Handleiding Qsuite | Wat is een indicatie, hoe stel ik die op en hoe leg ik die vast?

1
Handleiding
Wat is een indicatie, hoe stel ik
die op en hoe leg ik die vast?
Indiceren

2
Meten is het startpunt van het klantproces in de Qsuite.
Het klantproces
Wat?

3
Indiceren
Indiceren en diagnosticeren vallen onder stap 2. Wat is je zorgvraag?. Deze stap 2 komt
heel bewust na stap 1. Want het gaat er eerst over wie je bent als mens. Daarna over
wat je zorgvraag is.
Daarom meten we eerst:
1. Wie ben je? | Als mens: wat vind je belangrijk? Wat kan je? Wat wil je?
| Maar ook in het licht van de maatschappij en burgerschap:
wat zou je moeten doen?
2. Wat is je zorgvraag? | Waar ervaar je problemen? Je bent meer dan je zorgvraag.
| Je bent eerst mens, en pas daarna heb je een beperking.
3. Wat gaan we doen? | En pas dan komen we bij het ‘aanbod’, bij het ‘plan’.
| Wat gaan we doen? Wie doet wat?
Het indiceren (en diagnosticeren) maakt onderdeel uit van stap 2. Wat is je zorgvraag?
Wat?

5
Spelers in het veld van Zorg en Welzijn
Binnen de Nederlandse Zorg en Welzijn zijn er een aantal betrokkenen: de spelers in het veld.
De toegang tot de zorg wordt bewaakt
binnen het toegangsloket. Voor de
verschillende wetten zijn dan verschillende
instanties en/of functionarissen.
Wat?

6
Toegang tot de zorg
De toegang tot de zorg is per wet anders
geregeld.
Binnen de WLZ stelt het CIZ de indicatie en
financiert het zorgkantoor de zorg. Bij de
WMO/Jeugdwet zijn zowel de toegang als de
financiering belegd bij de gemeente. Binnen de
Zorgverzekeringswet geven diagnoses door
artsen en behandelaren (geneeskundige zorg in
GGZ en ziekenhuis), op verwijzing van
huisartsen, en verpleegkundige indicaties
(wijkzorg) door BIG-geregistreerde medewerkers
toegang.
Wat?

7
Knop om aan te draaien: met als voorbeeld de basis-GGZ
De toegang tot de zorg is één van de knoppen om aan te draaien. Als de toegang wordt bemoeilijkt, kan er op de
uitgaven van de zorg worden bespaard. De toegang tot de zorg moet zorgvuldig tot stand komen. Alleen die mensen die
recht hebben op de zorg en ondersteuning moeten er aanspraak op kunnen maken.
De overheid scherpt de eisen voor wie mag diagnosticeren en indiceren aan.
Voor de generalistische basis-GGZ geldt dat degene die toegang verleent (diagnose stelt) de zogenaamde
hoofdbehandelaar is. Deze hoofdbehandelaar bewaakt de toegang.
Vroeger konden dat heel veel verschillende functionarissen zijn:
De overheid wil ernaar toe dat dit wordt
teruggebracht naar slechts een aantal
beroepsgroepen (psychiaters en
psychotherapeuten). De beroepsgroepen zijn
daar niet blij mee. Daarom is er voor 2014 en
2015 overgangsrecht. Meer daarover lees je
hier.
Wat?

8
De lobby nog niet voorbij
Dat de lobby nog niet voorbij is ten aanzien van welke beroepsgroepen hoofdbehandelaar kunnen en mogen zijn,
getuige dit artikel in Skipr wel van 23-9-2015:
Wat?

9
Zo werkt het dus ook bij de indicering in de wijkzorg
Zo is het ook bij de wijkzorg.
Sinds 2015 zijn de verzekeraars verantwoordelijk voor de Verpleging en Verzorging die thuis wordt geboden.
De verzekeraars, beroepsverenigingen en zorgorganisaties hebben bepaald dat de wijkverpleegkundige (niveau 5) de
indicaties mag stellen op basis van een verpleegkundig diagnostisch instrument.
De wijkverpleegkundige moet ook aanvullend opgeleid zijn om indicaties te kunnen stellen.
De normen waaraan de wijkverpleegkundige moet voldoen, liggen
vast in de normen voor het indiceren
van beroepsvereniging V&VN.
Voor 2015 mogen ook niveau 4 verpleegkundigen
die ik opleiding zijn voor niveau 5, indiceren.
Wat?

