SlideShare a Scribd company logo
1 of 63
Regelgeving
Archeologie
13-20 januari 2016
Programma
09u30 - 09u35: inleiding
09u35 - 11u00: toelichting nieuwe archeologieregelgeving
11u00 – 11u30: pauze
11u30 – 12u30: vragenronde
12u30 – 13u30: lunch
13u30 - 14u30: toelichting Code van Goede Praktijk
14u00 - 16u00: vragenronde per hoofdstuk
Inhoud
1. Archeologie: principes
2. Archeologie: actoren
3. Archeologie: processen
4. Archeologie: financiering
5. Vragenronde
Archeologie
Principes
• Omzetting Verdrag van Malta (RvE, 1992)
• Onroerenderfgoeddecreet
→ andere verantwoordelijkheden
→ andere rol actoren
• Initiatief en verantwoordelijkheid verschuiven van overheid
naar erkende archeoloog: responsabilisering
• Klemtoon op het resultaat, niet op de weg er naartoe
• Meer initiatief en flexibiliteit voor de bouwheer, maar ook
meer verantwoordelijkheid
• Wettelijk kader voor vrijetijdsmetaaldetectie
Filosofie
Archeologische ensembles
• Archeologisch ensemble = het geheel van archeologische
artefacten en onderzoeksdocumenten afkomstig van een
archeologisch onderzoek
• Verplichting om archeologische ensembles 1° als geheel te
bewaren 2° in goede staat te behouden en 3° beschikbaar te
houden voor wetenschappelijk onderzoek
• Digitaal register van bewaarplaatsen, zakelijkrechthouders
en gebruikers
• Verplichting om wijzigingen van bewaarplaats of
zakelijkrechthouder en het voornemen buiten het Vlaams
Gewest te brengen te melden
 Voor archeologische ensembles tot stand gekomen na 1/1/2016
 Voor archeologische ensembles in erkend depot opgenomen na
1/1/2016
Archeologie
Actoren
Erkende archeologen
• Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen
• Gelijkaardige erkenningsvoorwaarden
• Erkenning is van onbepaalde duur
• Erkenning wordt gepubliceerd in het BS
• Legitimatiebewijs
• Erkenning kan worden geschorst/ingetrokken
• Lijst van erkende archeologen beschikbaar op
www.onroerenderfgoed.be
Erkende archeologen
Van rechtswege erkenning voor gemeentelijke archeologen op
voorwaarde dat:
 ze in dienst waren van de gemeente op 1 januari 2015
 het CBS bevestigt dat ze voldoen aan de
erkenningsvoorwaarden natuurlijk persoon
De van rechtswege aanduiding als erkend archeoloog geldt
zolang de betrokken archeoloog in dienst blijft van de
betrokken gemeente
Erkende metaaldetectoristen
• Natuurlijk persoon:
 meerderjarig
 niet bestuurlijk of gerechtelijk veroordeeld tijdens laatste
5 jaar voor inbreuk op OE-decreet of archeologiedecreet
 conform decreet en Code Goede Praktijk (CGP) werken
• Erkenning is van onbepaalde duur
• Erkenning wordt gepubliceerd in het BS
• Legitimatiebewijs
• Erkenning kan worden geschorst/ingetrokken
• Meldingsplicht voor vondsten met metaaldetector
• Elke erkende archeoloog is van rechtswege erkend
metaaldetectorist
Verhouding natuurlijk
persoon vs. rechtspersoon
• Erkenning rechtspersoon o.m. gebaseerd op beschikken
over erkend natuurlijk persoon
• Handelingen namens erkende rechtspersoon gebeuren
door erkend natuurlijk persoon
• Erkend archeoloog is inhoudelijk verantwoordelijk voor
handelingen van medewerkers
• “zelfstandig” erkend natuurlijk persoon = eigen
verantwoordelijkheid
• Erkend natuurlijk persoon namens erkend rechtspersoon
= gedeelde verantwoordelijkheid (tweerichtingsverkeer)
Code van Goede Praktijk
• Voluit: Code van goede praktijk voor archeologie en
metaaldetectie
• Doel: standaard voor de kwaliteit van het archeologisch
onderzoek in Vlaanderen
• Voor de uitvoering van en rapportering over
archeologische vooronderzoeken, archeologische
opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren
• Vastgesteld door minister (11/12/2015)
• Bindend!
• Niet naleven CGP is reden voor schorsen of intrekken
erkenning
Code van Goede Praktijk
• CGP = kader, erkende archeoloog vult zelf nader in
• Focus: te bereiken doelen & minimaal aan te wenden
middelen
• CGP = criterium voor beoordeling kwaliteit
• CGP = procesbeschrijving van archeologisch onderzoek
• CGP = bouwdoos: bouwstenen te combineren naargelang
soort onderzoek, kader, doel
• CGP ≠ statisch: regelmatige actualisering
Oude regelgeving:
De Vlaamse overheid legt de modaliteiten voor het
archeologisch vooronderzoek en de archeologische
opgraving op;
d.m.v. “bijzondere voorwaarden” bij de archeologische
vergunning.
Nieuwe regelgeving:
De erkende archeoloog stelt zelf een plan van aanpak,
conform de CGP, voor in de (archeologie)nota.
De (archeologie)nota wordt, na bekrachtiging door het
agentschap, toegevoegd aan de vergunningsaanvraag.
Erkende onroerenderfgoeddepots
Bevoegdheden en taken:
• Ontvangen van archeologische ensembles
• Sluitstuk van het archeologische traject
Ontvankelijkheidsvoorwaarden:
• Permanente organisatie met rechtspersoonlijkheid
• Infrastructuur in Vlaamse Gewest
Erkenningsvoorwaarden:
• Receptieve functie en adequate middelen
• Inschakelen binnen Vlaamse en provinciale depotbeleid
• Kwaliteitsvolle inhoudelijke werking (bv. depotplan)
• Degelijk zakelijk beleid
• Lijst van erkende onroerenderfgoeddepots beschikbaar op
www.onroerenderfgoed.be
Opvolging erkenningen
Bijkomende erkenningsvoorwaarden vanaf
01/01/2016 i.f.v. opvolging
Voor erkende archeoloog:
• geen schorsing of intrekking erkenning in het
laatste jaar
• Verplichtingen erkend archeoloog i.h.k.v. de
opvolging van de erkenning
• Expliciteren dat niet naleving CGP reden is
voor schorsing of intrekking erkenning
Voor erkende metaaldetectorist:
• geen schorsing of intrekking erkenning in het
laatste jaar
• Expliciteren dat niet naleving CGP reden is
voor schorsing of intrekking erkenning
Opvolging erkenningen
Afwegingskader bij beoordeling aanvragen erkenning
archeoloog
• 1 jaar opgravingservaring = 240 dagen
• Opgravingservaring = terreinwerk
Verwerking en rapportage worden niet meegerekend
• Beoordeling van tijdelijke opslaginfrastructuur: bepalingen
uit Code van Goede Praktijk
• Een natuurlijk persoon kan de infrastructuur van
werkgever gebruiken, maar dan moet een verklaring van
de werkgever toegevoegd worden
• Informatie beschikbaar op www.onroerenderfgoed.be – in
het aanvraagformulier – per mail aan
erkennen.subsidieren@onroerenderfgoed.be
Opvolging erkenningen
Vaststellingen m.b.t. erkenning archeoloog:
• Aantal dagen terreinwerk niet steeds afleesbaar in cv’s
• Verklaring werkgever over opgravingsinfrastructuur
ontbreekt
Weigering erkenning omwille van:
• Onvoldoende dagen opgravingservaring
• Natuurlijk personen beschikken niet over infrastructuur
voor tijdelijke opslag
Opvolging van erkende archeologen:
• Combinatie van permanente monitoring, feedback,
formele evaluatieprocedure
• Code van Goede Praktijk = kader voor monitoring en
feedback
Archeologie
Processen
Inventarisatie & bescherming
• 26 beschermde archeologische sites
• Omvang vastgestelde inventaris van archeologische zones:
1e vaststelling van 58 historische stadskernen begin 2016
• Kaart met gebieden waar geen archeologie te verwachten
valt:
1e vaststelling begin 2016
 input van gemeenten welkom
• Gegevens beschikbaar op:
geo.onroerenderfgoed.be
beschermingen.onroerenderfgoed.be
inventaris.onroerenderfgoed.be
21
Ligging van de definitief beschermde
archeologische sites in Vlaanderen (24)
Beschermde archeologische site
22
Een voorbeeld uit de
kaart van de gebieden
zonder archeologie
(gga: gebieden geen
archeologie)
Legende:
rood: de vastgestelde
archeologische zone van
de historische stadskern
van Gent
grijs/blauw: de gebieden
waar geen archeologisch
erfgoed verwacht wordt in
en rond Gent
Gebieden waar geen archeologie te
verwachten valt
23
Vastgestelde archeologische zone
Archeologisch onderzoek
Drie kaders
• Archeologisch onderzoek bij vergunningsplichtige
ingrepen in de bodem
• Archeologisch onderzoek met het oog op
wetenschappelijke vraagstellingen
• Archeologisch onderzoek na toevalsvondsten
Onderzoek bij vergunnings-
plichtige ingrepen
Onderzoek verplicht in
kader van bouwwerken
• stedenbouwkundige
vergunningen
• verkavelingsvergunningen
Drempelwaarden
• Beschermde archeologische site: altijd onderzoek
• Gebieden waar geen archeologisch erfgoed meer te
verwachten valt: nooit onderzoek
• Vastgestelde archeologische zone: onderzoek indien
perceel/percelen +300m², behalve effectieve ingreep in de
bodem -100m² (uitzondering geldt niet voor verkaveling)
• Buiten archeologische zone: onderzoek indien
perceel/percelen +3000m², behalve effectieve ingreep in de
bodem -1000m² (uitzondering geldt niet voor verkaveling).
Bijkomende uitzondering voor private natuurlijke of
rechtspersonen, in gebied anders dan wonen en recreatie:
effectieve ingreep in de bodem -5000m² (landbouw,
industrie, groen, …).
Ingreep in de bodem
• Ingreep in de bodem = elke wijziging van de
eigenschappen van de ondergrond door verwijdering of
toevoeging van materie, verhoging of verlaging van de
grondwatertafel, of samendrukken van de materialen
waaruit de ondergrond bestaat.
Ruim lezen: bv. niet oppervlak funderingspalen zelf, wel
oppervlak bebouwde zone
• Gabarit = de begrenzing van de oorspronkelijke aanleg
• Binnen het gabarit = zonder de begrenzing van de
oorspronkelijke aanleg te overschrijden en zonder
bijkomende verstoring van de bodem (oppervlak & diepte)
Onderzoek bij vergunnings-
plichtige ingrepen
• Bouwheer neemt het initiatief
• Uitvoering door een erkende archeoloog
• Doelstelling van het archeologisch traject:
 bepalen van de aanwezigheid van archeologisch erfgoed
 voorstellen van maatregelen voor omgang daarmee
 uitvoeren van de maatregelen
 verspreiden van de resultaten
• Vooronderzoek voorafgaand aan de aanvraag van de
vergunning
Onderzoek bij vergunnings-
plichtige ingrepen
Resultaat vooronderzoek:
archeologienota
Archeologienota: inhoud
• op basis van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem en
eventueel vooronderzoek met ingreep in de bodem
• resultaten van het vooronderzoek
• advies over al dan niet moeten nemen van maatregelen:
vrijgave, opgraving, behoud in situ, uitgesteld vooronderzoek
• programma over deze maatregelen: aanpak opgraving,
behoud in situ, uitgesteld vooronderzoek
• competenties van de uitvoerders
• kostenraming en geschatte duur
• voorstel over bewaren en deponeren van het archeologisch
ensemble
Archeologienota
Archeologienota: bekrachtiging
• indienen bij agentschap OE
• door erkend archeoloog
• Bekrachtiging, weigering, of voorwaarden binnen 21 dagen
• termijn verstreken = bekrachtiging
• bekrachtigde archeologienota = toelating voor een
eventuele opgraving
• beroep mogelijk
archeologie-
nota bekrachtiging bouwvergunning
aanstellen
erkend
archeoloog
initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
archeologie-
nota bekrachtiging bouwvergunning
aanstellen
erkend
archeoloog
Archeologienota
Bekrachtigde archeologienota:
bouwvergunning
• toevoegen aan aanvraag van stedenbouwkundige
vergunning of verkavelingsvergunning
• door initiatiefnemer
• vergunningverlener neemt naleven bekrachtigde
archeologienota op als voorwaarde in vergunning
initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
Uitzonderingsprocedure:
uitgesteld vooronderzoek met ingreep
• indien vooronderzoek met ingreep in de bodem onmogelijk
of juridisch, economisch, maatschappelijk onwenselijk
voorafgaand aan aanvraag vergunning
• vooronderzoek zonder ingreep wel steeds voorafgaand
• aanpak uitgesteld vooronderzoek met ingreep = deel
bekrachtigde archeologienota
archeologie-
nota
bekrachtiging bouwvergunning
aanstellen
erkend
archeoloog
eventueel
uitgesteld
vooronderzoek
nota
initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
Resultaat uitgesteld
vooronderzoek: nota
Nota: inhoud en procedure
• op basis van het uitgesteld vooronderzoek met ingreep
in de bodem
• inhoud gelijkaardig aan de archeologienota
