3. Korte kennismaking met de
sector van het sociaal-
cultureel volwassenenwerk
De sector: een overzicht ter
grootte van een poster
Typologieën
Het DNA van de sector: het
verhaal achter het nieuwe
decreet
5. • Werksoorten zijn een ordeningscriterium
binnen het huidige decreet: een manier om de
sector te structureren, te erkennen en gericht
te subsidiëren
• In het komende decreet zal dit
structureringscriterium wegvallen: enkel nog
‘landelijke’ organisaties die voor Vlaanderen
(eventueel plus Brussel) werken of die werken
voor een specifieke regio.
WAT ZIJN WERKSOORTEN?
6. • Netwerk van lokale afdelingen of groepen
• Vrijwilligers zorgen er voor de goede gang van zaken: zij
organiseren activiteiten voor leden en andere geïnteresseerden.
• Activiteiten: algemeen van opzet en/of toegespitst op een
bepaalde doelgroep (senioren, gezinnen, …) of een bepaald
thema (leefmilieu, cultuurbeleving…).
• Professioneel ondersteund: Nationaal of provinciaal zorgt voor
ondersteuning (afdelingsbegeleiding…)
• Functies: gemeenschapsvormend, cultureel, maatschappelijke
activerend en educatief.
• Cijfers: 56 sociaal-culturele verenigingen. Samen goed voor zo’n
14.000 lokale afdelingen en groepen!
VERENIGINGEN
7. • Maatschappelijke verandering realiseren en mensen in beweging
brengen
• Organisatie met een landelijk karakter
• Gespecialiseerd in een thema of een cluster van nauw verwante
thema’s: b.v. mobiliteit, actief burgerschap, vrede,
armoedebestrijding, duurzaam omgaan met geld, …
• Ze richt zich tot een ruim publiek
• Een beweging organiseert activiteiten op het vlak van
sensibilisatie, educatie en sociale actie
• Functies: educatieve en maatschappelijke activeringsfunctie
• Cijfers: 35 bewegingen actief in Vlaanderen.
BEWEGINGEN
8. • Landelijke organisatie
• Ruim educatief aanbod voor volwassenen aan. Zowel
laagdrempelig als diepgravend.
• Expertise en specialisatie in een bepaald thema (natuur
en milieu, zingeving, zorg, persoonlijkheid en relaties,
…) of een bepaalde doelgroep (personen met een
handicap, gesyndiceerden).
• Functies: educatieve, culturele en
gemeenschapsvormende functie
• Cijfers: 24 landelijke vormingsinstellingen.
LANDELIJKE
VORMINGSINSTELLINGEN
9. • Regionale volkshogescholen die elk in een eigen regio werken
• Een pluralistische organisatie
• Via netwerking en samenwerkingsverbanden versterken zij de niet-
formele educatie in hun regio (organiseren, structureren,
coördineren...).
• Activiteiten: korte of langere cursussen voor volwassenen over zeer
uiteenlopende thema’s.
• Opzetten van langdurende projecten, meestal in samenwerking met
andere organisaties
• Functies: educatieve, culturele en gemeenschapsvormende functie
• Cijfers: Van West-Vlaanderen tot Limburg telt Vlaanderen 13
Vormingplus-centra
VOLKSHOGESCHOLEN OF
VORMINGPLUSCENTRA
14. De 7
krachtlijnen
van het
decreet
1. Het civiel perspectief
2. Opereren in devrije tijd
3. Sociaal-culturele participatie
4. Kiezenvooreenopen benadering met stimulansen voor
vernieuwing, innovatie enkwaliteit
5. Een sterkere kwalitatieve benadering
6. Klemtoon op verduidelijking van de rollen van het scvw
7. Opererenop 3 niveaus
16. Beoordelingselementen inhoudelijk deel
1° de bijdrage van de missie en de visie van de sociaal-
culturele volwassenenorganisatie aan het doel van het
decreet;
2° de relatie van de missie en de visie van de sociaal-
culturele volwassenenorganisatie tot de door de
organisatie omschreven actuele maatschappelijke
context;
3° de bijdrage van de sociaal-culturele
volwassenenorganisatie aan de realisatie van de drie
sociaal-culturele rollen;
4° de strategische en operationele doelstellingen van de
sociaal-culturele volwassenenorganisatie;
17. Beoordelingselementen inhoudelijk deel
5° de verduidelijking van de keuze voor minstens twee
sociaal-culturele functies, een toelichting bij de
functiemix en de uitwerking daarvan in relatie tot de
missie en de visie van de sociaal-culturele
volwassenenorganisatie;
6° de werking met een relevantie en uitstraling voor het
Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad of de werking met een relevantie en
uitstraling voor het Nederlandse taalgebied;
7° een gesubsidieerde werking die zich grotendeels
afspeelt binnen de vrije tijd;
18. Beoordelingselementen inhoudelijk deel
8° a) de werking voor het brede publiek en de keuzes
daarin voor gemeenschappen, doelgroepen of
kansengroepen;
b) de werking voor kansengroepen en de keuzes daarin
voor gemeenschappen, doelgroepen of het brede
publiek;
9° de plaats van vrijwilligers in de sociaal-culturele
volwassenenorganisatie en de manier waarop ze
betrokken en ondersteund worden in relatie tot de visie
en missie van de sociaal-culturele
volwassenenorganisatie.
