2. ZOVEEL
VOOR ZO WEINIG TIJD !!!!
Waarom (en vooral wanneer) zouden we dat wel doen, dat
outreachend gedoe?
Voor je start : quickscan
Omkadering
Tips en tricks om te starten
Participatieve basishouding
3. WAAROM OUTREACH?
Nieuwe mensen leren kennen (jongeren en netwerk)
Om eens uit uw kot te zijn
Verruiming eigen aanbod
Vinger aan de pols: beleid
Info, preventie en advies: ter plaatse
Geen geld en/of tijd?
5. OMKADERING VANUIT
ORGANISATIE
1. Het arbeidscontract.
2. Functieprofiel outreachend werker.
3. Arbeidsreglement:
4. Opleiding en vorming.
5. Individuele begeleiding
6. TIPS VOOR DE ORGANISATIE/BELEID
Moedig outreachend werken aan
Gebruik de quickscan
Bezint eer ge begint
Kies de juiste man/vrouw voor de job
Zorg voor een goede omkadering
Geef voldoende tijd en ruimte
Creëer een sterk netwerk en draagvlak
Beroepsgeheim
Kijk ook naar kwalitatieve criteria bij het evalueren
Maak gebruik van signalen en gebruik de sigalen
7. TIPS VOOR DE WERKER
Leer eerst je stad/buurt/wijk kennen,
Breng letterlijk je buurt en doelpubliek in kaart (bv, een luchtfoto van je buurt, wijk of stad).
Laat je eerste contacten zo natuurlijk mogelijk verlopen,
Zorg ervoor dat mensen je gezicht kennen, groet iedereen die je tegenkomt, geen verborgen agenda
Eerste contacten : wanneer, hoe, wat zeg je (niet)?
Investeer in de relatie.
Leer nabij te zijn, eerlijk duurt het langst, geef het (veel) tijd.
Vertrek vanuit gelijkwaardigheid
Zet je tijdens eerste gesprekken met een gast naast die persoon, ipv er tegenover of erboven, wees en
blijf verwonderd, veroordeel niet, bouw zo weinig mogelijk voorwaarden in.
Wees jezelf in het contact met gasten
Focus nooit op problemen (want ze komen snel genoeg aan bod), laat je niet ontmoedigen, ook niet
door testgedrag, eigen grenzen kennen en aangeven, verwachting is de moeder van frustratie,
vertrouw op je buikgevoel
Organiseer samen mét je doelgroep en niet enkel voor hen
Participeer zelf mee aan projecten of activiteiten, wees flexibel in het plannen van je werkdagen
8. 10 GEBODEN (HANGMAN)
Praat niet over jongeren maar met jongeren
Bekijk rondhangen als een kans, niet als een probleem
Breng buurtbewoners en rondhangende jongeren samen.
Enkel focussen op de negatieve kant van rondhangen is schadelijk voor de
ontwikkeling van een identiteit (en schadelijk voor u zelf).
Het publieke karakter van publieke ruimte moet gevrijwaard blijven
Overlast is een subjectief fenomeen en als dusdanig een verhaal met twee
zijden.
Vermeld in het lokale politiereglement ‘rondhanggedrag door jongeren op
zich kan geen overlast zijn’
.
Leg voldoende verantwoordelijkheid bij jongeren zelf, en spreek hen er op
aan.
Pin jongeren niet vast op één plek.
Werk mee aan een positieve beeldvorming over jongeren
10. DE IDEALE
OUTREACHER
•is (opr)echt en is niet bang om z’n persoonlijkheid te tonen.
Tegelijk heeft hij aandacht voor het effect van zijn gedrag en
voorkomen op de cliënt
• “Een goede werker moet ook eens los kunnen doen, kunnen
lachen, zelf ook eens iets vertellen,… Ze moeten over alles
kunnen zeveren, zelfs over seks”
Authenticiteit
11. DE IDEALE
OUTREACHER
•beschikt over inlevingsvermogen. Hij heeft een luisterend
oor en toont begrip
• “Het is belangrijk dat ze geloven en begrijpen wat je vertelt.
