4. Aanleiding en samenstelling handboek
Vlaanderen is rijk aan onroerend erfgoed
Beleid voor onroerend erfgoed
Sectoraal beleid
Ook andere beleidsvelden kunnen zorgen voor het behoud van
onroerend erfgoed
Toerisme
Economie
Ruimtelijke ordening
…
Het handboek speelt in op de zeer nauwe relatie tussen het
onroerenderfgoedbeleid en het ruimtelijke beleid
5. Aanleiding en samenstelling handboek
Internationale conventies: leggen de link tussen onroerend
erfgoed en ruimtelijke ordening
Conventie van Granada (1985 – geratificeerd door België in 1993)
Conventie van Malta (1992 – geratificeerd door België in 2010)
Conventie van Firenze (2000 – geratificeerd door België in 2005))
=>Sectorale denken doorbreken
Uitvoering van het beleid in Vlaanderen:
Algemeen beleid wordt afgestemd
Waarderend onderzoek houdt rekening met contextwaarde en
ensemble-waarde
Regelgeving bevat instrumenten die de link leggen
Sensibiliserende initiatieven
6. Aanleiding en samenstelling handboek
Regelgeving bevat instrumenten die de link leggen:
Onroerenderfgoeddecreet artikel 6.5.1. en volgend:
erfgoedlandschappen
“op basis van de onroerenderfgoedrichtplannen, vermeld in artikel 7.1.1., of
van een vastgestelde inventaris, vermeld in artikel 4.1.1., kunnen in
ruimtelijke uitvoeringsplannen erfgoedlandschappen worden afgebakend.”
Een bestaand instrument uit het Landschapsdecreet
Uitgebreid tot alle vastgestelde inventarissen (artikel 4.1.1.)
Ook onroerenderfgoedrichtplannen als basis voor een
erfgoedlandschap
7. Aanleiding en samenstelling handboek
Sensibiliserende acties:
2006: handboek “erfgoed op de kaart”:
Een voorbeeldenboek
Instrumenten van onroerend erfgoed en ruimtelijk beleid gezamenlijk
ingezet
2014: handboek “verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid”:
Wegwijs maken in de wijze waarop instrumenten uit het ruimtelijk
beleid ingezet kunnen worden voor erfgoedvraagstukken
Door een methodiek, handvaten en voorbeelden aan te reiken
Door de taal van beide velden met elkaar te verbinden
8. Aanleiding en samenstelling handboek
Handboek “verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid”
In opdracht van het agentschap
Stuurgroep bestaande uit agentschap Onroerend Erfgoed en het
departement Ruimte Vlaanderen
Opgemaakt door SumResearch en Maat-ontwerpers in samenwerking
met Publius, RAAP en Ugent
Methodiek:
3 stappen:
STAP 1: erfgoedvraagstuk => STAP 2: visievorming => STAP 3:
operationalisering – strategisch inzetten van het instrumentarium
5 categorieën van behoud
Integraal behoud // Behoud van de vormkarakteristieken // Behoud
door waardering // Behoud door gebruik //Behoud door
bewustmaking
Editor's Notes
Opbouw van presentatie
Opbouw van presentatie
Vlaanderen is rijk aan erfgoed, we koesteren dat en willen dat behouden. We gaan er actief mee om.
Het structureert mee onze leefomgeving en we ontlenen er een deel van onze identiteit aan. We gebruiken het, hergebruiken het en herbestemmen het onroerend erfgoed.
De Vlaamse overheid draagt bij aan een dergelijk beleid en stimuleert ook andere overheden om in te zetten op het behoud van erfgoedwaarden.
De Vlaamse overheid doet dat met het onroerenderfgoedbeleid waarin instrumenten verankerd zijn gericht op het behoud van erfgoedwaarden. De Vlaamse overheid is een kaderstellende overheid en geeft verantwoordelijkheid en vertrouwen aan lokale besturen. De Vlaamse overheid stimuleert om vanuit andere beleidsvelden om in te zetten op het behoud van het onroerend erfgoed. Zo is er bv een sterke wisselwerking tussen erfgoed en toerisme, tussen erfgoed en cultuur, tussen erfgoed en onderzwijs en tussen erfgoed en ruimtelijk beleid.
Om meer uit die wisselwerking tussen het onroerend erfgoed en het ruimtelijk beleid te halen en om inzicht te geven in hoe en welke wijze onroerend erfgoed en ruimtelijke ordening met elkaar kunnen interageren heeft het agentschap in 2014 een handboek gemaakt. Het handboek is verschenen in 2015 en ondertussen meer dan 700 keer gedownloaded. De studiedag van vandaag, met een goede opkomst, wil jullie verder op weg helpen om erfgoed en ruimtelijke ordening te verweven.
