deel 4 in de Amarant-cursusreeks: In het zog van Erik de Rode, de ontdekking en kolonisatie van de Faröereilanden, Ijsland, Groenland en Vinland door de Vikingen.
11. Beschrijft kolonisatie tss 9e
en 10e eeuw
5 delen met +/- 100
hoofdstukken
+/- 3000 mensen worden
beschreven
1400 nederzettingen (vertelt
wie waar ging wonen)
Benoemt 435 mannen als de
eerste kolonisten (870-930)
Oudste versie: 2e helft 13e
eeuw
12. Tussen 1122-1133
geschreven door
(priester) Ari Porgilson
zeer betrouwbaar!
Hij benoemt zijn
bronnen en controleert
ze.
Vermoedelijk gebaseerd
op bronnen die ouder
zijn dan Landnamabok
Oorspronkelijk 2 versies
(enkel jongste bewaard)
13. Bevat 10 hoofdstukken:
1. proloog + verhaal eerste kolonist (Ingolfur Arnarson)
Beschrijft Ijsland als bebost van de kust tot top van de bergen
2. Noorse wetgeving wordt ingevoerd
3. Installatie Althing in Tingvellir
4. Herstel kalender
liep niet meer synchroon met de seizoenen: 52 weken en 364
dagen
Porsstein Sutr stelt oplossing voor: om de 7 jaar een extra
week toevoegen (wilden geen onvolledige week)
5. verdeling Ijsland in juridische kwadranten:
Ieder kwadrant 3 jury’s met 1 rechtbank waar je beroep kan
aantekenen
14. Vervolg 10 hoofdstukken:
6. Ontdekking en kolonisatie
Groenland in 985
7. Bekering Ijsland tot
Christendom
8 10: lijsten met bisschoppen
en wetsprekers in Ijsland
15. Genealogische lijsten hebben
geleid tot onderzoek dat DNA
en verwantschap van 95%
Ijslanders in kaart brengt
Afgeleid app die populair is
bij jongeren om na te gaan of
2 geliefden familie/verwant
zijn
16.
17. Romeinen in Ijsland?
Vondst munten uit 3e
eeuw en later
Thule: mythisch land in
hoge noorden
Alternatieve verklaring:
Vikingen?
Papar Ierse
monniken (6e eeuw)?
18. Eerste vermelding Ari Porgilson
(Islandignabok):
Vikingkolonisten vonden bellen zoals die door
Ierse monniken werden gebruikt
Vermelding in Landnamebok:
Ijslanders die beweren af te stammen van
Cerball Mac Dunlaige (koning Osraige, ZO-
Ierland)
Kruisvermelding in geschriften Dicuil
Meeste monniken zouden vreedzaam zijn
vertrokken bij de komst van de Vikingen
Nog aanwijzingen in Ijslandse toponiemen:
Eiland Papey
Vestmannaeyjar (eiland van de Westmannen)
19.
20. Restanten nederzetting
in Hafnir
Aanvankelijk
geïnterpreteerd als
nederzetting Ierse
monniken
Recente interpretatie:
nederzetting Viking
ivoorjagers
21. Landnamebok: Naddoddr
Verdwaalde tussen
Noorwegen en Farröer
Doopte Ijsland: Snaeland
(sneeuwland)
Eerste overwinteraar: Floki
Zag na zeer strenge winter
hoe het eiland groen werd
Zag veel potentie voor
landbouw
Keerde terug naar
Noorwegen en verspreidde
wat hij had beleefd
22. Clanhoofd Ingolfir Arnarson & echtgenote Hallveig
Frodadottir
Gooiden 2 bewerkte palen in zee
Bouwden nederzetting op plaats waar de palen
aanspoelden.
874: Reykjavik (=rookbaai)
Na Ingolfir nog verschillende clanhoofden met hun
families en slaven
Archeologische data bevestigen de kolonisatiedata uit
de saga’s
23.
24. Vluchten voor harde bestuur
Noorse koning Harald
Schoonhaar:
Noorwegen werd met harde
hand verenigd tot 1
koninkrijk
Conflict met de semi-
onafhankelijke jarls
(sommigen vluchten naar
Ijsland)
Overbevolking van de
westelijke fjorden in
Noorwegen
25.
