Toelichting handboek ‘Verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid’ 6

Thematisch RUP Stadslandschap
Werelderfgoedsite Brugge
SumResearch
Stad Brugge - Dienst Monumentenzorg &
Erfgoedzaken
19 februari 2016

1. Aanleiding van het RUP
2. Thematisch RUP Stadslandschap Werelderfgoedsite Brugge
3. Opbouw RUP - leeswijzer
4. Praktijkvoorbeelden
Inhoud

2000 Brugse binnenstad opgenomen op lijst van Werelderfgoed van Unesco
2010 Bezoek Unesco --> formuleert 7 aanbevelingen
2012 Goedkeuring Managementplan voor de Unesco-zone Brugge
= antwoord op de aanbevelingen omtrent het behoud en het beheer
van het werelderfgoed

Managementplan koppelt hieraan gedifferentieerd instrumentarium
2015 Thematisch RUP Stadslandschap
Werelderfgoedsite Brugge is er één van
--> stad Brugge opteert niet voor een integrale bescherming van de
Brugse binnenstad, maar tracht met het thematisch RUP Stadslandschap
Werelderfgoedsite Brugge een balans te bieden tussen het respect voor de
erfgoedwaarden en de inbreng van hedendaagse stedelijke ontwikkeling.
4
Sum.beThematisch RUP Stadslandschap Werelderfgoedsite Brugge

Het thematisch RUP Stadslandschap
focust op de stadslandschappelijke
hoofdstructuren van de Brugse
binnenstad.
Het RUP tracht de gelaagdheid van
het Brugse stadslandschap juridisch
te verankeren in één thematisch RUP
dat de verschillende deelcomponenten
(hoofdstraten, poorten, vesten,
waterstructuur, …) van het stadslandschap
in samenhang behandelt.
Het is een ruimtelijk-juridisch document
dat voorschriften formuleert in het kader
van het behoud en beheer van het
stadslandschap.
Geen uitspraak over bestemming en
bezetting.
Wat is het thematisch RUP?
Afbakening stedelijke structuur
Afbakening vesten
Afbakening waterstructuur
N
6

Deelplannen
Gebiedsgericht onderzoek en ontwerp - basisweefsel.
Erfgoedwaarderingskaart (EWK)
Waardering van het erfgoed op perceelsniveau.
Beschermd onroerend erfgoed
Het beschermen van monumenten, landschappen en
stadsgezichten is complementair aan het RUP Stadslandschap.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening
De verordening is ondergeschikt aan het RUP. Het RUP zal de
verordening aanvullen voor specifieke hoofdstructuren.
Gewestplan
Gewestplan blijft gelden als principe. Het RUP is een overdruk.
De ‘bijzondere’ voorwaarden of eventuele afwijkingen worden in
het RUP bepaald.
Het thematisch RUP
Stadslandschap is niet hét,
maar slechts één van de
instrumenten die wordt
ingezet om het ruimtelijk
stadslandschappelijk beleid
van de Brugse binnenstad
te voeren. Dit RUP staat dus
niet op zich, maar treedt in
wisselwerking met de
andere instrumenten.
Het gewestplan blijft
het voornaamste
bestemmingsinstrument.
Het RUP is hiërarchisch
belangrijker dan de
verordening en heft de
bepalingen van de verordening
op die strijdig zijn met het RUP.
7

Opbouw van het RUP -
leeswijzer

Opbouw van het RUP
- Toelichtende nota
- Verordenende voorschriften
- Twee grafische verordenende deelplannen
9

Leeswijzer RUP Stadslandschap
Plan Erfgoedwaardering
Plan Stedelijk profiel
Harmonieregel Profielregel
algemene voorschriften bijzondere voorschriften
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
Het RUP Stadslandschap
omvat twee deelplannen:
- plan Erfgoedwaardering
- plan Stedelijk Profiel
Het ‘plan Erfgoedwaardering’
en het ‘plan Stedelijk Profiel’
omvatten elk afzonderlijk:
een verordenend grafisch plan
met bijhorende
stedenbouwkundige voorschriften
10

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
1. Plan Erfgoedwaardering
maakt de wenselijkheid van
behoud tot op perceelsniveau
meer specifiek op basis van de
erfgoedwaarderingskaart (EWK)
11

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
2. Plan Stedelijk Profiel
formuleert voorschriften in kader van
het beheer van het stadslandschap
12