(onderzoeksresultaten, voorstel maatregelen, …)
• procedure: bekrachtiging door het agentschap, cf.
archeologienota
Uitgesteld vooronderzoek:
wanneer
• Uitzondering!
• Vooronderzoek met ingreep in de bodem is:
 onmogelijk: bv. het terrein is nog bebost, rooien kan pas
na bouwvergunning
 juridisch onwenselijk: bv. de vergunningsaanvrager is
nog geen eigenaar van het terrein, onteigening gebeurt
pas na bouwvergunning
 economisch onwenselijk: bv. winkelcomplex met te grote
onzekerheid over het verkrijgen van bouwvergunning
 maatschappelijk onwenselijk: bv. het betreft
natuurgebied waar eerst andere sectorale afwegingen
gemaakt moeten worden of ingrepen wel wenselijk zijn
• Keuze voor het uitgesteld traject = keuze van de aanvrager
van de vergunning, in samenspraak met de erkende
archeoloog
Opgraving
Opgraving:
• door erkende archeoloog
• aanvang melden bij agentschap en erkende OE-gemeente
• toelating zit vervat in bekrachtigde (archeologie)nota
• uitvoeren conform OE-decreet, CGP, plan van aanpak uit
(archeologie)nota, voorwaarden bij (archeologie)nota
archeologie-
nota bekrachtiging bouwvergunning
aanstellen
erkend
archeoloog
eventueel
uitgesteld
vooronderzoek
nota
bekrachtiging
aanstellen
erkend
archeoloog
initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
Resultaat 1 opgraving:
archeologierapport
Archeologierapport:
• binnen 2 maanden na einde van het veldwerk
• beknopte beschrijving van uitgevoerde werken en
resultaten
• beschrijving verdere aanpak
• toont aan dat veldwerk afgerond is
• indienen bij het agentschap
• niet gebonden aan een weigering of goedkeuring
Resultaat 2 opgraving:
eindverslag
Eindverslag:
• binnen 2 jaar na het einde van het veldwerk
• volledig verslag van de opgraving en bekomen resultaten
• op basis van verwerking
• indienen bij het agentschap
• erkende archeoloog publiceert
• agentschap stelt digitaal ter beschikking
• niet gebonden aan een weigering of goedkeuring
Onderzoek bij vergunnings-
plichtige ingrepen
Afwijkende vergunde werken
• Als de vergunde werken
verschillen van werken
opgenomen in de bekrachtigde
archeologienota (bv. door
vergunningsvoorwaarde), dan
geldt de bekrachtigde
archeologienota niet als
toelating voor de maatregelen
• Opnemen in de vergunning dat
een bekrachtigde nota moet
worden bekomen
Taken vergunning-
verlenende overheid
• Controleren of een bekrachtigde archeologienota aanwezig
moet zijn bij de vergunningsaanvraag
• Nagaan of werken in de bekrachtigde archeologienota
overeenstemmen met werken in de vergunningsaanvraag
• Opnemen naleven van de bekrachtigde archeologienota als
voorwaarde in de vergunning
• Bij afwijkende vergunde werken: opnemen als voorwaarde
in vergunning dat een bekrachtigde nota bekomen moet
worden, gevolgd door de uitvoering ervan
• Geen advies meer vragen aan agentschap bij
bouwdossiers (behalve in beschermde sites)
Onderzoek wetenschappelijke
vraagstelling
• Academisch onderzoek op niet-bedreigde sites,
waarderingsonderzoek bij beschermingen, amateur-
archeologisch onderzoek, vrijwillig onderzoek bouwwerken, …
→ Alles wat niet onder voorgaande valt (= onderzoek bij
vergunningsplichtige ingrepen)
Onderzoek wetenschappelijke
vraagstelling
• Vooronderzoek zonder ingreep in de bodem
 bv. bureauonderzoek, veldprospectie, geofysisch
onderzoek
 niet voorbehouden voor erkende archeologen
 geen toelating vereist
• Vooronderzoek met ingreep in de bodem + opgravingen
 gebonden aan toelating
 kan door elke erkende archeoloog
 procedure is dezelfde voor vooronderzoek met ingreep en
opgraving
Toevalsvondst
“Iedereen die, op een ander moment dan bij het uitvoeren
van een archeologisch vooronderzoek, een archeologische
opgraving of het gebruik van een metaaldetector, een
roerend of onroerend goed vindt waarvan hij weet of
redelijkerwijs moet vermoeden dat het archeologische
erfgoedwaarde heeft, is verplicht daarvan binnen drie dagen
aangifte te doen bij het agentschap.”
• niet intentioneel naar gezocht, écht toeval
• ≠ vondsten van metaaldetectie
→ moeten via andere weg gemeld worden
• ≠ vondsten van vooronderzoek zonder ingreep
→ moeten niet verplicht gemeld worden, vrijblijvend
Toezicht vs. handhaving
• Toezicht: opvolging erkenningen,
naleving CGP, naleving maatregelen
opgenomen in een bekrachtigde
(archeologie)nota (…)
Via terreincontrole, nazicht, feedback,
monitoring, formele evaluatie
• Zachte handhaving: raadgeving en
aanmaning
• Harde handhaving: bestuurlijke en
rechterlijke maatregelen
agentschapOnroerend
Erfgoed
ErfgoedInspectie
Inwerkingtreding
Sinds 1 januari 2015
• Erkenningsaanvragen (archeoloog, metaaldetectorist)
• Vaststelling inventaris archeologische zones
• Bescherming archeologische sites
Vanaf 1 januari 2016
• Vaststelling CGP en gebieden waar geen archeologie te verwachten valt
• Vaststelling lijst van aangeduide erkende archeologen
Vanaf ten vroegste 1 april 2016
• Alle uitvoeringsbepalingen archeologie m.u.v. toevoegen bekrachtigde
archeologienota bij een vergunningsaanvraag + opheffen Arch-decreet
Vanaf ten vroegste 1 juni 2016
• Verplichting toevoegen bekrachtigde archeologienota bij een
vergunningsaanvraag
Overgangsbepalingen
• Regelingen voor overgang Archeologiedecreet –
Onroerenderfgoeddecreet
• Prospectie & opgraving aangevraagd onder
Archeologiedecreet (voor 01/04/2016): uitvoering cf.
Archeologiedecreet
• Vooronderzoek & opgraving verplicht via voorwaarde bij
bouwvergunning, opgelegd onder Archeologiedecreet
(bouwaanvraag ingediend voor 01/06/2016): uitvoering cf.
Archeologiedecreet
• Pre-advies bij toekomstige bouwvergunning ≠ grond voor
overgangsmaatregel, enkel formeel advies opgenomen in
verleende vergunning
Archeologie
Financiering
• Gedragen door de
vergunningaanvrager
• 2 flankerende
maatregelen:
 archeologische
solidariteitsfonds
 premie buitensporige
opgravingskosten voor
occasionele bouwers
(natuurlijke personen,
kleine ondernemingen
en verenigingen)
Kosten archeologisch
onderzoek
Archeologisch solidariteitsfonds
• Overeenkomst minister – archeologisch solidariteitsfonds
 Berekeningswijze ledenbijdrage
 Voorwaarden vergoeding leden
 Doelstellingen & doelgroep
 Duur overeenkomst
• Erkenning door de minister
• Bekendmaking in BS
• Van onbepaalde duur
• Basistoelage van 50.000 euro
Premie voor buitensporige
opgravingskosten
• Voor occasionele bouwers die de kosten niet kunnen
vermarkten en waarvan niet verwacht kan worden dat ze
zich aansluiten bij een archeologisch solidariteitsfonds
• Bij stedenbouwkundige vergunning
• Natuurlijke personen en kleine ondernemingen of
verenigingen
• Op forfaitaire basis, incl. franchise
• Maximaal 40.000 euro
• Maximaal 1 premie per opgraving
• Aanvraag bij OE tot 120 dagen na indienen
archeologierapport
• Beslissing OE binnen 90 dagen
www.onroerenderfgoed.be
antwerpen@onroerenderfgoed.be
limburg@onroerenderfgoed.be
oost-vlaanderen@onroerenderfgoed.be
vlaams-brabant@onroerenderfgoed.be
west-vlaanderen@onroerenderfgoed.be
inventaris@onroerenderfgoed.be
beschermen@onroerenderfgoed.be
erkennen.subsidieren@onroerenderfgoed.be
Code van Goede
Praktijk
13-20 januari 2016
Inhoud
1. CGP: genese
2. CGP: doel
3. CGP: concept
4. CGP versus handleidingen
5. CGP: vragenronde
• Medio 2013: OE-werkgroep CGP: ontwerp o.b.v. bestaande
bronnen (minimumnormen, BVW, richtlijnen, wetgeving) +
nieuwe aspecten
• April 2014 - mei 2014: interne consultatie OE
• Juni 2014 – februari 2015: externe consultatie sector
>1.000 individuele opmerkingen + 6 algemene nota’s
• Maart 2015 – augustus 2015: politieke besprekingen +
wettelijke goedkeuringsprocedure
• 11 december 2015: vaststelling
• vandaag: voorstelling
Genese
• Doel: standaard voor kwaliteit van archeologisch onderzoek
in Vlaanderen
• Archeologisch onderzoek = proces
CGP = referentiekader proces
• CGP = standaard die ondergrens voor kwaliteit vastlegt en
toelaat geleverde resultaten te vergelijken op kwaliteit
 Voor erkende archeoloog: kader voor activiteiten
 Voor overheid: norm voor kwaliteitstoetsing,
beoordelingscriterium
• CGP omschrijft doelstellingen die onderzoek moet bereiken
en daartoe minimaal aan te wenden middelen
Doel
• CGP = deel van Onroerenderfgoeddecreet
 Filosofie CGP = reflectie filosofie OED
• Erkend archeoloog is primaire actor, overheid toetst
 CGP = kader, erkende archeoloog vult zelf verder in
 CGP vertrekt vanuit vertrouwen in competentie EA
 CGP = algemener dan bv. BVW
• CGP niet los van andere instrumenten OED
 melding VMI & programma van maatregelen (archeologie)nota:
= case-specifieke aanvulling op CGP, door EA
• CGP = toetsingskader voor keuzes & beslissingen
 CGP = selectiecriteria, selectiemethodes
 CGP ≠ keuzes, beslissingen, selecties
Doel
• CGP = bijlage bij Ministerieel Besluit (leesbaarheid)
• CGP = “Code van Goede Praktijk voor archeologie en
metaaldetectie”
• CGP = prozatekst, ≠ roman
 Niet bedoeld om in 1 ruk te lezen
 Actief mee werken
 Bladeren, selecteren, combineren
 Bv. technische bepalingen veldwerk + assessment + rapportering =
verwerking
• CGP ≠ warm water
 60% bestaand: minimumnormen, BVW, wetgeving
 20% geleend: Vlaamse & internationale richtlijnen & standaarden
(Bv. English Heritage, KNA, EAC Guidelines, IFA, EAA, …)
 20% nieuw: kadering in & aanpassing aan nieuwe wetgeving, invullen
lacunes (Bv. assessment, vereisten melding vooronderzoek)
Concept
• CGP = procesbeschrijving
 Bevat stappen binnen archeologisch onderzoekstraject
 Beschrijft de te behalen doelstelling
 Beschrijft in te zetten actoren
 Beschrijft aan te wenden middelen
 Beschrijft vorm en inhoud van eindproducten
• CGP = bindend
 Enkel bindende bepalingen
 Geen voorbeelden
 Geen niet-limitatieve opsommingen
 Geen tips & tricks (= handleidingen)
 Eenduidig, misverstanden vermijden
 Gemotiveerde afwijkingen mogelijk waar aangegeven in CGP
 Toepassingsgebied & uitzonderingen erop omschreven in CGP
 Differentiatie i.f.v. kader, doel, situatie
Concept
• CGP = normsituatie
 Onmogelijk enorme diversiteit in regio, periode, materiaal te
vatten
 Formuleringen voldoende generiek (focus: doel, product),
vertaling naar concrete situatie (weg) = taak en
deskundigheid erkende archeoloog
• CGP = bouwdoos
 CGP bevat afgebakende bouwstenen
 Bouwstenen te combineren naargelang soort onderzoek en
doelstelling of kader daarvan
 Sommige altijd nodig, andere niet
 bv. deontologie vs. programma van maatregelen
 Opbouwend systeem: generieke bepalingen aan te vullen met
specifieke bepalingen
 bv. proefsleuven vs. sites complexe verticale stratigrafie
 CGP = 200 pagina’s, nooit meer dan 20 tegelijk nodig
 Bladeren & combineren is de boodschap
Concept
• CGP = herhaling
 Weerkerende elementen in zelfde volgorde met zelfde functie
 Doel
 Eindproduct
 Actoren
 Toepassingsgebied
 Bepalen onderzoeksmethoden en –technieken
 Randvoorwaarden
 Algemene bepalingen
 Technische bepalingen
• CGP = begrippen
 Begrippenlijst ≠ verklarende woordenlijst
 Begrippenlijst = afbakening toepassingsgebied en interpretatie
 Gebruik begrippen is zeer bewust gebeurd, moet even bewust
mee omgegaan worden
 Definities gelden binnen CGP, los van eventuele betekenis
daarbuiten
Concept
• Flankeren CGP
• Aanvulling CGP, geen vervanging of uitbreiding
• Niet bindend
• Inspirerend, hulp bij toepassen CGP
• Handleidingen bij CGP: door OE, i.o.v. OE, i.s.m. OE
• Bv. handleiding assessment, workshop dateringstechnieken
Handleidingen
• Doel: vragen beantwoorden, geen ‘cursus CGP’
• Inhoudelijke onduidelijkheden / interpretaties verhelderen
• Lezen = 1, toepassen & redeneren = 2
• Vanaf 01/04/2016: realiteit voor iedereen, erkend of niet
erkend
• Overlopen per hoofdstuk, vrije vragen uit zaal
 Helder & luid, to the point
• Bijkomende vragen: unieke loketten
(provincie@onroerenderfgoed.be) & consulenten
Vragenronde

