2. Leerdoelen
• Leerdoel is om basiskennis van
boekhouden op te doen door middel van
theorie en voorbeeldcasussen
3. Introductie tot boekhouden
• Boekhouden is het proces van het vastleggen, classificeren en samenvatten van
financiële transacties om de financiële positie van een bedrijf te bepalen.
• Het is een essentieel onderdeel van het runnen van een succesvol bedrijf, omdat het
helpt bij het nemen van beslissingen op basis van nauwkeurige financiële gegevens.
• Er zijn verschillende soorten boekhouding, waaronder enkelvoudige en dubbele
boekhouding, afhankelijk van de complexiteit van het bedrijf en de gewenste niveau van
detail.
• Enkelvoudig boekhouden is voornamelijk geschikt voor kleine ondernemers en wordt
veel gebruikt door zzp’ers met een omzet tot EUR 200.000.
4. Enkelvoudige boekhouding
• Enkelvoudige boekhouding is de eenvoudigste vorm van boekhouding en wordt vaak gebruikt door kleine bedrijven en zzp'ers.
• Het is gebaseerd op het bijhouden van transacties in afzonderlijke boeken, zoals het kasboek, inkoopboek en verkoopboek.
• Het kasboek bevat alle ontvangsten en betalingen van contant geld, terwijl het inkoopboek en verkoopboek alle inkoop- en
verkooptransacties registreren.
• Enkelvoudige boekhouding is relatief eenvoudig te begrijpen en toe te passen, maar heeft als nadeel dat het geen volledig beeld
geeft van de financiële positie van een bedrijf.
• Bij enkelvoudige boekhouding houd je alleen de transacties bij en hoef je dus niet na te denken over de tegenboeking van je
transacties.
5. Dubbele boekhouding
• Dubbele boekhouding is een meer complexe vorm van boekhouding, waarbij elke
transactie wordt vastgelegd in zowel een debet- als een creditrekening.
• De debet- en creditrekeningen worden bijgehouden in een grootboek, dat alle financiële
transacties van een bedrijf op ordelijke wijze bijhoudt.
• Dubbele boekhouding is de meest gebruikte vorm van boekhouding en biedt een
completer beeld van de financiële positie van een bedrijf dan enkelvoudige boekhouding.
6. Boekhoudkundige basisbegrippen
Er zijn verschillende boekhoudkundige basisbegrippen die van belang zijn bij het begrijpen van boekhouding. Enkele van de belangrijkste basisbegrippen
zijn:
Debet: Een debet is een bedrag dat wordt bijgeschreven op de debetzijde van een rekening. Dit kan een activarekening zijn of een kostenrekening.
Credit: Een credit is een bedrag dat wordt bijgeschreven op de creditzijde van een rekening. Dit kan een passivarekening zijn of een
opbrengstenrekening.
Balans: Is een overzicht van de financiële positie van een bedrijf op een specifiek moment in de tijd.
Winst-en-verliesrekening: Is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van een bedrijf gedurende een bepaalde periode, meestal een jaar.
Grootboek: Het grootboek is een register waarin alle financiële transacties van een bedrijf worden bijgehouden.
Journaal: Het journaal is een dagboek waarin alle financiële transacties van een bedrijf worden bijgehouden.
7. Balans
• Een balans is een overzicht van de financiële positie van een bedrijf op een specifiek moment in de tijd.
• Het toont de activa (bezittingen) van een bedrijf aan de ene kant (debetzijde) en de passiva (schulden) en het eigen vermogen aan de
andere kant (creditzijde).
• Om een schuld te verhogen dient een creditboeking gemaakt te worden en om een schuld te verlagen dient een debetboeking gemaakt te
worden.
• Om een bezitting te verhogen dient een debetboeking gemaakt te worden en om een bezitting te verlagen dient een creditboeking
gemaakt te worden.
• De activa en passiva moeten in evenwicht zijn, wat betekent dat de totale waarde van de activa gelijk moet zijn aan de totale waarde van de
passiva en het eigen vermogen.
• De balans is een belangrijk hulpmiddel voor het bepalen van de financiële gezondheid van een bedrijf en wordt vaak gebruikt door
investeerders en crediteuren om te bepalen of een bedrijf in staat is om zijn schulden te betalen.