19. Beoordelingselementen zakelijk deel
1° een geïntegreerd zakelijk kwaliteits- en financieel
meerjarenbeleid;
2° de toepassing van de principes van goed bestuur;
3° de afstemming tussen het voormelde inhoudelijke
en zakelijke deel van het beleidsplan.
20. Beoordelingselement 6:
relevantie en uitstraling
Hetdecreet: dewerkingmet een relevantie en uitstralingvoorhet Nederlandse
taalgebieden hettweetaligegebied Brussel -Hoofdstadofdewerking met een
relevantie en uitstralingvoorhetNederlandsetaalgebied;
Dememorievan toelichting:Deorganisatieontplooiteen werkingin het
Nederlandsetaalgebied,of in hetNederlandsetaalgebied én hettweetalig gebied
Brussel-Hoofdstaden toontdit aandehandvankerngegevens en cijfers over
aanwezigheid,zichtbaarheid,bereik en/ofeffect aan.
21. Concretisering ‘relevantie en
uitstraling’
a) deorganisatieexpliciteertwaardewerkingwaarvoorzeeen subsidie
aanvraagt,zichzalafspelendoorkerngegevens en cijfers overaanwezigheid,
zichtbaarheid,bereik ofeffectvan dealeerder gerealiseerde sociaal-culturele
werking aantereiken;
b) deorganisatiestaaftdathaarwerkingeen relevantie en uitstralingheeft voor
het Nederlandsetaalgebiedofhet Nederlandsetaalgebieden hettweetalige
gebied Brussel- Hoofdstad;
24. In een cyclus van
evalueren en beoordelen
Evalueren van
de werking in
2018
Beoordelen
van het plan
in 2020
Evalueren van
de werking in
2023
25. DESKUNDIGEN WORDEN COMMISSIES
Adviescommissie: procedures bewaken
Visitatie-
commissie
Visitatie-
commissie
Visitatie-
commissie
Visitatie-
commissie
2017
2018
2020 Beoordelings-
commissie
Beoordelings-
commissie
Beoordelings-
commissie V+
Landelijke organisaties Vormingplus
12
Min. 6
De lijst met externe deskundigen = peers met inhoudelijke, zakelijke en/of kansengroepexpertise
1
Beoordelings-
commissie
Nieuwe organisaties
Min. 1 1
26. DE WEG VAN JOUW ORGANISATIE
landelijk
regionaal
Visitatiebezoek Visitatieverslag Beoordeling
Subsidieadvies
Mix van inhoud +
zakelijk +
kansengroep
2018 2020
27. De stappen naar een beslissing
31/12/2019
Subsidie-
aanvraag
15/4
Pre-advies
Reactie
organisatie
15/7 Definitief
advies
1/10/2020
Beslissing
Vlaamse
regering
1/1/2021
Start
beleidsperiode
28. Jij vraagt een subsidiebedrag
voor een beleidsperiode van 5
jaar (2021 – 2025)
Minimaal
150.000
euro/jaar
Organisaties
verantwoorden
de subsidie die ze
willen verdienen op
basis van een degelijke
sociaal-culturele
werking
29. Drie invalshoeken
voor de beoordeling
• Waarderend beoordelen…
• …vanuit een kwaliteitskader…
• …om onderscheid te maken.
