doortocht van het Duitse leger is de zeer hoge prijs die de oude koning wilde betalen om zijn levenswerk te beschermen. Hij had er letterlijk alles voor over, zelfs een pact met de duivel. Leopold II slaagt niet in zijn opzet. In 1908 moet hij Congo tegen zijn wil loslaten. De staat België neemt het Afrikaanse gebied over. Het wordt nu ‘Belgisch Congo’. Zoals we later zullen aantonen, zal de prijs hoog zijn voor de Bel- gische belastingbetaler. Waarom het plan met de Duitsers mis- lukt, weten we niet. Tijdens de laatste dagen van juli 1914 groeit in ons land het besef dat een grote oorlog in Europa niet meer te vermijden is. Op 31 juli wordt het leger ‘op versterkte vredesvoet’ gebracht om een verdediging in alle richtingen mogelijk te maken. ‘België heeft immers geen vijanden en moet slechts de onschendbaarheid van zijn grenzen verzekeren, desnoods met wapengeweld’, schrijven historici Luc Vandeweyer en Mark Van den Wijngaert in België, een land in crisis: 1913-1950. Het plan van Duitsland ligt in 1914 al jaren vast: om de komende oorlog te winnen moet het keizerlijke leger de Fransen zo snel mogelijk verslaan. De Belgische neutraliteit is van ondergeschikt belang. ‘Het zal van de Belgen afhangen of er daarbij gevochten wordt of niet’, leggen de auteurs uit.
  • 19. 36 37 veel plezier binnen en na een tijdje verdwijnt ze via een van de geblindeerde deuren van de koninklijke suite’, weet Kris Clerckx. ‘La Petite was lang niet slecht. Ik heb haar goed bekeken en haar zelfs een beetje gestreeld’, vertelt Leopold aan Bataille. Snel maakt de butler voor Leopold een nieuwe afspraak. De oude koning voert het meisje dronken. ‘Hij (Leopold) sleepte het licht beschonken meisje naar een dreef en ging met haar op een bank zitten. De koning was echter te hevig en hij duwde het meisje op een onconventionele manier naar beneden. Als ik niet tussen- beide was gekomen, o God vergeef me deze opmerking, dan had hij op die marmeren bank een offer aan Eros gebracht.’ Butler Henri had de vorst dus moeten tegenhouden, zoniet had hij La Petite in het openbaar besprongen. De opgewonden Leopold spreekt diezelfde dag op een andere plaats af met La Petite om eindelijk dat offer aan Eros te kunnen brengen. Ze doen het in een kleine koets met gordijnen, weet de butler. ‘Zijn honger naar vrouwen is altijd zeer groot geweest, maar in zijn laatste levensjaren werd die wel heel groot’, schrijft Bataille in zijn memoires. ‘Beetje bij beetje transformeerde die drang zelfs tot een ware erotomanie, die voor een man van zijn leeftijd telkens weer tot zeer gevaarlijke inspanningen kon lei- den.’ Liefhebber van jonge meisjes De seksuele honger van Leopold II was zo groot dat hij zich niet beperkte tot volwassen vrouwen. Historica Anne Morelli vertelt in Knack dat ‘in de huidige maatschappij iemand als Leopold II een pedofiel genoemd zou worden’. Morelli verwijst naar de openbaringen van een Engelse onder- zoeksjournalist, William Stead, in de Pall Mall Gazette. Leopold II heeft volgens de historica ook kinderen verwekt bij een meisje van vijftien. ‘Maar dat (alles) mag nog altijd niet gezegd worden’, besluit ze enigszins ontmoedigd. geen huwelijkscontract ondertekend. Waarover gaat het dan wel? Het ‘huwelijkscontract’ van Leopold en Blanche is een verbinte- nis ‘in articulo mortis’ of op het moment van het sterven. Dé vraag is uiteraard wat de juridische waarde is van een derge- lijk huwelijk. Juristen zijn verdeeld. Volgens sommigen is dit een huwelijk als een ander. Anderen hebben meer twijfels. Eén persoon heeft altijd volgehouden dat Leopold II nooit her- trouwd is op zijn sterfbed: Prins Karel, graaf van Vlaanderen. Dat punt lag nogal gevoelig bij de prins, die van zijn broer Leo- pold (III) zelf niet mocht trouwen met zijn geliefde Jacqueline Wehrli. De erotomanie van de oude vorst Leopold II verblijft in het begin van de twintigste eeuw niet alleen bij zijn minnares Blanche Delacroix aan de Franse Azurenkust. Zeker als ze zwanger is heeft de koning nood aan andere vrou- wen. In de laatste jaren van zijn leven, vanaf 1900, verblijft Leopold II ook regelmatig in Wiesbaden, een plaats die ‘zich wist te pro- fileren als “Weltkurort” en vaak het Nice van het Noorden werd genoemd’, verduidelijkt reisjournalist Kris Clerckx. Het favo- riete adres van de vorst in Wiesbaden is Hotel Nassauerhof. Ook vandaag is het hotel een bestemming van de groten der aarde: Angela Merkel, Vladimir Poetin, zelfs de ‘asceet’ de Dalai Lama, komen er geregeld over de vloer. Leopold II mag dan oud zijn, hij beschikt nog altijd over een gezond libido. Tijdens een van zijn ‘kuren’ merkt de vorst een bijzonder mooi meisje op. Leopold vraagt aan zijn butler Henri Bataille om het meisje, La Petite, te volgen en een afspraak te regelen. ‘Laat haar morgenvroeg om acht uur komen met een kruikje water’, vraagt Leopold aan Bataille. Het meisje gaat in op de uitnodiging van de koning. De volgende ochtend staat ze aan zijn hotelkamer. ‘De koning laat haar met
