2. ONDERWERP 1:
BLENDED LEARNING EN HYBRIDE LEREN:
WAT IS HET?
WAAROM ZEGT PROFESSOR JAN ELEN
VAN KUL "ONDERWIJS ZAL BLENDED
ZIJN OF ZAL NIET ZIJN"?
WAT KAN HET VERANDEREN IN JE
SCHOOL?
WAAROM IS HET ZINVOL OM EEN
CURSUS TE REDESIGNEN AAN DE HAND
VAN BLENDED LEARNING?
WAT MET CORONA?
WAT IS EEN MOOC?
3. BLENDED LEARNING
• Het verwijst naar leren als een gevolg van een bewust
gekozen en geïntegreerde combinatie van online & face-to-
face leeractiviteiten.
4. HYBRIDE LEREN
• Verschillende leeromgevingen worden verweven tot een geheel.
• Diverse interpretaties worden echter door elkaar gebruikt.
5. WAAROM ZEGT PROFESSOR
JAN ELEN VAN KUL
"ONDERWIJS ZAL BLENDED
ZIJN OF ZAL NIET ZIJN"?
Omdat hij ervan
overtuigd is dat door
het implementeren
van systematisch
ontwerpen blend
leeromgevingen het
hoger onderwijs
manifest zal
professionaliseren.
Onderwijs kan op
deze manier
efficiënter
Zou kunnen
resulteren in een
beter georganiseerd
en flexibeler, breder
inzetbaar onderwijs
waar ook de
studenten reële
keuzes krijgen
Zo krijgen docenten
ook meer tijd om
intensief te werken
met de studenten.
6. WAT KAN HET VERANDEREN IN JE
SCHOOL?
• Het zou ervoor kunnen zorgen dat we niet langer de docent maar wel de
elektronische leeromgeving als centrale toeleverancier van het onderwijs
beschouwen en dat we de taak van docenten heroriënteren naar die
aspecten van het onderwijs waarvoor ze onvervangbare toegevoegde
waarde hebben.
7. WAAROM IS HET ZINVOL OM EEN CURSUS TE
REDESIGNEN AAN DE HAND VAN BLENDED LEARNING?
De inhoud is duidelijk en
overzichtelijk.
Zowel als je thuis werkt als
op de campus
8. WAT MET
CORONA?
• Tijdens de coronaperiode was het voornamelijk
altijd online les ( blended learning).
9. WAT IS EEN MOOC?
• MOOC => Massive open online course
• Cursus, die ingericht is op massale deelname, waarbij het
cursusmateriaal wordt verspreid over het web en de
deelnemers dus niet aan een locatie verbonden zijn.
10. ONDERWERP 2:
SAMR: WAT IS HET EN GEEF EEN
VOORBEELD VAN TOEPASSING IN JE
ONDERWIJSCONTEXT.
BEDENK EEN ANALOGE ACTIVITEIT (BIJV.
TAAK OP PAPIER) EN DIGITALISEER ZE
VIA SAMR TOT OP NIVEAU VAN
REDEFINITION.
11. SAMR: WAT IS HET?
• Het SAMR-model is een taxonomie met vier levels om
technologie te selecteren, te gebruiken en te evalueren in
het onderwijs.
• Bedoeld als hulpmiddel waarmee men het gebruik van
klaslokaaltechnologie door leraren kan beschrijven en
categoriseren.
• Het model moedigt leraren aan om naar boven te klimmen
van lage naar hoge levels van lesgeven met technologie, wat
leidt tot hogere niveaus van lesgeven en leren.
12. GEEF EEN VOORBEELD VAN TOEPASSING
IN JE ONDERWIJSCONTEXT.
• Niveau 1: Substitution (vervanging)
Op dit niveau vervangt de technologie een bestaande tool, zonder bijkomende meerwaarde. Je
verandert niets aan je leertraject of je didactische aanpak. Voorbeeld: je zet een bibliotheek met artikels
en e-books op in plaats van een fysieke bibliotheek => Zo hebben je cursisten een duidelijke plek waar ze
alle materiaal terugvinden.
• Niveau 2: Augmentation (uitbreiding)
Ook op dit niveau vervang je een bestaande tool door een nieuwe. Maar dit keer levert dat wel een
meerwaarde op. Voorbeeld: het gebruik van een online whiteboardtoepassing zoals Miro, om samen te
brainstormen. De tool laat toe om te reageren op elkaars input, via notities of likes. Dat kan je niet bij
fysieke whiteboards.
• Niveau 3: Modification (aanpassing)
Wie op dit 3de niveau opereert, gebruikt technologie om delen van de leeropdracht via technologie te
veranderen. Je ontwerpt de leertaak opnieuw opdat de cursisten beter leren. Je vraagt ze, om een taak
online uit te werken via een blog, video of podcast, ipv op papier. Daardoor combineren ze meerdere
vaardigheden en je biedt hen meer opties om samen te werken.
• Niveau 4: Redefinition (herdefiniëring)
Op het hoogste niveau van het SAMR-model wordt technologie een noodzakelijk middel. Je wilt nieuwe
methodes toepassen die zonder technologie onmogelijk zijn. Denk aan een project waarbij je cursisten
een website moeten maken. Geeft hun de kans om hun netwerk uit te nodigen, zodat zij op hun beurt
mee kunnen denken, reageren en input geven.
