2. Ik ga er van uit dat jullie het meeste al weten…
Lokaal jeugdbeleid wordt volledig “lokaal” jeugdbeleid.
…, een strategische cyclus, doelstellingen, hiërarchische niveaus, SWOT, processen, projecten, participatie, kernopdrachten van een overheid, financiën (en het tekort daaraan), allianties en vijanden,….
3. Inleiding
•Een beetje anders dan anders (ik prikkel maar)
–Individueel (doe dit tijdens de sessie!)
–Per tafel
–Collectief
•Zelfreflectieen reflectiecentraal, met een noodzaaktot interactie(lees: niet echt ex-cathedra)
4. Inleiding
Strategie in de praktijk ≠ Strategisch denken?
Per tafel
“Waarom bestaat VVJ?”
“Wat zijn kerntaken van VVJ in 2018?”
10. Over mensen -4 typische blokkades
1.Strategische beslissingen –foute percepties(“ze snappen het niet”) vb. Grabbelpas
2.Verborgen agenda’s(“ze willen het niet”) vb. ?
3.Ontbrekende competenties(“ze kunnen het niet”) vb. ?
4.Rolverdeling(“ze mogen het niet”) vb?
13. Structuur
•Staan uw doelstellingen Jeugd vandaag in het meerjarenplan?
–Waarom niet? (gedragenheid?)
•Staan uw doelstellingen Jeugd in 2019 in het meerjarenplan?
•Is de driehoek (?) verankerd?
14. Structuur –open vragen
•Jeugdbeleid is geen cultuurbeleid, of vrijetijdsbeleid of welzijnsbeleid… De categoriale benadering is de enige juiste!
•Projecten in plaats van bevoegdheden?
•Doelgroepen in plaats van categorieën?
•Kinderen en jongeren als burgers verankeren?
25. Specifiek
•Duidelijk, helder verwoord
•zonder opsmuk
•duidelijk gericht en gepositioneerd (doelgroep, object)
•concreet genoeg
•overeenstemming met hogere doelen, missie en visie
26. Meetbaar Merkbaar
•Aantoonbaar, waarneembaar, toetsbaar
•beschrijft het systeem de methode of de procedure om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald momentbereikt is.
•Wat is aan het einde van een traject merkbaar anders dan nu (en voor wie is dat merkbaar)?
27. AanvaardAttractief
•opportuun en relevant voor de betrokkenen
•breed draagvlak
•overeenstemming met hogere doelen, missie en visie
•Attractief: uitdaging, innovatief
30. In de praktijk
In Utrecht kun je veilig uitgaan. (SD)
In Utrecht is het veilig sporten. (OD)
In Utrecht kun je veilig uitgaan in de Binnenstad.(OD)
In Utrecht is het openbaar vervoer veilig. (OD)
In Utrecht zijn de parken veilig. (OD)
Daling van het niveau van geweld in de binnenstad met 10% tussen 2000 en 2004
De overlast in het openbaar vervoer daalt met 30%
De tevredenheid over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer stijgt van 5,3 naar 6 tussen 2000 en 2004
Welke diensten/groepen/mensen heb ik op dit niveau nodig
Niet pas hier betrekken
31. Zelf aan het werk(individueel terugkoppelen per tafel)
32. Back todaarnet
Per tafel
Welke veranderingen / beslissingen kan jij je herinneren die VVJ als organisatie maakte?