  • 20. 38 39 tegen zijn plannen zette hij door en maakte van Congo een bloeiende – volgens anderen bloedende – onderneming. Het is beroemde spitsvondigheid, dat aan de oorsprong van elk groot fortuin wel een of ander misdrijf ligt. Het Nederlandse dagblad Trouw portretteert Leopold II als een ‘schurk’ in Congo. ‘Als bewijs dat zij (de blanken) geen muni- tie verspilden, moesten ze voor elke kogel een afgehakte rechter- hand inleveren’. Volgens de Amerikaan Adam Hochschild, auteur van King Leo- pold’s Ghost, is Leopold II verantwoordelijk voor minstens tien miljoen doden in Afrika. Onderzoek wijst uit dat dit aantal onmogelijk kan kloppen. De schatting vandaag is een dodental dat tussen 500.000 en 2 tot 3 miljoen ligt. Vraag is natuurlijk of dat de zaak minder erg maakt. Het zou wel onzinnig zijn om op een bewuste en systematische manier Congolezen om te brengen of te verminken. Een dode kan immers niet meer werken en geen geld meer opbrengen. Ook waren er in die periode nauwelijks enkele honderden blan- ken in de kolonie aanwezig. Een genocide uitvoeren was prak- tisch gezien onmogelijk. Daniel Vangroenweghe plaatst in Rood rubber op zijn minst enkele kanttekeningen bij het gitzwarte por- tret dat Adam Hochschild van Leopold II schetst. Bij de honderdste verjaardag van het overlijden van de vorst in 2009 vindt historicus Marc Reynebeau dat een eerlijk debat nog altijd onmogelijk blijft. ‘De discussie over Leopold II zit nog steeds gevangen in de polemiek’, beweert Reynebeau. Bovendien wordt het debat misbruikt door Franstalige politici die de verdediging van Leopold II aanwenden als verdediging van het unitaire Bel- gië. In 2010 neemt de Franstalige liberale politicus Louis Michel in P-Magazine nog eens de verdediging op zich van de vorst. Ook de Congolese historici zelf zijn nog niet helemaal in het reine met de vorst. Georges Nzongola noemt Leopold in The Congo bijvoorbeeld een ‘moderne farao’. Er is een andere manier om het ‘Congo-avontuur’ te bekijken, meer bepaald vanuit het standpunt van de vorst zelf. In de begin- Historicus Marc Reynebeau omschrijft Leopold II in een stuk De koning was geen mensenvriend dan weer als een ‘liefhebber van jonge meisjes’. En de Nederlandse historicus Henk Wesseling schrijft in zijn boek Verdeel en heers dat zijn ‘ontelbare bezoeken aan bordelen, waarbij zijn voorliefde voor minderjarigen enig schandaal verwekte’ in die tijd ‘overbekend’ waren. Leopold II zou achthonderd pond per maand aan zijn pleziertjes uitgeven. Er werden volgens de Britse kranten zelfs meisjes afgeleverd op het koninklijke jacht Alberta. Net als Anne Morelli verwijst Wesseling ook naar de onthul- lingen uit 1885 in de Londense krant. Iets later publiceert con- current The Sentinel ook namen, waaronder die van Leopold II. In een opbod tussen beide kranten – ook toen al! – drukt de Pall Mall Gazette dan weer een verklaring af van een ex-politie- man. ‘Een zeker schepsel (Mrs. Jeffries) drijft niet minder dan acht beruchte huizen van plezier van waaruit zij geregeld kleine Engelse meisjes exporteert naar het buitenland, voor schuins- marcheerders, onder wie niet minder dan de koning der Belgen’, schrijft Jan Van den Berghe. De meisjes zijn nauwelijks tien jaar oud. Sommigen zijn nog jonger. Het verhaal doet onwillekeurig denken aan de onthullingen over Fortunata ‘Tuna’ Israël in het dossier van Eurosystem Hospita- lier, midden jaren zeventig van de vorige eeuw (zie verder). In tegenstelling tot dit laatste dossier zwijgen de Belgische kranten de zaak over de kinderprostitutie echter dood. Volgens de huidige normen moeten we Leopold II als pedofiel bestempelen. Alleen waren de normen in 1885 iets anders. Kin- derprostitutie was toen in Londen wijdverbreid. Zeker is dat hij contacten onderhield met (erg) jonge meisjes. ‘Dat Congo van jou zal ons allemaal ruïneren’ Het is bon ton om Leopold II af te schilderen als een monster. Toch had de man een duidelijke visie. Ondanks de weerstand
  • 21. 40 41 Het contract wordt zelfs binnengehaald. Leopold II begint vanaf dan al te dromen van een eigen stukje China. ‘Vooral de streek van Hankou, het eindpunt van de Grand Central, wekt zijn inte- resse en dit vanwege de strategische ligging en de goed rende- rende industrie’, zegt Clerckx. En dan, op 11 december 1898, wordt Victor Delbrouck, een Vlaamse minderbroeder, op gruwelijke wijze in China ver- moord. Volgens sommigen zitten Leopold II en zijn ambassa- deur in China baron de Vinck achter deze moord. ‘In rapporten van 3 juli en 4 september 1898 speculeerde De Vinck zelfs over de houding die de Belgische regering zou aannemen wanneer een van haar missionarissen in China zou worden vermoord’, schrijft Carine Dujardin in Missionering en moderniteit. Is het plan De Vinck door Leopold II geïnspireerd? Volgens de ambassadeur was het een kwestie van tijd vooraleer een missi- onaris vermoord zou worden. ‘Vroeg of laat zou het volgens De Vinck toch gebeuren’, noteert Dujardin. De Belgische ambassadeur in China verwees naar het voorbeeld van Duitsland, dat een gelijkaardige moord op een van zijn gees- telijken aangreep als chantagemiddel om concessies in Han- kou af te dwingen. ‘De Duitsers hadden eerder al op die manier gebied in handen gekregen. Waarom zou dit de Belgen dan ook niet lukken’, vraagt Clerckx zich af. Carine Dujardin sluit niet uit dat het scenario van De Vinck bedacht is door Leopold II. ‘In de doelstelling die achter het sce- nario schuilging, namelijk het verwerven van een concessie in Hankou, moet de invloed van het hof worden onderkend.’ Kris Clerckx besluit dat ‘onderzoek uitgevoerd door Carine Dujardin niet bepaald in het voordeel van de koning spreekt.’ Delbrouck wordt een martelaar. Zijn familie eist een schade- vergoeding van China. De onderhandelingen slepen jaren aan. China wijst zijn verantwoordelijkheid af en ontkent iets met de zaak te maken te hebben. Uiteindelijk wordt toch een vergoeding uitbetaald. Het plan om via de (uitgelokte) moord op de minder- broeder een concessie in de wacht te slepen, mislukt. Leopold II jaren van Congo is de hele operatie zwaar deficitair. De kosten zijn veel hoger dan de opbrengsten. Leopold II zoekt dan ook overal geld om zijn grootse onderneming te financieren. Hij ondervindt daarbij echter op alle fronten weerstand: bankiers willen hem nauwelijks steunen en zowat alle politici zijn tegen het avontuur gekant. Zelfs ‘zijn’ Generale Maatschappij wil in eerste instantie niet meedoen. In 1889 vraagt Leopold aan zijn vertrouwensman Goffinet ‘nieuwe wegen te bewandelen’ om aan extra geld te komen. Leo- pold vraagt hem of het een oplossing is om een visrecht op de vijvers van Laken in te stellen. Leopold II vraagt ook expliciet om te bezuinigen op het gasverbruik en de wasserij van het paleis. Leopold II ondervindt niet alleen tegenstand van financiers en politici. Ook zijn eigen vrouw Marie-Henriette is ronduit tegen het Congo-verhaal. Ze verwijt haar man dat hij met zijn ondoor- dachte plannen het familiefortuin zal vergokken: ‘Tu finiras par nous ruiner avec ton Congo.’ Of ‘Dat Congo van jou zal ons alle- maal ruïneren’. In een brief aan haar dochter prinses Stefanie schrijft ze dat ze onoverkomelijke moeilijkheden ontdekt heeft. ‘Dat mooie idee van Congo is een financiële afgrond.’ Leopold II blijft ondanks alle tegenstand geloven in Congo. Het tij zal drastisch keren door de toevallige uitvinding van de rubberband. De vraag naar rubber stijgt exponentieel. Rond 1900 draait Congo eindelijk op volle toeren. De moeilijke finan- ciële jaren voor koning Leopold II zijn dan achter de rug. Leopold II en de moord op minderbroeder Victor Delbrouck Op het einde van de negentiende eeuw zoekt België meer en meer toenadering tot China. ‘In 1898 dingt het kleine België zelfs mee naar het contract voor de aanleg van de zogenaamde Grand Cen- tral, de spoorlijn tussen Hankou in de provincie Hubei en de Chinese hoofdstad Peking’, vertelt Kris Clerckx in Reizen in het spoor van Leopold II.
  • 22. 42 43 ‘Wanneer dit plan eind 1893 wordt geschetst, bevindt de Onaf- hankelijke Kongostaat zich in zware financiële moeilijkheden’, benadrukt Stengers. Dat speelt voor Leopold echter geen rol. Hij is ervan overtuigd dat deze onderneming winst zal opleveren, met name door de verkoop van Khartoem aan Egypte. De brief aan Wahis bevat de ontstaansgeschedenis van wat daad- werkelijk uitgroeit tot een poging om naar Khartoem op te ruk- ken, de grote expeditie van Dhanis. De tocht loopt uit op een ramp. 20 miljoen frank of 125 miljoen euro voor het groothertogdom Luxemburg De grote droom van Leopold II is gebiedsuitbreiding, niet alleen in Afrika. ‘Deze ambitie nam in de loop der jaren verschillende vormen aan: het einddoel bleef onveranderd’, benadrukt histori- cus Jean Stengers. De eerste fase in de ‘grootheidsdromen’ van de jonge Leopold is gebiedsuitbreiding via oorlog. In 1854 beraamt Leopold een der- gelijke oorlog met Nederland. Hij is dan achttien jaar. ‘Het was de bedoeling Nederlands Limburg terug te krijgen’, weet Sten- gers. Na contacten met prins Napoleon en de prins van Chimay wordt het plan opgeborgen. Een andere optie is om hele landen op te kopen. Luxemburg werd in 1839 via het Verdrag van Londen opgesplitst. België kreeg toen het Westelijke deel van Luxemburg. In 1906 zal Leopold II pro- beren om het andere deel, Luxemburg zelf, te kopen. Hij stuurt zijn secretaris Edmond Carton de Wiart verscheidene keren naar het groothertogdom om er in het grootste geheim te onderhande- len met groothertog Guillaume IV. Leopold wil zijn laatste grote slag slaan. Hij gaat ervan uit dat diens einde nakend is. De gezondheid van de groothertog is dan niet al te best. Boven- dien heeft Guillaume geen zoon. De opvolging komt dus in het gedrang. De gewiekste Leopold II ruikt zijn kans. Volgens onder- heeft dan al zijn aandacht verlegd naar het nabijgelegen Mongo- lië. Leopold II wil een rijk van de Atlantische Oceaan tot Egypte Vanaf de zomer van 1875 wordt Afrika het grote verhaal voor Leo- pold II. ‘Het Congo, waarvan de grenzen in 1885 waren vastge- legd, was voor Leopold II niet genoeg’, weet historicus Jean Sten- gers. De koning zag het groter. Eind maart 1890 wil Leopold Stanley belasten met een nieuwe opdracht: de uitbreiding van de grenzen van de Congolese staat. Stanley moet doorstoten naar het Albertmeer, het Victoriameer en het Nyassameer. In april van dat jaar heeft Leopold een gesprek met Stanley. Uit een brief in het archief Goffinet