30. Waarderend
beoordelen
door peers • Vooral richten op wat werkt en waar je
naartoe wilt.
• De kwaliteiten en krachten als hefboom
gebruiken voor verdere ontwikkeling.
• Vertrekken vanuit de waarderende
veronderstelling dat elke organisatie
troeven heeft en succeservaringen kent.
Focus op problemen
Identificeer het
probleem
Analyseer de
oorzaken
Bepaal de oplossingen
Ontwikkel een
actieplan
Focus op
mogelijkheden
Waardeer het beste
wat is
Visualiseer wat kan
zijn
Ontwerp wat zou
moeten zijn
Creëer wat zal zijn
31. In de achtergrond:
kwaliteitscultuur
• Geen beoordelingselementen of -criteria
• Wel een achterliggend kader
• Om “op een gelijkaardige manier
gemotiveerde uitspraken te doen over de
beoordelingselementen”
• Voorbeelden zijn exemplarisch
32. Kwaliteitscultuur
• Een doorleefde missie & visie
• Weten de professionals en de vrijwilligers waarvoor hun organisatie staat, wat de organisatie wil bijdragen aan
de samenleving? Is dit doorleefd?
• Sluit hetgeen de organisatie drijft en aan werking ontplooit aan op de maatschappelijke actualiteit?
• Zakelijke duurzaamheid:
• Zetten ze voldoende in op financiële duurzaamheid?
• Werkt het management en bestuur volgens de principes van ‘goed bestuur’?
• Hanteren de organisaties een duurzaam personeelsbeleid?
• Andere elementen van zakelijke duurzaamheid zijn: aandacht voor milieu, mobiliteit, intellectuele
eigendomsrechten, eerlijke handel, duurzaam aankopen, eerlijke concurrentie, diversiteit, …
• Wordt er gewerkt vanuit de houding om het zakelijke af te stemmen op de inhoudelijke ambities van de
organisaties?
• Kritische reflectie:
• Heeft de organisatie een cultuur die gericht is op permanente versterking en ontwikkeling van de organisatie?
• Reflecteert ze kritisch over de eigen werking en gaat ze aan de slag met de resultaten van deze reflectie?
• Waar wil de organisatie op lange termijn staan?
33. Kwaliteitscultuur
• Verbinding van organisaties met hun interne en externe omgeving:
• Extern: omringende organisaties en stakeholders: afstemming, gedeelde
ambities, inspiratie of zelfs samenwerking.
• Interne betrokkenheid van bijvoorbeeld medewerkers, vrijwilligers of lokale
groepen bij de ontwikkeling van het beleid en de werking van de organisatie.
• Innovatie:
• Innovatieve antwoorden op de vraagstukken van de organisatie zelf maar
zeker ook om maatschappelijk te innoveren
• Innovatie staat steeds in relatie tot de duurzame volgehouden processen en
acties die mee de kern uitmaken van het sociaal-cultureel werk. Innovatie
wordt aldus best benaderd vanuit de specifieke organisatiecontext, het doel
en de missie van de organisatie.
34. Onderscheid maken
• Met de waarderende benadering als
uitgangspunt en de kwaliteitscultuur als kader
moeten de visitatie- en
beoordelingscommissies er toe komen om
een onderscheid te maken tussen sociaal-
culturele volwassenenorganisaties die
kwalitatief sterk werken en organisaties die
niet aan die standaard voldoen.
• De middelen van de Vlaamse overheid
kunnen op die manier optimaal ingezet
worden om de doelstelling van het decreet te
realiseren en de kwaliteit van de sector te
bewaken en verder te ontwikkelen.