Stap 1 - Plan Erfgoedwaardering
Het “Plan Erfgoedwaardering” is een overdruk
die de wenselijkheid van behoud tot op perceels-
niveau meer specifiek maakt op basis van de
erfgoedwaarderingskaart (EWK).
Voor de binnenstad van Brugge werd per pand een
specifiek architectuurhistorische waardebepaling
geformuleerd. Deze waarde werd bepaald enerzijds
vanuit de individuele erfgoedwaarde van het
pand, anderzijds vanuit de rol die het pand in het
stadslandschap vervult.
De gradaties van behoud zoals opgenomen bij de
beschrijving van het EWK worden doorvertaald naar
specifieke ‘behoudsvoorschriften’.
STAP 1
Art.0-Icoongebouw
Art.1-Heel hoge erfgoedwaarde
Art.2-Hoge erfgoedwaarde
Art.3-Erfgoed- en/of stadsland-
schappelijke waarde
Art.4-Ondersteunende stads-
landschappelijke waarde
Art.5-Neutraal gebouw
Art.6-Niet-passende gebouw
LEGENDE
BEHOUD
RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
13

Art.0-Icoongebouw
schappelijke waarde
LEGENDE
PLAN ERFGOEDWAARDERINGStap 1 - Plan Erfgoedwaardering
De waardebepaling gebeurt in 7 categorieën,
gaande van icoongebouwen over gebouwen met hoge
erfgoedwaarde en/of stadslandschappelijke waarde
tot neutrale of niet-passende gebouwen.
14

Categorie 0 - Icoongebouwen
--> beeldbepalende monumenten die naar volume, schaal,
perceelstructuur en architectuur de basisbebouwing
overschrijden
Consequentie (Art.0) - behoudsvoorschriften:
Maximaal behoud van icoongebouwen
+ streven naar behoud en versterking van hun
beeldbepalend karakter!
• omringende bebouwing ondergeschikt
• enkel onderhouds- en instandshoudingswerken die behoud en/
of herstel van erfgoedwaarde beogen zijn toegelaten
• verbod op afbraak > enkel bij calamiteit met quasi vernietiging
van gebouw tot gevolg > herbouwen is enkel toegestaan op
dezelfde plaats en binnen het vergunde volume!
• uitbreidingen en verbouwingen beperkt toegestaan:
• indien noodzakelijk voor veiligheid
• garanderen duurzaam en optimaal ruimtegebruik
• ikv nutsvoorzieningen
• ikv behoud/herstel oorspronkelijke erfgoedwaarde
mits dit gebeurd met respect voor architectuurhistorische
waarde en met kwaliteitsvolle architectuur.
• indien kan aangetoond worden dat de eigenaar van pand
niet aan zijn onderhoudsplicht heeft voldaan is heropbouw of
herstel naar oorspronkelijke en goede staat verplicht!
15

Categorie 1- Gebouwen met heel hoge erfgoedwaarde
--> beschermde monumenten (kunsthistorische waarde
die het lokaal niveau overschrijden) en gebouwen die
daar gelijkwaardig mee zijn
--> uitzonderlijke waarde omwille van historische
achtergrond en context, hun arch. en bouwk. waarde
en homogeniteit, uitz. vb van een architectuurstijl, ...
Maximaal behoud van zowel exterieur als interieur!
16

Categorie 2- Gebouwen met hoge erfgoedwaarde
--> meeste panden opgenomen op inventaris Bouwkundig
Erfgoed, inventaris dr. L. Devliegher of evenwaardig
--> gebouwen en constructies die belangrijk zijn omwille
van hun oudere kern of structuurelementen of
panden die een gaaf voorbeeld zijn van een bepaalde
stijlperiode, ...
Maximaal behoud van alle waardevolle gebouwdelen
zowel in het exterieur als in het interieur!
17

Categorie 3- Gebouwen met erfgoedwaarde en/of
stadslandschappelijke waarde
--> panden met specifieke waarde (vb. bep. neo-arch) en/
of panden die door hun aard, plaats, omvang
of doordat ze vb. deel uitmaken van een
rij eenheidsbebouwing erg belangrijk zijn voor het
stadslandschappelijk straatbeeld
Maximaal behoud van de vormelijke karakteristieken
(volume, schaal, korrel, materialen en architectuur)
• interne ingrijpende verbouwingswerken eventueel mogelijk na
evaluatie van de te vrijwaren erfgoedrelicten
indien kan aangetoond worden dat de eigenaar van pand
18

Art.0-Icoongebouw
schappelijke waarde
LEGENDE
BEHOUD
ruimte voor mogelijkheden
binnen het kader van het
RUP Stadslandschap
19

