SlideShare a Scribd company logo
1 of 26
Download to read offline
VLAKKE MEETKUNDE 2 
studiejaar 1, periode 2, week 1
Modulewijzer en overige 
belangrijke informatie 
84 sbu = 3 ECTS. Dat betekent ongeveer 5 uur huiswerk per week. 
Reader: Nummer 103 (€ 27,50). 
Zie "extra" materiaal op de website voor aanstaande donderdag! 
Werkwijze: Iedere week behandelen we hier wat opdrachten en de 
nieuwe theorie. Daarna kun je zelf of in groepjes aan de slag met het 
huiswerk. 
We behandelen 2 of 3 paragrafen per les en in totaal 3 
hoofdstukken. Kijk in de modulewijzer voor de opdrachten.
Modulewijzer en overige 
belangrijke informatie 
Het is noodzakelijk dat je een geodriehoek en eenvoudige passer 
hebt voor deze module en iedere les meeneemt. 
De module sluiten we af met een schriftelijk tentamen van twee 
lesuren waarbij de grafische rekenmachine, een passer en geodriehoek 
zijn toegestaan. 
De herkansing is één periode later dan de eerste gelegenheid. 
Voor al je vragen, mail naar: b.habraken@fontys.nl 
Deze presentaties staan op mijn slideshare: 
www.slideshare.net/barthabraken
”VOORKENNIS” 
cirkels
Vlakke figuren
Definitie van een cirkel 
Definitie van de cirkel: 
Alle punten die op gelijke afstand liggen van een punt liggen op een cirkel. 
Dit betekent dat als we praten over een punt OP de cirkel, dat dit punt niet 
IN de cirkel ligt. 
in de cirkel 
op de cirkel 
buiten de cirkel
Definities in een cirkel 
Een cirkel heeft een middelste punt, 
dit punt noemen we het middelpunt. 
Ieder willekeurig lijnstuk vanuit het middelpunt 
naar de cirkel, noemen we de straal. 
Ieder lijnstuk met zijn begin- en eindpunt 
op de cirkel noemen we een koorde. 
Elke koorde die door het middelpunt 
gaan noemen we een diameter of 
middellijn. 
koorde
HOEKEN IN EEN CIRKEL 
3-1 Bogen, koorden en hoeken & 3-2 De constante hoek
koorden en cirkelbogen 
Een recht verbindingsstuk tussen twee 
punten op een cirkel noemen we een 
koorde van de cirkel. 
Een verbindingsstuk tussen twee 
punten op een cirkel over de cirkel 
noemen we een cirkelboog. 
Koorde AC 
Cirkelboog 
AC
Middelpuntshoek 
Een volle hoek is 360∘. 
Een hele middelpuntshoek is een volle hoek en dus 360∘. 
Ook ∠AMB = 90∘ is een middelpuntshoek. 
Bij de hoek hoort één boog. Daarom kunnen we 
bogen ook uitdrukken in graden. 
∠AMB = bg AB (links) = 90∘. 
We zeggen ook wel dat ∠AMB op boog AB staat 
of op koorde AB. 
M M 
360∘ 
A 
B
Voorbeeld 1 
In de cirkel (M, MA) is een onregelmatige vijfhoek ABCDE getekend, 
zodanig dat ∠AMB = 70∘. Daarnaast geldt ∠A1 = ∠E1 = ∠D1. AC is 
een middellijn van de cirkel. 
Bereken alle hoeken (A t/m E) in deze vijfhoek en leg uit hoe je er aan 
komt! 
|AM| = |BM| (straal cirkel) dus ∠A2 = ∠B1. 
∠A2 + ∠B1 = 180∘ - ∠M1 = 180 - 70 = 110∘. 
55 
Dus ∠A2 = ∠B1 = 55∘. 
55
Voorbeeld 1 
|BM| = |CM| (straal cirkel) dus ∠B2 = ∠C1. 
∠B2 + ∠C1 = ∠M1. (stelling van de buitenhoek) 
∠B2 = ∠C1 = 35∘. 
55 
55 
35 
35
Voorbeeld 1 
|AM| = |EM| (straal cirkel) dus ∠A1 = ∠E2. [1] 
|EM| = |DM|(straal cirkel) dus ∠E1 = ∠D2. [2] 
|DM| = |CM| (straal cirkel) dus ∠D1 = ∠C2. [3] 
∠A1 = ∠E1 = ∠D1 (gegeven). [4] 
Uit [1], [2], [3] en [4] volgt dat: 
∠A1 = ∠E2 = ∠E1 = ∠D2 = ∠D1 = ∠C2. 55 
55 
35 
35 
* 
* * 
* * 
*
Voorbeeld 1 
De hoekensom van een vijfhoek is 540∘. 