26. Unie van semi-
onafhankelijke
vorstendommetjes
Gemenebest tijdperk
van ononderbroken groei
en vooruitgang
Was aanzet tot
kolonisatie Groenland /
Canada
27. 930: de heersende clanhoofden stellen het Althing in
Oudste parlement
Kwam iedere zomer samen in Tingvellir (= vallei van het
Thing)
Clanhoofden stellen wetten op, amendementen, …
Bespreken + oplossen van conflicten
Samenstellen jury’s voor rechtszaken
Wetten worden niet opgeschreven wetspreker
(wetten uit het hoofd leren)
Opmerkelijk: geen uitvoerende macht
Uitvoering lag bij de mensen zelf
Leidde tot veel conflicten en vetes (veel saga’s gaan hierover)
28.
29.
30.
31. had zowel politieke als
religieuze macht.
moest de veiligheid,
welvaart en eer van hun
volk waarborgen
moest verantwoording
afleggen aan de
volksvergadering, het
Althing
Werd verkozen door het
Althing
32.
33. Koning Olaf I van Noorwegen stuurt
priester (Tangbrander) om Ijsland te
bekeren:
Kan enkele clanhoofden bekeren
Ervaart veel oppositie:
Hij doodt zelfs 2 mannen die spotdichten over
hem hadden geschreven
Keert na 2 jaar terug met nieuws dat hij
weinig kansen ziet om Ijsland te bekeren:
Koning zo woest dat hij dreigt alle
Ijslanders in Noorwegen te doden …
2 bekeerde clanhoofden beloven hulp bij
bekeren Ijsland, wat Olaf I enigszins kalmeert
34. Toppunt crisis zomer 999/1000:
Christenen weigeren dezelfde wetspreker (en dus ook wetten)
te aanvaarden als de niet-Christenen
Risico op religieuze burgeroorlog
Clanhoofden duiden bemiddelaar aan op Althing: Thorgeir
Ljosvetningagodi
Moet oplossing vinden die voor iedereen aanvaardbaar is!
Compromis:
Iedereen moet zich bekeren tot het Christendom
Recht om ongewenste kinderen te doden blijft behouden (oude wet!)
Recht om paardenvlees te eten blijft behouden (oude wet!)
In beslotenheid eigen huis mag je nog wel tot de oude goden bidden
en offeren
1056: Isleifur Gissurarson (eerste bisschop van Ijsland)
35.
36. 11e /12e eeuw: grote veranderingen!
verschuiving macht
Weg van de vrije boeren en onafhankelijke clanhoofden
Machtsconcentraties bij handvol families/leiders
erosie van instituties Gemenebest
Spanningen leiden tot gewapende strijd tussen de
verschillende leidende families
1200-1262: tijdperk van de Sturlungs
Sturla Pordarson
Sighvatr Sturlurson Snorri Sturlurson
37. 1220: Snorri Sturlurson vazal van Noorse koning
Hakon IV
1235: Sturla Sightvason (neef) wordt vazal Noorse
koning
Gebruikt invloed familieclan om te heersen over Ijsland
Gamli Sattmali: oude convenant
Ondertekend door de verschillende clanhoofden
Aanvaarden de vrede en hegemonie van de Noorse
koning over Ijsland
Gevolgen burgeroorlog:
Zeer belastende periode voor de bevolking
Boerderijen werden verwaarloosd voor de
oorlogshandelingen
38. Noors gezag vestigde zich traag
Althing bleef functioneren als wetgevend en juridisch
orgaan
Clerus rijk + machtig door tienden belasting
Klimaatsverschuiving: kleine ijstijd
Langere winters
Korter groeiseizoen
Moeilijkere levensomstanidgheden
Verschuiving van landbouw naar (economisch) belang visserij
+ vishandel (o.a. omwille van verplichting om te vasten)
1380: Noorse koning Olaf II sterft zonder mannelijke
opvolger
Unie van Kalmar: Scandinavisch Koninkrijk met centrum
in Denemarken
39. 1627: +/- 300 Ijslanders worden door moslimpiraten
ontvoerd
Aanval op Grindavik vermoedelijk met hulp Deense
gijzelaar
Uit Algerije/Marokko o.l.v. Hollandse bekeerling
Murat Reis
Jan Janszoon van Haarlem
Zelf ontvoerd als slaaf in 1618
Bekeerde tot Islam meest toonaangevende Barbarijse
piratenleider
Enkele gijzelaars keren later terug:
Guddridur Sinonardottir bijnaam: Turkiya gudda
40.
