1. 1 van 9
Hoofdstuk 6 – Verandering van
inkomen en prijsverhouding
Leerdoelen
• Expansiepad consument grafisch kunnen afleiden
• Inkomensvraagcurve grafisch kunnen afleiden
• Inzicht hebben in inkomens- en substitutie-effect
• Individuele vraagfunctie grafisch kunnen afleiden
2. 2 van 9
Consumentengedrag (vervolg)
• Mogelijke veranderingen van het optimum van
de consument:
– Andere voorkeuren
– Verandering van het inkomen
– Prijsverandering
• Wat gebeurt er met vraag naar goed B als:
a) het inkomen varieert;
b) de prijs van goed B varieert;
c) de prijs van goed A varieert?
3. 3 van 9
a) Variatie in inkomen
expansiepad van
de consument
F H J
E
G
I
m
a
b
0
S1
S2
S3
u1
u2
u3
y1
y1
y2
y3
y2 y3
pa
pb
pb
pb
pa pa
__
__
__
__
__ __
5. 5 van 9
Engelkrommen voor het
voedingsmiddel A en het luxe goed B
relatieve verandering in vraag naar goed A
relatieve verandering van het inkomen
y =
(0 < y < 1)
primair (y = 0)
indifferent
(y < 0)
inferieur
(y >1)
luxe
a
b
a , b
y0
6. 6 van 9
b) Variatie in de prijs van goed B
Prijselasticiteit
van de vraag
< -1 elastisch
< 0 inelastisch-1 <
v
pε
v
p
ε
individuele
vraagcurve
van goed B
b
F E 0 D C
W
Z
a
g
h
pb
S1
S2
V1
V2
7. 7 van 9
c) Variatie in de prijs van goed A
• Welk effect heeft pa op vraag goed B?
probleem van de samenhang van markten
substitueerbaar: pa
complementair: pa
onafhankelijk: pa = c
• Kruiselasticiteit =
relatieve verandering vraag goed B
relatieve verandering prijs goed A
v
b
q
v
b
q
v
b
q
< 0 goederen complementair
> 0 goederen substitueerbaar
ba
k
ε
b
a
a
b
aa
bbba
k
q
p
p
q
pp
qq
×∆
∆
=∆
∆
=ε
8. 8 van 9
Effect van prijsverandering
Inkomenseffect:
Door de prijsdaling van goed A neemt de reële
koopkracht toe
Substitutie-effect:
Door de prijsdaling van goed A wordt de
consumptie van goed B (gedeeltelijk) vervangen
door goed A
Totale effect = inkomenseffect +
substitutie-effect
9. 9 van 9
Classificatie van goederen
IE SE TE = SE + IE Verloop vraagcurve Soort goed
> 0 > 0 > 0 dalend normaal goed
< 0 > 0 > 0 dalend inferieur goed
< 0 > 0 < 0 stijgend Giffengoed