10
Nog even herhalen: verschillende wetten, verschillende vormen van indicaties
Iedere wet heeft een andere vorm van indiceren. Op dit moment zijn er een aantal mogelijke varianten:
1. Binnen de Zorgverzekeringswet (ZVW) stelt de wijkverpleegkundige de indicatie voor Verpleging en Verzorging
(incl. palliatieve zorg);
2. Een ziekenhuis kan een MSVT (specialistische verpleging thuis uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de
specialist) indicatie afgeven;
3. Het CIZ geeft een indicatie af voor de Wet Langdurige Zorg wanneer iemand niet alleen recht heeft op zorg, maar
ook op wonen (verblijf). De zorg moet hiervoor intensief en langdurig zijn. Dat kan zowel zijn bij de somatische en
psychogeriatrische zorgvragen in de (ouderen)zorg (verpleeghuizen) zijn, binnen de langdurige psychiatrische
zorgvragen (beschermd wonen) binnen de GGZ (moet nog overgaan naar de gemeenten, valt nu onder de
centrumgemeenten), of de verstandelijke en lichamelijke zorgvragen binnen de gehandicaptenzorg.
4. De gemeente geeft een beschikking af voor huishoudelijke zorg en voor begeleiding (zowel voor jeugd als
volwassenen). Iedere gemeente heeft daar eigen standaarden en werkwijzen voor.
Wat?

11
Nog meer vormen van zorg en diensten
Naast deze vormen van zorg heb je ook nog de meer op curatieve vormen van zorg. Deze vallen onder de
zorgverzekeraar maar werken met DiagnoseBehandelCombinaties (DBC’s). Denk hierbij aan de curatieve Geestelijke
Gezondheidszorg (GGZ), maar ook aan de geriatrische revalidatiezorg (GRZ). Uiteraard valt ook de ziekenhuiszorg hier
zelf onder. Deze vallen buiten de scope van deze indicatiemodule.
Er zijn ook nog andere vormen van zorg, zoals de Vrouwenopvang en de Maatschappelijke Opvang die ook door
gemeenten worden geregeld en waar vaak andere subsidieafspraken voor gelden. Ook deze subsidies worden niet
individueel per klant bepaald en worden daarom ook niet individueel geïndiceerd. Ook dit valt dus buiten de scope van
deze module. In de Qsuite werken we daar wel mee in de module ‘budgetbeheer en –controle’.
Wat gaat voor wat en wat hoort bij wat?
Sinds 2015 is het zorgstelsel veranderd en het is best ingewikkeld geworden. Welke wet hoort bij welke zorgvraag en
welke route moeten we dan bewandelen? Zeker binnen de wijkzorg ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de
wijkverpleegkundige. Deze mag zelf indiceren. Let er wel op dat de Wet Langdurige Zorg voorliggend is aan de WMO en
de ZVW. Bekijk dus altijd eerst of er een WLZ indicatie is. Vraag dit na bij het zorgkantoor of bij de centrumgemeente (in
geval van de GGZ).
Zo niet, regel dan de ZVW en/of WMO. In onderstaand stroomschema staan de stappen op een rij.
Wat?

13
WLZ en WMO voorliggend
De WMO en de WLZ zijn dus voorliggend; eerst moet daarop een beroep worden gedaan en pas daarna op de ZVW.
PV onder de ZVW of onder de WMO?
Persoonlijke verzorging kan zowel onder de ZVW als de WMO worden geleverd. Of PV onder de WMO valt of onder
de ZVW is afhankelijk van de grondslag van de hulpvraag of beperking van de klant.
Klanten met grondslagen VG/PSY/ZG vallen in de basis geheel onder de WMO. Zowel voor BG als PV.
Klanten met grondslagen PG/LG/SOM vallen voor de PV in principe onder de ZVW en de BG onder de WMO.
Wanneer er sprake is van behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop valt de PV onder de ZVW en
dient de wijkverpleegkundige deze te indiceren. Wanneer de verzorging geen verband houdt met de behoefte aan
geneeskundige zorg of een hoog risico daarop valt de PV in principe onder de WMO en dient de gemeente een
passend besluit te nemen. De WMO regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van
mensen die er op eigen kracht of hulp van hun sociale netwerk in slagen zelfredzaam te zijn of te participeren in de
samenleving.
Wat?

