8. Par. 4.2 (2)
• Een andere oplossing is:
• De straal staat loodrecht op de raaklijn, dus
de rc van de straal is 1. De straal gaat door
de oorsprong, dus raakpunten liggen op y=x.
Dit vullen we in, dan krijgen we 2𝑥2
= 25, dus
𝑥 = ± 12,5 = ±
5
2
2. We krijgen dus twee
raakpunten
5
2
2,
5
2
2 𝑒𝑛 −
5
2
2,−
5
2
2 .
Daarmee kunnen we de raaklijnen bepalen.