Je moet het gevoel hebben dat ze dezelfde visie hebben als
jij, dat ze er kunnen inkomen”
• “Soms heb je het gevoel dat ze je willen afwimpelen, dat ze
geen zin hebben om te luisteren”
• “Een goede begeleider moet goed kunnen luisteren en dus
ook kunnen zwijgen”
Empathie
12. DE IDEALE
OUTREACHER
•is bereid om in dialoog te gaan
• “Het is vreselijk als ze beslissingen in onze plaats nemen.
Eerst zijn ze poeslief en proberen ze alles van je te weten te
komen, dan proberen ze je in de psychiatrie te steken! Ze
geven nooit iets mee over je toekomst, er is altijd
onwetendheid, je weet nooit wat er met je zal gebeuren”
• “Ze moeten niet teveel overnemen en dingen in onze plaats
doen”
Gelijkwaardigheid
13. DE IDEALE
OUTREACHER
•accepteert mensen in hun eigenheid, met hun overtuigingen,
normen en waarden. Hij handelt vanuit een open kijk voor en
naar andere personen en of situaties
• “Als je iets wilt vertellen tegen iemand, moet je het gevoel
hebben dat die persoon je graag heeft, je moet je bij hem op
je gemak voelen”
• “Als ik de baas zou zijn, zou ik alleen mensen aannemen die
goed kunnen luisteren en voor anderen openstaan”
Openheid
14. DE IDEALE
OUTREACHER
•staat onvoorwaardelijk achter de mensen met wie hij werkt
• “Het is tof als je voelt dat ze achter je staan, dat ze er voor
ons zijn, dat ze zeggen dat je je niet mag laten doen”
• “Ze moeten laten zien dat ze me niet in de steek zullen laten”
Onvoorwaardelijkheid
15. DE IDEALE
OUTREACHER
•brengt krachten en mogelijkheden in kaart en focust niet
alleen op de problemen
• “Ze moeten ook een keer kunnen lachen”
• “Ze moeten de mens zien in plaats van de problemen, ze
moeten ook oog hebben voor wat goed gaat”
Positieve ingesteldheid
16. DE IDEALE
OUTREACHER
•Is betrokken en geëngageerd. Hij kan tegelijk dichtbij en
veraf in de relatie staan .
• “Het moet klikken, je moet voelen dat ze je écht willen helpen,
niet omdat ze hun werk moeten doen”
• “Sommige werkers zijn wel bezorgd, maar dan kom je ze
buiten hun uren tegen dan krijg je enkel een koel knikje”
• “Het is goed dat ze je willen helpen, maar ze mogen ook niet
té bezorgd zijn, dan beginnen ze zich te moeien en
behandelen ze ons als een klein kind”
Professionele nabijheid
17. DE IDEALE
OUTREACHER
•is discreet in functie van de privacy van de mensen met wie
hij werkt
• “Mijn hulpverleners zijn schitterende mensen. Je kunt met hen
over alles praten, het enige wat je er moet bij nemen is dat de
dag erna heel het gebouw op de hoogte is. Ze zeggen dat ze
enkel de erge dingen doorvertellen, maar ze vertellen alles
door.”
Betrouwbaarheid
19. ZES STAPPEN
morele dilemma’s
1. Welke beslissing moet ik nemen?
2. Wie zijn de belanghebbenden?
3. Wat zeggen beroepsregels, organisatiecodes of
andere bindende voorschriften?
4. Welke argumenten kunnen worden
aangevoerd?
5. Wat is mijn conclusie?
6. Doe ik het ook?
1 Welke beslissing moet ik nemen?
Beschrijf het probleem vanuit uzelf als persoon
Zet de mogelijke overwogen handelingen op een rijtje
2 Wie zijn de belanghebbenden?
Alle partijen, individuen en instanties waarvan de belangen in het spel zijn
3 Wat zeggen beroepsregels, organisatiecodes of andere bindende voorschriften?
Richtlijnen binnen de organisatie, wettelijk kader
4 Welke argumenten kunnen worden aangevoerd?
5 Wat is mijn conclusie?
Welke argumenten zijn doorslaggevend
6 Doe ik het ook?