14
Zelfredzaamheid
- Het uitvoeren van de noodzakelijk algemene dagelijkse levensverrichtingen
- Het voeren van een gestructureerd huishouden.
(onder adl wordt ook o.a. persoonlijke verzorging, in- uit bed komen, kleden, zitten staan, hygiëne, toiletbezoek,
eten/drinken, medicatie innemen, ontspanning, sociaal contact)
De gemeente dient dit dan vast te stellen.
(volgorde: WMO, WLZ, ZVW: d.w.z. eerst toetsen voordat op de volgende wet beroep wordt gedaan, omdat WMO en
ZVW voorliggend zijn)
Misverstanden
Gemeenten verlenen alleen handen-op-de-rug-zorg
Gemeenten verlenen geen lijfsgebonden zorg.
Wat?

15
Indicaties koppelen aan contracten
Een persoonlijke indicatie geeft recht op formele zorg. Het is voor een juiste declaratie achteraf ook belangrijk om
vast te leggen bij welk contract deze indicatie hoort. Welke gemeente? Welke regio? Eventueel onder eigen contract
of via een hoofdaannemer? Naast de indicatie worden daarom ook contractgegevens vastgelegd. Deze dienen als
basis voor de module waarin de budgetbeheer en –controle aan de orde komt.
Indicaties door de wijkverpleegkundige
Binnen de Zorgverzekeringswet stelt de wijkverpleegkundige dit jaar voor het eerst de indicaties. Voorheen deed
het CIZ dat. Het is een grote verantwoordelijkheid voor deze professional. Het biedt kansen, maar ook bedreigingen.
Zowel het vaststellen als het leveren van de zorg is nu in één hand. Je moet daarom goed onderbouwen hoe je tot
welke indicatie komt. En scherp zijn op wijzigingen: iedere keer als er wat wijzigt, moet ook de indicatie aangepast
worden.
Voor de onderbouwing van de ZVW-indicaties wordt er in de Qsuite gewerkt met de Omaha-methode. Dat betekent
dat je – naast de metingen die je al doet – de zorgvraag expliciet nog vastlegt in een Omaha-zorgvraagmeting.
Vervolgens controleer je je plan: leidt de Omaha-meting tot andere doelen en acties?
Daarna maak je een indicatie aan volgens de Omaha-indeling. Dat is dan meteen het formele indicatiebesluit.
Wat?

16
Eisen die gesteld worden aan het indiceren in de wijkverpleging
1. Klanttevredenheid EMZ hoger of gelijk aan
branchegemiddelde
2. Stuurt op het volume per verzekerde, zichtbaar en
controleerbaar:
Afbouw zorg
Verhoging zelfredzaamheid cliënt + netwerk
Alleen zorg waar nodig
Geen dubbele zorg gedeclareerd
Alternatieve oplossingen (e-health, domotica, wehelpen etc.)
Samenwerkingsrelatie met medisch en sociaal domein
binnen alle gemeenten
Zorgplan up-to-date via PDCA
Uitvoering normenkader V&VN
Maximaal aantal zorgverleners volgens schema
Wat?

17
3. Zorgplan bestaat uit:
Aard (handelingen en prestatie) in minuten en zorgmomenten per week
Functieniveau inzichtelijk per prestatie
Startdatum en verwachte duur zorg per prestatie
Daadwerkelijk geleverde zorg
Afspraken m.b.t. vakantieplanning, tijdstippen van zorg
Overige eisen richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging (V&VN, 2012)
Zorginzet mag max. 10% afwijken van zorgplan (regulier) en 5% (complex)
Geen zorg zonder zorgplan, uitgezonderd spoedzorg zorgplan binnen 5 dg
Extra: vertaling van zorginhoud naar legitimatie en arrangement (uren en product)
Niveau 5 (incl. competenties WVP) + uitvoeren verbeterplan om te voldoen aan niveau 5 in 2015
Medicatiecheck bij cliënten >65 jr. in MDO>moet in zorgdossier opgenomen worden
Vastgesteld en geïmplementeerd beleid valpreventie, vast onderdeel van het zorgplan
Wat?

18
4. Bij palliatieve en palliatief terminale zorg geldt extra
Machtiging vereist bij meer dan 3 maanden zorg verlenen
Verwijzing huisarts of medisch specialist noodzakelijk
Geleverd volgens Palliatieve zorg Richtlijnen voor de Praktijk
(VIKC/IKNL, 2010)
Geestelijke/ spirituele zorg in zorgplan, naasten ontvangen begeleiding en
nazorg
24/7 medewerkers niveau 4 of 5
EVV min. niveau 4
Aandacht functionaris betrokken bij primair proces
Participatie binnen Netwerk Palliatieve Zorg, conformeren aan gemaakte
afspraken
Gebruik maken van consultatie SOG/huisarts in Netwerk/TOPZ
Gebruik maken van LESA palliatieve zorg (indien beschikbaar in werkgebied)
Visie en beleid palliatieve zorg (thema's zie lijst)
Werken volgens zorgpad stervensfase en/of gebruik maken van PATzmethode
Wat?