35. Op basis van 12 beoordelingselementen en
hun onderliggende criteria, bijvoorbeeld:
de relatie van de missie en de visie
van de sociaal-culturele organisatie
tot de actuele maatschappelijke
context die ze zelf omschreven
heeft
a) in een maatschappelijke
contextanalyse expliciteert de
organisatie welke ontwikkelingen
relevant zijn in relatie tot haar
missie en visie
b) de organisatie geeft aan welke
maatschappelijke ontwikkelingen
ze effectief als uitdaging wil
aangrijpen om een werking errond
te ontplooien en welke impact ze
daarbij nastreeft;
36. De scores op de criteria leiden tot scores op
de beoordelingselementen
Onderliggende criteria Voor alle onderliggende
criteria ‘VOLDOET’
Voor geen enkel
onderliggend criterium
‘onvoldoende’ en voor
één of meer
onderliggende criteria
‘VOLDOET TEN DELE’
Voor één of meerdere
onderliggende criteria
‘ONVOLDOENDE’
Beoordelingselement VOLDOET VOLDOET TEN DELE ONVOLDOENDE
En plus Eventueel verbetersuggesties Aandachtspunten
37. Gevolgen voor het eindadvies bij de
beoordeling
8 gewone beoordelingselementen 4 elementaire beoordelingselementen
Positief subsidieadvies Alle “Voldoet” of “voldoet ten dele”
Positief subsidieadvies met
aandachtspunten
Maximaal 4 “onvoldoende” Alle “voldoet” of “voldoet ten dele”
Negatief subsidieadvies Minstens 1 “onvoldoende”
Negatief subsidieadvies Minstens 5 “onvoldoende” Alle “voldoet” of “voldoet ten dele”
39. Waaruit bestaat je
subsidie-aanvraag?
• Een beleidsplan voor 2021-2025
• “De nodige documenten waaruit
blijkt dat aan de
ontvankelijkheidsvoorwaarden
wordt voldaan”
Via KIOSK
Klik hier
40. De
ontvankelijkheidsvoorwaarden
• Je aanvraag is binnen (en volledig) op 31/12/2019
• Je hebt een rechtspersoonlijkheid met niet-commercieel
karakter
• Vzw, CVBA-SO, Stichting van openbaar nut,…
• Je bent gevestigd in Vlaanderen of Brussel
• Je hebt minstens één voltijds personeelslid (VTE) of je
omschrijft hoe 1 VTE wordt aangeworven voor 1/4/2021.
• Je aanvraag is in het Nederlands
• Je toont een sociaal-culturele werking aan van minstens 2
jaar voor 31/12/2019 (dus in 2018 - 2019)
41. Beleidsplan bestaat uit
• Een inhoudelijk deel voor 2021-2025
• Een zakelijk deel voor 2021-2025
• Een document waaruit de sociaal-culturele werking van 2 jaar
blijkt:
• Kerngegevens en cijfers over de financiën in 2018 en 2019
• Kerngegevens en cijfers over de werking in 2018 en 2019
• (desgevallend) kerngegevens en cijfers over het personeel
in 2018 -2019
• Een zelfevaluatie van de werking van de voorbije jaren
• De gevraagde subsidie-enveloppe op jaarbasis
• Een managementsamenvatting
42. Inhoudelijk deel
Wordt getoetst aan de eerste 9 beoordelingselementen
1. Misse & visie
2. Actuele maatschappelijke context
3. Drie sociaal-culturele rollen
4. Strategische en operationele doelstellingen
5. Functiemix met minstens twee functies
6. Relevantie en uitstraling over Vlaanderen (al dan niet + Brussel)
7. Grotendeels in de vrije tijd
8. Een werking voor, ofwel:
a) Het brede publiek
b) Kansengroepen
9. Vrijwilligersbeleid
43. Zakelijk deel
Wordt getoetst aan de laatste 3 beoordelingselementen:
10. Geïntegreerd zakelijk kwaliteits- en financieel
meerjarenbeleid
11. Principes goed bestuur
12. Afstemming inhoudelijke/zakelijke
44. Document over 2 jaar werking
• Financiën: kerngegevens en cijfers
• Cijfers die aantonen hoeveel geld er naar de diverse onderdelen van
de werking stromen en kerngegevens die die cijfers illustreren.
