1. 1 van 8
Hoofdstuk 20 – Marktfalen
Leerdoelen
• Belangrijkste veronderstellingen dat volledige mededinging op
markt leidt tot Pareto-optimaliteit kennen
• Inzicht in wijze waarop externe effecten leiden tot inefficiënties
in allocatie productiefactoren en eindproducten
• Onderscheid individuele en collectieve goederen kennen
• Kunnen aangeven waarom collectieve goederen niet op markt
tot stand komen
• Inzicht in verband collectieve goederen en externe effecten
• Inzicht in verschillende wijzen internalisering externe effecten
• Enkele problemen internalisering externe effecten kennen
2. 2 van 8
Welvaart
• Volkomen markten theoretisch ideaal
• Voorwaarden Pareto-optimum
– Individuen volledig geïnformeerd
– Volledige mededinging
– Samenhang veronderstellingen geen probleem
– Geen externe effecten en collectieve goederen
• Praktijk afwijkend
tussen theorie en praktijk
3. 3 van 8
Externe effecten en collectieve welvaart
• Externe effecten
– Invloed economisch handelen op andere subjecten
buiten markt om, ongevraagd, nevengevolg
– Effect kan positief of negatief zijn
• Marshall
– Invloed van expanderende onderneming
• Pigou en Pareto
– Onderscheid maatschappelijke en private prijs
4. 4 van 8
Extern effect
p
qq1 q00
S
MNB
MMK
M
zorgt voor suboptimale allocatie
5. 5 van 8
Collectieve goederen en welvaart
• Onderscheid individueel en collectief goed
– Al dan niet rivaliserend en uitsluitbaar
– Aggregatie verloopt verschillend
• Collectief goed als extern effect
– Positieve en negatieve invloeden
– Verdeling eigendomsrechten cruciaal
6. 6 van 8
Internalisering externe effecten
• Verbods- en gebodsbepalingen (direct)
– Wel of niet Pareto-efficiënt?
• Heffingen en subsidies (indirect)
– Pigouviaanse heffing
– Problemen, maar ook voordelen t.o.v. vergunning
• Onderhandelingen
– Bijdrage Coase – betekenis eigendomsrechten
– Invloed transactiekosten en machtsongelijkheid