41.
42. Midden 16e eeuw: reformatie Lutheraans
Gewapende rebellie o.l.v. Bisschop Jon Arason
Slag bij Saudafell gewonnen door vazallen die trouw zijn aan
Deense koning
1602: Ijsland mag enkel nog handel drijven met
Denemarken
1660: installatie absolute monarchie Denemarken-
Noorwegen o.l.v. Frederik III
18e eeuw: rampspoed
Bevolking krimpt door kleine Ijstijd
1783: uitbarsting Laki
9000 doden
80% van het vee sterft
Hongersnood 25% van de bevolking sterft
43.
44. 19e eeuw: grote migratiegolven naar Canada
Opleving Ijslands nationalisme:
Fjolnismenn: groep van in Denemarken gevormde
intellectuelen
1874: Ijsland krijgt grondwet + herstel Althing
1904: uitbreiding autonomie
1918: Ijsland wordt een zelfstandig land met eigen vlag in
unie met Deense kroon
Vanaf 1930: consensus om te streven naar volledige
onafhankelijkheid
1940: Britten bezetten Ijsland na val Denemarken
1944: 97% kiest voor onafhankelijkheid
2008: bankencrisis
45.
46.
47.
48. 1104: uitbarsting Hekla
Verwoestte volledig
district met boerderijen
1939: opgraving boerderij
in Stöng door Noorse
archeologen
49.
50.
51.
52.
53. Hoofdgebouw:
Lange woonhal: 17 m lang + 6m breed
Soort spouwmuur tussen houten binnenmuur en dikke
buitenmuur uit turf
Binnen:
Lokrekkja: afsluitbare bedkast (voor heer en vrouw des huizes)
Eldaskali: open lange leefhal met centraal een haard
Het woonvertrek moet relatief warm zijn geweest door de opvallend
dikke muren zonder ramen
Langs de muren: verhoogd platform om op te zitten of te slapen
Uiteinden:
Stofa: soort annex dat dienst deed als vrouwenvertrek
Verzonken haard
Aan 2 uiteinden Kvennapallur: zitbanken met opslagruimte voor
textiel
Opmerking: weven heel belangrijk voor gemeenschap (ook als
exportproduct)
54.
55.
56. 2 achterhuizen:
Klein badhuis/sauna
Groot opslagplaats voor
voedsel in grote houten
vaten (o.a. voor pekelen)
Bij hoofdingang opslag
gedroogd/gerookt voedsel
Bijgebouwen:
Koeienstal
Smidse
Kleine staafkerk uit turf
57.
58.
59.
60. Gaukur Trandilson:
Weinig over hem gekend
Zou volgens Njals Saga gedood zijn in een duel door zijn
pleegbroer Asgrimur Ellida Grimmson
Vermoeden dat Gaukur relatie had met buurvrouw
Pleegboer ging duel aan om familie-eer te redden
Opmerkelijk: naam Gaukur Trandilson staat ook in rune in
neolithische tombe Maeshowe (Orkney)
Verklaring:
in 1150 keerde Rögnvaldur Kali met groep Vikingen terug van de
kruistochten
Bij tussenstop in Orkney breken ze in grafheuvel Maeshowe in
Thorhallur Asgrimsson krast runetekst in tombe
rechtstreekse afstammeling van Asgrimur Ellida Grimmson die
Gaukur in het duel doodde …
61. “Deze runen werden uitgehakt door de beste runen-
meester van de westelijke zee met de bijl die behoorde aan
Gaukur Tradilson uit het zuiden van Ijsland.”
62.
63.
64.
