1. 1 van 5
Hoofdstuk 4 – De consument in de
economische theorie
Leerdoelen
• Begrippen nut en consumptie kennen
• Inzicht hebben in rationaliteitshypothese
• Consistentie, objectieve en subjectieve rationaliteit,
nutsinterdependentie kennen
2. 2 van 5
De economische kringloop
markt voor
eindproducten
bedrijven
markt voor
productie-
factoren
gezinnen
goederenstroom
geldstroom
3. 3 van 5
Het begrip nut
Nut = welvaart = plezier = lol = …
individuele gemoedstoestand ontleend aan
de beschikbare goederen en diensten
Nut is niet meetbaar, wel rangschikbaar
Consumptie objectief gedefinieerd
Aanschaf goederen & diensten
Blijkbaar verschaft het gekochte goed nut!
revealed preferences
welstand
objectief begripsubjectief begrip
4. 4 van 5
Mensbeeld in de neoklassieke theorie
Relatieve schaarste kiezen!
Veronderstelling: mensen handelen doel-rationeel
(1) Individuen streven doeleinden na
(2) Keuzegedrag van individuen is consistent
a. Comparabiliteit behoeftebevredigingsmiddelen
a > b of b > a of a = b
b. Transitiviteit van de voorkeuren
als a > b en b > c, dan a > c
5. 5 van 5
Meer is beter
• Meer van hetzelfde goed vergroot welvaart
• Niet elke verworven eenheid draagt evenveel bij aan
individuele welvaart
• Grensnut ofwel de waarde van een extra eenheid
neemt af bij iedere extra toevoeging
• Dit empirische verschijnsel van dalend grensnut is de
Eerste wet van Gossen