De zes onbekende delen van de hoeken zijn samen 540∘ - 180∘ = 360∘. 
En dus: ∠A1 = ∠E2 = ∠E1 = ∠D2 = ∠D1 = ∠C2 = 60∘. 
Dus: 
∠A = 115∘. 
∠B = 90∘. 
55 
∠C = 95∘. 
55 
∠D = E 35 
∠= 120∘. 
35 
60 
60 60 
60 
60 
60
Omtrekshoek 
Een hoek waarvan het hoekpunt 
niet het middelpunt van de 
cirkel is, maar ook op de cirkel 
ligt noemen we een 
omtrekshoek. 
Welke vermoeden krijg je: 
P 
A 
B
Omtrekshoek 
Stelling van de omtrekshoek: 
Een omtrekshoek is half zo groot als de 
bijbehorende middelpuntshoek. 
Gegeven: middelpuntshoek AMB en 
omtrekshoek APB. 
Te bewijzen: ∠AMB = 2∠APB 
Bewijs: 
P 
A 
D 4 
B 
1 
M 2 
2 
3 
1
Voorbeeld 2 
Bewijs dat in de gegeven situatie geldt: ∠AMB = 2∠APB. 
Bewijs: 
|AM| = |PM| (straal cirkel) en dus ∠P1 = ∠A2 [1] 
∠M4 = ∠P1 + ∠A2 (stelling van de buitenhoek) [2] 
Uit [1] en [2] volgt: ∠M4 = 2∠P1 [3] 
Analoog valt te bewijzen dat: ∠M3 = 2∠P2 [4] 
Uit [3] en [4] volgt: ∠AMB = 2∠APB ☐ 
P 
A 
D 4 
B 
1 
M 2 
2 
3 
1
Een speciale omgeschreven 
cirkel... 
Gegeven is ΔABC met de omgeschreven cirkel. 
Het middelpunt M van deze cirkel ligt op zijde AB van de driehoek. 
Bewijs dat ΔABC rechthoekig is. 
Gegeven: ΔABC met de omgeschreven cirkel waarvan het 
middelpunt M op zijde AB ligt. 
Te bewijzen: ∠C = 90∘ 
Bewijs:
Een speciale omgeschreven 
cirkel (alternatief op opdracht 9) 
Bewijs: 
|AM| = |CM| (straal cirkel) en dus ∠CAM = ∠ACM [1] 
|BM| = |CM| (straal cirkel) en dus ∠CBM = ∠BCM [2] 
∠BAC + ∠ACB + CBA = 180∘ (hoekensom Δ) en dus: 
∠BAC + ∠ACM + ∠BCM + ∠CBA = 180∘ [3] 
Uit [1], [2] en [3] volgt: 
∠BAC + ∠BAC + ∠CBA + ∠CBA = 180∘ 
Dus: ∠BAC + ∠CBA = 90∘ [4] 
Uit [3] en [4] volgt dat ∠ACB = 90∘ en dus 
is ΔABC rechthoekig. ☐
De stelling van Thales 
Als in driehoek ABC ∠C rechthoekig is, dan ligt C op een cirkel met 
middellijn AB.
Voorbeeld 3 
Gegeven is een cirkel met daarin de koorden AB en CD met gelijke 
lengte. 
Bewijs dat geldt: ∠AMB = ∠CMD. 
(Gegeven, te bewijzen) 
Bewijs: 
|AM| = |CM| (straal cirkel) 
|BM| = |DM| (straal cirkel) 
}⇒ 
|AB| = |CD| (gegeven) 
⇒ ΔABM ≅ ΔCDM (ZZZ) dus ∠AMB = ∠CMD ☐
BOOG EN KOORDE 
Je hebt dus zojuist zelf bewezen dat bij twee gelijke koorden gelijke 
middelpuntshoeken horen. 
In het begin van deze les hebben we gezien dat we de bogen (bij een 
koorde) uitdrukten in graden (de boog was gelijk aan de bijbehorende 
middelpuntshoek). 
We kunnen daarom ook zeggen dat bij twee gelijke koorden gelijke 
bogen horen. 
Dus in de figuur bij voorbeeld 3 (zie je werkblad) geldt ook 
bg AB (links) = bg CD (rechts).
De constante hoek 
Wat is de omgekeerde stelling van Thales? 
Als punt C op een cirkel ligt met 
middellijn AB, dan is driehoek ABC 
rechthoekig. 
Maakt het uit waar op de cirkel punt C ligt? 
NEE! 
Maar wat als de hoek nu niet 90∘, 
maar 50∘? 
De stelling van de constante hoek: 
Verschillende hoeken op dezelfde 
boog hebben dezelfde grootte.
hoek tussen koorde en raaklijn 
Ook de hoek tussen een koorde en een raaklijn is gelijk aan de bij die 
koorde horende omtrekshoek. 
Ofwel alle punten M die aan dezelfde kant 
van PQ liggen, zodat de hoek constant blijft, 
liggen op een cirkelboog die door P, M en Q 
gaat. 
De meetkundige plaats van de constante 
hoek is dus een cirkelboog. (Let op: 
dit moet twee kanten op bewezen worden.)
Huiswerk 
Maken: 
§3-1 opdrachten 1 t/m 8, 
§3-2 opdrachten 9 t/m 16.