Categorie 4- Gebouwen met ondersteunende
--> panden die op zich niet opvallen in het straatbeeld,
maar die door hun traditionele gevelopbouw, ritmiek,
materiaalgebruik en volume/schaal zich onopvallend
inpassen in de context:
vb. rijen eenvoudige, eerder onopvallende
arbeiderswoningen, eenvoudig bakstenen lijstgevel, ...
Consequentie (Art.4)
Wenselijkheid van behoud van het volume en de
buitenarchitectuur, gelet op het behoud van het
globale stadslandschap.
• Interne ingrijpende verbouwingswerken zijn mogelijk.
• Nieuwbouw is enkel mogelijk indien het nieuwe gebouw een
ondersteuning betekent voor het stadslandschap of een
inhoudelijke en/of architecturale meerwaarde biedt.
In geval van verbouwingen, uitbreidingen of sloop
“Plan Stedelijk Profiel”
20

Categorie 5- Neutrale gebouwen
--> panden die op zich geen meerwaarde vormen in het
straatbeeld, maar die evenmin storend zijn
Deze gebouwen worden bij voorkeur vervangen
door nieuwbouw, mits het nieuwe gebouw een
ondersteuning betekent voor het stadslandschap of
een inhoudelijke en/of architecturale meerwaarde
biedt.

21

Categorie 6- Niet-passende gebouwen
--> panden die afwijken voor wat betreft
materiaalgebruik, ritme, schaal, volume, inpassing in
de stedelijke structuur/korrel, ...
Deze gebouwen worden bij voorkeur vervangen
door nieuwbouw, mits het nieuwe gebouw een
ondersteuning betekent voor het stadslandschap of
een inhoudelijke en/of architecturale meerwaarde
biedt.

22

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
1. Plan Erfgoedwaardering
maakt de wenselijkheid van
behoud tot op perceelsniveau
meer specifiek op basis van de
erfgoedwaarderingskaart (EWK)
23

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
2. Plan Stedelijk Profiel
formuleert voorschriften in kader van
het beheer van het stadslandschap
24

Plan Stedelijk Profiel
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 2 STAP 3
Het “Plan Stedelijk Profiel”
formuleert voorschriften in het
kader van het beheer van het
stadslandschap.
Het maakt de inbreng van
hedendaagse stedelijke
ontwikkelingen mogelijk met
respect voor het bestaande
stadslandschap.
Er wordt een uitspraak
gedaan over de mogelijkheid
tot wijzigingen, renovatie en
nieuwbouw op voorwaarde dat
het erop volgende project zich
beter inpast in het stedelijk
landschap.
Algemene voorschriften:
HARMONIEREGEL
--> bepalen gabariet
Bijzondere voorschriften:
PROFIELREGEL
--> bepalen mate van flexibiliteit
25

Plan Stedelijk Profiel
artikel 1 Rijk Geornamenteerd Brugs profiel
artikel 2 Geornamenteerd Brugs profiel
artikel 3 Sober Brugs profiel
artikel 4 Homogeen profiel
artikel 4.1 Homogeen profiel van lijstgevels
artikel 6 Verbinding voor langzaam verkeer
artikel 4.2 Homogeen profiel van trapgevels
artikel 4.3 Homogeen profiel uitzonderlijke gehelen
artikel 5 Vesten
artikel 7 Waterstructuur
Harmonieregel:
Profielregel:
LEGENDE
PLAN STEDELIJK PROFIEL
26

Stap 2 - Stedelijk Profiel
Algemene bepalingen
Opmaak conceptnota
• bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning die betrekking heeft op
bebouwing opgenomen in het Plan Stedelijk Profiel
• architect geeft visie op ontwerp en plaatst zijn project binnen context
Strategische projecten
• mogelijkheden om strategische projecten te selecteren
• dienen algemeen belang en overstijgen lokaal karakter
• voorschriften niet van toepassing binnen strategische projecten
Kleurgebruik
kleurgebruik beperkt tot aangegeven kleurenpalet in aanwezig referentiebeeld >
gemotiveerd kan door het college afwijkend vergund worden
Reiegevels palend aan het water
Typerend karakter van reiegevels met open en gesloten delen maximaal vrijwaren
27

