2. Larissa Ik heb er schoon genoeg van Ruben zijn gezeur en vertrek snel naar mijn college. Om het even waar, zolang ik van zijn gezeur verlost ben. Waarom maakt hij zo’n drama voor één keer dat ik weg ben geweest?
3. Ruben Terwijl Larissa naar haar college is, moet ik even nadenken hoe het verder moet. Ik begrijp dat Larissa niet graag alleen thuis is en graag weg gaat. Toch vind ik dat ze met mij over kan spreken of eventueel een briefje op tafel kan leggen, als ik maar iets weet.
4. Als zij weg mag gaan, waarom mag ik dan niet weg? Ik pak een stuk papier en schrijf ‘Lari, ik ben even weg x’. Snel leg ik het papiertje op de tafel…
5. …en gaat de deur snel uit! Heeft hiervoor geen inspiratie –’
6. Heel traag loop ik langs de Universiteitsweg. Ik moet toegeven dat ik het hier best akelig vind… ik ben hier ook nog nooit geweest. Oké, welke winkel zal ik eens bezoeken?
7. Ik verander van gedachten en loop verder naar de openbare bibliotheek. Misschien vind ik hier interessante artikels die met mijn specialisatie – geschiedenis – te maken heeft.
8. In de bibliotheek heb je allemaal verschillende keuzes. Literatuur, politiek, wiskunde, noem allemaal op! Ik heb één boek gevonden die me tenminste aanstaat… het gaat over de Tweede Wereldoorlog (geschiedenis).
9. Terwijl ik dat boek aan het lezen ben, komt iemand naast me zitten die ook een boek bij zich heeft.“Welk boek lees je?” vraagt het meisje.“Over de Tweede Wereldoorlog.”Het meisje knikt geïnteresseerd. “Ah dus, je doet geschiedenis?”“Inderdaad, wat doe je?”“Eerstejaars toneel.”
10. Toneel? Larissa volgt ook toneel. “Oh, dat is toevallig. Mijn huisgenote zit in het eerste en doet ook toneel.”Het meisje draait zich om, naar mij toe.“Hoe heet ze?” vraagt ze.“LarissaBigoli.”Het meisje barst in het lachen uit.“Die ken ik zeker! Een jongensgek!”
11. Ik moet slikken. Larissa? Een jongensgek? Thuis probeert ze me altijd te flirten en buitenshuis loopt ze waarschijnlijk achter iedere jongen aan, tenzij ik erbij ben. Wie weet wat ze gisteren – terwijl ze weg is geweest – allemaal gedaan heeft.
12. “Euh… moet jij niet naar je college? Larissa zit nu daar ook.” zeg ik.Het meisje schudt haar hoofd.“Ik heb geen zin.”Ik kan mijn lach niet inhouden. Dat zegt veel.
13. Dan heb ik geen zin meer om te lezen en stop het boek terug op de juiste plaats. Wanneer ik me omdraai, staat het meisje achter me. Creep…“Mag ik vragen hoe je heet?” vraagt ze vriendelijk.“Ruben. Hoe heet je?”“Aangenaam Ruben, ik ben Bianca.”
14. Dan heb ik geen zin meer om te lezen en stop het boek terug op de juiste plaats. Wanneer ik me omdraai, staat het meisje achter me. Creep…“Mag ik vragen hoe je heet?” vraagt ze vriendelijk.“Ruben. Hoe heet je?”“Aangenaam Ruben, ik ben Bianca.”
15. Het is wel eens leuk om iemand te leren kennen.“Zullen we ergens naartoe gaan? Een koffie gaan drinken, of zo iets?” stelt Bianca voor.Ik kijk naar de klok. Oh nee, is de tijd zo snel gevlogen?“Ik wil wel maar het is al laat en…”
16. “Ja, ik begrijp je al.” onderbreekt Bianca me,“het is niet erg. Hier heb je mijn telefoonnummer en als je zin hebt om af te spreken…”“Kan ik je altijd bellen.” vul ik haar zin aan. Bianca glimlacht breed.“Prima! Tot nog eens!” Opeens valt ze in mijn armen. Ik kan haar toch niet weg duwen, dat zal haar kwetsen.“Euh… tot ooit!” stotter ik.
17. Onderweg naar huis zit ik na te denken. Bianca lijkt me wel een lief meisje. Ik heb van Larissa niet verwacht dat ze eigenlijk met mijn voeten speelt. Het lijkt me euh… niet zo’n goed idee om hier te blijven wonen.
18. Mijn mobieltje trilt in mijn broekzak. Ik pak het mobieltje en er staat ‘Larissa’ op het display. Ik druk op het groen knopje.“Ja, Larissa?”“…”“Verlengingen? Dat zal wel zijn…”“…”“Denk je dat ik dat niet door heb? Je bent net hetzelfde als je vader.”“…”“Ik ben hier weg en ga ergens anders wonen, het lijkt me geen goed idee ombij jou te blijven.”
19. Boos druk ik op het rood knopje en stop het mobieltje weer weg. Heb ik dat echt gezegd… echt waar? Nu zit er niets anders op dan verhuizen. Ik maar denken dat Larissa mijn beste maatje is. Ik heb het vertrouwen in haar verloren.
20. Het is al mijn tweede dag op de campus en ik moet verhuizen. Of ja, moet… niet echt. Het is zo oneerlijk!
21. “Ruben!” hoor ik iemand roepen. Oh nee, zeg dat het niet waar is… Dan komt die persoon tevoorschijn, Larissa.“Wat is er nu weer?” zucht ik geërgerd.“Ja, wat is er nu weer, ja. Je mag hier niet weg!”Ik rol met mijn ogen. Ik mag hier niet weg?
22. “Ik dacht dat mijn gevoelens voor jou menens waren, maar je speelt alleen met mijn voeten.” dram ik alles en alles door.Larissa buigt haar hoofd naar de grond toe. “Ah… wat voel je dan voor me?” vraagt ze stil.Ik slik. Hoe moet ik het uitleggen…“Ik ben verliefd… op jou.”
23. Ik hoor Larissa diep zuchten.“Als ik dat eerder had geweten.”“Ineens leer ik iemand uit je college kennen, die heeft gezegd dat je euh… tja, graag op jongens jaagt.”Larissa lacht ironisch. “Bianca Zagersma, zeker? Die vieze roddeltante.”Larissa legt haar handen op mijn schouders…
24. …ze omsingelt haar armen rond haar lijf en begint me hevig te zoenen. Ik wil haar niet wegduwen, ik heb het gevoel dat niets of niemand ons kan breken.“Ik hou zielsveel van je, Ruben.”
25. Nu is het mijn beurt…“Ik hou ook van je, Larissa.”Ineens belanden we in het bed en gaat ‘dit gesprek’ zo voort, als je snapt wat ik bedoel…