19
4. Bij palliatieve en palliatief terminale zorg geldt extra (vervolg)
Aantoonbaar scholen op palliatieve zorg
Mantelzorgers en vrijwilligers actief betrekken bij zorgproces
Max. zorginzet niet meer dan gemiddeld 11,1 u. p. dag (CZ)
Max. zorginzet niet meer dan gemiddeld 12,6 u. p. dag (VGZ en Zorg en zekerheid)
Werkt volgens protocol palliatief terminale levensfase
Werkt volgens richtlijnen op pallialine.nl
EVV heeft minimaal basisopleiding palliatieve zorg
Alle betrokken verpleegkundigen voldoen aan beroepsprofiel en kwaliteitskader verpleegkundigen in de palliatieve zorg
Geprotocolleerde zorg
Declaratie volgens standaard: max. 4 u p. d ADL, max oppasfunctie 8 u. per dag> overschrijding via toestemming verzekeraar
Wat?

20
Zorgvraag gestructureerd in beeld door
classificatiesystemen
De wijkverpleegkundige gebruikt een
classificatiesysteem om de zorgvraag in beeld
te brengen. Dat wil zeggen dat met het systeem
alle wijkverpleegkundigen dezelfde uniforme
taal spreken.
Het Omaha System is een hele set aan
onderwerpen waarmee de wijkverpleegkundige
kan kijken naar de klant en de zorgvraag. Per
onderdeel kan de wijkverpleegkundige
aangeven of er klachten (symptomen) zijn. Zo
onderbouwt de wijkverpleegkundige de
indicatie die gesteld wordt door hem of haar.
Houd goed in de gaten dat het hier nog steeds
gaat over stap 2. Wat is de hulpvraag?. In het
Omaha Systems zit niet iets als een
zelfredzaamheidsmeting of een meting
Kwaliteit van Leven. Het gaat over de
zorgproblemen.
In organisaties waar men niet werkt met stap 1
Wie bent u? zal men eerder geneigd zijn naar
de zorgproblemen te kijken en vult men de
Omaha-meting uitgebreider in. Heb je al een
zelfstandigheidsmeting, dan hoef je de Omaha-
meting niet meer helemaal uitputtend in te
vullen, maar doe je dat alleen voor de
belangrijkste zorgproblemen.
Wat?

21
Standaarden voor verpleging en behandeling hanteren
Het is belangrijk om de indicatie en het verpleeg- en
verzorgplan zoveel mogelijk af te stemmen op landelijke
verpleeg- en behandelstandaarden. Voor verpleegkundige
interventies zijn deze (nog) niet in een landelijke database
geordend. Het is erg zoeken naar de laatste
wetenschappelijke
inzichten over goede verpleeg- en behandelmethoden.
De NHG-Standaarden kunnen wel erg behulpzaam zijn.
Per aandoening staat uitgewerkt voor de Huisartsen wat
gangbare behandelmethoden zijn. De wijkverpleegkundige
kan hier haar behandelen verpleegbeleid van afleiden.
Wat?

22
Zoeken naar andere mogelijkheden
De wijkverpleegkundige moet er rekening mee houden dat de wijkzorg alleen ingezet wordt wanneer er
geen andere zorg en geen andere mogelijkheden voor handen zijn. De zelfredzaamheid en de inzet van de
eigen omgeving moet zoveel mogelijk gestimuleerd worden (groen).
Daarna moet de verpleegkundige kijken of Advies en Instructie toereikend zijn.
Niet meer meteen zelf alles doen, maar kijken
wat het netwerk kan doen, met ondersteuning
‘op de achtergrond’.
Pas daarna kan de professionele zorg
zaken uitvoeren.
Als verpleegkundige moet je dus ook
erg creatief zijn over bijvoorbeeld de inzet
van informele zorg (mantelzorgers en
vrijwilligers). Lokaal zijn er vaak organisaties die
kunnen helpen bij het matchen van
vrijwilligers, maar er is ook een landelijk
initiatief: We Helpen.
Wat?