Stap 2 - Stedelijk Profiel - HARMONIEREGEL
Plan Stedel
Harmonieregel
algemene voorschriften
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
Harmonieregel:
Profielregel:
LEGENDE
STAP 2
De harmonieregel doet in hoofdzaak een uitspraak over het
gabariet:
• de kroonlijsthoogte
• de nokhoogte
• de minimale hoogte van de gelijkvloers
• de gevelopbouw en - geleding
28

zie grafisch plan
artikel 4.3
‘uitzonderlijke gehelen’
bepalen
referentiebeeld
is het pand onderdeel
van een geheel?
van een geheel?
JA NEE
van een koppelwoning? referentiebeeld =
zeven panden links en
zeven panden rechts
gelegen binnen
hetzelfde profiel
(zie profielregel)
referentiebeeld =
andere koppelwoning
referentiebeeld =
geheel
Volgende panden worden NIET opgenomen in het referentiebeeld:
- het desbetreffende (voormalige) pand
- panden behorende tot een ander profiel (zie profielregel)
- panden die behoren tot categorie 0 ‘Icoongebouwen’ van de EWK
- panden die behoren tot categorie 6 ‘Niet-passende gebouwen’ van de EWK
29

Bepalen referentiebeeld
1 2 3 4 5 6 71234567 ?
gemiddelde
max.
min.0
max.
nok-
hoogte
Bepalen nokhoogte
1 2 3 4 5 6 71234567
gemiddelde
max.
min.
max.
kroon-
lijst-
hoogte
Bepalen kroonlijsthoogte
1 2 3 4 5 6 71234567
gemiddelde
max.
min.
max.
hoogte
gelijk-
vloers
Bepalen hoogte gelijkvloers
1 2 3 4 5 6 71234567
bandbreedte
30

Afnemende ordonnantie
In het gevelbeeld moeten de bouwlagen in hoogte afnemen naar boven toe.
Gevelopbouw en -geleding
In het gevelbeeld moet een verticale geleding aanwezig zijn van de gevel en
raamopeningen. De raamopeningen moeten een verticale verhouding hebben van
min. 1/3 en max. 1/2.
Als het gebouw breder is dan zijn hoogte > dan moet men een duidelijke geleding in
de gevelopbouw opnemen om de verticaliteit van de gevelstructuur te bewaken. De
toegepaste gevelgeleding is terug te vinden in het referentiebeeld.
Winkelpuien
Winkelpuien worden ingericht met respect voor de geleding en de ritmering van de
gevels. De horizontale en verticale geleding aanwezig in het referentiebeeld, moet
worden doorgetrokken in het ontwerp van de winkelpuien.
Inpassing in onmiddellijke omgeving
Elke uitbreiding van volume of nieuwbouw mag geen bijkomende hinder veroorzaken
en moet geëvalueerd worden t.o.v. de aanpalende gebouwen en percelen.
31

Stap 3 - Stedelijk Profiel - PROFIELREGEL
Om meer flexibiliteit te bieden en ruimte voor experiment te
behouden worden aspecten zoals materiaalgebruik en in- en
uitsprongen niet bepaald binnen de algemene harmonieregel.
Deze worden behandeld onder de bijzondere voorschriften per
straatprofiel.
artikel 5 Vesten
Harmonieregel:
Profielregel:
LEGENDE
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 3
32

Stap 3 - Stedelijk Profiel - PROFIELREGEL
TYPISCH BRUGS PROFIEL
- Combinatie van lijstgevels (pleister, wittint, zadeldak breedhuis)
en trapgevel (baksteen natuur, zadeldak diephuis)
- Ongeveer 2 tot 3 bouwlagen
- Verticale geleding van de gevelopeningen
(ritmisch effect ondanks verschil in bouwstijlen)
Gradaties Brugs profiel
Uitzonderingen op Brugs profiel
Rijk geornamenteerd Brugs profiel
- 3,4 bouwlagen of meer
- Geornamenteerde gevels met uitsprongen, luifels, ...
- Straatprofiel: smal en hoog
Geornamenteerd Brugs profiel
- Minder uitgewerkte geornamenteerde gevels
Sober Brugs profiel
- Sobere gevels
1
2
3
Homogeen profiel - lijst
- Lijstgevels, witter
straatbeeld
4
Homogeen profiel - trap
- Trapgevels
5
6
7
8
Uitzonderlijke gevel
- landmark
- monumentaal gebouw
- uitzonderlijke gehelen (beluik, ...)
33