blijkt dat de vorst Khar- toem (Soedan) wil veroveren. Congo grenst in het noorden aan Soedan. Leopold wil doorstoten naar de Rode Zee. Als Stanley slaagt, krijgt hij 2,5 miljoen goudfrank, ruim driekwart van het jaarlijkse bedrag van de Civiele Lijst. Leopold heeft er veel voor over om zijn nieuwe droom waar te maken. Stanley weigert. Hij keert niet meer naar Afrika terug, voor geen geld. ‘De koning is niet geneigd om af te haken’, vervolgt Stengers. Eind 1893 deelt hij aan de gouverneur-generaal van Congo, Théophile Wahis, een herziene versie van zijn veroveringsplan mee. Hij wil de plaatselijke bevolking aan zijn kant krijgen. In de zeer vertrouwelijke brief van 30 november 1893 aan Wahis licht Leopold een nieuw element toe2 . Zodra Khartoem veroverd is, zal het worden verkocht aan Egypte. De vorst is enkel geïnte- resseerd in Sennar, ten zuiden van Khartoem. Leopold droomt van een rijk dat zich uitstrekt van de Atlantische Oceaan tot aan de Rode zee en de Middelandse zee. Congo was zeker geen eind- punt voor hem. 2 Op de brief staat ‘Très confidentielle’. Bovendien vraagt Leopold aan Wahis om de brief na lezing te verbranden, wat niet gebeurd is.
  • 23. 44 45 Er wordt ook een instelling opgericht om de goederen te beheren. Vandaag kennen we die instelling als de Koninklijke Schenking. Het is een autonome openbare instelling die de talrijke gronden, kastelen en andere gebouwen beheert die koning Leopold II van België in 1900 aan de Belgische staat schonk. Het beheer van de gebouwen kost handenvol geld. Maar er zijn ook oneigenlijke uitgaven. Zo betaalde prinses Astrid haar nieuwe, grote verwarmde zwembad niet met haar dotatie van zowat 300.000 euro per jaar. De factuur werd rechtstreeks naar de Koninklijke Schenking gestuurd. ‘Ook de villa Clémentine van Laurent, nochtans geen erfstuk van Leopold II, is door de Koninklijke Schenking betaald en wordt gratis onderhouden. En zo kunnen we nog even doorgaan,’ beweert professor Herman Matthijs, die al jaren het koningshuis en zijn financiën bestu- deert. ‘Alle leden van het vorstenhuis wonen namelijk gratis.’ Uit het jaarrapport 2011 van de Koninklijke Schenking, dat in het najaar van 2012 is gepubliceerd, blijkt dat de gewone begro- ting van 2011 werd afgesloten met 5.434.000 euro aan inkom- sten en 5.374.000 euro aan uitgaven. Een positief eindsaldo van 60.000 euro dus. Maar de jaren voordien werd de gewone begro- ting telkens met zware verliezen afgesloten (-1.709.000 euro in 2008, -794.000 euro in 2010). Vooral het onderhoud en de res- tauratie van de gebouwen kosten hopen geld. Om de rekeningen in 2011 te doen kloppen en uit de rode cijfers te kunnen blijven, moet er voortdurend onroerend goed worden verkocht, zoals het domein van Postel in Mol. Dat groengebied is, met toestemming van de regering, voor 1,9 miljoen euro ver- kocht aan de Vlaamse Landmaatschappij. Nochtans was een van de voorwaarden van Leopold II als stich- ter van de Koninklijke Schenking dat de gronden en gebouwen nooit verkocht mochten worden. Volgens professor Matthijs hebben de beheerders geen andere keuze om uit de kosten te komen. ‘Alleen, als ze in dit tempo doorgaan met het verkopen van onroerend goed, blijft er op termijn niets over’, concludeert hij. Volgens het Rekenhof is de boekhouding van de Koninklijke zoeker Jean-Michel Bruffaerts was Guillaume zelfs van plan om Luxemburg te verkopen aan Leopold. Congo had enkele jaren veel geld opgeleverd. De vorst beschikte dus over de nodige mid- delen. Hoeveel wil Leopold betalen? De Belgische koning geeft zijn ver- trouwensman Carton een mandaat om te onderhandelen. Car- ton mag maximaal 20 miljoen frank bieden. Omgerekend naar vandaag is dat ruim 5 miljard frank of 125 miljoen euro. Leopold verduidelijkt niet hoe hij aan die enorme som komt. Moeilijk is het niet om de oorsprong ervan te achterhalen. Groothertog Guillaume herstelt evenwel, tegen alle verwachtin- gen in. Dat snode plan van de koning der Belgen gaat dus niet door. In 1907 hakt de genezen Guillaume zelf de knoop door: dochter Marie-Adélaïde volgt hem op. Ze wordt in 1912 groother- togin van Luxemburg. Leopold II is dan al overleden, in 1909. Leopold II roept de Koninklijke Schenking in het leven om zijn eigen dochters te onterven Naar aanleiding van zijn vijfenzestigste verjaardag besluit koning Leopold II, bij brief van 9 april 1900 gericht aan de regering, de onroerende goederen die hij de voorbije jaren had verworven en die bijdroegen tot het ‘natuurschoon’, aan het land te schenken. De echte reden is dat de koning niet wil dat de gebouwen in han- den komen van zijn dochters en hun echtgenoten, omdat zijn vermogen dat bij de stieffamilie belandt. Leopold II bedingt dat deze gronden en gebouwen nooit ver- kocht mogen worden. Sommige moeten zelfs hun oorspronke- lijke functie en uitzicht bewaren. Een deel moet permanent ter beschikking blijven van de troonopvolgers. Met een brief van 15 november 1900 worden aan de inventaris van 9 april nog enkele goederen toegevoegd. De Belgische staat aanvaardt de schenking bij wet van 31 december 1903, gepubli- ceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 januari 1904.