• Personeel: kerngegevens en cijfers
• Werking: kerngegevens en cijfers
• Geven een duidelijk beeld over de omvang en de aard
van de activiteiten en de praktijken, en bv ook:
• Ontstaan- en werkingsgeschiedenis
• Inhaken op doel decreet, rollen, functies
• Publieksbereik: leden, deelnemers, vrijwilligers,…
• Output, outcome, impact, relevantie/uitstraling
Vlaanderen/Brussel,…
• Netwerkingen en samenwerkingsverbanden
• …
Administratie
kan verdere
vorm bepalen
45. Zelfevaluatie van de voorbije 2
jaar
• Kritische reflectie:
• Wat ondernomen en gerealiseerd?
• Wat zijn de sterktes?
• Wat zijn de mogelijkheden (tot verbetering, groei,
ontwikkeling,…)?
• Hoe hierop inzetten?
46. De gevraagde subsidie op jaarbasis
• Dus minimaal 150.000 euro
• Om een idee te geven over vandaag:
0
500000
1000000
1500000
2000000
2500000
3000000
1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65 67 69 71 73 75 77 79 81 83 85 87 89 91 93 95 97 99 101 103 105 107 109 111
Subsidie-enveloppe per organisatie
Min. 96.200 Max. 2.625.800Mediaan 282.000
(gemiddeld 487.000)
49. Projectsubsidies
Doelstelling
- Bijdragen aan de realisatie van delaboratoriumrol:
experimenteren met nieuwe maatschappelijke spelregels dmv
maatschappelijk innoverende praktijken
- Bijdragen aan de doordeVlaamse regering bepaalde
maatschappelijke uitdagingen
50. Projectsubsidies
Eersteaanvraagis mogelijk in 2018
Looptijd:maximum3 opeenvolgende jaren
Wie kanindienen?
- Reedserkendeorganisaties
- Anderesoc-cultorganisatiesof initiatieven
- Voorwaarden:zie volgende dia
Kwaliteitsbeoordeling
- Administratie+eventueel experten
- Ministerbeslist
51. Ontvankelijkheidsvoorwaarden
Tijdig indienen (uiterlijk 15/7)
Organisatie heeft rechtspersoonlijkheid met niet-commercieel
karakter
Aanvrager is gevestigd in Nederlandse taalgebied of in het
tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad
Akkoord gaan om op verzoek de gevraagdegegevenste bezorgen
Hetdossier is in het Nederlands opgesteld
53. Hoe verloopt de beoordeling
door de administratie?
- Bijdrage aanhet doel van het decreet
- Verduidelijking van de keuze voor minstens 2 functies
- Relatie met beschreven maatschappelijke context
- Bijdrage aanrealisatie laborol
- Bovenlokaal karakter
- Speelt zich grotendeels af binnen de vrije tijd
- Kwaliteit van het inhoudelijk en zakelijk dossier
54. De uitbetaling
80% (van hetjaarlijksbudget)nadebeslissing van deminister
20% na verslaggeving
Zie: http://www.sociaalcultureel.be/volwassenen/scvw_indekijker.aspx
(nieuwsbericht 21/2)
56. Transitiereglement/bovenlokaal
decreet
• 1 april 2018 (voor projecten die aanvangen op
1 juli 2018)
• 1 oktober 2018 (voor projecten die
aanvangen op 1 januari 2019)
• 1 april 2019 (voor projecten die aanvangen op
1 juli 2019)
Zie: https://cjsm.be/afslanking-
provincies/transitiereglement-voor-de-
subsidiering-van-culturele-projecten-met-een
58. Reflectiemoment
Je wil je collega’s, je bestuur overtuigen om wel of niet in te stappen in het
decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk.
Noteer voor jezelf 3argumentenwaarmeejehenkanovertuigen
of
Noteer voor jezelf 2kwesties die jezekerverder moet onderzoeken of
uitklarenvooraleer eenbeslissing te nemen.
Wissel uit met je buurman of –vrouw.
59. Hoe verder?
Wat heb jij nognodig om een gefundeerde
beslissing te kunnen nemen?
Wat heb jij nognodig om aan de slag te kunnen
gaan?
63. Lidmaatschap & decreet
• Vrij en vrolijk: Vragen en antwoorden, feedback,.. in
aanloop naar 1/1/2021
• Lidmaatschap:
• Over leden en toegetreden leden
• Alle info – werkgroepen -…
• 291 euro/jaar
Alles over het decreet: klik hier