Eerste les in de 5-delige cursusreeks over de Keltische Wereld, gegeven door Erwin Claes voor Amarant.
Belangrijke Opmerking: als gevolg van het gebruik van een MacBook (Apple) kan het zijn dat meerdere foto's niet zichtbaar zijn. Mijn excuses hiervoor...
2. • Studeerde archeologie aan de
K.U. Leuven
• Werkte 11 jaar als leerkracht
aardrijkskunde en geschiedenis
in het Tweedekansonderwijs
Leuven
• Assistent aan de Academie
voor Schone Kunsten, afdeling
R & C
• Docent in de lerarenopleiding
van de Provinciale Hogeschool
Limburg
• Amarantdocent sinds 2002
• Auteur van jeugdthrillers
www.erwinclaes.com
3. Dat kan! U hoeft enkel te surfen naar:
slideshare.net
5. Omvat al het geschreven materiaal met betrekking
tot de Kelten
Teksten op munten, inscripties op steen, literaire
bronnen, …
Geen Keltische geschreven bronnen (orale
traditie!)
Wel geschreven bronnen van tijdgenoten uit
Griekse en Romeinse Wereld
5 klassieke auteurs verdienen bijzondere aandacht
6. Grieks politicus
Schreef rond 150 v.C.
Een geschiedenis van
nieuwe grootmacht Rome
Werk omvat oorlog tegen
Hannibal tot slag bij
Pydna (168 v.C.) die
einde maakte aan Griekse
autonomie + begin
persoonlijke verbanning
naar Rome
Staat uitvoerig stil bij
Galliërs in N-Italië en hun
conflict met Rome
7. In het Grieks schrijvende
Syrische filosoof
Leermeester van Cicero
Reisde tijdens leven veel
rond in Middellands
Zeegebied
Slechts enkele fraghmenten
van zijn uitgebreide
Historiën zijn bewaard
gebleven
Fragmenten bevatten wel
ooggetuigenverslagen van
ontmoetingen met Kelten
rond 100 v.C.
8. Schreef tussen 60 en
30 v.C. een vrij goed
bewaard gebleven
wereldgeschiedenis
(40 delen!)
Geschiedenis eindigt
bij Gallische oorlogen
Caesar
5e boek handelt over
Galië en Brittannië
9. Griekse geograaf en
historicus uit klein-Azië
17-delig werk over
toenmalig bekende
wereld
4e boek beschrijft Gallië
en Brittannië
In andere delen
beschrijft hij ook
Italië, Galatië en Spanje
10. Beroemd en berucht als
doodgraver Romeinse
republiek
Lanceerde eigen carrière
met verovering Gallië (58
– 51 v.C.)
Verantwoordde zich met
propagandistische De
Bello Gallico
Schat aan informatie
ondanks subjectieve
karakter
11. Kelten hebben amper geschreven bronnen
achtergelaten
Studie oude Keltische talen vooral gebaseerd
op: eigennamen, plaatsnamen, woorden in
klassieke teksten, …
Pionierswerk verricht door de Schot George
Buchanan (1506-1582) en Edward Lhwyd
(1660-1709) uit Wales
Aparte tak binnen Indo-europese talenfamilie
13. Iers is officiële taal
(samen met Engels)
Verplicht vak op
school voor alle
kinderen
Meesten spreken
thuis Engels
Iers is wel nog
levende taal in westen
van Ierland
14. Van de 5,2 miljoen
Schotten beheerst slechts
1,8 % de eigen Keltische
taal
Bijna uitsluitend in de
Hooglanden en op de
eilanden
Schotse Laaglanden
reeds Engelstalig sinds
begin 13e eeuw
Volgens een telling uit
1971 konden slechts 338
mensen enkel het Gaelic
spreken
15.
16. 0,5 miljoen mensen op
totaal van 2,6 miljoen
spreken Welsh
Sterke heropleving door
TV in Welsh en groeiend
economisch belang
Uit een telling van 1971
waren er 32 725 mensen
die enkel Welsh konden
spreken.
Beste vooruitzichten om
als taal te blijven bestaan
17.
18. Ongeveer de helft van
de 1,5 miljoen
Bretoenen zou zijn
Keltische taal nog
spreken
televisieprogramma‟s in
het Bretoens
toch gaat kennis
achteruit
oorzaken: immigratie,
culturele repressie
19.
20. Uit een telling van 1961
bleek dat nog slechts
165 mensen op 50 000
eilandbewoners het
Keltische Manx
spraken.
officieel uitgestorven
wel initiatieven om de
taal kunstmatig te laten
herleven
21. Het Cornish stierf
reeds uit in de 18e
eeuw.
Momenteel zijn er
enkele initiatieven om
de taal te laten
herleven.