23
Gebruik de acties in het ParticipatiePortfolio
Wanneer je als wijkverpleegkundige de indicatie maakt, gebruik dan het ParticipatiePortfolio.
Kies bij het leefgebied Fysiek voor de doelen en acties die je nodig hebt.
Bijvoorbeeld: wil je een steunkous opvoeren?
Kijk in het portfolio welke doelen en acties je moet hebben. Kijk op p19 bijvoorbeeld bij hart- en
circulatiezorg. Kies dan als actie in je plan bijvoorbeeld voor 5.8.2. Compressief zwachtelen 1 been.
Hier hangt een standaardtijd van 15 minuten aan.
Door met acties te werken uit het portfolio
kan de Qsuite al automatisch berekenen hoeveel
tijd de indicatie moet bevatten.
Kies dus de gestandaardiseerde acties.
Kies je die niet, dan kan de Qsuite de acties niet
koppelen aan de prestaties en kunnen deze
niet gelinkt en berekend worden.
Wat?

24
Hoe te handelen bij een wijziging in de indicatie door de wijkverpleegkundige?
1. De zorgvraag wijzigt in
de praktijk zonder dat
evaluatie gedaan wordt
1.1. Er komt een
handeling bij | gaat
eraf. Verder blijft de
situatie hetzelfde.
2. Het plan verloopt en
de nieuwe meting moet
gedaan worden
1.2. Er komt een
handeling bij | gaat
eraf. Daarnaast is de
situatie veranderd.
2.1. Nieuwe meting
heeft geen effect:
doelen, acties
hetzelfde.
2.2. Nieuwe meting
heeft wel effect:
doelen, acties
veranderen.
Zorg leveren
1.1.1.
Nieuwe metingen: Nee
Nieuwe Omaha: Nee
Nieuw plan: Kopie+
Nieuwe indicatie: Ja
Nieuwe planning: Ja
1.2.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuwe Omaha: Ja*
Nieuw plan: Ja
Nieuwe planning: Ja
2.1.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuwe Omaha: Ja*
Nieuw plan: Kopie
Nieuwe planning: Ja
2.2.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuwe Omaha: Ja*
Nieuw plan: Ja
Nieuwe planning: Ja
*Alleen wijzigingen
Wat?

25
1.1.1.
Nieuwe Omaha: Nee
Nieuw plan: Kopie+
Nieuwe planning: Ja
Zorgvraag wijzigt: Er komt een handeling bij of er gaat een handeling af, maar situatie
(zelfredzaamheid of risico’s) is niet gewijzigd.
a. Voer geen nieuwe metingen uit, want de situatie wijzigt niet.
b. Maak geen nieuwe Omaha meting, want de situatie wijzigt niet.
c. Maak een kopie van het plan en wijzig de data. Haal de handeling die eraf moet weg,
of voeg toe wat erbij komt. Leg in de toelichting uit dat dit plan volgt op het vorige
vanwege de handeling. In het vorige plan hoef je dan de doelen niet te evalueren.
d. Aanpassing in handeling, betekent aanpassing in tijd, dus maak een nieuwe
indicatie. Sluit voorgaande indicatie en maak de nieuwe aan op de daarop volgende
dag. Zorg ervoor dat de data van het plan en de indicatie goed op elkaar blijven
aansluiten.
e. De aanpassing in de handeling moet worden daarna worden doorgevoerd in de eerst
de concept klantplanning en daarna in de routeplanning, zodat de handeling niet per
ongeluk nog wordt uitgevoerd of wordt vergeten uit te voeren (bij een nieuwe
handeling).
Wat?

26
1.2.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuwe Omaha: Ja*
Nieuw plan: Ja
Nieuwe planning: Ja
Zorgvraag wijzigt: Er komt een handeling bij | gaat eraf. Daarnaast is de situatie
(zelfstandigheid of risico’s) veranderd.
a. Voer een nieuwe zelfstandigheidsmeting en risicosignalering uit.
b. Maak een nieuwe Omaha meting, wanneer je de zorgvraag ook opnieuw moet
onderbouwen. Verandert er niet veel, maak de nieuwe meting dan wel aan, maar verwijs
in de toelichting naar de vorige meting en leg alleen uit wat er is gewijzigd.
c. Ga na hoe ingrijpend de veranderingen in de zelfstandigheidsmeting zijn: leidt dit
echt tot nieuwe doelen? Zo ja, maak dan een nieuw plan en evalueer de doelen in het
vorige plan. Zo nee, kopieer je plan. Maak alleen aanpassingen. Leg in de toelichting uit
dat dit plan volgt op het vorige vanwege de handeling. In het vorige plan hoef je dan de
doelen niet te evalueren.
d. Aanpassing in plan, betekent aanpassing in tijd, dus maak een nieuwe indicatie. Ook
de data van plan en indicatie blijven zo goed op elkaar aansluiten. Sluit voorgaande
indicatie en maak de nieuwe aan op de daarop volgende dag.
de concept klantplanning en daarna in de routeplanning.
Wat?