8. Winst- en verliesrekening
• Een winst-en-verliesrekening is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van een bedrijf gedurende een bepaalde periode, meestal een
jaar.
• Het toont de omzet van het bedrijf, minus de kosten van de omzet, wat resulteert in de brutowinst.
• Vervolgens worden de operationele kosten van het bedrijf afgetrokken om de operationele winst te berekenen.
• Ten slotte worden de belastingen en eventuele buitengewone kosten afgetrokken om de nettowinst te bepalen.
• Om de omzet te verhogen dient een creditboeking gemaakt te worden en om de omzet te verlagen dient een debetboeking gemaakt te
worden.
• Om de kosten te verhogen dient een debetboeking gemaakt te worden en om de kosten te verlagen dient een creditboeking gemaakt te
worden.
• De winst-en-verliesrekening is een belangrijk hulpmiddel voor het bepalen van de winstgevendheid van een bedrijf en wordt net als de
balans vaak gebruikt door investeerders en crediteuren om te bepalen of een bedrijf financieel gezond is.
9. Belastingen
• Belastingen zijn een belangrijk onderdeel van boekhouden.
• Er zijn vele vormen van belastingen. De meest relevante zijn echter, afhankelijk van de rechtsvorm:
• Inkomstenbelasting
• Vennootschapsbelasting
• BTW
• Bedrijven moeten belastingen betalen op basis van hun winst.
• Het is belangrijk voor bedrijven om hun financiële gegevens nauwkeurig bij te houden om ervoor te zorgen dat ze de juiste belastingen
betalen en geen boetes of straffen riskeren.
• Het is ook belangrijk voor bedrijven om op de hoogte te blijven van de belastingwetgeving en -regels om ervoor te zorgen dat ze op de
juiste manier belasting betalen en dat ze zich houden aan de regels van de Belastingdienst.
10. Voorbeeldcasussen Casus 1
Op 1 januari 2023 start Jan een eigen bedrijf
en investeert €10.000 van zijn eigen
spaargeld in het bedrijf. Op dezelfde dag
koopt hij voor €2.000 aan kantoormeubilair.
Hoe ziet de boeking eruit voor deze
transacties?
11. Voorbeeldcasussen Antwoord - Casus 1
1. Oprichting van het bedrijf en investering
van eigen spaargeld. De boeking hiervoor
zou zijn:
Debet: Liquide middelen: €10.000
Credit: Jan's Eigen Vermogen: €10.000
2. Aankoop van kantoormeubilair. De
boeking hiervoor zou zijn:
Debet: Kantoormeubilair: €2.000
Credit: Liquide middelen: €2.000
12. Voorbeeldcasussen Casus 2
Op 1 februari 2023 koopt Lisa een partij
kleding voor haar kledingwinkel voor €5.000.
Ze betaalt hiervoor €2.500 contant en de
resterende €2.500 wordt op rekening
gekocht. Hoe ziet de boeking eruit voor deze
transacties?
13. Voorbeeldcasussen Antwoord - Casus 2
1. Lisa koopt kleding voor €5.000:
Debet: Voorraad €5.000
Credit: Kas €2.500
Credit: Crediteuren €2.500
14. Voorbeeldcasussen Casus 3
Op 1 maart 2023 verkoopt Tim een product
uit voorraad voor €484(inclusief BTW).
Inkoopwaarde van het product is €200. De
klant betaalt contant. BTW percentage is
21%. Hoe ziet de boeking eruit voor deze
transactie?
15. Voorbeeldcasussen Antwoord - Casus 3
De boeking heeft betrekking op meerdere posten, namelijk: ontvangst
van geld, genereren van omzet, verkoop uit voorraad, verwerken van
inkoopwaarde omzet.
Debet: Kas: €484
Credit: Omzet: €400 (Let op: de ontvangst was €484, hier moet je de
BTW van 21% vanaf halen, want dat is geen omzet --> €484/1,21 =
€400.)
Credit: Te betalen BTW: €84
Vervolgens dient de voorraad uit de administratie geboekt worden, en
dient de inkoopwaarde geboekt te worden zodat duidelijk is wat de
behaalde brutomarge is.
Debet: Inkoopwaarde omzet: €200
Credit: Voorraad: €200
Nu is te berekenen wat de behaalde brutomarge is.