65. De bewoners:
Iedereen leefde samen in het langhuis (ook slaven)
Vrije mannen deelnemen aan Althing
Inwonend (vrij) personeel enkel verhuizen naar
andere boerderij tijdens de Fardagar (transferperiode)
Hreppr:
Lokaal verzekeringssysteem/mutualiteit
Steun bieden bij catastrofes zoals brand, verlies vee door
ziektes, …
Vermoedelijk werd de Hreppr ook ingeschakeld bij
uitbarsting Hekla in 1104
66.
67. Veeteelt basis landbouw
Runderen, geiten, schapen, varkens
wol, leder, vlees, melk (boter, kaas, …)
Vee = fé (Noors woord) vee (maar ook welvaart)
Cruciaal hooi voor de wintermaanden!
Werd gekweekt op alle beschikbare stukken land
Volgens de wet:
verplichting om voldoende personeel in dienst te hebben om alle
hooi binnen te halen
Verboden om hooiland verloren te laten gaan of te verwaarlozen
Beste hooi tun (=thuisveld): dichtst bij de hoeve
Zomer vrij grazen
68.
69.
70. Melken op de weide (niet in de stal)
Melk naar hoeve gebracht in skyrkyllir (waterdichte
zakken van schapenmaag)
Bewaring in halfverzonken vaten (= koel, dus langer
bruikbaar!)
Zure melk (de wij) gebruikt om vlees langer te
bewaren
Ongezouten boter bewust gefermenteerd (blijft dan
maandenlang goed)
71. Granen: gerst + haver
geen tarwe!
Andere gewassen: bonen,
erwten, kolen, uien, …
Bemesting steeds in de
lente mest van de
winter werd opgeslagen
Ploegen ossen + ardr
(soort primitieve ploeg)
72. Ook bij het land horen:
visrechten,
sprokkelrechten, zoeken
van eieren, verzamelen
vruchten, …
Toegang tot
gemeenschappelijke
boslanden en graslanden
Overtreden van de wetten
op het landgebruik zeer
zware gevolgen:
Strenge straffen
bloedvetes
73.
74. 4.5.1 Voor-Christelijke
Natuurgodsdienst
Polytheïsme
Midgard en Asgard
De goden
Omgang met de goden
Erfenis van de oude goden
Houding van de heidense
Vikingen t.o.v. Het
christendom
Kerstening van de
Vikingen
Staafkerkjes
4.5.2 Kerstening
75.
76. amper schriftelijke bronnen
over de religieuze opvattingen
van de Vikingen
belangrijkste getuigenis
Snorri Sturluson die als
christelijke Ijslander ( 1e helft
13e eeuw) een beschrijving
maakte van het geloof van
zijn voorvaderen.
De Ijslandse saga’s vertellen
weinig over de organisatie en
belangrijkste liturgische
feesten van de Vikingen.
77. Volgens de Noordse
mythologie was de wereld
geschapen uit het dijbeen van
de reus Ymir
De wereld bestond in het
midden uit een reusachtige,
steeds groenblijvende boom
Yggdrasil
De wortels van deze
levensboom reikten tot in hel
de takken liepen helemaal tot
in de hemel.
78. De boom verbond:
de wereld van de
mensen (midgaard)
met de woonplaats van
de reuzen (utgard)
daaronder
de wereld van de goden
(asgard) daarboven.
79. Bij de centrale as van de
wereld leefden 3 schikgoden
urd, skuld en verdandi die
beschikten over het lot,
waar iedereen (ook de
goden!) ondergeschikt aan
was.
80. Volgens de opvattingen van
de Vikingen bestond
midgaard uit een platte
schijf met daaromheen een
gevaarlijke zee waarin de
midgaardslangen leefden.
81.
82. De Asen waren de belangrijkste goden
Zij gaven ook hun naam aan asgard, waar zich het
Walhalla bevond, de zetel en grote hal van Odin
Walhalla was de plek waar de Walküren de geesten van de
gesneuvelde krijgers heen brachten
De gesneuvelde krijgers konden er feesten en vechten tot ze
zouden worden opgeroepen voor de apocalyptische
eindstrijd ragnarok.
De 3 belangrijkste goden: Odin, Thor en Freyr
83.
84.
85. Overzag vanop zijn troon
in walhalla de schepping
en de onderwereld
8-benig paard: Sleipnir
2 raven:
Hugin (de gedachte)
Munin (het geheugen)
Speer: Gungnir
Toverring: Draupnir
86.