27
Plan verloopt: Nieuwe meting heeft geen effect: doelen, acties hetzelfde.
c. Maak een kopie van het plan en wijzig de data.
d. Data in het plan en de indicatie moeten met elkaar overeen blijven komen, dus maak
een nieuwe indicatie. Sluit voorgaande indicatie en maak de nieuwe aan op de daarop
volgende dag.
2.1.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuwe Omaha: Ja*
Nieuw plan: Kopie
Nieuwe planning: Ja
Wat?

28
Plan verloopt: Nieuwe meting heeft wel effect: doelen, acties veranderen.
c. Ga na hoe ingrijpend de veranderingen in de zelfstandigheidsmeting zijn: leidt dit
echt tot nieuwe doelen? Zo ja, maak dan een nieuw plan en evalueer de doelen in het
vorige plan. Zo nee, kopieer je plan. Maak alleen aanpassingen. Leg in de toelichting uit
dat dit plan volgt op het vorige vanwege de handeling. In het vorige plan hoef je dan de
doelen niet te evalueren.
d. Aanpassing in plan, betekent aanpassing in tijd, dus maak een nieuwe indicatie. Ook
de data van plan en indicatie blijven zo goed op elkaar aansluiten.
Sluit voorgaande indicatie en maak de nieuwe aan op de daarop volgende dag.
2.2.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuwe Omaha: Ja*
Nieuw plan: Ja
Nieuwe planning: Ja
Wat?

29
We kunnen het schema ook vertalen voor de persoonlijk begeleider bijvoorbeeld:
Hoe te handelen bij een wijziging in de hulpvraag van de klant door de begeleider?
1. De vraag wijzigt in de
praktijk zonder dat
evaluatie gedaan wordt
1.1. Er komt een actie
bij | gaat eraf. Verder
blijft de situatie
hetzelfde.
2. Het plan verloopt en
de nieuwe meting moet
gedaan worden
1.2. Er komt een actie
bij | gaat eraf.
Daarnaast is de situatie
veranderd.
2.1. Nieuwe meting
heeft geen effect:
doelen, acties
hetzelfde.
2.2. Nieuwe meting
heeft wel effect:
doelen, acties
veranderen.
Begeleider leveren
1.1.1.
Nieuw plan: Kopie+
Nieuwe beschikking:
Waarschijnlijk niet
Nieuwe planning: Ja
1.2.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuw plan: Ja
Nieuwe beschikking:
Misschien
Nieuwe planning: Ja
2.1.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuw plan: Kopie
Nieuwe beschikking:
Nee
Nieuwe planning: Ja
2.2.1.
Nieuwe metingen: Ja
Nieuw plan: Ja
Nieuwe beschikking:
Waarschijnlijk wel
Nieuwe planning: Ja

30
Indicaties zijn de basis voor de rechtmatigheid
Alleen op basis van indicaties of beschikkingen kan aanspraak gemaakt worden op publieke financiering in het kader
van de WLZ, WMO of ZVW. Geen indicatie, geen geld. Er moet dus zorgvuldig gestuurd worden op het leveren van de
indicatie. Niet te veel, niet te weinig.
Contracten zijn de basis voor een goede planning en controle
De druk neemt steeds meer; steeds meer financiers hebben invloed op de zorg. Dat zal alleen maar toenemen.
Budgetbeheer wordt steeds belangrijker en daarom is het zaak goed in de gaten te houden welke budgetten nog
beschikbaar zijn binnen welk contract. Hoeveel is er al uitgenut? Kan er nog een klant bij? De basis van deze sturing
zijn de contracten bij de klant. Daarom worden deze hier vastgelegd.
Waarom en waartoe?

32
1. De administratief verantwoordelijke voor de klantdossiers of de eerstverantwoordelijke voor de
klant (nader te bepalen) zorgt dat de indicaties juist worden verwerkt. Wanneer je aan het landelijke
berichtenverkeer bent gekoppeld, kan dit voor een deel automatisch. Is dat niet zo, dan kan je voor
je interne sturing het zelf invoeren voor wat betreft WLZ en WMO. Overigens ligt het er op dit
moment ook erg aan welke gemeente al wel en niet automatisch kan aanleveren. Wij raden aan om
deze rol wel centraal bij één of meer administratief onderlegde medewerkers te beleggen. Onjuist
ingevoerde indicaties kunnen namelijk je hele planning en control onderuit halen. Een goede basis,
is het halve werk.
2. Voor wat betreft de Zorgverzekeringswet is de wijkverpleegkundige verantwoordelijk voor de juiste
indicaties. Deeltaken kunnen worden doorgegeven aan de eerst verantwoordelijke. Dit is ook
belangrijk om te doen. Met elkaar weet je meer.
De wijkverpleegkundige richt zich op de verpleeg-
kundige diagnostiek, maar moet gevoed worden met
informatie over wie de klant is en hoe het met hem
of haar gaat. Juist door samen te werken, bereik je
meer.
Wie?