More Related Content

What's hot

Presentatie archeologieregelgeving voor VMSW
Presentatie archeologieregelgeving voor VMSWPresentatie archeologieregelgeving voor VMSW
Presentatie archeologieregelgeving voor VMSWOnroerend Erfgoed
 
infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015
infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015
infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015Onroerend Erfgoed
 
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorie
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorieDe Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorie
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorieOnroerend Erfgoed
 
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019Onroerend Erfgoed
 
Infosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie
Infosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologieInfosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie
Infosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologieOnroerend Erfgoed
 
Opleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoed
Opleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoedOpleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoed
Opleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoedOnroerend Erfgoed
 
Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)
Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)
Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)Onroerend Erfgoed
 
Infosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed Noorderkempen
Infosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed NoorderkempenInfosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed Noorderkempen
Infosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed NoorderkempenOnroerend Erfgoed
 
De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)
De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)
De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)Onroerend Erfgoed
 
De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...
De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...
De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...Onroerend Erfgoed
 
Vd schaafpresentatie 14 9-2017
Vd schaafpresentatie 14 9-2017Vd schaafpresentatie 14 9-2017
Vd schaafpresentatie 14 9-2017Hans van Gurchom
 
Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek Mugingbureau
 
Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek Mugingbureau
 

What's hot (15)

Presentatie archeologieregelgeving voor VMSW
Presentatie archeologieregelgeving voor VMSWPresentatie archeologieregelgeving voor VMSW
Presentatie archeologieregelgeving voor VMSW
 
infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015
infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015
infosessie gewijzigd Varenderfgoeddecreet 1 december 2015
 
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorie
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorieDe Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorie
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI): de theorie
 
Assessment 11 juni deel 1
Assessment 11 juni deel 1Assessment 11 juni deel 1
Assessment 11 juni deel 1
 
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019
opleiding 'inleiding tot de archeologie en cai' op woensdag 16 oktober 2019
 
Infosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie
Infosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologieInfosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie
Infosessie 11102013 * Het onroerenderfgoeddecreet: archeologie
 
Opleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoed
Opleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoedOpleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoed
Opleiding voor gemeentelijke verbalisanten onroerend erfgoed
 
Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)
Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)
Een intergemeentelijke archeologische dienst: WinAr (Veerle Lauwers)
 
Infosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed Noorderkempen
Infosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed NoorderkempenInfosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed Noorderkempen
Infosessie erkenning IOED's en OE-gemeenten: deel 3 IOED Erfgoed Noorderkempen
 
De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)
De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)
De CAI in de praktijk (Luc Bauters, provincie Oost-Vlaanderen)
 
De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...
De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...
De bomen in het bos: inleiding tot archeologie, presentatie van dinsdag 15 ju...
 
Onroerenderfgoeddecreet
Onroerenderfgoeddecreet Onroerenderfgoeddecreet
Onroerenderfgoeddecreet
 
Vd schaafpresentatie 14 9-2017
Vd schaafpresentatie 14 9-2017Vd schaafpresentatie 14 9-2017
Vd schaafpresentatie 14 9-2017
 
Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek
 
Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek Archeologisch onderzoek
Archeologisch onderzoek
 

Similar to Presentatie infosessie voor archeologen 13 en 20 januari 2016

Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...
Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...
Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...Onroerend Erfgoed
 
Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2
Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2
Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2Paul Vermeulen
 
De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...
De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...
De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...COMEET
 
Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022
Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022
Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022Onroerend Erfgoed
 
Enkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologie
Enkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologieEnkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologie
Enkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologieOnroerend Erfgoed
 
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving Onroerend Erfgoed
 

Similar to Presentatie infosessie voor archeologen 13 en 20 januari 2016 (6)

Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...
Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...
Presentaties van de interactiedag voor de Vlaamse archeologiesector op 26 sep...
 
Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2
Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2
Kivi Breda Suiker 04102011 Versie2
 
De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...
De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...
De vernieuwde archeologiewetgeving: wat verandert er voor de gemeenten? door ...
 
Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022
Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022
Presentatie 'Inleiding tot de archeologie' van 23 juni 2022
 
Enkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologie
Enkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologieEnkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologie
Enkele recente wijzigingen aan de regelgeving archeologie
 
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving
Onroerenderfgoeddecreet: presentatie algemene studiedag nieuwe regelgeving
 

More from Onroerend Erfgoed

Inventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaarde
Inventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaardeInventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaarde
Inventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaardeOnroerend Erfgoed
 
Rabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheer
Rabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheerRabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheer
Rabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheerOnroerend Erfgoed
 
Inventariseren van historische wegen
Inventariseren van historische wegenInventariseren van historische wegen
Inventariseren van historische wegenOnroerend Erfgoed
 
Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed
Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed
Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed Onroerend Erfgoed
 
Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023
Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023
Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023Onroerend Erfgoed
 
Infosessie Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
Infosessie Lokaal OnroerenderfgoedbeleidInfosessie Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
Infosessie Lokaal OnroerenderfgoedbeleidOnroerend Erfgoed
 
Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022
Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022
Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021
De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021
De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleidvisienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
visienota Lokaal OnroerenderfgoedbeleidOnroerend Erfgoed
 
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...
 Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ... Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...Onroerend Erfgoed
 
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
 

More from Onroerend Erfgoed (20)

Inventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaarde
Inventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaardeInventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaarde
Inventariseren van houtige beplantingen met erfgoedwaarde
 
Rabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheer
Rabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheerRabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheer
Rabattenbossen. Geschiedenis, behoud en beheer
 
Inventariseren van historische wegen
Inventariseren van historische wegenInventariseren van historische wegen
Inventariseren van historische wegen
 
Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed
Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed
Algemeen kader voor het inventariseren van landschappelijk erfgoed
 
Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023
Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023
Kick-off inventariseren en vaststellen voor lokale besturen op 14 maart 2023
 
Infosessie Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
Infosessie Lokaal OnroerenderfgoedbeleidInfosessie Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
Infosessie Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
 
Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022
Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022
Presentatie 'Voorstelling van de CAI' van 23 juni 2022
 
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021
De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021
De Centrale Archeologische Inventaris, presentatie van dinsdag 15 juni 2021
 
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleidvisienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid
 
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...
 Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ... Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek ...
 