More Related Content

Similar to Vlakke meetkunde 2 les 1

6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdfBertdeRat
 
Analyitsche meetkunde week 7
Analyitsche meetkunde week 7Analyitsche meetkunde week 7
Analyitsche meetkunde week 7BramvandenBroek
 
Het gouden vierkant.pdf
Het gouden vierkant.pdfHet gouden vierkant.pdf
Het gouden vierkant.pdfWim van Es
 
Analytische meetkunde week 3
Analytische meetkunde week 3Analytische meetkunde week 3
Analytische meetkunde week 3BramvandenBroek
 
Hoeken meten
Hoeken metenHoeken meten
Hoeken meten3271hei
 
Hoeken meten[1]
Hoeken meten[1]Hoeken meten[1]
Hoeken meten[1]3271hei
 
Analytische meetkunde week 7
Analytische meetkunde week 7Analytische meetkunde week 7
Analytische meetkunde week 7BramvandenBroek
 
Inleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantek
Inleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantekInleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantek
Inleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantekGerard van Alst
 
Analytische meetkunde les3 gv alst
Analytische meetkunde les3 gv alstAnalytische meetkunde les3 gv alst
Analytische meetkunde les3 gv alstGerard van Alst
 

Similar to Vlakke meetkunde 2 les 1 (12)

6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
6.1 Eenheidscirkel en radiaal [1].pdf
 
Analyitsche meetkunde week 7
Analyitsche meetkunde week 7Analyitsche meetkunde week 7
Analyitsche meetkunde week 7
 
Het gouden vierkant.pdf
Het gouden vierkant.pdfHet gouden vierkant.pdf
Het gouden vierkant.pdf
 
Week5
Week5Week5
Week5
 
Analytische meetkunde week 3
Analytische meetkunde week 3Analytische meetkunde week 3
Analytische meetkunde week 3
 