33
1 Waar leg ik indicaties
vast?
1. Ga naar het onderdeel Indicatie in het
klantdossier. Dit kan een apart item zijn in
de blauwe balk, of het kan onder een ander
kopje hangen. Dit verschilt sterk per
organisatie.
2. Klik op ‘Indicatie’.
3. Het scherm met alle indicaties opent zich.
Er zijn twee mogelijkheden: een algemene
indicatie voor WLZ en WMO (nieuwe
indicatie) en een indicatie voor de
wijkverpleging ZVW (nieuwe Omaha-
indicatie).
Hoe ongeveer?

34
2 Hoe voer ik een indicatie
WLZ of beschikking
WMO in?
1. Klik op de blauwe knop ‘nieuwe indicatie’.
2. Vul de indicatie- of beschikkingsinformatie in.
3. De CIZ-/WLZ-indicatie geeft alle informatie mee. Deze kan hierin
worden overgenomen. Zorg voor kloppende start- en einddata.
Zowel op het niveau van de indicatie als op het niveau van de
onderliggende prestaties.
4. Zorg ervoor dat indicaties aansluiten op deze beide niveaus. Vul
je afsluitdatum in op het moment dat de indicatie eindigt of een
nieuwe indicatie in werking treedt.
5. Kies voor klassen of uren. Reken de WMO-beschikking (vaak in
pakketten) om naar je eigen inzet in uren per prestaties, zodat je
daar zelf op kan sturen (bij budgetbeheer en –controle).
6. Upload de formele indicatie of beschikking in de bijlage.
Hoe ongeveer?

35
3 Hoe voer ik de Omaha-
meting uit?
1. Vul eerst de Omaha-meting in.
2. Start de meting op vanuit het menu-onderdeel Indiceren (eventueel ook
onder Meten).
3. Geef op het voorblad aan welke onderdelen wel en niet van toepassing zijn.
4. Ga hierbij na wat de grootste zorgvragen zijn. Let op; wanneer je de zelfstandigheidsmeting
en de risicosignaleringen al hebt uitgevoerd,
heb je al veel informatie in kaart gebracht. Vul nu alleen aan op
specifieke zorgvragen en ziektebeelden.
5. Kies een aantal onderdelen en zet deze op het voorblad op ‘ja’.
6. Kies dan het tabblad van dat onderdeel en vul de toelichting in. Gebruik zoveel mogelijk
landelijke standaarden om de zorg- en behandelmethode te onderbouwen: per
zorgprobleem: wat is de gangbare manier van verplegen / verzorgen / behandelen?
Verwijs naar de protocollen die je gebruikt.
7. (NB Nu moet je nog handmatig het tabje opzoeken waarvan je op het voorblad ‘ja’ hebt
ingevuld. We werken aan een verdere automatisering hiervan).
Hoe ongeveer?

36
4 Hoe stel ik een Omaha-
indicatie voor de
wijkverpleging?
1. Nu je de meting hebt ingevuld, ga je na of je op basis hiervan het al
gemaakte plan moet aanvullen of bijstellen. Een ingevuld formulier staat
onder ‘ingevulde metingen’. Ga dan naar Indicatie en klik dan op de
blauwe knop ‘nieuwe Omaha indicatie’.
2. Vul de algemene informatie van de indicatie in in alle velden die je ziet.
3. Voeg dan de prestaties toe. Let op: alleen PV en VP vallen onder deze vorm van zorg
(deze aanspraak binnen de zorgverzekeringswet).
4. Selecteer een prestatie, en klik daarna aan welke acties uit het plan bij welk onderdeel
horen (advies, casemanagement, uitvoeren).
5. Bekijk of de totale tijd per prestatie per week kloppend is. Te hoog? Stel dan het aantal
minuten bij in het plan. De uren die je hier ziet zijn de totalen uit het plan (omgerekend
van minuten naar uren: normtijd actie x aantal keer per week).
6. Zorg ervoor dat indicaties aansluiten op deze beide niveaus. Vul je afsluitdatum in op
het moment dat de indicatie eindigt of een nieuwe indicatie in werking treedt.
Hoe ongeveer?