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
 

Presentatie infosessie voor archeologen 13 en 20 januari 2016

  • 2. Programma 09u30 - 09u35: inleiding 09u35 - 11u00: toelichting nieuwe archeologieregelgeving 11u00 – 11u30: pauze 11u30 – 12u30: vragenronde 12u30 – 13u30: lunch 13u30 - 14u30: toelichting Code van Goede Praktijk 14u00 - 16u00: vragenronde per hoofdstuk
  • 3. Inhoud 1. Archeologie: principes 2. Archeologie: actoren 3. Archeologie: processen 4. Archeologie: financiering 5. Vragenronde
  • 5. • Omzetting Verdrag van Malta (RvE, 1992) • Onroerenderfgoeddecreet → andere verantwoordelijkheden → andere rol actoren • Initiatief en verantwoordelijkheid verschuiven van overheid naar erkende archeoloog: responsabilisering • Klemtoon op het resultaat, niet op de weg er naartoe • Meer initiatief en flexibiliteit voor de bouwheer, maar ook meer verantwoordelijkheid • Wettelijk kader voor vrijetijdsmetaaldetectie Filosofie
  • 6. Archeologische ensembles • Archeologisch ensemble = het geheel van archeologische artefacten en onderzoeksdocumenten afkomstig van een archeologisch onderzoek • Verplichting om archeologische ensembles 1° als geheel te bewaren 2° in goede staat te behouden en 3° beschikbaar te houden voor wetenschappelijk onderzoek • Digitaal register van bewaarplaatsen, zakelijkrechthouders en gebruikers • Verplichting om wijzigingen van bewaarplaats of zakelijkrechthouder en het voornemen buiten het Vlaams Gewest te brengen te melden  Voor archeologische ensembles tot stand gekomen na 1/1/2016  Voor archeologische ensembles in erkend depot opgenomen na 1/1/2016
  • 8. Erkende archeologen • Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen • Gelijkaardige erkenningsvoorwaarden • Erkenning is van onbepaalde duur • Erkenning wordt gepubliceerd in het BS • Legitimatiebewijs • Erkenning kan worden geschorst/ingetrokken • Lijst van erkende archeologen beschikbaar op www.onroerenderfgoed.be
  • 9. Erkende archeologen Van rechtswege erkenning voor gemeentelijke archeologen op voorwaarde dat:  ze in dienst waren van de gemeente op 1 januari 2015  het CBS bevestigt dat ze voldoen aan de erkenningsvoorwaarden natuurlijk persoon De van rechtswege aanduiding als erkend archeoloog geldt zolang de betrokken archeoloog in dienst blijft van de betrokken gemeente
  • 10. Erkende metaaldetectoristen • Natuurlijk persoon:  meerderjarig  niet bestuurlijk of gerechtelijk veroordeeld tijdens laatste 5 jaar voor inbreuk op OE-decreet of archeologiedecreet  conform decreet en Code Goede Praktijk (CGP) werken • Erkenning is van onbepaalde duur • Erkenning wordt gepubliceerd in het BS • Legitimatiebewijs • Erkenning kan worden geschorst/ingetrokken • Meldingsplicht voor vondsten met metaaldetector • Elke erkende archeoloog is van rechtswege erkend metaaldetectorist
  • 11. Verhouding natuurlijk persoon vs. rechtspersoon • Erkenning rechtspersoon o.m. gebaseerd op beschikken over erkend natuurlijk persoon • Handelingen namens erkende rechtspersoon gebeuren door erkend natuurlijk persoon • Erkend archeoloog is inhoudelijk verantwoordelijk voor handelingen van medewerkers • “zelfstandig” erkend natuurlijk persoon = eigen verantwoordelijkheid • Erkend natuurlijk persoon namens erkend rechtspersoon = gedeelde verantwoordelijkheid (tweerichtingsverkeer)
  • 12. Code van Goede Praktijk • Voluit: Code van goede praktijk voor archeologie en metaaldetectie • Doel: standaard voor de kwaliteit van het archeologisch onderzoek in Vlaanderen • Voor de uitvoering van en rapportering over archeologische vooronderzoeken, archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren • Vastgesteld door minister (11/12/2015) • Bindend! • Niet naleven CGP is reden voor schorsen of intrekken erkenning
  • 13. Code van Goede Praktijk • CGP = kader, erkende archeoloog vult zelf nader in • Focus: te bereiken doelen & minimaal aan te wenden middelen • CGP = criterium voor beoordeling kwaliteit • CGP = procesbeschrijving van archeologisch onderzoek • CGP = bouwdoos: bouwstenen te combineren naargelang soort onderzoek, kader, doel • CGP ≠ statisch: regelmatige actualisering
  • 14. Oude regelgeving: De Vlaamse overheid legt de modaliteiten voor het archeologisch vooronderzoek en de archeologische opgraving op; d.m.v. “bijzondere voorwaarden” bij de archeologische vergunning. Nieuwe regelgeving: De erkende archeoloog stelt zelf een plan van aanpak, conform de CGP, voor in de (archeologie)nota. De (archeologie)nota wordt, na bekrachtiging door het agentschap, toegevoegd aan de vergunningsaanvraag.
  • 15. Erkende onroerenderfgoeddepots Bevoegdheden en taken: • Ontvangen van archeologische ensembles • Sluitstuk van het archeologische traject Ontvankelijkheidsvoorwaarden: • Permanente organisatie met rechtspersoonlijkheid • Infrastructuur in Vlaamse Gewest Erkenningsvoorwaarden: • Receptieve functie en adequate middelen • Inschakelen binnen Vlaamse en provinciale depotbeleid • Kwaliteitsvolle inhoudelijke werking (bv. depotplan) • Degelijk zakelijk beleid • Lijst van erkende onroerenderfgoeddepots beschikbaar op www.onroerenderfgoed.be
  • 16. Opvolging erkenningen Bijkomende erkenningsvoorwaarden vanaf 01/01/2016 i.f.v. opvolging Voor erkende archeoloog: • geen schorsing of intrekking erkenning in het laatste jaar • Verplichtingen erkend archeoloog i.h.k.v. de opvolging van de erkenning • Expliciteren dat niet naleving CGP reden is voor schorsing of intrekking erkenning Voor erkende metaaldetectorist: • geen schorsing of intrekking erkenning in het laatste jaar • Expliciteren dat niet naleving CGP reden is voor schorsing of intrekking erkenning
  • 17. Opvolging erkenningen Afwegingskader bij beoordeling aanvragen erkenning archeoloog • 1 jaar opgravingservaring = 240 dagen • Opgravingservaring = terreinwerk Verwerking en rapportage worden niet meegerekend • Beoordeling van tijdelijke opslaginfrastructuur: bepalingen uit Code van Goede Praktijk • Een natuurlijk persoon kan de infrastructuur van werkgever gebruiken, maar dan moet een verklaring van de werkgever toegevoegd worden • Informatie beschikbaar op www.onroerenderfgoed.be – in het aanvraagformulier – per mail aan erkennen.subsidieren@onroerenderfgoed.be
  • 18. Opvolging erkenningen Vaststellingen m.b.t. erkenning archeoloog: • Aantal dagen terreinwerk niet steeds afleesbaar in cv’s • Verklaring werkgever over opgravingsinfrastructuur ontbreekt Weigering erkenning omwille van: • Onvoldoende dagen opgravingservaring • Natuurlijk personen beschikken niet over infrastructuur voor tijdelijke opslag Opvolging van erkende archeologen: • Combinatie van permanente monitoring, feedback, formele evaluatieprocedure • Code van Goede Praktijk = kader voor monitoring en feedback
  • 20. Inventarisatie & bescherming • 26 beschermde archeologische sites • Omvang vastgestelde inventaris van archeologische zones: 1e vaststelling van 58 historische stadskernen begin 2016 • Kaart met gebieden waar geen archeologie te verwachten valt: 1e vaststelling begin 2016  input van gemeenten welkom • Gegevens beschikbaar op: geo.onroerenderfgoed.be beschermingen.onroerenderfgoed.be inventaris.onroerenderfgoed.be
  • 21. 21 Ligging van de definitief beschermde archeologische sites in Vlaanderen (24) Beschermde archeologische site
  • 22. 22 Een voorbeeld uit de kaart van de gebieden zonder archeologie (gga: gebieden geen archeologie) Legende: rood: de vastgestelde archeologische zone van de historische stadskern van Gent grijs/blauw: de gebieden waar geen archeologisch erfgoed verwacht wordt in en rond Gent Gebieden waar geen archeologie te verwachten valt
  • 24. Archeologisch onderzoek Drie kaders • Archeologisch onderzoek bij vergunningsplichtige ingrepen in de bodem • Archeologisch onderzoek met het oog op wetenschappelijke vraagstellingen • Archeologisch onderzoek na toevalsvondsten
  • 25. Onderzoek bij vergunnings- plichtige ingrepen Onderzoek verplicht in kader van bouwwerken • stedenbouwkundige vergunningen • verkavelingsvergunningen
  • 26. Drempelwaarden • Beschermde archeologische site: altijd onderzoek • Gebieden waar geen archeologisch erfgoed meer te verwachten valt: nooit onderzoek • Vastgestelde archeologische zone: onderzoek indien perceel/percelen +300m², behalve effectieve ingreep in de bodem -100m² (uitzondering geldt niet voor verkaveling) • Buiten archeologische zone: onderzoek indien perceel/percelen +3000m², behalve effectieve ingreep in de bodem -1000m² (uitzondering geldt niet voor verkaveling). Bijkomende uitzondering voor private natuurlijke of rechtspersonen, in gebied anders dan wonen en recreatie: effectieve ingreep in de bodem -5000m² (landbouw, industrie, groen, …).
  • 27. Ingreep in de bodem • Ingreep in de bodem = elke wijziging van de eigenschappen van de ondergrond door verwijdering of toevoeging van materie, verhoging of verlaging van de grondwatertafel, of samendrukken van de materialen waaruit de ondergrond bestaat. Ruim lezen: bv. niet oppervlak funderingspalen zelf, wel oppervlak bebouwde zone • Gabarit = de begrenzing van de oorspronkelijke aanleg • Binnen het gabarit = zonder de begrenzing van de oorspronkelijke aanleg te overschrijden en zonder bijkomende verstoring van de bodem (oppervlak & diepte)
  • 28. Onderzoek bij vergunnings- plichtige ingrepen • Bouwheer neemt het initiatief • Uitvoering door een erkende archeoloog • Doelstelling van het archeologisch traject:  bepalen van de aanwezigheid van archeologisch erfgoed  voorstellen van maatregelen voor omgang daarmee  uitvoeren van de maatregelen  verspreiden van de resultaten • Vooronderzoek voorafgaand aan de aanvraag van de vergunning
  • 30. Resultaat vooronderzoek: archeologienota Archeologienota: inhoud • op basis van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem en eventueel vooronderzoek met ingreep in de bodem • resultaten van het vooronderzoek • advies over al dan niet moeten nemen van maatregelen: vrijgave, opgraving, behoud in situ, uitgesteld vooronderzoek • programma over deze maatregelen: aanpak opgraving, behoud in situ, uitgesteld vooronderzoek • competenties van de uitvoerders • kostenraming en geschatte duur • voorstel over bewaren en deponeren van het archeologisch ensemble
  • 31. Archeologienota Archeologienota: bekrachtiging • indienen bij agentschap OE • door erkend archeoloog • Bekrachtiging, weigering, of voorwaarden binnen 21 dagen • termijn verstreken = bekrachtiging • bekrachtigde archeologienota = toelating voor een eventuele opgraving • beroep mogelijk archeologie- nota bekrachtiging bouwvergunning aanstellen erkend archeoloog initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
  • 32. archeologie- nota bekrachtiging bouwvergunning aanstellen erkend archeoloog Archeologienota Bekrachtigde archeologienota: bouwvergunning • toevoegen aan aanvraag van stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning • door initiatiefnemer • vergunningverlener neemt naleven bekrachtigde archeologienota op als voorwaarde in vergunning initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
  • 33. Uitzonderingsprocedure: uitgesteld vooronderzoek met ingreep • indien vooronderzoek met ingreep in de bodem onmogelijk of juridisch, economisch, maatschappelijk onwenselijk voorafgaand aan aanvraag vergunning • vooronderzoek zonder ingreep wel steeds voorafgaand • aanpak uitgesteld vooronderzoek met ingreep = deel bekrachtigde archeologienota archeologie- nota bekrachtiging bouwvergunning aanstellen erkend archeoloog eventueel uitgesteld vooronderzoek nota initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