Hoeken meten
Hoeken metenHoeken meten
Hoeken meten
 
Hoeken meten[1]
Hoeken meten[1]Hoeken meten[1]
Hoeken meten[1]
 
Analytische meetkunde week 7
Analytische meetkunde week 7Analytische meetkunde week 7
Analytische meetkunde week 7
 
Meetkunde
MeetkundeMeetkunde
Meetkunde
 
Analitiese meetkunde
Analitiese meetkundeAnalitiese meetkunde
Analitiese meetkunde
 
Inleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantek
Inleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantekInleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantek
Inleiding calculus 1415 les 2 gv alst met aantek
 
Analytische meetkunde les3 gv alst
Analytische meetkunde les3 gv alstAnalytische meetkunde les3 gv alst
Analytische meetkunde les3 gv alst
 

More from Bart Habraken

Integraalrekening 1 les 7
Integraalrekening 1 les 7Integraalrekening 1 les 7
Integraalrekening 1 les 7Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 5
Integraalrekening 1 les 5Integraalrekening 1 les 5
Integraalrekening 1 les 5Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 4
Integraalrekening 1 les 4Integraalrekening 1 les 4
Integraalrekening 1 les 4Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 3
Integraalrekening 1 les 3Integraalrekening 1 les 3
Integraalrekening 1 les 3Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 2
Integraalrekening 1 les 2Integraalrekening 1 les 2
Integraalrekening 1 les 2Bart Habraken
 
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaIntegraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaBart Habraken
 
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenIntegraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenBart Habraken
 
Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Bart Habraken
 

More from Bart Habraken (9)

Integraalrekening 1 les 7
Integraalrekening 1 les 7Integraalrekening 1 les 7
Integraalrekening 1 les 7
 
Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6Integraalrekening 1 les 6
Integraalrekening 1 les 6
 
Integraalrekening 1 les 5
Integraalrekening 1 les 5Integraalrekening 1 les 5
Integraalrekening 1 les 5
 
Integraalrekening 1 les 4
Integraalrekening 1 les 4Integraalrekening 1 les 4
Integraalrekening 1 les 4
 
Integraalrekening 1 les 3
Integraalrekening 1 les 3Integraalrekening 1 les 3
Integraalrekening 1 les 3
 
Integraalrekening 1 les 2
Integraalrekening 1 les 2Integraalrekening 1 les 2
Integraalrekening 1 les 2
 
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigmaIntegraalrekening 1 Stencil 2 sigma
Integraalrekening 1 Stencil 2 sigma
 
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiërenIntegraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
Integraalrekening 1 Stencil 1 differentiëren
 
Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1Integraalrekening 1 les 1
Integraalrekening 1 les 1
 