37
5 Hoe evalueer ik een
Omaha-indicatie voor de
wijkverpleging?
1. Verandert de situatie bij de klant? Voer dan een nieuwe
zelfstandigheids- en risicometing uit (als er daarin zaken
wijzigen), of een nieuwe Omaha meting (als de zorgvraag
veel verandert). Verandert er alleen een handeling (erbij of
eraf?), maak dan alleen een nieuwe plan aan (kopie) en
zorg dat de data goed aansluiten op elkaar (vorige
afsluiten op de dag voordat de nieuwe start). Voer de
noodzakelijke wijzigingen in het nieuwe plan door.
2. Maak een nieuwe indicaties aan (wijzig nooit de oude,
daarom kan Novire indicaties ook vergrendelen) en zorg
dat de data aansluiten op die van het plan. Het nieuwe
aantal minuten per prestatie wordt nu ook automatisch
gevuld.
Hoe ongeveer?

38
6 Hoe print ik een
indicatie?
1. Een WMO-beschikking of WLZ-indicatie die print je niet,
omdat je deze al aangereikt krijgt van de gemeente of het
CIZ (al dan niet via het landelijke berichtenverkeer). Je
voert de gegevens van dit besluit in en upload het formele
besluit.
2. Een Omaha-wijkverpleging-indicatie print je door in het
overzichtsscherm te klikken op ‘printen’. De indicatie
wordt afgedrukt naar Word. Omdat het Word is, kan je
eventueel gegevens die je teveel vermeld vind, zelf
verwijderen.
3. Uiteraard wordt ook deze afdruk geheel in de eigen
huisstijl weergegeven.
Hoe ongeveer?

39
7 Hoe bewaak ik het
aflopen van indicatie?
1. Via de tijdlijn krijg je te zien wanneer een indicatie afloopt.
Ook op jouw notificatielijstje komt in beeld wanneer je
actie moet ondernemen.
2. 11 weken voor het aflopen van de indicatie ontvang je een
herinnering per email.
Hoe ongeveer?

40
8 Hoe leg ik de contracten
voor de financiering
vast?
1. Ga naar het onderdeel Indicatie in het klantdossier. Dit kan
een apart item zijn in de blauwe balk, of het kan onder een
ander kopje hangen. Dit verschilt sterk per organisatie.
2. Klik op ‘Contracten’.
3. Voeg nu voor de klant een contract toe. Je kunt kiezen uit een
rij die de beheerder heeft aangemaakt voor de contracten van
dit lopende jaar. Kies daarom voor de begindatum in het
huidige jaar en eindig het op uiterlijk 31-12 van dit huidige
jaar. Volgend jaar gelden immers weer nieuwe contracten met
nieuwe tarieven.
4. Nieuw contract halverwege? Zorg ervoor dat het voorgaande
contract afgesloten is een dag voordat het nieuwe contract
start. In de handleiding Budgetbeheer en –control staat hoe de contracten kunnen worden toegevoegd.
(vervolg)(vervolg)
Hoe ongeveer?

41
Hoe kunnen we verder helpen?
Heb je meer vragen?
Klik op de zwarte knop links op je scherm.
Zoek daarna een vraag en antwoord in onze ‘veelgestelde
vragen-database’.
Staat jouw vraag er niet tussen? Of is het antwoord nog
niet voldoende?
Stuur dan een vraag naar onze servicedesk via deze knop.
Of neem per telefoon contact met ons op.

42
De leer- en werkomgeving Qsuite worden mogelijk gemaakt en onder licentie uitgebracht door
de Novire, kenniscentrum.
Novire doet dit onder andere door middel van de Improvement Academy.
De Improvement Academy ontwikkelt en beheert opleidingen in de Qsuite-leeromgeving op
basis van het landelijk door de Raad voor Accreditatie geaccepteerde Improvement Model.

Handleiding Qsuite | Wat is een indicatie, hoe stel ik die op en hoe leg ik die vast?

Recommended

Recommended

More Related Content

What's hot

What's hot (20)

Viewers also liked

Viewers also liked (13)

Similar to Handleiding Qsuite | Wat is een indicatie, hoe stel ik die op en hoe leg ik die vast?

Similar to Handleiding Qsuite | Wat is een indicatie, hoe stel ik die op en hoe leg ik die vast? (20)

More from Evelien Verkade

More from Evelien Verkade (20)

Handleiding Qsuite | Wat is een indicatie, hoe stel ik die op en hoe leg ik die vast?