  • 34. Resultaat uitgesteld vooronderzoek: nota Nota: inhoud en procedure • op basis van het uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem • inhoud gelijkaardig aan de archeologienota (onderzoeksresultaten, voorstel maatregelen, …) • procedure: bekrachtiging door het agentschap, cf. archeologienota
  • 35. Uitgesteld vooronderzoek: wanneer • Uitzondering! • Vooronderzoek met ingreep in de bodem is:  onmogelijk: bv. het terrein is nog bebost, rooien kan pas na bouwvergunning  juridisch onwenselijk: bv. de vergunningsaanvrager is nog geen eigenaar van het terrein, onteigening gebeurt pas na bouwvergunning  economisch onwenselijk: bv. winkelcomplex met te grote onzekerheid over het verkrijgen van bouwvergunning  maatschappelijk onwenselijk: bv. het betreft natuurgebied waar eerst andere sectorale afwegingen gemaakt moeten worden of ingrepen wel wenselijk zijn • Keuze voor het uitgesteld traject = keuze van de aanvrager van de vergunning, in samenspraak met de erkende archeoloog
  • 36. Opgraving Opgraving: • door erkende archeoloog • aanvang melden bij agentschap en erkende OE-gemeente • toelating zit vervat in bekrachtigde (archeologie)nota • uitvoeren conform OE-decreet, CGP, plan van aanpak uit (archeologie)nota, voorwaarden bij (archeologie)nota archeologie- nota bekrachtiging bouwvergunning aanstellen erkend archeoloog eventueel uitgesteld vooronderzoek nota bekrachtiging aanstellen erkend archeoloog initiatiefnemer erkend archeoloog Onroerend Erfgoed
  • 37. Resultaat 1 opgraving: archeologierapport Archeologierapport: • binnen 2 maanden na einde van het veldwerk • beknopte beschrijving van uitgevoerde werken en resultaten • beschrijving verdere aanpak • toont aan dat veldwerk afgerond is • indienen bij het agentschap • niet gebonden aan een weigering of goedkeuring
  • 38. Resultaat 2 opgraving: eindverslag Eindverslag: • binnen 2 jaar na het einde van het veldwerk • volledig verslag van de opgraving en bekomen resultaten • op basis van verwerking • indienen bij het agentschap • erkende archeoloog publiceert • agentschap stelt digitaal ter beschikking • niet gebonden aan een weigering of goedkeuring
  • 40. Afwijkende vergunde werken • Als de vergunde werken verschillen van werken opgenomen in de bekrachtigde archeologienota (bv. door vergunningsvoorwaarde), dan geldt de bekrachtigde archeologienota niet als toelating voor de maatregelen • Opnemen in de vergunning dat een bekrachtigde nota moet worden bekomen
  • 41. Taken vergunning- verlenende overheid • Controleren of een bekrachtigde archeologienota aanwezig moet zijn bij de vergunningsaanvraag • Nagaan of werken in de bekrachtigde archeologienota overeenstemmen met werken in de vergunningsaanvraag • Opnemen naleven van de bekrachtigde archeologienota als voorwaarde in de vergunning • Bij afwijkende vergunde werken: opnemen als voorwaarde in vergunning dat een bekrachtigde nota bekomen moet worden, gevolgd door de uitvoering ervan • Geen advies meer vragen aan agentschap bij bouwdossiers (behalve in beschermde sites)
  • 42. Onderzoek wetenschappelijke vraagstelling • Academisch onderzoek op niet-bedreigde sites, waarderingsonderzoek bij beschermingen, amateur- archeologisch onderzoek, vrijwillig onderzoek bouwwerken, … → Alles wat niet onder voorgaande valt (= onderzoek bij vergunningsplichtige ingrepen)
  • 43. Onderzoek wetenschappelijke vraagstelling • Vooronderzoek zonder ingreep in de bodem  bv. bureauonderzoek, veldprospectie, geofysisch onderzoek  niet voorbehouden voor erkende archeologen  geen toelating vereist • Vooronderzoek met ingreep in de bodem + opgravingen  gebonden aan toelating  kan door elke erkende archeoloog  procedure is dezelfde voor vooronderzoek met ingreep en opgraving
  • 44. Toevalsvondst “Iedereen die, op een ander moment dan bij het uitvoeren van een archeologisch vooronderzoek, een archeologische opgraving of het gebruik van een metaaldetector, een roerend of onroerend goed vindt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het archeologische erfgoedwaarde heeft, is verplicht daarvan binnen drie dagen aangifte te doen bij het agentschap.” • niet intentioneel naar gezocht, écht toeval • ≠ vondsten van metaaldetectie → moeten via andere weg gemeld worden • ≠ vondsten van vooronderzoek zonder ingreep → moeten niet verplicht gemeld worden, vrijblijvend
  • 45. Toezicht vs. handhaving • Toezicht: opvolging erkenningen, naleving CGP, naleving maatregelen opgenomen in een bekrachtigde (archeologie)nota (…) Via terreincontrole, nazicht, feedback, monitoring, formele evaluatie • Zachte handhaving: raadgeving en aanmaning • Harde handhaving: bestuurlijke en rechterlijke maatregelen agentschapOnroerend Erfgoed ErfgoedInspectie
  • 46. Inwerkingtreding Sinds 1 januari 2015 • Erkenningsaanvragen (archeoloog, metaaldetectorist) • Vaststelling inventaris archeologische zones • Bescherming archeologische sites Vanaf 1 januari 2016 • Vaststelling CGP en gebieden waar geen archeologie te verwachten valt • Vaststelling lijst van aangeduide erkende archeologen Vanaf ten vroegste 1 april 2016 • Alle uitvoeringsbepalingen archeologie m.u.v. toevoegen bekrachtigde archeologienota bij een vergunningsaanvraag + opheffen Arch-decreet Vanaf ten vroegste 1 juni 2016 • Verplichting toevoegen bekrachtigde archeologienota bij een vergunningsaanvraag
  • 47. Overgangsbepalingen • Regelingen voor overgang Archeologiedecreet – Onroerenderfgoeddecreet • Prospectie & opgraving aangevraagd onder Archeologiedecreet (voor 01/04/2016): uitvoering cf. Archeologiedecreet • Vooronderzoek & opgraving verplicht via voorwaarde bij bouwvergunning, opgelegd onder Archeologiedecreet (bouwaanvraag ingediend voor 01/06/2016): uitvoering cf. Archeologiedecreet • Pre-advies bij toekomstige bouwvergunning ≠ grond voor overgangsmaatregel, enkel formeel advies opgenomen in verleende vergunning
  • 49. • Gedragen door de vergunningaanvrager • 2 flankerende maatregelen:  archeologische solidariteitsfonds  premie buitensporige opgravingskosten voor occasionele bouwers (natuurlijke personen, kleine ondernemingen en verenigingen) Kosten archeologisch onderzoek
  • 50. Archeologisch solidariteitsfonds • Overeenkomst minister – archeologisch solidariteitsfonds  Berekeningswijze ledenbijdrage  Voorwaarden vergoeding leden  Doelstellingen & doelgroep  Duur overeenkomst • Erkenning door de minister • Bekendmaking in BS • Van onbepaalde duur • Basistoelage van 50.000 euro
  • 51. Premie voor buitensporige opgravingskosten • Voor occasionele bouwers die de kosten niet kunnen vermarkten en waarvan niet verwacht kan worden dat ze zich aansluiten bij een archeologisch solidariteitsfonds • Bij stedenbouwkundige vergunning • Natuurlijke personen en kleine ondernemingen of verenigingen • Op forfaitaire basis, incl. franchise • Maximaal 40.000 euro • Maximaal 1 premie per opgraving • Aanvraag bij OE tot 120 dagen na indienen archeologierapport • Beslissing OE binnen 90 dagen
  • 54. Inhoud 1. CGP: genese 2. CGP: doel 3. CGP: concept 4. CGP versus handleidingen 5. CGP: vragenronde
  • 55. • Medio 2013: OE-werkgroep CGP: ontwerp o.b.v. bestaande bronnen (minimumnormen, BVW, richtlijnen, wetgeving) + nieuwe aspecten • April 2014 - mei 2014: interne consultatie OE • Juni 2014 – februari 2015: externe consultatie sector >1.000 individuele opmerkingen + 6 algemene nota’s • Maart 2015 – augustus 2015: politieke besprekingen + wettelijke goedkeuringsprocedure • 11 december 2015: vaststelling • vandaag: voorstelling Genese
  • 56. • Doel: standaard voor kwaliteit van archeologisch onderzoek in Vlaanderen • Archeologisch onderzoek = proces CGP = referentiekader proces • CGP = standaard die ondergrens voor kwaliteit vastlegt en toelaat geleverde resultaten te vergelijken op kwaliteit  Voor erkende archeoloog: kader voor activiteiten  Voor overheid: norm voor kwaliteitstoetsing, beoordelingscriterium • CGP omschrijft doelstellingen die onderzoek moet bereiken en daartoe minimaal aan te wenden middelen Doel
  • 57. • CGP = deel van Onroerenderfgoeddecreet  Filosofie CGP = reflectie filosofie OED • Erkend archeoloog is primaire actor, overheid toetst  CGP = kader, erkende archeoloog vult zelf verder in  CGP vertrekt vanuit vertrouwen in competentie EA  CGP = algemener dan bv. BVW • CGP niet los van andere instrumenten OED  melding VMI & programma van maatregelen (archeologie)nota: = case-specifieke aanvulling op CGP, door EA • CGP = toetsingskader voor keuzes & beslissingen  CGP = selectiecriteria, selectiemethodes  CGP ≠ keuzes, beslissingen, selecties Doel
  • 58. • CGP = bijlage bij Ministerieel Besluit (leesbaarheid) • CGP = “Code van Goede Praktijk voor archeologie en metaaldetectie” • CGP = prozatekst, ≠ roman  Niet bedoeld om in 1 ruk te lezen  Actief mee werken  Bladeren, selecteren, combineren  Bv. technische bepalingen veldwerk + assessment + rapportering = verwerking • CGP ≠ warm water  60% bestaand: minimumnormen, BVW, wetgeving  20% geleend: Vlaamse & internationale richtlijnen & standaarden (Bv. English Heritage, KNA, EAC Guidelines, IFA, EAA, …)  20% nieuw: kadering in & aanpassing aan nieuwe wetgeving, invullen lacunes (Bv. assessment, vereisten melding vooronderzoek) Concept
  • 59. • CGP = procesbeschrijving  Bevat stappen binnen archeologisch onderzoekstraject  Beschrijft de te behalen doelstelling  Beschrijft in te zetten actoren  Beschrijft aan te wenden middelen  Beschrijft vorm en inhoud van eindproducten • CGP = bindend  Enkel bindende bepalingen  Geen voorbeelden  Geen niet-limitatieve opsommingen  Geen tips & tricks (= handleidingen)  Eenduidig, misverstanden vermijden  Gemotiveerde afwijkingen mogelijk waar aangegeven in CGP  Toepassingsgebied & uitzonderingen erop omschreven in CGP  Differentiatie i.f.v. kader, doel, situatie Concept
  • 60. • CGP = normsituatie  Onmogelijk enorme diversiteit in regio, periode, materiaal te vatten  Formuleringen voldoende generiek (focus: doel, product), vertaling naar concrete situatie (weg) = taak en deskundigheid erkende archeoloog • CGP = bouwdoos  CGP bevat afgebakende bouwstenen  Bouwstenen te combineren naargelang soort onderzoek en doelstelling of kader daarvan  Sommige altijd nodig, andere niet  bv. deontologie vs. programma van maatregelen  Opbouwend systeem: generieke bepalingen aan te vullen met specifieke bepalingen  bv. proefsleuven vs. sites complexe verticale stratigrafie  CGP = 200 pagina’s, nooit meer dan 20 tegelijk nodig  Bladeren & combineren is de boodschap Concept
  • 61. • CGP = herhaling  Weerkerende elementen in zelfde volgorde met zelfde functie  Doel  Eindproduct  Actoren  Toepassingsgebied  Bepalen onderzoeksmethoden en –technieken  Randvoorwaarden  Algemene bepalingen  Technische bepalingen • CGP = begrippen  Begrippenlijst ≠ verklarende woordenlijst  Begrippenlijst = afbakening toepassingsgebied en interpretatie  Gebruik begrippen is zeer bewust gebeurd, moet even bewust mee omgegaan worden  Definities gelden binnen CGP, los van eventuele betekenis daarbuiten Concept
  • 62. • Flankeren CGP • Aanvulling CGP, geen vervanging of uitbreiding • Niet bindend • Inspirerend, hulp bij toepassen CGP • Handleidingen bij CGP: door OE, i.o.v. OE, i.s.m. OE • Bv. handleiding assessment, workshop dateringstechnieken Handleidingen
  • 63. • Doel: vragen beantwoorden, geen ‘cursus CGP’ • Inhoudelijke onduidelijkheden / interpretaties verhelderen • Lezen = 1, toepassen & redeneren = 2 • Vanaf 01/04/2016: realiteit voor iedereen, erkend of niet erkend • Overlopen per hoofdstuk, vrije vragen uit zaal  Helder & luid, to the point • Bijkomende vragen: unieke loketten (provincie@onroerenderfgoed.be) & consulenten Vragenronde