  • 24. 46 47 of 45 miljard huidige frank. Van een geschenk aan de natie is geen sprake. Het is wellicht een van de grootste mythes die van- daag nog steeds circuleert over de overdracht van Congo. Zelfs in geschiedenisboeken wordt gesproken over een ‘geschenk’ van de koning aan zijn landgenoten. Volgens Mark van den Wijngaert slaagde de koning erin zijn pri- vébezit aan een zeer hoge prijs aan de Belgische belastingbeta- lers te verkopen. ‘Zaken zijn zaken (voor de vorst)’, noteert de historicus terecht. Leopold II verkoopt wetens en willens een valse van Dyck aan het Belgisch Museum voor Schilderkunst en Beeldhouwwerk In de lente van 1909 voelt Leopold II het einde naderen. Hij heeft, zo vindt hij zelf, enkele maanden eerder een grote neder- laag geleden. De Belgische staat heeft Congo geannexeerd. Leo- pold is zijn belangrijkste bron van inkomsten kwijt. ‘Voor Leo- pold was deze gedwongen opgave van Congo een drama’, weet historica Geneviève Tellier. Hij heeft alles in het werk gesteld om de overdracht zo lang mogelijk tegen te houden. Op 15 april 1909 schrijft Leopold een brief aan zijn vertrouwe- ling Auguste Goffinet. De vorst wil al zijn kunstvoorwerpen verkopen: juwelen, meubelen, schilderijen, porselein, tapijten. ‘De kunstvoorwerpen zullen binnenkort vrije toegang hebben tot Amerika. Dat is zeer voordelig voor ons. Ik vraag u om de verkoop te organiseren en een koper te vinden die alles en bloc opkoopt.’ Enkele dagen later, op 18 april, benadrukt Leopold nog eens dat het belangrijk is een ‘grote koper te vinden voor het geheel van mijn kunstvoorwerpen’. Volgens Tellier is het niet duide- lijk waarom Leopold al zijn kunstvoorwerpen wil verkopen. Ze hecht weinig waarde aan de hypothese dat Leopold zijn doch- ters wil onterven. Ook de verklaring dat Leopold liquiditeiten nodig heeft, acht ze weinig waarschijnlijk. ‘Het is moeilijk om Schenking ook niet altijd even transparant. Dat is een under- statement aangezien de boekhouding door ons niet ingekeken kan worden. België betaalt Leopold II omgerekend meer dan een miljard euro voor Congo In nagenoeg alle geschiedkundige werken wordt geschreven dat Congo een geschenk is van de koning aan het Belgische volk. Niets is minder waar. De koning heeft lang en hard onderhan- deld met de regering over de overdracht en de prijs die voor het Afrikaanse land betaald diende te worden. Nochtans stond Leopold II bij die onderhandelingen met de rug tegen de muur. Vanaf het begin van de twintigste eeuw verschij- nen steeds meer buitenlandse artikels over de wantoestanden in Congo. Leopold II komt onder steeds grotere druk te staan. In eerste instantie kan hij de aanvallen in de Britse pers afslaan. Vanaf 1907 onderhandelt hij met de Belgische regering over een mogelijke overdracht van Congo. De oude vorst probeert het onderste uit de kan te halen. In maart 1908 dient regeringsleider Franz Schollaert een wetsontwerp in. Het onderwerp van het ontwerp is de overdracht van Congo aan België. In ruil voor het gebied in Afrika neemt de Belgische rege- ring de nog uitstaande schuld van Leopold II aan de overheid over. Het saldo op dat ogenblik bedraagt 110 miljoen frank (nu: 24,2 miljard frank of 600 miljoen euro). Een frank van toen is er nu 220 waard. De overheid engageert zich ook om de bouwprojecten van de vorst te beëindigen. Kostprijs hiervan: 45,5 miljoen frank (nu: 10 miljard frank of bijna 250 miljoen euro). Klap op de vuurpijl is een beloning voor de vorst van 50 miljoen frank (11 miljard frank of 272 miljoen euro) ‘ten teken van erkentelijkheid voor de grote offers die hij zich getroost heeft voor Congo’. Het onderhandelde contract heeft dus een globale waarde van ruim 1,1 miljard euro
  • 25. 48 49 daag nog steeds in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Valère Mabille, de dubbelganger van Leopold II Op 19 maart 1909 overlijdt Valère Mabille. Het Utrechts Nieuws- blad schrijft dat ‘te Mariemont, bij Charleroi, is gestorven Valère Mabille, een bekende ijzersmelter. Mabille was algemeen bekend bij het grote publiek omdat hij sprekend op koning Leopold II leek.’ Nauwelijks enkele maanden later, op 17 december van dat jaar, overlijdt de echte vorst. Dubbelganger Mabille werd geboren in 1840. Hij is vijf jaar jon- ger dan de vorst. Mabille koestert de frappante gelijkenis met Leopold II. Als Marie-Henriette, echtgenote van Leopold II, zich op het eind van de negentiende eeuw terugtrekt in Spa, stuurt de koning zijn dubbelganger Mabille regelmatig naar daar. ‘Valère Mabille, de dubbelganger van Leopold II, krijgt de taak iedereen om de tuin te leiden: hij paradeert rond in Spa, waar de monarch zich nooit vertoont’, schrijft Patrick Roegiers. Toch laten de inwoners van Spa zich elk jaar opnieuw beetnemen. Als Mabille in het casino verschijnt, wordt gefluisterd dat de koning incognito op bezoek is. Er wordt verteld dat hij zijn vrouw bezoekt. Leopold II bedroog het volk en had er het grootste plezier in. Leopold II wordt op het einde van zijn leven de meest bespotte koning. In cartoons wordt de vorst zwaar op de korrel genomen. De tekenaars kunnen kiezen uit diverse onderwerpen: Congo, de verstoorde relatie tussen Leopold en zijn drie dochters, zijn talrijke minnaressen of de geldzucht van de vorst. De opmer- king van de koning is steeds laconiek: ‘Zeer grappig, maar Valère Mabille zal niet tevreden zijn.’ Als begin twintigste eeuw een spotprent van Leopold II met een niet nader genoemde Parijse danseres verschijnt, vertelt Leopold: ‘Het moet zeer aangenaam zijn voor Valère Mabille zich in der- gelijk gezelschap voorgesteld te zien.’ de werkelijke motieven te achterhalen’, schrijft ze in Léopold II et le marché de l’art américain. Volgens Tellier werd Leopold moge- lijk gechanteerd. Door wie en waarom? Dat is voorlopig een mys- terie. Tussen de schilderijen van de koning zit een werk van Antoon van Dyck, Portret van Duquesnoy. Het werk bevond zich in het paleis van Laken toen daar begin januari 1890 brand uitbrak. Het schilderij liep rookschade op en werd later hersteld. Leopold II verkoopt het schilderij via kunsthandelaar Kleinberger op de Amerikaanse markt. Daar is men verheugd over de lichte schade want daardoor ziet het schilderij er ‘oud’ uit. In België is er kritiek op de verkoop van de kunstwerken. In het parlement ondervragen socialisten Vandervelde en Destrée in de lente van 1909 de regering. Het antwoord is dat alles in het werk gesteld zal worden om zoveel mogelijk kunstwerken in België te houden. Leopold II krijgt via Goffinet de vraag of hij het werk van Antoon van Dyck niet wil verkopen aan het Belgische museum voor schilderkunst. Dat is moeilijk. De vorst heeft het begin mei al verkocht aan Kleinberger. Maar Leopold heeft nog een kopie van het werk. Op 25 mei verkoopt Leopold een vals schilderij aan het Belgisch Museum voor Schilderkunst en Beeldhouwwerk3 . Hij vertelt er niet bij dat het om een kopie gaat. Daar is men ervan overtuigd dat men een echte Van Dyck op de kop heeft getikt. Volgens kunsthistorica Tellier wilde Leopold II op die manier wraak nemen op het Belgische volk. In de media werd de oude vorst op het einde van zijn leven gelyncht. Hij verwachtte een klein beetje dankbaarheid voor de overdracht van Congo aan het Belgische volk. In plaats daarvan kreeg hij spot en haat. Leopold II beslist om zijn laatste slag te slaan. ‘Voilà, moet hij gedacht hebben, dat is voor de publieke opinie die niet begrepen heeft wie ik ben en wat ik gerealiseerd heb’, schrijft Tellier. ‘Voilà, dat is voor dit ondankbare volk.’ Op 17 december 1909 blaast Leopold II zijn laatste adem uit. Het valse schilderij hangt van- 3 Vandaag: Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
  • 26. 50 51 mentine is er zelfs niet de minste genegenheid meer. Leopold had op een jongen gehoopt. Vandaag is het taalgebruik in de familie niet meer verheven dan toen. ‘Afgaande op de muil van de fotograaf (sic), is dat VTM’, schoffeerde prins Laurent een cameraman aan de Heizel. De prins was begin 2004 met de moto naar Batibouw gekomen. In het Frans had Laurent het over ‘la gueule’ van de cameraman. Koningen en prinsen die neerkijken op hun land en zijn inwoners Filips Flandre is de jongere broer van Leopold II. Hij wordt gebo- ren in 1837, twee jaar na Leopold. Als de tweede koning der Bel- gen zou overlijden, is het volgens de grondwet aan Flandre om de nieuwe koning van België te worden. Flandre heeft er geen zin in. Die kelk laat hij wijselijk aan zich voorbijgaan. De potdove prins vertoeft liever in zijn bibliotheek met 30.000 gebonden werken, waaronder enkele prikkelende erotische werken, en doet nog voor het overlijden van zijn oudere broer in familiekring troonsafstand ten voordele van zijn zonen Boudewijn en Albert. Het probleem van de troonsafstand zal zich niet eens stellen. Flan- dre overlijdt in 1905, vier jaar vóór zijn nochtans oudere broer. Een mogelijke verklaring voor de weigering van Flandre om de Belgische troon te aanvaarden, is dat hij geen al te positief beeld van de inwoners van ons land had. Elke dag groet hij de inwon- ers van Brussel weliswaar beleefd door zijn hoge hoed aan te tik- ken, maar in zichzelf verwenst hij de platte Brusselaars. ‘Wat een verdomd land is dit? Een slecht klimaat, vulgaire en onaan- gename mensen, toestanden die tegelijk belachelijk en onaan- genaam zijn. Wanneer datgene wat men België noemt verd- wenen zal zijn, zal het een opluchting zijn. Ik kan alleen maar beschaamd zijn dat ik deel heb uitgemaakt van dit land.’ Deze woorden komen uit een brief van Flandre en dateren van 1902, drie jaar voor zijn dood. Op 28 december 1909 publiceert De Postrijder der provincie Lim- burg naar aanleiding van het overlijden van Leopold II een aan- tal anekdotes. Deze anekdotes belichten de schraperigheid en het cynisme van de overleden vorst. Over Mabille schrijft de krant: ‘Men weet dat de grote nijveraar van het Walenland, de heer Valère Mabille, sprekend op Leopold geleek. Ja zelfs als een echte dubbelganger van den koning mocht aanzien worden.’ Het is frappant dat beide mannen kort na elkaar overleden zijn. Ook dat element klopte helemaal. Monster 1, Monster 2 en Monster 3 Jan van den Berghe schrijft dat ‘ouderlijke affectie op Laken onbestaande is’. De royaltywatcher heeft het hier niet over de ver- houding tussen koning Albert II en zijn zonen Laurent of Filip. Hij beschrijft de verhouding tussen Marie-Henriette, echtgenote van koning Leopold II, en haar drie dochters prinsessen Louise, Stéphanie en Clémentine of – om het met de woorden van de koningin te zeggen – ‘Monster 1, Monster 2 en Monster 3’. Er bestaan veel brieven die ons een goed beeld geven van de manier waarop de leden van de koninklijke familie over elkaar denken. Filips ‘Flandre’, de broer van Leopold II, schrijft in 1898 aan zijn jongste dochter Joséphine dat ‘het schandaal van de dikke (la grosse) Louise elk begripsvermogen tart’. Prinses Louise, dochter van Leopold II, is op dat moment net weggelopen van haar echtgenoot Philippe, prins van Saksen-Coburg. Flandre vraagt zich af welke opvoeding de koningin aan haar dochters gegeven heeft. Op 29 maart 1898 schrijft Flandre aan zijn andere dochter Hen- riette dat ‘men beweert dat de dikke Louise Coburg verdwenen is. Het zou een geluk zijn indien men haar niet meer terugvindt.’ Marie-Henriette noemt haar echtgenoot Leopold II in het open- baar ‘grootneus’ of ‘le grand nez’. Er is nooit veel liefde geweest tussen het tweetal. Na de geboorte van hun jongste dochter Clé-
  • 27. 52 53 Vanaf de eerste dag zijn er de gebruikelijke valse geruchten die de ronde doen. Zo wordt bijvoorbeeld verteld dat Philippe van Saksen-Coburg, de echtgenoot van Louise, zijn schoonbroer ver- moord heeft. Dat gerucht is een gevolg van het feit dat het Phi- lippe was die zijn schoonbroer in de vroege ochtend van 30 janu- ari heeft gevonden. Vandaag staat vast dat Rudolf zijn minnares Maria heeft ver- moord en daarna zichzelf van het leven heeft beroofd. Alleen over de motivatie van de aartshertog is er twijfel. Historicus Oli- vier Defrance schrijft dat Rudolf ‘zijn omgeving al een tijdje ver- ontrustte’. Zijn echtgenote prinses Stéphanie had zelfs de vader van Rudolf reeds gewaarschuwd voor diens vreemde gedrag. Rudolf had een geslachtsziekte (gonorroe of druiper) en nam hoge dosissen morfine om de pijn te bestrijden. Bovendien dacht Rudolf, onterecht overigens, dat hij syfilis had. Dat betekende dus een gewisse dood met pijnlijke aftakeling. Als klap op de vuurpijl vond hij zichzelf nutteloos: hij had immers geen macht en met zijn (liberale) ideeën werd in die tijd enkel maar gelachen. Hij begon eind 1888 al openlijk te spreken over zelfmoord en dreigde volgens Olivier Defrance, auteur van Louise de Saxe- Cobourg, zelfs zijn echtgenote Stéphanie mee te sleuren in zijn val. Maar was dat ook de motivatie voor de moord en zelfmoord? Wellicht niet. De werkelijke verklaring voor het drama van Mayerling is vol- gens een krantenbericht uit die periode een ‘Amerikaans duel’. Rudolf had een zekere baron Auersberg beledigd door aan te pap- pen met diens dochter. Auersberg eiste genoegdoening via een Amerikaans duel. Bij een dergelijk ‘duel’ kiezen de twee partijen blindelings een kogel uit een zak. De zwarte kogel impliceert een onvermijdelijke zelfmoord binnen de zes maanden. Rudolf was een bange wezel. Hij zocht iemand met wie hij samen kon sterven. Dat waren de signalen die echtgenote Louise had opgevangen. Rudolf kon minnares Maria wel overhalen. Het meisje was nauwelijks 17 jaar, hoogst beïnvloedbaar en boven- dien hopeloos verliefd op de aartshertog. Volgens Defrance was In een iets later gedateerde brief bevestigt Flandre zijn ideeën. ‘Ik ben tevreden oud te zijn. Ik zal de volledige vernietiging van dat- gene waaraan men zolang gebouwd heeft, niet meer meemaken4 . Vandaag is het land een samenraapsel van boeven en schooiers. Ik ben beschaamd er deel van uit te maken, zelfs al gaat het om een eretitel.’ Flandre beschouwt zich dus zeker niet als een vol- waardige Belg. Integendeel, hij wil niet vereenzelvigd worden met ‘boeven en schooiers’. De maatschappij is volgens Flandre begin twintigste eeuw helemaal om zeep. Filips is als rijkste inwoner van ons land beschaamd om ermee geassocieerd te worden. De houding van Flandre is niet verschillend van die van zijn vader Leopold I. De protestant Leopold kokhalsde van België en zijn katholieken. Aan koningin Louise-Marie schrijft hij in 1842: ‘Sommige dingen hier doen mij walgen en vervullen mij met spijt dat ik hier in een situatie zit waaraan ik mijn beste krachten moet besteden.’ Leopold logeerde toen nota bene bij de bisschop van Doornik. Een Amerikaans duel en het drama van Mayerling Prinses Stéphanie, de middelste dochter van Leopold II, wordt geboren in 1864. In 1881 huwt ze met aartshertog Rudolf van Oostenrijk. In januari 1889 schiet Rudolf zijn minnares Maria Vetsera dood en pleegt enkele uren later zelfmoord, een gebeur- tenis die nog steeds bekend staat als het ‘drama van Mayerling’. Volgens sommigen is deze gebeurtenis tot op vandaag in nevelen gehuld. ‘Waarom Rudolf die onbegrijpelijke daad heeft gesteld, is tot op heden een raadsel’, noteert de ongeëvenaarde Jan van den Berghe in De schaduw van de kroon. Die nevelen zijn in het leven geroepen door het Oostenrijkse Hof die de werkelijke omstandigheden van het drama oorspronkelijk wilde verdoezelen. Zelfmoord is nu eenmaal niet echt een roem- rijke doodsoorzaak. 4 Flandre bedoelt de maatschappij
  • 28. 54 55 ‘Flandre’, Maria von Hohenzollern, een tuig voor haar houten speelgoedpaardje. Daarbij hoorde ook een zweepje, verduidelijkt de prinses. Haar nieuwe gouvernante nam het zweepje onmid- dellijk in beslag en gebruikte het gretig om haar ‘de branderige pijn van de slagen op de vingers en de kuiten te laten voelen’. Het is geweten dat Marie-José als kind een moeilijke eter was. Sommige auteurs en royaltywatchers hebben het lacherig over de maaltijden die ten huize van koning Albert en koningin Elisa- beth ’s avonds opnieuw voorgezet worden aan de kinderen. De realiteit is grimmiger: ‘De maaltijden waren echte martel- gangen: ze (de gouvernante) verplichtte me om alles in te slik- ken. De klok van Sint-Jacob, die ik kon zien vanuit het raam, gaf vaak al drie uur aan en ik had die verschrikkelijke maaltijd die om 12 uur begonnen was, nog niet beëindigd’, vertelt Marie-José. Nog erger is dat prinses Marie-José tijdens die maaltijden gere- geld werd vastgebonden aan haar stoel. ‘Wanneer ik te traag at, bond Mejuffrouw mijn voeten vast aan de poten van de stoel en ging er vervolgens vandoor. Ik bleef alleen achter met de huis- houdster.’ In 1910, het jaar van de zonsverduistering, krijgt de prinses als vierjarige een pak slaag van de gouvernante omdat ze een zonne- bril laat vallen. ‘Ik werd naar bed gestuurd, vergezeld van stevige billenkoek!’ Haar broer Karel kreeg er volgens Marie-José ook regelmatig ste- vig van langs. Volgens haar was prins Leopold de onbetwiste lie- veling van hun ouders. De rammelingen aan Karel werden per- soonlijk door vader Albert I gegeven. Hij schrijft aan zijn vrouw Elisabeth: ‘Karel is zeer ongehoorzaam. Gisteren heb ik hem een pak slaag gegeven.’ Elders schrijft Marie-José dat haar vader ver- schrikkelijk was als hij zich kwaad maakte. Hij leek volgens haar zelfs op ‘Jupiter die bliksems (op ons) neerwierp’. Alberts oudere zus Henriette omschrijft hem als ‘koleriek’ en ‘extreem prikkel- baar’. het verlangen van Maria om samen met hem te sterven het laat- ste zetje dat Rudolf nodig had. Het zogeheten drama van May- erling was dus goed voorbereid. Beiden lieten afscheidsbrieven achter. In de afscheidsbrief van Rudolf aan zijn echtgenote staat opnieuw een duidelijke verwijzing naar deze erezaak. Rudolf schrijft: ‘Ich gehe ruhig in den Tod, der allein meinen guten Namen retten kann.’ Vrij vertaald: ‘Ik ga rustig sterven. Enkel de dood kan mijn eer redden.’ Nog een duidelijke verwijzing naar dat verlo- ren Amerikaanse duel. Sadistisch huispersoneel Koning Leopold II kreeg met koningin Marie-Henriette drie dochters. De jonge prinsessen worden regelmatig afgetuigd door het personeel. Zo vertelt Stefanie, de middelste in de rij, dat ze rond 1870 haar moeder voor kon overtuigen om, verborgen opge- steld, eens een les mee te volgen. Prinses Stefanie wist op voorhand dat haar oudere zus Louise er opnieuw van langs zou krijgen door de ‘lerares’. ‘Ik wist dat de gouvernante mijn zus tijdens die les zou slaan’, schrijft ze in haar boek Je devrais être impératrice. ‘Mijn moeder, getuige van deze slechte behandeling van haar dochter, stuurde de helleveeg die ons zo had laten lijden, onmiddellijk weg.’ Stefanie toonde zich oprecht tevreden dat ze haar zus gered had. Decennia later – in 1906 – wordt Marie-José, de dochter van koning Albert I en koningin Elisabeth geboren. Ze is de zus van prins Karel en koning Leopold III. In het boek dat ze over haar ouders schreef, vertelt ook Marie- José openhartig over mishandelingen door haar ‘pedagoge’. ‘Haar beenderige en behendige hand gaf me voor de minste bagatel een klap in mijn gezicht.’ Volgens de prinses waren haar ouders daarvan niet op de hoogte. Toen ze vier jaar was, kreeg Marie-José van haar grootmoeder