22. Veel organisch
materiaal is verloren
gegaan
Door verbeterde
technieken toch nog
heel veel informatie
24. 1. Een beknopte geschiedenis van
de Keltische Wereld
2. De Keltische maatschappij
3. De materiële cultuur van de Kelten
4. Keltische Kunst
1. De Keltische natuurgodsdienst
26. Hallstatt A + B
(+/- 1200 - +/- 800 v.C.)
Hallstatt C
(+/- 800 v.C. - +/- 600 v.C.)
Hallstatt D
(+/- 600 v.C. – 475 v.C.)
27.
28. 1e helft 19e eeuw
opgegraven
Uitzonderlijk rijke
stamhoofdgraven
Wapens, spelden, aard
ewerk, …
Importproducten uit
mediterrane gebied
(in casu Italië)
29. N-EU: geen grootschalige politieke organisatie
met uitgebreide machtscentra
Toch: ruilhandel over zeer lange afstanden (tin
+ koper)
8e eeuw v.C. controle over ijzer stimuleert
opkomst lokale machtscentra bekend als
Hallstatt C-periode (+/- 800 v.C. – 600 v.C.)
- heuvelforten
- prestigecultuur
- rijke stamhoofdgraven in Z-DU, Bohemen, W-Hongarije
31. Hallstatt D-periode (+/- 600 v.C. – 475 v.C.)
Verschuiving rijkste graven naar westen
Belangrijkste heuvelforten:
- Mont Lassois (brongebied Seine)
- Asperg (nabij Stuttgart)
- Heuneburg (bovenloop Donau)
Oorzaken?
- Stichting Massalia in monding Rhône
- Rhône als belangrijkste verbindingsweg
- Griekse kooplui in rol als tussenhandelaars
32.
33.
34.
35.
36.
37. Importgoederen
handelsgoederen of
diplomatieke
geschenken?
Handelssysteem met
stamhoofdrijken als centra
van ruilhandel:
• Vanuit N :
krijgsbuit, goud, amber, tin,
bont, honing, slaven, …
• Vanuit Z : Attisch
aardewerk, bronzen
vaatwerk, …
38. Tussenpersoon in
beide handelsstromen
Verwerven luxe-
artikelen
beklemtonen eigen
positie
(prestigecultuur)
39.
40. Begin 5e eeuw v.C. plots verdwijnen van
stamhoofdrijken:
• Heuvelforten verdwijnen
• Geen rijke grafbijzettingen meer
Gelijktijdig opkomst rijke +
oorlogszuchtige samenlevingen ten N van
de Alpen:
• Keltisch sprekend
• Materiële cultuur La Tène
41.
42. +/- 500 v.C.
verschuiving
zwaartepunt in
ruilhandelsysteem van
Massalia (FR) naar
Spina (It) en Adria (It)
Gelijktijdig met
verschuiving:
instorting Hallstatt
prestigecultuur
43. Verschuiving in handelsroute maakte
gevoeliger voor interne + externe onrust:
• Extern: opkomst dynamische La Tène-culturen?
• Intern: opstand onderdanen tegen Hallstatt-
vorsten
Waarheid? vermoedelijk een mix van
factoren
44. Begin La Tène-cultuur valt samen met
massale volksverhuizingen naar:
• Italië
• Zuid-Duitsland, Bohemen, Alpen
• Donaulanden & raid op Griekenland
• Galaten in klein-Azië
• Iberisch schiereiland
• Gallië
• Brittannië
• Ierland
45.
46. +/- 400 v.C. → Kelten in N-
Italië
└►
Gallia Cisalpina
kolonisatie Po-vlakte → La
Tène-cultuur
Etruskische steden → roepen
hulp Rome in ( 390 v.C. )
Keltische overwinning →
„terror Gallicus’
keerpunt → 225 v.C. = slag bij
Telamon : begin onderwerping
Keltische stammen
47.
48.
49. is in feite oorspronkelijke kerngebied van
La Tène-cultuur
interne volksverhuizing van Boïers →
stichting Bohemen
vanaf 2e eeuw v.C. → druk Germanen op
Keltische gebieden in Z-
DU
50.
51. 4e eeuw → Keltische
groepen in Slowakije, Z-
Polen en delen van het
Karpatengebergte
raid op Macedonië +
Griekenland
└►
legendarische
splitsing in 279
v.C.
hoofddoel ? → Delphi +
schathuizen
Koning Antigonos Gonatas
verslaat Kelten
52. hoofdstad = Ancyra → Ankara
nooit 1 natie → 4 sibben → géén centrale
regering + géén nationale politiek
generaties lang → eigen cultuur + identiteit
destructieve rol in 3e en 2e eeuw v.C.
└► + wreedaardige reputatie
onderdeel verdeel-en-heers-politiek van Rome
53.
54. Herodotos → Kelten in
Spanje vanaf 5e eeuw v.C.