Die wisselwerking tussen onroerend erfgoed en ruimtelijke ordening is niet nieuw. Verschillende internationale conventies spelen daar reeds lang op in. De Raad van Europa kondigde in het verleden diverse conventies af waarin die wisselwerking aan bod kwam:
Conventie van Granada. Opgesteld in 1985, België trad toe in 1993. Deze conventie sluit nauw aan bij de werelderfgoedconventie van UNESCO uit 1972, geeft een brede definitie van erfgoed en bevat bepalingen over inventarisatie, documentatie, bescherming en restauratie. De ruimtelijke ordening doet in die conventie zijn intrede als middel tot instandhouding.
Conventie van Malta uit 1992 beoogt het behoud en de bescherming van het archeologisch patrimonium als bron voor Europas collectieve geheugen. Het zet de ruimtelijke ordening in als beheersinstrument voor het behoud van het archeologisch erfgoed als collectief geheugen.
De landschapsconventie van Firenze uit 2000 streeft naar bescherming van het natuurlijke, rurale en urbane landschap omwille van zijn identiteitsbepalende betekenis. De integratie of wisselwerking tussen het landschap en de ruimtelijke ordening is binnen die conventie logisch/ onmogelijk te scheiden.
Deze conventie roepen op om het sectorale denken te doorbreken en kansen voor onroerend erfgoed te grijpen die zich in de ruimtelijke ordening en –planning bevinden.
Niet enkel internationaal wordt ingezet op deze wisselwerking. Ook binnen Vlaanderen is er die sterke verwevenheid en wordt er binnen het onroerenderfgoedbeleid rekening gehouden met de ruimtelijkheid. Het primaire streefdoel van de ruimtelijke ordening is de ruimtelijke kwaliteit – rekening houdend met ruimtelijke behoeften van verschillende maatschappelijke activiteiten. Deze ruimtebehoeften worden gelijktijdig tegenover elkaar afgewogen. Erfgoedwaarden spelen een rol in die ruimtelijke kwaliteit. Ze komen de ruimtelijke kwaliteit van een gebied ten goede.
Het algemeen beleid wordt afgestemd. Het agentschap zit mee aan tafel bij het uittekenen van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Dat beleidsplan bevat de nieuwe langetermijn visie voor ruimtelijke ontwikkeling tot 250. De beleidsnota en beleidsbrieven tussen beide beleidsvelden worden afgestemd. Het agentschap is betrokken bij de opmaak van de methodiek voor ruimtelijke kwaliteit. We zitten mee aan tafel bij regelgevende initiatieven zoals wijzigingen Codex Ruimtelijke Ordening, opvolging en tot standkoming regelgeving complexe projecten, omgevingsvergunningendecreet enz. We participeren aan het AGNAS-proces.
Bij waarderend onderzoek dat tot doel heeft de erfgoedwaarde van een onroerend goed te bepalen in functie van het inventariseren, vaststellen van inventarissen en beschermen van onroerend erfgoed houdt het agentschap rekening met de contextwaarde en de ensemblewaarde. Twee waarden die een duidelijk link leggen tussen de cultuurhistorische waarden en de ruimte of omgeving waarin een onroerend goed zich bevindt.
De regelgeving bevat instrumenten die de link leggen tussen onroerend erfgoed en de ruimtelijke ordening
De Vlaamse overheid neemt verschillende initiatieven om mensen wegwijs te maken in deze wisselwerking
Op die initiatieven in de regelgeving die de link leggen met de ruimtelijke ordening ga ik nu wat dieper in.
Hoofdstuk 6 over beschermen bevat een afdeling 5 over erfgoedlandschappen. Een erfgoedlandschap is een gebied dat wegens de erfgoedwaarde overeenkomstig de geldende regelgeving opgenomen is in een ruimtelijk uitvoeringsplan op basis van een onroerenderfgoedrichtplan of vastgestelde inventaris.
Waar dit instrument tot vorig jaar enkel kon gebruikt worden voor het omzetten van aangeduide ankerplaatsen naar erfgoedlandschappen, kan dat instrument vanaf het Onroerenderfgoeddecreet ruimer worden ingezet. Ook op basis van andere vastgestelde inventarissen – bv de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed, de vastgestelde inventaris van archeologische zones, de vastgestelde landschapatlas, de vastgestelde inventaris historische tuinen en parken en de vastgestelde inventaris houtige beplantingen met erfgoedwaarde kunnen als basis dienen voor een erfgoedlandschap.
In een erfgoedlandschap wordt het behoud van waardevolle erfgoedelementen via een stedenbouwkundig voorschrift nagestreefd.
Omdat erfgoedlandschappen zorgen voor het behoud van erfgoedelementen en –kenmerken kunnen werken aan deze erfgoedelementen en –kenmerken ook betoelaagd worden. Deze werken zijn premiegerechtigd op voorwaarde dat er een beheersplan voor het erfgoedlandschap is opgemaakt.
