1. 1 van 10
Hoofdstuk 14 – Oligopolie en
monopolistische concurrentie
Leerdoelen
• Inzicht hebben in geknikte afzetcurve oligopolist
• Inzicht hebben in grondbeginselen speltheorie
• Inzicht hebben korte- en langetermijnevenwicht
monopolistische concurrentie
• Inzicht hebben in voor- en nadelen verschillende
marktvormen voor consument
2. 2 van 10
Homogeen oligopolie
• Beperkt aantal producenten
• Homogeen product
• Groot aantal individuele vragers
Vanuit p*
• Bij prijsdaling van één producent reageren alle
producenten: SB actueel
• Bij prijsstijging van één producent reageren overige
producenten niet: CS actueel
4. 4 van 10
Optimum oligopolist
Optimumvoorwaarde: MO = MC
prijsstarheid!
A
C
p*
0 q* G B D
S
E
F
p
q
MC3
MC2
MC1
5. 5 van 10
Speltheorie (en oligopolie)
• Spel
– Wiskundig model van menselijk gedrag
– Logisch verband tussen doelstellingen subjecten,
handelwijze en resultaten
• Spelers
– Subjecten van wie het gedrag wordt bestudeerd
• Strategie
– Handelwijze speler in bepaalde situaties
• Uitkomst
– Resultaat strategie
– Eenheid afhankelijk van doelstellingen spelers
6. 6 van 10
Nashevenwicht
Speler 1
Strategie A Strategie B
Speler 2
Strategie A Speler 1: 5
Speler 2: 5
Speler 1: 10
Speler 2: 1
Strategie B Speler 1: 1
Speler 2: 10
Speler 1: 3
Speler 2: 3
Een Nashevenwicht is een combinatie van strategieën waarbij
geen van de spelers voordeel heeft om van de gemaakte keuze af
te wijken.
7. 7 van 10
Gevangenendilemma
Gevangene 1
Zwijgen Spreken
Gevangene 2
Zwijgen Speler 1: 1 jaar
Speler 2: 1 jaar
Speler 1: 0 jaar
Speler 2: 30 jaar
Spreken Speler 1: 30 jaar
Speler 2: 0 jaar
Speler 1: 15 jaar
Speler 2: 15 jaar
8. 8 van 10
Nashevenwicht is Pareto-optimum
Speler 1
Strategie A Strategie B
Speler 2
Strategie A Speler 1: 5
Speler 2: 5
Speler 1: 10
Speler 2: 1
Strategie B Speler 1: 4
Speler 2: 10
Speler 1: 3
Speler 2: 3
Als in evenwicht geen alternatieve combinatie van strategieën is
waarbij ten minste een van de spelers erop vooruitgaat zonder dat
één andere speler erop achteruitgaat is het bereikte Nashevenwicht
tevens een Pareto-optimum.
9. 9 van 10
Monopolistische concurrentie
Bedrijfstak • gedifferentieerde producten (substituten)
• één productgroep
vraagcurve voor gehele tak!
aanbodcurve
representatieve onderneming!
productdifferentiatie
monopolist voor eigen
productvariëteit
veel kleine aanbieders
concurrentie met andere
productvariëteiten
Geen
10. 10 van 10
afzetcurven
kostencurven
voor alle bedrijven gelijk
(representatieve onderneming)
0
6
D
C
A
MO
GTC4
MC4
E
B
4
2
8
10
12
GO
(a) kortetermijnevenwicht
2 4 6 8
q
euro
MC3
GTC3
MClt
MOlt
E’
E’’
A’ GTClt
GOlt
(b) langetermijnevenwicht
2 4 6 8
q
euro
0
6
4
2
8
10
12