Vlakke meetkunde 2 les 1

  • 1. VLAKKE MEETKUNDE 2 studiejaar 1, periode 2, week 1
  • 2. Modulewijzer en overige belangrijke informatie 84 sbu = 3 ECTS. Dat betekent ongeveer 5 uur huiswerk per week. Reader: Nummer 103 (€ 27,50). Zie "extra" materiaal op de website voor aanstaande donderdag! Werkwijze: Iedere week behandelen we hier wat opdrachten en de nieuwe theorie. Daarna kun je zelf of in groepjes aan de slag met het huiswerk. We behandelen 2 of 3 paragrafen per les en in totaal 3 hoofdstukken. Kijk in de modulewijzer voor de opdrachten.
  • 3. Modulewijzer en overige belangrijke informatie Het is noodzakelijk dat je een geodriehoek en eenvoudige passer hebt voor deze module en iedere les meeneemt. De module sluiten we af met een schriftelijk tentamen van twee lesuren waarbij de grafische rekenmachine, een passer en geodriehoek zijn toegestaan. De herkansing is één periode later dan de eerste gelegenheid. Voor al je vragen, mail naar: b.habraken@fontys.nl Deze presentaties staan op mijn slideshare: www.slideshare.net/barthabraken
  • 6. Definitie van een cirkel Definitie van de cirkel: Alle punten die op gelijke afstand liggen van een punt liggen op een cirkel. Dit betekent dat als we praten over een punt OP de cirkel, dat dit punt niet IN de cirkel ligt. in de cirkel op de cirkel buiten de cirkel
  • 7. Definities in een cirkel Een cirkel heeft een middelste punt, dit punt noemen we het middelpunt. Ieder willekeurig lijnstuk vanuit het middelpunt naar de cirkel, noemen we de straal. Ieder lijnstuk met zijn begin- en eindpunt op de cirkel noemen we een koorde. Elke koorde die door het middelpunt gaan noemen we een diameter of middellijn. koorde
  • 8. HOEKEN IN EEN CIRKEL 3-1 Bogen, koorden en hoeken & 3-2 De constante hoek
  • 9. koorden en cirkelbogen Een recht verbindingsstuk tussen twee punten op een cirkel noemen we een koorde van de cirkel. Een verbindingsstuk tussen twee punten op een cirkel over de cirkel noemen we een cirkelboog. Koorde AC Cirkelboog AC
  • 10. Middelpuntshoek Een volle hoek is 360∘. Een hele middelpuntshoek is een volle hoek en dus 360∘. Ook ∠AMB = 90∘ is een middelpuntshoek. Bij de hoek hoort één boog. Daarom kunnen we bogen ook uitdrukken in graden. ∠AMB = bg AB (links) = 90∘. We zeggen ook wel dat ∠AMB op boog AB staat of op koorde AB. M M 360∘ A B
  • 11. Voorbeeld 1 In de cirkel (M, MA) is een onregelmatige vijfhoek ABCDE getekend, zodanig dat ∠AMB = 70∘. Daarnaast geldt ∠A1 = ∠E1 = ∠D1. AC is een middellijn van de cirkel. Bereken alle hoeken (A t/m E) in deze vijfhoek en leg uit hoe je er aan komt! |AM| = |BM| (straal cirkel) dus ∠A2 = ∠B1. ∠A2 + ∠B1 = 180∘ - ∠M1 = 180 - 70 = 110∘. 55 Dus ∠A2 = ∠B1 = 55∘. 55
  • 12. Voorbeeld 1 |BM| = |CM| (straal cirkel) dus ∠B2 = ∠C1. ∠B2 + ∠C1 = ∠M1. (stelling van de buitenhoek) ∠B2 = ∠C1 = 35∘. 55 55 35 35
  • 13. Voorbeeld 1 |AM| = |EM| (straal cirkel) dus ∠A1 = ∠E2. [1] |EM| = |DM|(straal cirkel) dus ∠E1 = ∠D2. [2] |DM| = |CM| (straal cirkel) dus ∠D1 = ∠C2. [3] ∠A1 = ∠E1 = ∠D1 (gegeven). [4] Uit [1], [2], [3] en [4] volgt dat: ∠A1 = ∠E2 = ∠E1 = ∠D2 = ∠D1 = ∠C2. 55 55 35 35 * * * * * *