87. Odin had slechts één oog
het andere had hij
opgeofferd in zijn
zoektocht naar wijsheid
Hij heeft zichzelf eens 9
nachten opgehangen om
de geheime runen te
leren.
88. Odin kende weinig
medelijden met de mens
Zijn aanbidders vreesden
hem erg
Toch was hij de
beschermer van koningen,
hoofdmannen, tovenaars
en skalden (dichters)
god van de aristocratische
bovenklasse maakte
89.
90. god van de donder die hij
veroorzaakte als hij met
zijn bokkenkar langs de
hemel reed
belangrijkste attribuut:
onafscheidelijke hamer
met korte steel, Mjöllnir
Mjöllnir keerde steeds
terug als hij hem
wegwierp.
91.
92. beschermgod van de
reuzen
Beschermgod van de
akkerbouw
net als Herakles
beschermde hij mensen
en goden tegen
bedreigingen als geesten,
koude en honger.
93. Thor was gewelddadig
maar had een goed hart
daarom herkenden zijn
gelovigen zich in hem
meest geliefde god onder
de mensen
94. Freyr betekent Heer
is dus eigenlijk geen
naam, maar een titel
Mogelijk ging het om een
taboenaam voor een god
waarvan de eigenlijke
naam ons niet bekend is
95. Freyr is de god van de
mannelijke seksualiteit
wordt vooral door de
dynastie van de
Ynglingen vereerd (met
als thuisbasis het
Zweedse Uppsala)
97. Voor Vikinggoden is
moed net zo belangrijk
als welbespraaktheid en
intelligentie cfr.
mensen
meeste verhalen over de
goden gaan over
avontuur en dapperheid
voorbeeld voor
mensen
98. Wie moedig leefde en stierf in de strijd werd daarvoor beloond
met het eeuwige feesten in walhalla
sneuvelen in de strijd ver van huis geen angstaanjagend
vooruitzicht
sowieso beter om te sneuvelen dan zich over te geven en verder te
leven als zwakkeling
Verklaring voor de wreedheid van de plundertochten? Je moest je
immers dapper en krachtig tonen
Toch namen Vikingen geen onnodige risico’s namen
Zeker de meer georganiseerde legers streden heel weloverwogen
maken evenzeer gebruik van efficiënte
onderhandelingstechnieken om doel te bereiken.
99.
100. Vikinggoden waren niet
almachtig
hadden zowel goede als
slechte karaktertrekken
Mensen hadden plichten
ten overstaan van de goden
Mensen hadden ook
rechten als een god je
onvoldoende hulp gaf,
mocht je je van hem
afkeren.
101. De goden konden hulp
bieden in het dagelijks
leven
daarom droegen veel
Vikingen allerlei
amuletten in de vorm
van de hamer van Thor
of een miniatuurwapen.
102. De goden werden aangesproken in
collectieve rituelen
rituelen steeds in openlucht
Vikingen zagen de goden vooral in
bomen, waterbronnen, grote
stenen, bergen, open waters, …
Hier werden offers gebracht van
vruchten en/of dieren
soms ook mensenoffers
hoogste offer
offers moesten de mensen
verbinden met de goden.
103.
104. vaste rituelen die
seizoensgebonden waren
Bvb: joelfeest, ook wel
midwinterritueel
genoemd (cfr. Kerstmis)
105. om de 9 jaar Blöt
groots feest met offers
van mensen en dieren
gehouden
deze bloedoffers werden
Blöt genoemd
meestal gevolgd door
feestmaal waar het offer
ritueel werd gegeten.
106.
107.
108. De namen van de goden
vinden we nog steeds terug in
de dagen van de week:
Dinsdag verwijst naar Thyr
(oude hemelgod)
Woensdag verwijst naar
Wodan/Odin
Donderdag verwijst naar
Donar/Thor
Vrijdag verwijst naar Freya
Enorme rijke verhalenschat
uit de Viking-mythologie
109.
110. vroegmiddeleeuwse kronieken
bijna fysieke afkeer voor gebrek aan
respect voor kloosters en kerken.
