24. Is waarde objectief? Nee! Waarde is afhankelijk van situatie, positie en verwachtingen!
25. Hoe waarde kan verschillen: eindejaarslot Kosten: € 100 1 prijs: € 100 miljoen Kans op deze prijs: 1: 25 miljoen Wat is het lot waard? Netto contante waarde?€ -96 Verwachtingswaarde?€ 4 Op 31 december? Op 2 januari? Marktwaarde?€ 100 Zienswijze en timing zijn van invloed !
26. Hoe waarde kan verschillen: waardeparadox van Adam Smith Wat is meer waard, water of diamanten? Op het terras bij kasteel de Vanenburg in Putten? In de Sahara? Nut, waarde en prijs Situatie en positie zijn van invloed!
27. Bezit vs. opbrengsten uit bezit Een hotel staat voor € 50 mln op de balans; Wat is de economischewaarde? Bezettingsgraad 10%
28. Bezit vs. opbrengsten uit bezit Welke onderneming is meer waard: 1. Transportonderneming, verlieslatend Vrachtwagens getaxeerd op € 1.000.000 2. Transportonderneming, winstgevend Vrachtwagens getaxeerd op € 400.000 2. Onderneming realiseert constantecashflow van € 600.000 Bedrijfspand is getaxeerd op € 200.000 1. Onderneming realiseert constantecashflow van € 500.000 Bedrijfspand is getaxeerd op € 1.000.000 2. Onderneming realiseert constantecashflow van € 600.000 Eigen vermogen is € 18.000 1. Onderneming realiseert constantecashflow van € 500.000 Eigen vermogen is € 1.000.000
29.
30. Wrap-up Niet geïnteresseerd in winst maar in geldstromen; Redenerenvanuitpositie en situatie; Tijdswaarde van geld; Risico en onzekerheid.
33. DCF – Stap 1: Analyseren verleden Normaliseren winst- en verliesrekening: Niet zakelijke kosten (managementfee of huur) Niet bedrijfsgebonden kosten: Skybox bij FC Twente; Dochter en vrouw rijden een auto van de zaak; “Zakenreis” met vrienden/familie Studerende zoon is parttime productiemedewerker met een salaris van € 2.500 per maand voor 8 uur per week. Incidentele kosten: Ontslagprocedure; Faillissement grote debiteur. Investeringen, afschrijvingen en kosten: Investeringen die als kosten zijn geboekt; Onderneming schrijft machines in 3 jaar af terwijl ze 10 jaar meegaan.
34. DCF – Stap 1: Analyseren verleden Analyseren winst- en verliesrekening: Productgroepen; Kostenontwikkeling; Ratio-analyse (omzet per medewerker, per machine, etc.) Normaliseren balansen: Stille reserves; Voorzieningen; Rekening courant directie / aandeelhouders. Analyseren werkkapitaal: Voorraadontwikkeling; Debiteuren en crediteuren posities; Onderhanden werk.
35. DCF – Stap 2: Prognostiseren van de geldstromen Beoordelen ondernemingsstrategie: Verleden versus toekomst; Nieuw product / markt; Uitbesteden productie of juist start eigen productie; Brancheontwikkeling; Nieuwbouw; Afstoten activiteiten; Wijziging leverancier. Geldstromen in de toekomst: Prognose winst- en verliesrekening; Investeringsbegroting; Verwachte werkkapitaalontwikkeling.
36. DCF – Stap 2: Prognostiseren van de geldstromen Analyse materiële vaste activa: Status machinepark en inventaris; Achterstallig onderhoud; Nieuwbouw. OF
37. DCF – Stap 3: Vaststellen disconteringsvoet De disconteringsvoet bestaat uit drie elementen: Het rendement op eigen vermogen (Re); Het rendement op vreemd vermogen (Rd); Verhouding eigen vermogen (E) / vreemd vermogen (D).
41. Waarderingscasus - REV Risicofactorenrendementeigenvermogen Risicospreidingactiviteiten OF
42. Waarderingscasus - REV Risicofactoren rendement eigen vermogen Omvang van de onderneming (smallfirm premie = hoger risico voor kleine ondernemingen) OF
46. Impact van schuld Twee identieke ondernemingen m.u.v. verhouding vreemd- en eigen vermogen OF
47. Impact van liquide middelen Twee identieke ondernemingen m.u.v. liquiditeitspositie OF
48. Visuele samenvatting Prognose W&V rekening 2011-2015 Investeringsbegroting 2011-2015 Ontwikkeling werkkapitaal ∞ 2012 2013 2014 2015 2011 Bedrijfsresultaat na Vpb Bedrijfsresultaat na Vpb Bedrijfsresultaat na Vpb Bedrijfsresultaat na Vpb Bedrijfsresultaat na Vpb Bedrijfsresultaat na Vpb + Afschrijvingen + Afschrijvingen + Afschrijvingen + Afschrijvingen + Afschrijvingen + Afschrijvingen Netto geldstroom -/- Investeringen -/- Investeringen -/- Investeringen -/- Investeringen -/- Investeringen -/- Investeringen +/- Mutatiewerkkapitaal +/- Mutatiewerkkapitaal +/- Mutatiewerkkapitaal +/- Mutatiewerkkapitaal +/- Mutatiewerkkapitaal +/- Mutatiewerkkapitaal 1 jan ‘11 tijd, risico en onzekerheid
49. Visuele samenvatting ∞ 2012 2013 2014 2015 2011 Contante geldstroom De som van de contante geldstromen = Waarde van de onderneming per 1 januari ‘11
50. Visuele samenvatting per 1 januari ‘11 Waardeonderneming Waardevreemdvermogen Waardeaandelen Waardeaandelen
52. WaarderingsmethodeMoraal van het verhaal…. Toekomstgericht Geldstromen (cash flows = banksaldo) i.p.v. winst en bijbehorend risicoprofiel Inschatting en onderbouwing van prognose en risicoprofiel belangrijker dan uitkomst “Factor maal de EBITDA” is vertaling van deze fundamentele methode Het gaat erom binnen hoeveel jaar je de investering hebt terugverdiend
53.
54. Waarde is wat je ermee kunt bereiken: Focus op de toekomst