  • 14. Voorbeeld 1 De hoekensom van een vijfhoek is 540∘. De zes onbekende delen van de hoeken zijn samen 540∘ - 180∘ = 360∘. En dus: ∠A1 = ∠E2 = ∠E1 = ∠D2 = ∠D1 = ∠C2 = 60∘. Dus: ∠A = 115∘. ∠B = 90∘. 55 ∠C = 95∘. 55 ∠D = E 35 ∠= 120∘. 35 60 60 60 60 60 60
  • 15. Omtrekshoek Een hoek waarvan het hoekpunt niet het middelpunt van de cirkel is, maar ook op de cirkel ligt noemen we een omtrekshoek. Welke vermoeden krijg je: P A B
  • 16. Omtrekshoek Stelling van de omtrekshoek: Een omtrekshoek is half zo groot als de bijbehorende middelpuntshoek. Gegeven: middelpuntshoek AMB en omtrekshoek APB. Te bewijzen: ∠AMB = 2∠APB Bewijs: P A D 4 B 1 M 2 2 3 1
  • 17. Voorbeeld 2 Bewijs dat in de gegeven situatie geldt: ∠AMB = 2∠APB. Bewijs: |AM| = |PM| (straal cirkel) en dus ∠P1 = ∠A2 [1] ∠M4 = ∠P1 + ∠A2 (stelling van de buitenhoek) [2] Uit [1] en [2] volgt: ∠M4 = 2∠P1 [3] Analoog valt te bewijzen dat: ∠M3 = 2∠P2 [4] Uit [3] en [4] volgt: ∠AMB = 2∠APB ☐ P A D 4 B 1 M 2 2 3 1
  • 18. Een speciale omgeschreven cirkel... Gegeven is ΔABC met de omgeschreven cirkel. Het middelpunt M van deze cirkel ligt op zijde AB van de driehoek. Bewijs dat ΔABC rechthoekig is. Gegeven: ΔABC met de omgeschreven cirkel waarvan het middelpunt M op zijde AB ligt. Te bewijzen: ∠C = 90∘ Bewijs:
  • 19.
  • 20. Een speciale omgeschreven cirkel (alternatief op opdracht 9) Bewijs: |AM| = |CM| (straal cirkel) en dus ∠CAM = ∠ACM [1] |BM| = |CM| (straal cirkel) en dus ∠CBM = ∠BCM [2] ∠BAC + ∠ACB + CBA = 180∘ (hoekensom Δ) en dus: ∠BAC + ∠ACM + ∠BCM + ∠CBA = 180∘ [3] Uit [1], [2] en [3] volgt: ∠BAC + ∠BAC + ∠CBA + ∠CBA = 180∘ Dus: ∠BAC + ∠CBA = 90∘ [4] Uit [3] en [4] volgt dat ∠ACB = 90∘ en dus is ΔABC rechthoekig. ☐
  • 21. De stelling van Thales Als in driehoek ABC ∠C rechthoekig is, dan ligt C op een cirkel met middellijn AB.
  • 22. Voorbeeld 3 Gegeven is een cirkel met daarin de koorden AB en CD met gelijke lengte. Bewijs dat geldt: ∠AMB = ∠CMD. (Gegeven, te bewijzen) Bewijs: |AM| = |CM| (straal cirkel) |BM| = |DM| (straal cirkel) }⇒ |AB| = |CD| (gegeven) ⇒ ΔABM ≅ ΔCDM (ZZZ) dus ∠AMB = ∠CMD ☐
  • 23. BOOG EN KOORDE Je hebt dus zojuist zelf bewezen dat bij twee gelijke koorden gelijke middelpuntshoeken horen. In het begin van deze les hebben we gezien dat we de bogen (bij een koorde) uitdrukten in graden (de boog was gelijk aan de bijbehorende middelpuntshoek). We kunnen daarom ook zeggen dat bij twee gelijke koorden gelijke bogen horen. Dus in de figuur bij voorbeeld 3 (zie je werkblad) geldt ook bg AB (links) = bg CD (rechts).
  • 24. De constante hoek Wat is de omgekeerde stelling van Thales? Als punt C op een cirkel ligt met middellijn AB, dan is driehoek ABC rechthoekig. Maakt het uit waar op de cirkel punt C ligt? NEE! Maar wat als de hoek nu niet 90∘, maar 50∘? De stelling van de constante hoek: Verschillende hoeken op dezelfde boog hebben dezelfde grootte.
  • 25. hoek tussen koorde en raaklijn Ook de hoek tussen een koorde en een raaklijn is gelijk aan de bij die koorde horende omtrekshoek. Ofwel alle punten M die aan dezelfde kant van PQ liggen, zodat de hoek constant blijft, liggen op een cirkelboog die door P, M en Q gaat. De meetkundige plaats van de constante hoek is dus een cirkelboog. (Let op: dit moet twee kanten op bewezen worden.)
  • 26. Huiswerk Maken: §3-1 opdrachten 1 t/m 8, §3-2 opdrachten 9 t/m 16.