Editor's Notes

  1. Artikel 2.1, 6° van het OE-decreet definieert archeologisch ensemble: het geheel van archeologische artefacten en onderzoeksdocumenten afkomstig van een archeologisch onderzoek Zakelijkrechthouders en gebruikers van een archeologisch ensemble zijn verplicht om het 1° als geheel te bewaren 2° in goede staat te behouden en 3° beschikbaar te houden voor wetenschappelijk onderzoek (art. 5.2.1 OE-decreet) OE-besluit, art. 5.2.1. §1. Het agentschap houdt een register van bewaarplaatsen, zakelijkrechthouders en gebruikers van archeologische artefacten en archeologische ensembles bij. Als de zakelijkrechthouder of de gebruiker een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkend onroerenderfgoeddepot is, worden de gegevens van de zakelijkrechthouder of de gebruiker publiek bekendgemaakt. OE-decreet, art. 5.2.2 De zakelijkrechthouder of de gebruiker van een archeologisch artefact of een archeologisch ensemble, dat afkomstig is uit het Vlaamse Gewest, meldt binnen dertig dagen elke wijziging van bewaarplaats of zakelijkrechthouder aan het agentschap. OE-decreet, art. 5.2.3 De zakelijkrechthouder of de gebruiker van een archeologisch artefact of een archeologisch ensemble, dat afkomstig is uit het Vlaamse Gewest, meldt minstens dertig dagen voorafgaand aan het buiten het Vlaamse Gewest brengen ervan zijn voornemen daartoe aan het agentschap. OE-besluit, art. 5.2.4. Met behoud van de toepassing van de verplichtingen, vermeld in artikel 5.1.1 en 5.2.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, is de zakelijkrechthouder of de gebruiker van een archeologisch artefact of een archeologisch ensemble dat tot stand is gekomen voor 1 januari 2016, vrijgesteld van de verplichtingen, vermeld in artikel 5.2.2 en 5.2.3 van het voormelde decreet.   In afwijking van het eerste lid moeten erkende onroerenderfgoeddepots waaraan het beheer van archeologische artefacten en archeologische ensembles is toevertrouwd, ook voor archeologische artefacten en archeologische ensembles die tot stand zijn gekomen voor 1 januari 2016, maar in het depot opgenomen werden na deze datum, de nodige meldingen doen overeenkomstig artikel 5.2.2 en 5.2.3 van dit besluit.
  2. Inhoudstafel: DEEL 1 : KADER 8 Hoofdstuk 1: ten geleide 8 Hoofdstuk 2: deontologie 12 2.1 Doel en toepassingsgebied 12 2.2 Deontologische principes 12 Hoofdstuk 3: begrippen 14 Hoofdstuk 4: rolbeschrijving van de actoren 24 4.1 Inleidende bepalingen 24 4.2 Erkende archeoloog 24 4.3 Veldwerkleider 25 4.4 Assistent-archeoloog 25 4.5 Aardkundige 25 4.6 Conservator 25 4.7 Natuurwetenschapper 25 4.8 Geofysicus 26 4.9 Materiaaldeskundige 26 4.10 Fysisch antropoloog 26 DEEL 2 : ARCHEOLOGISCH VOORONDERZOEK 27 Hoofdstuk 5: procesverloop en onderzoeksstrategie 27 5.1 Procesverloop 27 5.2 Afweging noodzaak verder vooronderzoek 30 5.3 Bepalen van de onderzoeksstrategie 31 De keuze van de methode voor verder vooronderzoek wordt gebaseerd op de volgende vier criteria: 1° is het MOGELIJK deze methode toe te passen op dit terrein? 2° is het NUTTIG deze methode toe te passen op dit terrein (levert het iets op)? 3° is het overdreven SCHADELIJK voor het bodemarchief deze methode toe te passen op dit terrein? 4° is het NOODZAKELIJK deze methode toe te passen op dit terrein (kosten-batenanalyse)? Vooraleer de opportuniteit van vooronderzoek met ingreep in de bodem af te wegen, wordt eerst de opportuniteit van de diverse methoden voor vooronderzoek zonder ingreep in de bodem afgewogen. De uitvoering van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem gaat steeds de uitvoering van vooronderzoek met ingreep in de bodem vooraf. Het doel van een archeologisch vooronderzoek wordt immers met een minimum aan destructie van het archeologisch erfgoed bereikt. … 5.4 Projectcode 32 Hoofdstuk 6: technische vereisten aan de onderzoeksdocumenten 32 6.1 Back-up strategie 32 6.2 Technische vereisten aan de digitale bestanden 32 6.3 Technische vereisten aan de plannen, kaarten en plattegronden 33 6.4 Technische vereisten aan de coupetekeningen 34 Elke coupetekening bevat minstens volgende identificatiegegevens: 1° de projectcode; 2° het unieke herkenningsnummer waaronder de tekening in de tekeningenlijst is gedocumenteerd; 3° de datum waarop de tekening is aangemaakt of beëindigd; 4° het werkputnummer; 5° het vlaknummer; 6° het eventuele sectornummer; 7° het spoornummer of de spoornummers; 8° de schaal waarop de tekening is ingemeten; 9° de wijze waarop de tekening initieel is vervaardigd: analoog of digitaal.   Elke coupetekening bevat minstens volgende elementen: 1° een grafische schaalaanduiding; 2° de legende voor gebruikte symbolen en afkortingen; 3° een grafische en tekstuele aanduiding van de unieke identificatie van het begin- en eindpunt van elke coupe of elk coupedeel zoals opgenomen op het vlakplan of de allesporenkaart; 4° de aflijning van het gecoupeerde spoor of de gecoupeerde spoorcombinatie, met vermelding van de spoornummers; 5° de hoogtemeting van het vlak bij couperen; 6° de staalnummers en plaats van staalname indien stalen genomen werden uit de coupe; 7° de vondstnummers en locatie van de vondst indien het nodig is vondsten uit de coupe individueel te vermelden.   Analoog opgemeten coupetekeningen worden gedigitaliseerd. De gedigitaliseerde versie van de analoge veldtekening is een bewerkte en gevectoriseerde tekening, geen gescande versie van de analoge veldtekening.   Coupetekeningen zijn een natuurgetrouwe weergave van de realiteit. Met natuurgetrouw wordt bedoeld: zoals men de realiteit visueel waarneemt. De verschillende onderdelen van de getekende sporen of spoorcombinaties worden door het gebruik van kleuren of symbolen onderscheiden. Bij afdruk worden symbolen en tekst voldoende groot weergegeven, zodat ze leesbaar zijn. Bij digitale coupetekeningen worden topologisch correcte polygonen gebruikt voor de begrenzing van sporen.   Sporen worden in coupe op coupetekeningen geregistreerd op een schaal die toelaat om alle vereiste elementen in voldoende detail voor te stellen. Dit is afhankelijk van de aard van de archeologische site en het gecoupeerde spoor of de gecoupeerde spoorcombinatie. Bij analoge coupetekeningen is de drager van de tekening maximaal DIN-A0 en minimaal DIN-A4 formaat groot. De kunststoffen drager van een tekening bestaat uit weerbestendig en weekmakervrij maatvast millimeterfolie die met een zekere tolerantie krimp- en rekvrij is. 6.5 Technische vereisten aan de profieltekeningen (putwandprofielen) 35 6.6 Technische vereisten aan de vondsttekeningen 36 6.7 Technische vereisten aan de foto’s 37 6.8 Technische vereisten aan de vondstkaartjes 38 6.9 Technische vereisten aan de staalkaartjes 39 6.10 Technische vereisten aan het spoorformulier 39 6.11 Technische vereisten aan de dagrapporten 40 6.12 Technische vereisten aan de lijsten 40 6.13 Technische vereisten aan de boorbeschrijvingen 46 6.14 Technische vereisten aan de Harrismatrix 46 Hoofdstuk 7: archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem 47 7.1 Archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem generiek 47 7.2 Bureauonderzoek 47 7.3 Landschappelijk bodemonderzoek 49 7.4 Geofysisch onderzoek 52 7.5 Veldkartering 53 Hoofdstuk 8: archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem 55 8.1 Inleidende bepalingen 55 8.2 Richtlijnen melding archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem 56 8.3 Archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem generiek 58 8.4 Verkennend archeologisch booronderzoek 59 8.5 Waarderend archeologisch booronderzoek 61 8.6 Proefsleuven en proefputten 64 8.7 Proefputten in functie van steentijd artefactensites 76 Hoofdstuk 9: natuurwetenschappelijk onderzoek bij vooronderzoek 78 9.1 Algemene bepalingen 78 9.2 Handmatig inzamelen van natuurwetenschappelijke vondsten 79 9.3 Natuurwetenschappelijke staalname 80 9.4 Conservatie 82 9.5 Inzameling van natuurwetenschappelijke vondsten en stalen per onderzoeksmethode 82 9.6 Verwerking van natuurwetenschappelijke vondsten en stalen 83 Hoofdstuk 10: aardkundig onderzoek bij vooronderzoek 84 10.1 Inleidende bepalingen 84 10.2 Inzet van de aardkundige 84 10.3 Bepalingen inzake referentieprofielen 85 10.4 Bepalingen inzake aardkundige staalname 87 Hoofdstuk 11: assessment bij vooronderzoek 88 11.1 Algemene bepalingen 88 11.2 Procesverloop 89 11.3 Technische bepalingen 91 11.4 Assessmentrapport 99 Hoofdstuk 12: rapportering vooronderzoek 100 12.1 Rapportering generiek 100 12.2 Samenstelling van de rapportering 100 12.3 Privacy-fiche 103 12.4 Archeologierapport 103 12.5 Verslag van resultaten van het vooronderzoek 105 12.6 Programma van maatregelen 120 DEEL 3 : ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING 124 Hoofdstuk 13: procesverloop 124 13.1 Inleidende bepalingen 124 13.2 Opgravingen bij vergunningsplichtige ingrepen in de bodem 124 13.3 Opgravingen met het oog op wetenschappelijke vraagstellingen 125 Hoofdstuk 14: technische vereisten aan de onderzoeksdocumenten 125 14.1 Back-up strategie 125 14.2 Technische vereisten aan de digitale bestanden 126 14.3 Technische vereisten aan de plannen, kaarten en plattegronden 126 14.4 Technische vereisten aan de coupetekeningen 128 14.5 Technische vereisten aan de profieltekeningen (putwandprofielen) 129 14.6 Technische vereisten aan de vondsttekeningen 130 14.7 Technische vereisten aan de foto’s 130 14.8 Technische vereisten aan de vondstkaartjes 131 14.9 Technische vereisten aan de staalkaartjes 132 14.10 Technische vereisten aan het spoorformulier 133 14.11 Technische vereisten aan de dagrapporten 133 14.12 Technische vereisten aan de lijsten 134 14.13 Technische vereisten aan de Harrismatrix 138 Hoofdstuk 15: opgraving generiek 138 15.1 Inleidende bepalingen 138 15.2 Aanleg van meetsystemen 140 15.3 Aanleggen en onderzoeken van opgravingsvlakken 140 15.4 Onderzoeken van sporen in het vlak 141 15.5 Opgraven van sporen 142 15.6 Vondsten 143 15.7 Registratie van putwanden 146 15.8 Specifieke sporen, spoorcombinaties en archeologische structuren 146 15.9 Onderzoeksdocumenten 149 Hoofdstuk 16: opgraving sites zonder complexe verticale stratigrafie 149 Hoofdstuk 17: opgraving sites met complexe verticale stratigrafie 150 Hoofdstuk 18: opgraving steentijd artefactensites 151 18.1 Algemene bepalingen 151 18.2 Opgraving van steentijd artefactensites met 3D-methode 152 18.3 Opgraving van steentijd artefactensites met kwadratenmethode 153 Hoofdstuk 19: werfbegeleiding 154 Hoofdstuk 20: natuurwetenschappelijk onderzoek bij opgravingen 155 20.1 Algemene bepalingen 155 20.2 Handmatig inzamelen van natuurwetenschappelijke vondsten 156 20.3 Natuurwetenschappelijke staalname 156 20.4 Conservatie 158 20.5 Verwerking van