Excessen Vikingen vaak toe-
geschreven aan hun niet-christelijke
geloof
meeste schrijvers waren religieuzen
voor de Vikingen waren de
christelijke liturgische voorwerpen
niet meer dan buit
Cfr. omgang met reliekhouders
gooiden de beenderen er uit en
namen de rijkelijk gedecoreerde
houders mee.
111. 829 tot 831: Duitse bisschop Ansgar trekt als een van de
eerste missionarissen naar Zweden
in opdracht van Lodewijk de Vrome
omdat informanten beweerden dat de lokale bevolking
klaar was om zich te laten kerstenen
expeditie werd een mislukking
Ansgar werd met regelmaat overvallen en kon enkel
ternauwernood aan de dood ontsnappen
op die manier gingen alle geschenken voor de Zweedse
koning verloren.
112. De tweede expeditie van Ansgar was meer succesvol
ditmaal wel voet aan grond
bij zijn dood in 865 kerstening van Zweden al flink
gevorderd
bij een gebrek aan even daadkrachtige opvolgers van
Ansgar valt kerstening echter stil
duurt nog minstens 3 eeuwen voor Zweden volledig
gekerstend was
gedurende lange tijd bleef het oude heidense geloof
bestaan naast de christelijke religie
113. nieuwe geloofsartikelen
aanvaarden:
het bestaan van slechts
één god
het geloof in een
onsterfelijke ziel, met
een leven na de dood
het geloof in de heilige
drievuldigheid (vader,
zoon, heilige geest).
114. Bovendien werd er van de nieuwe gelovigen heel wat geëist:
Geen slaven meer houden
Geen kinderen meer verstoten
Geen vlees meer eten op vastendagen
Geen paardenvlees meer eten
Begraven op een christelijke manier (geen bootgraven en ook
geen bijgaven meer)
Naar de eucharistievieringen gaan
…
115. Omdat bekeren erg
ingrijpend was, kozen velen
er voor om zich niet meteen
te laten dopen
leggen een soort
intentieverklaring af
Voordelen:
naar goeddunken
deelnemen aan
eucharistievieringen
omgaan met andere
christenen (bijvoorbeeld om
handel te drijven).
116. 9e en 10e eeuw: christenen en heidenen leven naast en door elkaar
Leverde weinig problemen op
In dezelfde woningen zowel christelijke kruisbeelden als hamers
van Thor
grootschalige bekeringen zouden pas volgen als ook de koningen
zich lieten dopen
Deense koning Harald Blauwtand dopen in 965
Was onder de indruk van macht Frankische keizers
Hoopte zo op een eigen sterk rijk met christendom als verbindende
staatsgodsdienst
117. geheel uit hout
opgetrokken
kerkgebouw
typische bouwstijl die
voornamelijk in
Scandinavië wordt
aangetroffen
meeste Staafkerken
opgericht in 11e en 12e
eeuw.
118. gebouwd op een stenen
fundering waarop een
frame of geraamte van
houten balken werd
geplaatst.
eenvoudigste staafkerken
zijn kleine, rechthoekige
gebouwen: een schip en
een klein koor
Het dak rust op de muren.
119.
120.
121. Grotere staafkerken kunnen
een lange mast in het
midden hebben:
draagt de torenspits draagt
ontlast de muren
gedeeltelijk
De meest complexe
staafkerken hebben een
hoge ruimte in het midden:
wordt gedragen door
vrijstaande masten
centrale ruimte is omgeven
door lagere zijbeuken die de
constructie verstevigen
122.
123.
124.
125. Een staafkerk heeft nooit
klokken
Hiervoor zijn er
losstaande klokkentoren
gebouwd
126. rijkelijk voorzien van
houtsnijwerk
motieven en esthetiek gaan
terug op de tradities van de
Vikingtijd
Vikingtradities komen ook
terug in de daken van de
staafkerken:
dezelfde structuur als de
Vikingschepen
mogelijk inbreng van
scheepsbouwers in de
constructie van de kerkjes
Editor's Notes
Kruis: gravure die is teruggevinden in een grot
Grot met woonsporen op Vestmannaeyjar (eiland van de Westmannen)
Stemming om te bekeren tot Xdom
Walküren nemen de ziel van de gesneuvelde krijgers mee naar Walhalla.