Erfgoedlandschappen vormen een overdruk in een RUP. Erfgoedlandschappen kunnen zowel in een Gemeentelijk, Provinciaal als Gewestelijk RUP worden opgenomen. Vlaanderen hanteerde dit instrument binnen het AGNAS proces (Afbakening van de Gebieden van de Natuurlijke en Agrarische Structuur).
Een volledig nieuw instrument in het Onroerenderfgoeddecreet is het onroerenderfgoedrichtplan. Dat plan geeft de sectorale visie weer op een thema of gebied. Een onroerenderfgoedrichtplan wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Aan zo’n plan kunnen actieprogramma’s worden gekoppeld. In zo’n actieprogramma nemen verschillende partijen – dat kan gaan van overheden over verenigingen tot private personen – initiatieven om de doelstellingen van dat plan te verwezenlijken. Ook in die actieprogramma’s kunnen ruimtelijke initiatieven worden verankerd.
Om de wisselwerking te versterken tussen het onroerend erfgoed en het ruimtelijk beleid heeft de Vlaamse overheid ingezet op sensibiliserende acties:
In 2006 publiceerde de Vlaamse overheid het handboek “erfgoed op de kaart”. De publicatie 'Erfgoed op de kaart' presenteert een voorbeeldenboek voor een betere wisselwerking tussen erfgoedbeleid en ruimtelijk beleid. De instrumenten van het ruimtelijk beleid bieden veel mogelijkheden tot ondersteuning van behoud, hergebruik of reconversie van erfgoed. Zo komen waardevolle projecten tot stand wanneer de instrumenten van het erfgoedbeleid worden gecombineerd met die van het ruimtelijk beleid en wanneer het gemeentebestuur een proactieve houding aanneemt. Het middelste deel van de publicatie is volledig gewijd aan 18 lokale voorbeeldprojecten waarin erfgoed succesvol geïntegreerd is in het ruimtelijk beleid. De voorbeelden tonen aan dat er al veel ervaring beschikbaar is. Daarnaast bevat de publicatie enkele algemene lessen voor een betere integratie van onroerend erfgoed en ruimtelijk beleid. Het voorbeeldenboek richt zich in het bijzonder op alle betrokkenen in het gemeentelijk ruimtelijk beleid.
In 2015 publiceerde het agentschap het handboek “verankeren van erfgoed in ruimtelijke beleid”. Het agentschap Onroerend Erfgoed voert een eigen beleid en heeft een eigen instrumentarium dat gericht is op het behoud van het onroerend erfgoed. Maar aangezien het onroerend erfgoed ruimtelijk verankerd is, bieden ook de beleidsinstrumenten van de ruimtelijke ordening hier voor kansen. Dit handboek wil stedenbouwkundige ambtenaren, ruimtelijke planners, erfgoedzorgers en iedereen die geconfronteerd wordt met ruimtelijke erfgoedvraagstukken op weg helpen om deze op te lossen met respect voor zowel erfgoedwaarden als belangen en waarden die spelen binnen ruimtelijke ordening.
De studiedag van vandaag sluit aan bij die 2de publicatie. Brecht zal jullie wegwijs maken in het handboek. Vervolgens zullen een aantal cases worden toegelicht waarin onroerend erfgoed en ruimtelijke beleid op elkaar inspelen.
Het handboek “verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid” is gemaakt door het samenwerkingsverband SumResearch en Maat-ontwerpers in samenwerking met Publius, RAAP en Ugent, vakgroep architectuur en stedenbouw. De opdracht werd begeleid door een stuurgroep die bestond uit het agentschap Onroerend Erfgoed en het departement Ruimte Vlaanderen.
Het handboek wil wegwijs maken in de wijze waarop ruimtelijke instrumenten een rol kunnen spelen voor het behoud van erfgoedwaarden. De methodiek die is uitgewerkt bevat 3 stappen: het erfgoedvraagstuk bepalen, de visievorming en de operationalisering. In stap 3 wordt bepaald welke instrumenten er ingezet kunnen worden. Het handboek focust daarbij op de wijze waarop stedenbouwkundige voorschriften in Ruimtelijk Uitvoeringsplannen ingezet kunnen worden en legt de link tussen de ruimtelijke kwaliteit en erfgoedwaarden. Het inzetten van stedenbouwkundige voorschriften in het kader van een onroerenderfgoedbeleid is mogelijk wanneer de erfgoedwaarden ruimtelijk kunnen worden vertaald in aspecten van bestemming, inrichting en of beheer.
Het handboek schuift 5 vormen van behoud naar voor:
Integraal behoud,
Behoud van de vormkarakteristieken
Behoud door waardering
Behoud door gebruik
Behoud door bewustmaking
Het handboek bevat voorbeelden van voorschriften en past die op een aantal cases toe. De cases zijn gekende plaatsen, de ruimtelijke problematiek is fictief. In die zin dat ze zich niet noodzakelijk stelt op dit moment. Ze is, gelet op de omgeving, wel mogelijk.