2. Neuromarketing
• The application of neuro imaging in market research. (Lee et al., 2006)
• Looking at consumer behavior from a brain perspective. (Morin, 2011)
• elke vorm van marketing of marketingonderzoek die gebruik maakt van methoden en technieken
uit de hersenwetenschap. (Genco et al., 2013)
Marketing
Marketing
onderzoek
Hersen
wetenschap
3. Neuromarketing
• Gedragseconomie - hoe neemt de consument beslissingen
• Sociale Psychologie - hoe handelt de mens in een groep
• Hersenwetenschap - hoe werkt het zenuwstelsel
• Cognitieve psychologie - hoe denkt de mens
!
disclaimer: wet van de grote getallen, wetenschap geldt nooit voor het individu.
4. Rationeel vs. intuïtief
• zoeken, opslaan en terughalen van
herinneringen
• herinneringen zijn compleet en
accuraat
• kosten-baten analyse
• voorkeuren zijn bewust gekozen
• voorkeuren veranderen door
overweging van nieuwe feiten
• communicatie is gericht op logische
rationele argumenten.
• bewuste herinnering van argumenten
leidt tot voorkeuren en aankopen
Rationeel
• geen bewust denken
• gevoelens bij merken en producten
Feitelijke informatie wordt zijdelings
meegenomen
• voorkeuren zijn impliciet en
gebaseerd op gewoonte
• beslissingen worden spontaan
genomen op het verkooppunt
• voorkeuren veranderen door
verandering van de situatie
• communicatie is gericht op het
onderbewuste
• herhaaldelijke associatie met
positieve thema’s leidt tot aankopen
Intuïtief
5. Rationeel vs. intuïtief
• zoeken, opslaan en terughalen van
herinneringen
• herinneringen zijn compleet en
accuraat
• kosten-baten analyse
• voorkeuren zijn bewust gekozen
• voorkeuren veranderen door
overweging van nieuwe feiten
• communicatie is gericht op logische
rationele argumenten.
• bewuste herinnering van argumenten
leidt tot voorkeuren en aankopen
Rationeel
6. Rationeel vs. intuïtief
• geen bewust denken
• gevoelens bij merken en producten
Feitelijke informatie wordt zijdelings
meegenomen
• voorkeuren zijn impliciet en
gebaseerd op gewoonte
• beslissingen worden spontaan
genomen op het verkooppunt
• voorkeuren veranderen door
verandering van de situatie
• communicatie is gericht op het
onderbewuste
• herhaaldelijke associatie met
positieve thema’s leidt tot aankopen
Intuïtief
7. Rationeel vs. intuïtief
• zoeken, opslaan en terughalen van
herinneringen
• herinneringen zijn compleet en
accuraat
• kosten-baten analyse
• voorkeuren zijn bewust gekozen
• voorkeuren veranderen door
overweging van nieuwe feiten
• communicatie is gericht op logische
rationele argumenten.
• bewuste herinnering van argumenten
leidt tot voorkeuren en aankopen
Rationeel
Prijzen
237.500 /239.500
Oppervlakten en inhoud
Gebruiksoppervlakten Plattegrond
Wonen (= woonoppervlakte) 122 m² /125 m2
Overige inpandige ruimte 10 m² / 22m2
Perceeloppervlakte 361 m² / 316 m2
Inhoud 400 m³/ 420 m3
Indeling
Aantal kamers 4 kamers (3 slaapkamers)/ 6 (4)
Aantal badkamers 1 badkamer en 1 apart toilet/ idem
Badkamervoorzieningen Douche en toilet ligbad en toilet
Aantal woonlagen 2 woonlagen en een vliering/ idem
Voorzieningen Dakraam, schuifpui en TV kabel/ mechanische ventilatie
Tuin
Achter en voor/ achter, voor en zij
Noorden/ westen
Zelfde straat
8. Rationeel vs. intuïtief
• geen bewust denken
• gevoelens bij merken en producten
Feitelijke informatie wordt zijdelings
meegenomen
• voorkeuren zijn impliciet en
gebaseerd op gewoonte
• beslissingen worden spontaan
genomen op het verkooppunt
• voorkeuren veranderen door
verandering van de situatie
• communicatie is gericht op het
onderbewuste
• herhaaldelijke associatie met
positieve thema’s leidt tot aankopen
Intuïtief
10. Beslissingen nemen 1
Stimuli Mentale respons Evaluatie Intentie Gedrag
Omgeving
Cognitief
Affectief
Attitude
Voorkeur
intentie tot
aankopen aankoop
AMA: consumentengedrag is de dynamische interactie van
affect en cognitie, gedrag en de omgeving waarbinnen het
menselijk handelen plaatsvindt
11. Beslissingen nemen 2
Theorie van gepland gedrag. (Ajzen & Fishbein, 1988)
Mening van
anderen en
meegaandheid
Overtuiging
gevolgen
van het gedrag
Waargenomen
invloed
op het gedrag
Overtuiging
gedragsinvloed
Subjectieve
Normen
Attitude t.o.v.
gedrag
Intenties Gedrag
13. Beoordelingsheuristieken
• Verlies vermijden: waardering van verlies is anders dan winst
• Ankeren: relatieve waardering/ schatting van waarde
• Framing: perspectief van de boodschap
• Standaardfout: doen wat normaal is
• Affectieheuristiek: wat leuk is, is meer waard
• Schenkingseffect: wat we bezitten is meer waard dan wat we niet
bezitten
Heuristiek: Leer van het methodisch zoeken, gebruikmakend van een
bepaald aantal vuistregels in een acceptabele rekentijd. (encyclo.nl)
Framing: War on terrorists
14. Effect op onderzoek
• Huidig/oud onderzoek: mening, strategie, rationale
vragen naar het bewuste en onderbewuste
interview, focus groep, enquête.
• Nieuw onderzoek: signalen van lichaam en brein
meten van onbewuste
fMRI, EEG, facial coding, etc.