Iberië → NOOIT
homogeen Keltisch
(= Noord- en Midden-Spanje
)
Iberië → NOOIT deel La
Tène-wereld
Diodorus → losse
stamverbanden
berucht als huurlingen (cfr.
Carthago)
55. vanaf 400 v.C. → einde handel met
mediterraan gebied !
Oorzaak: vernietiging Etruskische
handelscentra in Po-vlakte
Verschillende theorieën :
• A ) → maatschappelijke + ideologische veranderingen
• B ) → Massalia = geen handelsactiviteiten meer
naar Noorden → ingeperkt door Carthago
56. Rome mengt zich in handelsrivaliteit tussen Massalia
en Carthago vanuit eigen ambitie een regionale macht te
worden
Rome → zoekt veilige verbindingsweg met nieuwe
provincies in Spanje
excuus voor oorlog tegen mediterrane Gallische
stammen = verzoek om hulp van Massalia
kettingreactie van oorlogen met buurstammen
ontstaan Romeinse provincie Gallia Transalpina
gevolgen:
• rechtstreeks contact met Gallië
• Kelten organiseren zich in machtsblokken van stammen
57.
58. slechts sporadische contacten met mediterrane
wereld
vanaf 2e eeuw v.C. = toename handelscontacten
met Gallia Transalpina
mogelijk beperkte handel in tin (=brons)
Keltisch Brittannië = resultaat van
ononderbroken evolutie vanaf Bronstijd
└► vb: rond huis i.p.v. rechthoekig huis
mogelijk invallen van Belgen in Brittannië kort voor
invallen Caesar
59.
60.
61. zéér mysterieus eiland voor
Grieken & Romeinen
pas vanaf 250 v.C. La Tène-
invloeden
voordien = GEEN late Hallstatt
of vroege La Tène
waarschijnlijk →
ononderbroken ontwikkeling
vanaf voorgaande Bronstijd
geen archeologische bewijzen
voor invallen Gaels of Fir Bolg (
cfr. „Boek der invallen ‟)
62. De val van Gallia
Cisalpina
De val van de
Iberische Kelten
De val van Galatië
De val van Brittannië
65. Spanje basis van Hannibal
Romeinen anticiperen op gevaar met
stichting provincies in O + Z Spanje
hierdoor botsing met lokale stammen
langdurige oorlog van 197 tot 179 v.C.
van 154 tot 133
v.C.
66. Rome wint → verovering Numantia in 133
v.C.
TOCH nog generatielange sluimerende
oorlog
└► vb: veldtocht keizer Augustus
tussen 26 en 19 v.C.
zéér succesvolle Romanisatie!
└► totale verdwijning
Keltische
taal + cultuur
67.
68. waren zeer nuttig instrument in verdeel-en-
heers-politiek van Rome
Bijzonder gehaat door buren
88 v.C. = afslachting Galatische stamhoofden
tijdens opstand Mithridates van Pontus
64 v.C. = Pompeius stelt alleenheersers aan
als hoofd van de verschillende stammen
69. Deiotarus van de Tolistobogiërs → belangrijkste van deze
alleenheersers
kiest in 49 v.C. verliezende zijde in de Romeinse burgeroorlog
na moord op Caesar
Cicero verdedigt hem in proces → lichte straf
na dood Deiotarus II → inlijving als Romeinse provincie
sterke hellenisering
toch lang behoud eigen Keltische taal
└► vb: Sint-Hiëronymus: “De Galatiërs hebben hun
eigen taal die bijna hetzelfde is als die van de Treveri.”
70.
71. 55 v.C. = Caesar valt Brittannië binnen
└► reden:
• officieel = straf voor steun aan Gallisch verzet
• echt motief = vergroten van macht + aanzien
eerste invasie was flop → 2e had meer succes
sterk verzet o.l.v. Cassivellaunus
└► wordt gebroken door verraad
Caesar veroverde Brittannië SLECHTS in naam
geen echte bezetting!
72.
73. +/- 100 jaar Brittannië in periferie Romeinse Rijk
aantal stammen erg rijk door export naar Romeinse
legerkampen in Belgica + Rijnland
proto-romanisering zuidelijke stammen door
handelscontacten vb: oprichting oppida
o.l.v. Cunobelinus → Catuvellauniërs worden echte
machtsfactor
na dood Cunobelinus = burgeroorlog in Brittannië
43 n.C. = inval Romeinen o.l.v. Claudius
└► wilde militaire prestige
74.