natuurwetenschappelijke vondsten en stalen 158 Hoofdstuk 21: aardkundig onderzoek bij opgravingen 159 21.1 Inleidende bepalingen 159 21.2 Inzet van de aardkundige 160 21.3 Bepalingen inzake referentieprofielen 160 21.4 Bepalingen inzake aardkundige staalname 162 Hoofdstuk 22: assessment bij opgravingen 163 22.1 Algemene bepalingen 163 22.2 Procesverloop 164 22.3 Technische bepalingen 166 22.4 Assessmentrapport 174 Hoofdstuk 23: rapportering opgraving 174 23.1 Rapportering generiek 174 23.2 Samenstelling van de rapportering 175 23.3 Privacy-fiche 177 23.4 Archeologierapport 178 23.5 Verslag van resultaten van de opgraving 180 DEEL 4 : CONSERVATIE EN LANGDURIGE BEWARING VAN ARCHEOLOGISCHE ENSEMBLES 189 Hoofdstuk 24: inleidende bepalingen 189 24.1 Conservatie en langdurige bewaring in het onderzoekstraject 189 24.2 Inzet van de conservator 191 Hoofdstuk 25: plannen voor conservatie en overdracht 192 Hoofdstuk 26: conservatie op het terrein 193 26.1 Inleidende bepalingen 193 26.2 Basisprincipes voor het lichten van vondsten 193 26.3 Bloklichtingen 193 Hoofdstuk 27: tijdelijke bewaring van artefacten en onderzoeksdocumenten 194 Hoofdstuk 28: conservatie-assessment en conservatiestrategie 195 Hoofdstuk 29: conservatie in functie van het onderzoek 195 29.1 Inleidende bepalingen 195 29.2 Röntgenopnames 196 29.3 Reinigen van vondsten 196 29.4 Nummeren van vondsten 197 29.5 Tijdelijke assemblage 197 29.6 Verlijmen 198 29.7 Staalname 198 Hoofdstuk 30: conservatie in functie van bewaren 198 30.1 Inleidende bepalingen 198 30.2 Preventieve conservatie: permanente verpakking 198 30.3 Stabiliserende conservatie 199 Hoofdstuk 31: overdracht voor langdurige bewaring 201 31.1 Inleidende bepalingen 201 31.2 Analoge gegevensdragers en verpakkingen 202 31.3 Digitale gegevensdragers en verpakkingen 202 31.4 Inventaris van de onderzoeksdocumenten 203 31.5 Verpakking van vondsten en stalen 203 31.6 Inventaris van de vondsten en stalen 204 DEEL 5 : Metaaldetectie 205 Hoofdstuk 32: inleidende bepalingen 205 Hoofdstuk 33: technische bepalingen 206 Hoofdstuk 34: rapportering 206 Hoofdstuk 35: behandeling en bewaring van archeologische vondsten 207 DEEL 6 : Bronnen 209 DEEL 7 : Skeletformulier 210
  3. Inhoudstafel: DEEL 1 : KADER 8 Hoofdstuk 1: ten geleide 8 Hoofdstuk 2: deontologie 12 2.1 Doel en toepassingsgebied 12 2.2 Deontologische principes 12 Hoofdstuk 3: begrippen 14 Hoofdstuk 4: rolbeschrijving van de actoren 24 4.1 Inleidende bepalingen 24 4.2 Erkende archeoloog 24 4.3 Veldwerkleider 25 4.4 Assistent-archeoloog 25 4.5 Aardkundige 25 4.6 Conservator 25 4.7 Natuurwetenschapper 25 4.8 Geofysicus 26 4.9 Materiaaldeskundige 26 4.10 Fysisch antropoloog 26 DEEL 2 : ARCHEOLOGISCH VOORONDERZOEK 27 Hoofdstuk 5: procesverloop en onderzoeksstrategie 27 5.1 Procesverloop 27 5.2 Afweging noodzaak verder vooronderzoek 30 5.3 Bepalen van de onderzoeksstrategie 31 De keuze van de methode voor verder vooronderzoek wordt gebaseerd op de volgende vier criteria: 1° is het MOGELIJK deze methode toe te passen op dit terrein? 2° is het NUTTIG deze methode toe te passen op dit terrein (levert het iets op)? 3° is het overdreven SCHADELIJK voor het bodemarchief deze methode toe te passen op dit terrein? 4° is het NOODZAKELIJK deze methode toe te passen op dit terrein (kosten-batenanalyse)? Vooraleer de opportuniteit van vooronderzoek met ingreep in de bodem af te wegen, wordt eerst de opportuniteit van de diverse methoden voor vooronderzoek zonder ingreep in de bodem afgewogen. De uitvoering van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem gaat steeds de uitvoering van vooronderzoek met ingreep in de bodem vooraf. Het doel van een archeologisch vooronderzoek wordt immers met een minimum aan destructie van het archeologisch erfgoed bereikt. … 5.4 Projectcode 32 Hoofdstuk 6: technische vereisten aan de onderzoeksdocumenten 32 6.1 Back-up strategie 32 6.2 Technische vereisten aan de digitale bestanden 32 6.3 Technische vereisten aan de plannen, kaarten en plattegronden 33 6.4 Technische vereisten aan de coupetekeningen 34 Elke coupetekening bevat minstens volgende identificatiegegevens: 1° de projectcode; 2° het unieke herkenningsnummer waaronder de tekening in de tekeningenlijst is gedocumenteerd; 3° de datum waarop de tekening is aangemaakt of beëindigd; 4° het werkputnummer; 5° het vlaknummer; 6° het eventuele sectornummer; 7° het spoornummer of de spoornummers; 8° de schaal waarop de tekening is ingemeten; 9° de wijze waarop de tekening initieel is vervaardigd: analoog of digitaal.   Elke coupetekening bevat minstens volgende elementen: 1° een grafische schaalaanduiding; 2° de legende voor gebruikte symbolen en afkortingen; 3° een grafische en tekstuele aanduiding van de unieke identificatie van het begin- en eindpunt van elke coupe of elk coupedeel zoals opgenomen op het vlakplan of de allesporenkaart; 4° de aflijning van het gecoupeerde spoor of de gecoupeerde spoorcombinatie, met vermelding van de spoornummers; 5° de hoogtemeting van het vlak bij couperen; 6° de staalnummers en plaats van staalname indien stalen genomen werden uit de coupe; 7° de vondstnummers en locatie van de vondst indien het nodig is vondsten uit de coupe individueel te vermelden.   Analoog opgemeten coupetekeningen worden gedigitaliseerd. De gedigitaliseerde versie van de analoge veldtekening is een bewerkte en gevectoriseerde tekening, geen gescande versie van de analoge veldtekening.   Coupetekeningen zijn een natuurgetrouwe weergave van de realiteit. Met natuurgetrouw wordt bedoeld: zoals men de realiteit visueel waarneemt. De verschillende onderdelen van de getekende sporen of spoorcombinaties worden door het gebruik van kleuren of symbolen onderscheiden. Bij afdruk worden symbolen en tekst voldoende groot weergegeven, zodat ze leesbaar zijn. Bij digitale coupetekeningen worden topologisch correcte polygonen gebruikt voor de begrenzing van sporen.   Sporen worden in coupe op coupetekeningen geregistreerd op een schaal die toelaat om alle vereiste elementen in voldoende detail voor te stellen. Dit is afhankelijk van de aard van de archeologische site en het gecoupeerde spoor of de gecoupeerde spoorcombinatie. Bij analoge coupetekeningen is de drager van de tekening maximaal DIN-A0 en minimaal DIN-A4 formaat groot. De kunststoffen drager van een tekening bestaat uit weerbestendig en weekmakervrij maatvast millimeterfolie die met een zekere tolerantie krimp- en rekvrij is. 6.5 Technische vereisten aan de profieltekeningen (putwandprofielen) 35 6.6 Technische vereisten aan de vondsttekeningen 36 6.7 Technische vereisten aan de foto’s 37 6.8 Technische vereisten aan de vondstkaartjes 38 6.9 Technische vereisten aan de staalkaartjes 39 6.10 Technische vereisten aan het spoorformulier 39 6.11 Technische vereisten aan de dagrapporten 40 6.12 Technische vereisten aan de lijsten 40 6.13 Technische vereisten aan de boorbeschrijvingen 46 6.14 Technische vereisten aan de Harrismatrix 46 Hoofdstuk 7: archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem 47 7.1 Archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem generiek 47 7.2 Bureauonderzoek 47 7.3 Landschappelijk bodemonderzoek 49 7.4 Geofysisch onderzoek 52 7.5 Veldkartering 53 Hoofdstuk 8: archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem 55 8.1 Inleidende bepalingen 55 8.2 Richtlijnen melding archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem 56 8.3 Archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem generiek 58 8.4 Verkennend archeologisch booronderzoek 59 8.5 Waarderend archeologisch booronderzoek 61 8.6 Proefsleuven en proefputten 64 8.7 Proefputten in functie van steentijd artefactensites 76 Hoofdstuk 9: natuurwetenschappelijk onderzoek bij vooronderzoek 78 9.1 Algemene bepalingen 78 9.2 Handmatig inzamelen van natuurwetenschappelijke vondsten 79 9.3 Natuurwetenschappelijke staalname 80 9.4 Conservatie 82 9.5 Inzameling van natuurwetenschappelijke vondsten en stalen per onderzoeksmethode 82 9.6 Verwerking van natuurwetenschappelijke vondsten en stalen 83 Hoofdstuk 10: aardkundig onderzoek bij vooronderzoek 84 10.1 Inleidende bepalingen 84 10.2 Inzet van de aardkundige 84 10.3 Bepalingen inzake referentieprofielen 85 10.4 Bepalingen inzake aardkundige staalname 87 Hoofdstuk 11: assessment bij vooronderzoek 88 11.1 Algemene bepalingen 88 11.2 Procesverloop 89 11.3 Technische bepalingen 91 11.4 Assessmentrapport 99 Hoofdstuk 12: rapportering vooronderzoek 100 12.1 Rapportering generiek 100 12.2 Samenstelling van de rapportering 100 12.3 Privacy-fiche 103 12.4 Archeologierapport 103 12.5 Verslag van resultaten van het vooronderzoek 105 12.6 Programma van maatregelen 120 DEEL 3 : ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING 124 Hoofdstuk 13: procesverloop 124 13.1 Inleidende bepalingen 124 13.2 Opgravingen bij vergunningsplichtige ingrepen in de bodem 124 13.3 Opgravingen met het oog op wetenschappelijke vraagstellingen 125 Hoofdstuk 14: technische vereisten aan de onderzoeksdocumenten 125 14.1 Back-up strategie 125 14.2 Technische vereisten aan de digitale bestanden 126 14.3 Technische vereisten aan de plannen, kaarten en plattegronden 126 14.4 Technische vereisten aan de coupetekeningen 128 14.5 Technische vereisten aan de profieltekeningen (putwandprofielen) 129 14.6 Technische vereisten aan de vondsttekeningen 130 14.7 Technische vereisten aan de foto’s 130 14.8 Technische vereisten aan de vondstkaartjes 131 14.9 Technische vereisten aan de staalkaartjes 132 14.10 Technische vereisten aan het spoorformulier 133 14.11 Technische vereisten aan de dagrapporten 133 14.12 Technische vereisten aan de lijsten 134 14.13 Technische vereisten aan de Harrismatrix 138 Hoofdstuk 15: opgraving generiek 138 15.1 Inleidende bepalingen 138 15.2 Aanleg van meetsystemen 140 15.3 Aanleggen en onderzoeken van opgravingsvlakken 140 15.4 Onderzoeken van sporen in het vlak 141 15.5 Opgraven van sporen 142 15.6 Vondsten 143 15.7 Registratie van putwanden 146 15.8 Specifieke sporen, spoorcombinaties en archeologische structuren 146 15.9 Onderzoeksdocumenten 149 Hoofdstuk 16: opgraving sites zonder complexe verticale stratigrafie 149 Hoofdstuk 17: opgraving sites met complexe verticale stratigrafie 150 Hoofdstuk 18: opgraving steentijd artefactensites 151 18.1 Algemene bepalingen 151 18.2 Opgraving van steentijd artefactensites met 3D-methode 152 18.3 Opgraving van steentijd artefactensites met kwadratenmethode 153 Hoofdstuk 19: werfbegeleiding 154 Hoofdstuk 20: natuurwetenschappelijk onderzoek bij opgravingen 155 20.1 Algemene bepalingen 155 20.2 Handmatig inzamelen van natuurwetenschappelijke vondsten 156 20.3 Natuurwetenschappelijke staalname 156 20.4 Conservatie 158 20.5 Verwerking van