4. Wat gaan we doen?
• Stil staan bij het waarom ‘doelen stellen’?
• En hoe ‘formuleer’ je ze dan, als je weet
waarom?
• Tips voor ‘realisatie’ en ‘verkoop van je
doelen’!
• ???
5. Vragen om te starten
• Bij alles wat je doet, hoeveel % doe je met een
doel?
• Wil je meer doelen stellen? Ja/Nee
• Hoeveel % bereik je de gestelde doelen?
• Noem 2 succesfactoren op!
• Noem 2 faalfactoren op!
17. • Wat?
De ‘Wat’-vraag staat voor de vraag die meestal eenvoudig te beantwoorden is:
Wat doe je als gemeente/organisatie? Als het goed is weet elke
gemeente/organisatie deze vraag nog wel te beantwoorden. Welke diensten
leveren de gemeente/ organisatie. Het ‘Wat’ zijn de tastbare manieren om het
waarom tot leven te brengen.
• Hoe?
De binnenste ring staat voor de vraag: ‘Hoe?’. Deze vraag is vaak al lastiger te
beantwoorden. Hoe doe je iets eigenlijk? Het gaat hierbij om de specifieke acties
die ondernomen worden om het waarom te realiseren.
• Waarom?
In de kern van de gouden cirkel gaat het om de vraag: ‘Waarom?’. Waarom doe je
wat je doet? Hier gaat het om het achterliggende doel (purpose), de oorzaak
(cause), of het geloof (belief), oftewel het ‘waarom’ als driving motivation for
action.
Volgens Sinek wordt vaak van buiten naar binnen gedacht en gehandeld.
Inspirerende mensen draaien dit om en handelen juist van binnen naar buiten.
Stellen zichzelf dus eerst de vraag ‘Waarom?’. 'Succesvolle gemeentes/
organisaties onderscheiden zich van minder succesvolle gemeentes/ organisaties
niet doordat ze betere producten maken of diensten aanleveren, maar doordat ze
beter kunnen aangeven waarom ze dat doen en wat ze ermee willen bereiken.'
18. Brein- hersenen
Het ziet er goed uit, maar het voelt niet goed!
Neocortex – wat? – feiten en cijfers weer – en
dan kunnen we voor- en nadelen opnoemen
op basis van analyse en rationeel denken.
Limbisch brein- hoe en waarom? - geen
taalvaardigheid en taalgevoeligheid –
beïnvloeden gedrag en beslissingen – spelen
in op gevoel (vertrouwen, loyaal)
19. Je gaat in zee met
Met degene die je gelooft !
22. Een doelstelling bevat :
Werkwoord dat richting van de
verandering aangeeft +
Situatie die moet veranderen +
Doelgroep + Mate van
verandering + Tijdschema
23. Tip:
Formuleer zo actief mogelijk, dat zal ervoor
zorgen dat er later makkelijker acties uit voort
komen.
keuze van werkwoorden is daarbij
belangrijk!
27. Opdracht deel 1
Nieuw bestuur
Zoek eens naar 3 waarden die je voelt waarvoor
het bestuur staat. Waar willen ze naar toe?
Welke waarden nemen ze op?
28. Opdracht deel 2
Werk de doelstellingenboom traditioneel uit
voor 2 van de 3 waarden.
Hou rekening met amore, magie, smart!
Doe dit per 2.
29. Opdracht deel 3
Succesfactoren en faalfactoren.
Ruilen is de boodschap.
Geef en neem principe
Waarvoor heb je schrik? Laat deze oplossen en
geef een succesfactor in de plaats.
30. Realiseerbaar maken
We hebben het nog altijd niet gehad over het
Wie is verantwoordelijk, nu is het moment.
Wie doet wat?
Som van alles – het is een plusverhaal ++++
32. Evaluatie
Op welke basis %?
Wanneer is een doelstelling geslaagd?
Welke indicatoren gebruik je?
Wat stel je als basis stellen van evaluatie, wie
legt het vast die indicatoren, en wie en hoe
zegt men dan effectief dat de stempel van
geslaagd behaald is
33. Oefening
Weet dat het bestuur kijkt naar evaluatie-
dus doe er iets mee!
Hoe stel je het voor?
34. Tips
- Beschrijf de moeilijkheden en niet enkel % van
slagen, en neem suggesties mee naar de lezer!
- Maak het ook visueel /zichtbaar!
- Hoe je het voorstelt is zeer belangrijk!
- Tijd krijgen voor uw proces. Iets hoeft niet vanaf
eerste moment te werken. Luxe 6 jaar – voor het
einde, zie dat ze u tussentijds niet pakken
- Signalen van de doelgroep meenemen!
35. Wat gaan we doen?
• Stil staan bij het waarom ‘doelen stellen’?
• En hoe ‘formuleer’ je ze dan, als je weet
waarom?
• Tips voor ‘realisatie’ en ‘verkoop van je
doelen’!
• ???