75. onderwerping
Engeland + Wales in
30 jaar tijd
84 n.C. over-
winning bij Mons
Graupius
Muur Hadrianus ↔
muur Antoninus Pius
76. Waarom verovering?
• Caesar = honger naar macht + rijkdom om
politieke ambities te financieren
• aanwijzingen voor vorming machtige Gallische
bondstaten
Verovering verloopt in 4 fasen:
• Fase 1: voorspel
• Fase 2: open oorlog
• Fase 3: guerrilla-oorlog
• Fase 4: eindspel met Keltische nederlaag
77. Caesar = gouverneur Gallia Transalpina
toezicht op niet onderworpen stammen is een van
zijn taken
Helvetische migratie naar W ( Germaanse druk )
Helvetiërs vernietigend verslagen
Rebellie Germaanse huurlingen o.l.v. Ariovistus
Ariovistus uiteindelijk nabij Rijn verpletterd
Caesar nu steeds meer betrokken bij Gallische
politiek
78.
79.
80. Nervische strijdkrachten uitgeroeid
Eburonen = uitgeroeid ( winter 53 – 52 v.C. )
Galliërs beseffen Romeins gevaar
grote opstand o.l.v. Arveniër Vercingetorix
eerste stap = rechtstreekse aanval op Gallia Transalpina
Caesar → bevrijdt Gallia Transalpina en valt op hartland
Arveniërs aan
totaal verrast trekt Vercingetorix naar huis
Caesar was reeds weg ( 1 – 0 )
81.
82. tactiek verschroeide aarde → verhongeren
Romeinen
wraakactie Caesar tegen Avaricum ( =
Biturgen )
beleg Gergovia verdedigers houden echter
stand
ondanks succesvolle terugtrekking Caesar
naar Noorden → belangrijke morele
opkikker voor de Kelten ( 1 – 1 )
83.
84. Keltische cavalerie-aanval op Romeinse ruiterij
Galliërs verslagen
Vercingetorixtrekt zich terug naar Alesia
└► wil ruiterij laten herstellen
Caesar neemt intiatief → belegert Alesia
Romeinse gordel van wallen + kampementen
Als een reusachtig Keltisch ontzettingsleger
verliest, geeft Vercingetorix zich over
85.
86.
87.
88.
89. 1 miljoen dode
krijgers ( Galliërs &
Germanen & Britt. )
1 miljoen Kelten
worden als slaaf
weggevoerd
Bron voor deze cijfers
Plutarchus
91. zeer snel voltrokken!
Gallische weerstand gebroken
snelle toegang Gallische adel tot
Romeinse machtstructuren
Keltische adel bleef in geromaniseerd
Gallië de baas → cfr. behoud oude
territoria (civitates)
92. oude oppida = echte
steden
└►
civitates moeten beschouwd
worden als soort stadstaten
economische voorspoed
na nederlaag Vercingetorix
nog 3 opstanden
mislukten allen Gallië =
gebroken !
└► opvallend → vb:
Civilis wilde Gallisch
keizerrijk stichten
93. 3e eeuw + eerste helft 4e eeuw = hoogtepunt
niet toevallig periode van crisis in Gallië
Eiland is ( voorlopig ) beschermd tegen onrust
economische welvaart via landbouwproductie voor
Romeinse legerkampen aan grenzen
voordien = Gallië belangrijkste leverancier
toegenomen rijkdom uit zich in bouw luxe-villa‟ s
teken van belangrijke maatschappelijke ontwikkeling
• verarming middenklasse
• ontvolking steden
• polarisatie arm >< rijk
94.
95. vanaf tweede helft 4e eeuw
grote crisis:
• invallen Germaanse stammen
• Pictische raids
• algemene verzwakking Romeinse Rijk
409 n.C. = laatste legioenen
worden uit
Brittannië
teruggetrokken
Keltische elite germaniseert
heropleving Keltische cultuur
vlucht naar Armorica (
Bretagne):
• was planmatige oversteek + kolonisatie
• versmelting autochtone met allochtone
Kelten
• vorming typisch Keltische clanmaatschappij
96. noordelijk Gallië was belangrijk economisch
centrum
Hierdoor erg belangrijk voor Romeinse Rijk
2e eeuw hoogtepunt Romeins Gallië
3e eeuw tijd van crisis
Oorzaak: invasies van Germanen, Hunnen, …
invasie Gallië was uiterlijk teken van de gestage
desintegratie van het Romeinse Rijk
97.
98. OOK interne crisis:
stelselmatige verbreding kloof arm >< rijk
└► fenomeen ook bekend in La Tène-periode
vanaf 3e eeuw = schuld-lijfeigenschap
verdwijning kleine boeren ten voordele van
grootgrondbezitters
ontvolking steden
versterking interne onrust door buitenlandse
invallers Gallië wordt zorgenkind!
99. opkomst lokale usurpators
└► vb: Postumus sticht
keizerrijkje in noorden van
Spanje + volledig Gallië
genadeslag in 5e eeuw
met Germaanse invallen
└► voorgoed einde
Keltisch karakter van
Gallië !