natuurwetenschappelijke vondsten en stalen 158 Hoofdstuk 21: aardkundig onderzoek bij opgravingen 159 21.1 Inleidende bepalingen 159 21.2 Inzet van de aardkundige 160 21.3 Bepalingen inzake referentieprofielen 160 21.4 Bepalingen inzake aardkundige staalname 162 Hoofdstuk 22: assessment bij opgravingen 163 22.1 Algemene bepalingen 163 22.2 Procesverloop 164 22.3 Technische bepalingen 166 22.4 Assessmentrapport 174 Hoofdstuk 23: rapportering opgraving 174 23.1 Rapportering generiek 174 23.2 Samenstelling van de rapportering 175 23.3 Privacy-fiche 177 23.4 Archeologierapport 178 23.5 Verslag van resultaten van de opgraving 180 DEEL 4 : CONSERVATIE EN LANGDURIGE BEWARING VAN ARCHEOLOGISCHE ENSEMBLES 189 Hoofdstuk 24: inleidende bepalingen 189 24.1 Conservatie en langdurige bewaring in het onderzoekstraject 189 24.2 Inzet van de conservator 191 Hoofdstuk 25: plannen voor conservatie en overdracht 192 Hoofdstuk 26: conservatie op het terrein 193 26.1 Inleidende bepalingen 193 26.2 Basisprincipes voor het lichten van vondsten 193 26.3 Bloklichtingen 193 Hoofdstuk 27: tijdelijke bewaring van artefacten en onderzoeksdocumenten 194 Hoofdstuk 28: conservatie-assessment en conservatiestrategie 195 Hoofdstuk 29: conservatie in functie van het onderzoek 195 29.1 Inleidende bepalingen 195 29.2 Röntgenopnames 196 29.3 Reinigen van vondsten 196 29.4 Nummeren van vondsten 197 29.5 Tijdelijke assemblage 197 29.6 Verlijmen 198 29.7 Staalname 198 Hoofdstuk 30: conservatie in functie van bewaren 198 30.1 Inleidende bepalingen 198 30.2 Preventieve conservatie: permanente verpakking 198 30.3 Stabiliserende conservatie 199 Hoofdstuk 31: overdracht voor langdurige bewaring 201 31.1 Inleidende bepalingen 201 31.2 Analoge gegevensdragers en verpakkingen 202 31.3 Digitale gegevensdragers en verpakkingen 202 31.4 Inventaris van de onderzoeksdocumenten 203 31.5 Verpakking van vondsten en stalen 203 31.6 Inventaris van de vondsten en stalen 204 DEEL 5 : Metaaldetectie 205 Hoofdstuk 32: inleidende bepalingen 205 Hoofdstuk 33: technische bepalingen 206 Hoofdstuk 34: rapportering 206 Hoofdstuk 35: behandeling en bewaring van archeologische vondsten 207 DEEL 6 : Bronnen 209 DEEL 7 : Skeletformulier 210
  4. Een erkend onroerenderfgoeddepot ontvangt archeologische ensembles. Depots zijn noodzakelijk als sluitstuk van het archeologisch traject. Het erkennen en subsidiëren van onroerenderfgoeddepots is een volledig nieuwe beleidsmaatregel. De doelstelling van deze beleidsmaatregel is om de werking van (de bestaande) depots te versterken, de kwaliteit ervan te verhogen en de samenwerking tussen de depots te bevorderen. Een onroerenderfgoeddepot is volgens de definitie van het Onroerenderfgoeddecreet:“een bewaarplaats met onderzoeksruimte waar in gecontroleerde omstandigheden archeologische ensembles, archeologische artefacten of onderdelen van beschermd erfgoed, afkomstig uit het Vlaamse Gewest, worden bewaard en beheerd.” Om een aanvraag tot erkenning als onroerenderfgoeddepot te kunnen indienen moet het vooreerst gaan over een permanente organisatie met rechtspersoonlijk en moet de infrastructuur voor het bewaren en beheren van het erfgoed (= het effectieve depot) in het Vlaamse Gewest gelegen zijn. De erkenningsvoorwaarden gaan terug op: Het vervullen van een receptieve functie (= het effectief in ontvangst nemen van het onroerend erfgoed dat door omstandigheden tijdelijk of permanent uit context is) en beschikken over adequate middelen; Het inschakelen als depot binnen het Vlaams depotnetwerk - dat uit een partnerschap bestaat tussen de Vlaamse overheid (zowel onroerend erfgoed als roerend erfgoed) en de vijf provinciebesturen – zodat voor alle objecten een effectieve oplossing kan worden gevonden; Het aantonen van een kwaliteitsvolle inhoudelijke werking (beschikken over depotplan, geschikt systeem voor informatiebeheer, een publieks- en onderzoeksbeleid, een calamiteitenplan, …); Het aantonen van een degelijk zakelijk beleid zodat er voldoend garanties bestaan voor het langdurig voortbestaan van het depot. Een depot kan jaarlijkse een aanvraag tot erkenning indienen met uiterlijk indiendatum 15 maart. In het kader van de bestuursakkoorden met de provincies wordt ook telkens een advies ingewonnen bij de provincie op wiens grondgebied de depotinfrastructuur ligt (in het geval de provincie niet zelf de beheerder is van het depot).
  5. (cf. art. 5.4.1 en 5.4.2 OED)
  6. Archeologisch vooronderzoek is gedefinieerd in artikel 2,1, 8° van het Onroerenderfgoeddecreet: het gebruik van wetenschappelijke methoden en technieken waarmee doelbewust archeologische artefacten en archeologische sites worden opgespoord en gewaardeerd zonder de erfgoedwaarden in situ wezenlijk aan te tasten, te onderscheiden in archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem met mogelijks enig effect op de erfgoedwaarden in situ zoals de aanleg van proefsleuven, proefputten, vlakken of andere intrusieve methoden met grondverzet en archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem zonder aanwending van grondwerkzaamheden of activiteiten die enig effect hebben op de erfgoedwaarden in situ. […] In de Memorie van Toelichting bij de artikel 5.4.1 en 5.4.2 van het OE-decreet valt bijkomend te lezen: Onder bodemingrepen verstaat de regelgever elke wijziging van de eigenschappen van de ondergrond door verwijdering of toevoeging van materie, verhoging of verlaging van de grondwatertafel, of samendrukken van de materialen waaruit de ondergrond bestaat. In de Memorie van Toelichting bij de artikel 5.4.1 en 5.4.2 van het OE-decreet valt m.b.t. gabarit te lezen: […] de aanvraag heeft betrekking op werkzaamheden binnen het gabarit van bestaande lijninfrastructuur en haar aanhorigheden. Onder deze werkzaamheden wordt verstaan: werkzaamheden die tot doel hebben bestaande lijninfrastructuur en de aanhorigheden ervan te beheren en exploiteren, te herstellen, te onderhouden of te vernieuwen zonder dat hierbij de begrenzing van de oorspronkelijke aanleg overschreden wordt en zonder bijkomende verstoring van de bodem. Bij deze bepaling gelden geen nadere regels rond oppervlakte van de ingreep in de bodem of perceelsoppervlak
  7. Op basis van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem en vooronderzoek met ingreep in de bodem, voor zover vooronderzoek met ingreep in de bodem nodig is om het vervolgtraject te bepalen of wanneer ingrepen in de bodem nog niet mogelijk zijn (uitgesteld traject)
  8. als de termijn verstreken is, dan is archeologienota bekrachtigd.  Een gemeente weet dat dit bekrachtigd is omdat de bekrachtiging toegevoegd is of dat de indiener aantoont dat de bekrachtiging gevraagd is, maar niet bekomen. Naleven voorwaarde uitvoering bekrachtigde archeologienota is verplicht op te nemen door vergunningverlener. Uitvoering is verplicht voor initiatiefnemer.
  9. OE-decreet, art. 5.4.5 Als het onmogelijk of juridisch, economisch of maatschappelijk onwenselijk is om voorafgaand aan het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem uit te voeren, dient de erkende archeoloog de resultaten van het archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem bij het agentschap in als te bekrachtigen archeologienota overeenkomstig afdeling 7 en volgt de procedure omschreven in die afdeling. Memorie van Toelichting bij art. 5.4.5: Het Onroerenderfgoeddecreet gaat uit van het principe dat het archeologisch vooronderzoek, zowel de fase zonder ingreep in de bodem als de fase met ingreep in de bodem, plaatsvindt voorafgaand aan de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning. Dit biedt immers de grootste rechtszekerheid aan de initiatiefnemer (noodzaak tot verder onderzoek, kosten, termijnen, …), en tevens de grootste garantie op een optimale omgang met eventuele archeologische sites en artefacten (fysiek behoud, planaanpassing, opgraving, …). In uitzonderlijke gevallen is het echter niet mogelijk of opportuun om reeds ingrepen uit te voeren op het terrein. Daarom kan de erkende archeoloog uitzonderlijk voorstellen het archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem pas uit te voeren na het verkrijgen van de vergunning. De redenen hiervoor dienen uitvoerig te worden gemotiveerd in de archeologienota die het resultaat is van een vooronderzoek zonder ingreep in de bodem. Het kan bv. onmogelijk zijn om het terrein te onderzoeken wanneer dit nog bebouwd is of de initiatiefnemer nog niet de zakelijk rechthouder is, of onwenselijk het onderzoek uit te voeren indien er grote onzekerheid bestaat over het verkrijgen van de vergunning of de ingrepen plaatsvinden in een waardevol gebied waar eerst andere sectorale afwegingen gemaakt dienen te worden.
  10. Vooronderzoek zonder ingreep in de bodem moet niet gemeld/toegelaten worden omdat dit geen vernietiging/ schade aan erfgoed kan brengen
  11. Vooronderzoek zonder ingreep in de bodem moet niet gemeld/toegelaten worden omdat dit geen vernietiging/ schade aan erfgoed kan brengen
  12. Het agentschap Onroerend Erfgoed zal de naleving van de Code Goede Praktijk toetsen door middel van: terreincontroles (al dan niet aangekondigd); het lezen en beoordelen van meldingen, archeologienota’s, nota’s, archeologierapporten en eindverslagen; (zelfs wanneer een melding, archeologienota of nota bekrachtigd wordt, kan de beoordeling ervan toch elementen bevatten die meegenomen worden bij de evaluatie van een erkende archeoloog!) en door middel van formele evaluaties. Op basis van monitoring van de verschillende fasen van het archeologietraject, zal het agentschap per erkende archeoloog een dossier aanleggen en hierover individueel feedback voorzien. Die feedback moet aan erkende archeologen de mogelijkheid bieden om waar nodig hun werking aan te passen en scheve situaties recht te zetten. De monitoring en uitgebreidere formele evaluaties zullen uiteraard ook gebruikt worden om de erkenning te beoordelen. Indien die beoordeling negatief is, kan het agentschap een erkenning schorsen of intrekken. Daarnaast staat het agentschap Inspectie RWO in voor het toepassen van de voorziene handhavingsmaatregelen. IRWO heeft als taak om via het nemen van handhavingsmaatregelen wetsinbreuken te voorkomen, op te sporen en te doen bestraffen. Indien het agentschap Onroerend Erfgoed op het terrein ernstige misdrijven of inbreuken op de regelgeving vaststelt, zal ze IRWO vragen om een administratief dossier op te starten. Indien archeologische erfgoedwaarden vernietigd zijn, dan kan dit bijvoorbeeld leiden tot het eisen van een schadevergoeding. Voorafgaandelijk aan dergelijke vormen van harde handhaving, zal het agentschap Onroerend Erfgoed evenwel eerst inzetten op ‘zachte’ handhaving door middel van raadgevingen en aanmaningen.