Brutomarge is omzet – inkoopwaarde omzet, dus €400 - €200 = €200.
16. Voorbeeldcasussen Casus 4
Op 1 mei 2023 betaalt Frank de huur van zijn
bedrijfspand voor €1.210(inclusief BTW).
BTW percentage is 21%. Hij betaalt dit
bedrag per bankoverschrijving. Hoe ziet de
boeking eruit voor deze transactie?
17. Voorbeeldcasussen Antwoord - Casus 4
De boeking heeft betrekking op meerdere posten,
namelijk: betaling via bank, kosten, BTW te ontvangen
(voorbelasting) over de kosten.
Debet: Huurkosten: €1.000 (Let op: de huurfactuur was
€1.210, hier moet je de BTW van 21% vanaf halen, want
dat zijn geen kosten--> €1.210/1,21 = €1.000.)
Debet: Te ontvangen BTW: €210
Credit: Bank: €1.210
Net zoals in de vorige casussen is duidelijk te zien dat
debet en credit altijd in balans is.
Debet: €1.000 + €210 = €1.210
Credit: €1.210
18. Voorbeeldcasussen Casus 5
Op 1 augustus 2023 ontvangt Laura een factuur van
haar leverancier voor geleverde goederen voor
€2.420(inclusief BTW). BTW percentage is 21%. Ze
betaalt deze factuur op 1 september 2023. Hoe ziet de
boeking eruit voor deze transacties?
19. Voorbeeldcasussen Antwoord - Casus 5
De boeking heeft betrekking op meerdere posten, namelijk: voorraad,
crediteuren en bank.
Laura ontvangt een factuur van haar leverancier voor €2.420 inclusief BTW
op 1 augustus 2023:
Debet: Voorraad: €2.000 (Let op: de factuur was €2.420, hier moet je de BTW van 21% vanaf
halen, want dat is geen voorraad--> €2.420/1,21 = €2.000.)
Debet: Te ontvangen BTW: €420
Credit: Crediteuren: €2.420
Laura betaalt de factuur op 1 september 2023:
Debet: Crediteuren: €2.420
Credit: Bank: €2.420
Crediteuren staan op de balans aan de creditzijde ofwel passivazijde,
omdat het een schuld aan haar leverancier is. Bij ontvangst van de factuur
op 1 augustus 2023 gaat haar schuld omhoog en wordt de
crediteurenpositie gecrediteerd.
Op het moment dat ze de factuur betaalt en haar schuld dus “aflost” dient
de crediteurenpositie omlaag te gaan en dat wordt gedaan door het te
debiteren op 1 september 2023.
20. Voorbeeldcasussen Casus 6
In juni 2023 heeft Laura als ZZP zorgmedewerkster 40 uur werk
geleverd aan Zorghuis Noord tegen een uurtarief van €40 per uur. De
dienst is vrijgesteld van BTW. De factuur wordt verstuurd op 30 juni
2023. De klant betaalt op 14 juli 2023. Hoe ziet de boeking eruit voor
deze transacties?
21. Voorbeeldcasussen Antwoord - Casus 6
De boeking heeft betrekking op meerdere posten, namelijk: debiteuren,
omzet en bank.
Laura heeft in de maand juni 2023 40 uur gewerkt tegen een uurtarief van
€40 per uur waarbij er sprake is van een BTW vrijstelling. De factuur over
juni 2023 bedraagt dus 40 * €40 = €1.600
Laura verstuurt een factuur naar haar opdrachtgever op 30 juni 2023:
Debet: Debiteuren: €1.600
Credit: Omzet: €1.600
De opdrachtgever heeft de factuur voldaan op 14 juli 2023:
Debet: Bank: €1.600
Credit: Debiteuren: €1.600
Debiteuren staan op de balans aan de debetzijde ofwel activazijde, omdat
het een vordering op haar opdrachtgever is. Bij het versturen van de
factuur op 30 juni 2023 gaat haar vordering/activa omhoog en wordt de
debiteurenpositie gedebiteerd.
Op het moment dat het geld van de factuur ontvangen is en de vordering
dus wordt afgerekend dient de debiteurenpositie omlaag te gaan en dat
wordt gedaan door het te crediteren op 14 juli 2023.