Materialisatie
De gevels, ook vrijstaande zijgevels en
schoorsteenlichamen, moeten een esthetisch
verantwoorde en architecturale vormgeving en
materialisatie hebben.
Voor de gevels is de kwalitatieve toepassing van
onderstaande traditionele materialen toegelaten:
• handvormbaksteenmetselwerk: natuur,
geschilderd of bepleisterd
• natuursteen
Experimenteel gebruik van traditionele
materialen is toegelaten, mits een esthetisch
verantwoorde architecturale vormgeving.
Andere materialen > uitzond. toegelaten mits
een esthetische verantwoorde architecturale
vormgeving.
Uitsprongen uit het gevelvlak
Uitsprongen aan de gevels zijn enkel toegelaten op
verdiepingen:
• uitbouw 60 cm mits hierbij afstand van 60 cm
t.o.v. perceelsgrens
• max. lengte van de uitbouw is beperkt tot 2m
• gezamenlijke uitbouwen mogen niet meer dan
1/3 van de gevelbreedte bedragen
artikel 5 Vesten
Profielregel:
34

Materialisatie
Voor de gevels is de kwalitatieve toepassing van
onderstaande traditionele materialen toegelaten:
• handvormbaksteenmetselwerk: natuur,
geschilderd of bepleisterd
• natuursteen
Het gebruik van andere materialen kan
uitzonderlijk worden toegelaten, mits een
esthetisch verantwoorde architecturale
vormgeving.
verdiepingen:
• uitbouw 60 cm mits hierbij afstand van 60 cm
t.o.v. perceelsgrens
• gezamenlijke uitbouwen mogen niet meer dan
1/3 van de gevelbreedte bedragen
artikel 5 Vesten
35

Materialisatie
De gevel heeft een sobere en vlakke vormgeving.
Voor de gevels is enkel de kwalitatieve toepassing
van materialen toegelaten terug te vinden in het
referentiebeeld.
Uitsprongen aan de gevels (zoals vb. erkers,
balkons, loggia’s, ...) zijn niet toegelaten.
artikel 5 Vesten
36

artikel 5 Vesten
Materialisatie
Elke toepassing van materiaalgebruik gebeurt in harmonie
met het referentiebeeld. De gevels, ook de vrijstaande
zijgevels en schoorsteenlichamen, moeten een esthetisch
verantwoorde en architecturale vormgeving, kleurgebruik en
Voor de bebouwing die tot dit profiel behoort, wordt het
referentiebeeld bepaald door het gevelbeeld van de
aanpalende panden binnen het homogeen profiel waartoe
het pand behoort.
Dakvorm
De dakvorm wordt bepaald door de dakvormen aanwezig in
het referentiebeeld.
In geval van koppelwoning: aansluitend en gelijkvormig aan
referentiebeeld.
verdiepingen ENKEL wanneer dergelijke uitsprongen reeds
aanwezig zijn in het referentiebeeld.
• uitbouw 60 cm mits hierbij afstand van 60 cm t.o.v.
perceelsgrens
• gezamenlijke uitbouwen mogen niet meer dan 1/3 van de
gevelbreedte bedragen
artikel 5 Vesten
37

Materialisatie
Voor de gevels is enkel de kwalitatieve toepassing
van bepleisterde gevels met baksteen als drager
toegelaten.
artikel 5 Vesten
38

Materialisatie
Voor de gevels is enkel de kwalitatieve
toepassing van materialen die voorkomen in het
referentiebeeld toegelaten.
Het materiaalgebruik van trapgevels in de
binnenstad van Brugge is beperkt tot bepleisterde
gevels met baksteen als drager en bakstenen
gevels al dan niet geschilderd.
artikel 5 Vesten
39

Materialisatie
Voor de gevels is enkel de kwalitatieve
toepassing van materialen die voorkomen in het
referentiebeeld toegelaten.
artikel 5 Vesten
40

Praktijkvoorbeeld 1
42

Plan Erfgoedwaardering (stap 1) RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 1
gebouw met erfgoed- en /of
Maximaal behoud van de vormelijke karakteristieken
(volume, schaal, korrel, materialen en architectuur)
• interne ingrijpende verbouwingswerken eventueel mogelijk na
evaluatie van de te vrijwaren erfgoedrelicten
• enkel onderhouds- en instandshoudingswerken die behoud en/of
herstel van erfgoedwaarde beogen zijn toegelaten
• verbod op afbraak > enkel bij calamiteit met quasi vernietiging van
gebouw tot gevolg > herbouwen is enkel toegestaan op dezelfde
plaats en binnen het vergunde volume!
43

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
Bij dit voorbeeld weegt de erfgoedwaarde van het pand
door.
Het “Plan Stedelijk Profiel” is hier dus niet van toepassing.
44

Praktijkvoorbeeld 2
46

grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 1
gebouw met heel hoge
erfgoedwaarde
Maximaal behoud van de interieur en exterieur
• enkel onderhouds- en instandshoudingswerken die behoud en/of
herstel van erfgoedwaarde beogen zijn toegelaten
• verbod op afbraak > enkel bij calamiteit met quasi vernietiging van
gebouw tot gevolg > herbouwen is enkel toegestaan op dezelfde
plaats en binnen het vergunde volume!
• uitbreidingen en verbouwingen beperkt toegestaan (uit
veiligheid, duurzaam en optimaal ruimtegebruik garanderen,
nutsvoorzieningen, ...)
47

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
Bij dit voorbeeld weegt de erfgoedwaarde van het pand
door.
Het “Plan Stedelijk Profiel” is hier dus niet van toepassing.
48

Praktijkvoorbeeld 3
50

grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 1
neutraal gebouw
Consequentie (Ar.5):
Gebouw heeft geen specifieke waarde, maar ook niet
storend.
Kan worden vervangen door nieuwbouw, mits
nieuwe gebouw een ondersteuning betekent voor het
stadslandschap of een inhoudelijke en/of architecturale
meerwaarde biedt.
---> bij verbouwing, nieuwbouw of sloop:
Plan Stedelijk profiel van toepassing
51

Plan Stedelijk Profiel (stap 2) RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 2
Harmonieregel
--> Uitzetten max. kroonlijst-, nokhoogte en min. hoogte
gelijkvloers
--> Gevelopbouw en -geleding: afnemende ordonnantie
--> Winkelpui
--> Inpassing in onmiddellijk omgeving
52

Plan Stedelijk Profiel (stap 2- harmonieregel)
CASE
Referentiebeeld
1234567 1 2 3 4 5 6 7
min.
max.
gemiddelde
Nokhoogte
max.
nok-
hoogte
min.
max.
gemiddelde
Kroonlijsthoogte
max.
kroonlijst-
hoogte
min.
max.
gemiddelde
Hoogte gelijkvloers
min. hoogte
gelijkvloers
53

Plan Stedelijk Profiel (stap 3) RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
STAP 3
artikel 5 Vesten
Harmonieregel:
Profielregel:
LEGENDE
54

Plan Stedelijk Profiel (stap 3 - profielregel)
Materialisatie
De gevels, ook de vrijstaande zijgevels en schoorsteenlichamen, moeten een esthetisch verantwoorde
en architecturale vormgeving en materialisatie hebben.
Voor de gevels is de kwalitatieve toepassing van onderstaande traditionele materialen toegelaten:
• handvormbaksteenmetselwerk: natuur, geschilderd of bepleisterd
• natuursteen
Experimenteel gebruik van deze traditionele materialen is toegelaten, mits een esthetisch
Het gebruik van andere materialen kan uitzonderlijk worden toegelaten, mits een esthetisch
Uitsprongen aan de gevels (zoals bijvoorbeeld balkons, erkers, loggia’s, … ) zijn enkel toegelaten op de
verdiepingen.
Een uitbouw van 60 cm is toegelaten mits hierbij een afstand tot 60 cm tot de perceelsgrens wordt
gerespecteerd.
De maximale lengte van de uitbouw is beperkt tot 2m.
De gezamenlijke uitbouwen mogen niet meer dan 1/3 van de gevelbreedte bedragen.
55

RUP Stadslandschap
grafisch plan
+
behouds-
voorschriften
bepalen
gradatie
van behoud
bepalen
flexibiliteit
d.m.v.
profiel
bepalen
gabariet
d.m.v.
referentiebeeld
grafisch plan
(basis)
+
voorschriften
grafisch plan
(overdruk)
+
voorschriften
56

Colofon
SumResearch
Paul Lievevrouw
Atelier Romain
Brecht Vandekerckhove
Sally Lierman
Voorland
Marjolijn Claeys
Stad Brugge
Dienst Monumentenzorg & Erfgoedzaken
Ingrid Leye
Brigitte Beernaert
Korneel Morlion
Christophe Deschaumes
Joris Nauwelaerts
Sofie Baert

Toelichting handboek ‘Verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid’ 6

Recommended

Recommended

More Related Content

What's hot

What's hot (20)

Viewers also liked

Viewers also liked (12)

More from Onroerend Erfgoed

More from Onroerend Erfgoed (20)

Toelichting handboek ‘Verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid’ 6