Deze foto van Onbekende auteur is gelicentieerd onder CC BY-NC-ND
13. BEDENK EEN
ANALOGE
ACTIVITEIT (BIJV.
TAAK OP PAPIER)
EN DIGITALISEER
ZE VIA SAMR TOT
OP NIVEAU VAN
REDEFINITION.
• De studenten moeten tijdens de les aardrijkskunde een
land opzoeken.
• Vroeger: ging dit met de atlas
• Nu: via internet => Google
• S: laten weten aan de studenten dat het op die manier
kan
• A: studenten ontdekken dat je het kan via internet
• M: studenten zien de mogelijkheden
• R: ze leren dat dit gemakkelijker & eenvoudiger is
14. ONDERWERP 3:
T-PACK: WAT IS HET EN WAT BETEKENT
HET VOOR JOU ALS LERAAR.
ARGUMENTEER WAAROM HET NOG ZO
VAAK FOUT LOOPT IN LAGERE SCHOLEN
WANNEER ICT (MEDIA) WORDT
GEÏNTEGREERD.
OP WELKE VAN DE DRIE COMPONENTEN
MOET JIJ NOG HET MEESTE LEERWINST
BOEKEN?
15. T-PACK: WAT IS HET?
• TPACK staat
voor Technological
Pedagogical Content
Knowledge, de specifieke
deskundigheid van de
leraar om de kennis en de
vaardigheden die bij een
vak horen, op een
aantrekkelijke en
begrijpelijke manier te
presenteren aan de leerling
met behulp van ict.
16. ARGUMENTEER WAAROM HET NOG ZO VAAK FOUT LOOPT IN
LAGERE SCHOLEN WANNEER ICT (MEDIA) WORDT
GEÏNTEGREERD.
• De leerkrachten kunnen niet elk kind in het oog houden. Daarom kan het al eens
gebeuren dat sommige kinderen toch op de foute sites terecht komen. Of spelletjes
spelen terwijl dit niet mag.
17. WAT BETEKENT HET VOOR
JOU ALS LERAAR?
• Als ik eenmaal goed weet
hoe & wat ik moet doen,
zal het voor mijzelf ook
gemakkelijker worden om
ICT op een veilige manier
toe te passen in de klas.
18. OP WELKE VAN DE DRIE COMPONENTEN
MOET JIJ NOG HET MEESTE LEERWINST
BOEKEN?
• Ik denk dat ik gewoon nog moet leren om deze
3 aspecten goed onder de knie te krijgen.
• Maar ik heb wel een goed gevoel hiermee
19. ONDERWERP 4:
EINDTERMEN ICT: WAT ZIJN IN
VLAANDEREN DE EINDTERMEN.
WAT IS ER AAN HET GEBEUREN IN HET
SECUNDAIRE ONDERWIJS?
20. EINDTERMEN ICT: WAT ZIJN IN VLAANDEREN DE EINDTERMEN.
De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om
hen te ondersteunen bij het leren.
De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken,
verwerken en bewaren.
De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te
communiceren.
21. • Het Grondwettelijk Hof heeft op 22 juli 2021 beslist om niet over
te gaan tot de schorsing van de nieuwe (specifieke) eindtermen
voor de tweede en derde graad secundair onderwijs.
• Alle secundaire scholen zijn vanaf 1 september 2021 aan de slag
met de nieuwe eindtermen en goedgekeurde leerplannen in
de tweede graad.
• Deze nieuwe eindtermen zijn ambitieus, maar dit is
een kwaliteitsvolle en geleidelijke invoering geweest.
• Er was ook een gedoogperiode van 2 jaar voor alle scholen. De
onderwijsinspectie geeft bij een doorlichting in die periode geen
ongunstig advies wanneer de nieuwe eindtermen nog niet of
onvoldoende bereikt of nagestreefd worden.
• Een onafhankelijke praktijkcommissie heeft de nieuwe
eindtermen in de loop van het schooljaar '21-'22 aan de realiteit in
het klaslokaal.
WAT IS ER
AAN HET
GEBEUREN IN
HET
SECUNDAIRE
ONDERWIJS?
22. ONDERWERP 5:
VIER IN BALANS: WAT IS HET EN WAT
LOOPT ER VAAK FOUT IN SCHOLEN?
PAS DIT TOE OP EEN STAGESCHOOL OF
EEN SCHOOL DIE JE KENT.
WAAR ZITTEN DE PROBLEMEN?
WANNEER IK ZEG DAT ALLES STAAT EN
VALT MET EEN GOEIE VISIE, KLOPT DAT
DAN?
GEEF EEN VOORBEELD VAN
TECHNIEKGEDREVEN BESLISSINGEN.
23. VIER IN BALANS:
WAT IS HET EN
WAT LOOPT ER
VAAK FOUT IN
SCHOLEN?
PAS DIT TOE OP
EEN
STAGESCHOOL
OF EEN SCHOOL
DIE JE KENT.
• Aan de hand van het model ‘Vier in balans’ kunt u beschrijven wat er nodig is
om ict in het onderwijs goed te kunnen gebruiken.
• Ict-keuzes goed overdenken is de enige manier om technologie te laten
renderen.
• De randvoorwaarden voor ict in het onderwijs en de bouwstenen van Vier in
balans zijn: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur.
24. WAAR ZITTEN DE PROBLEMEN?
WANNEER IK ZEG DAT ALLES STAAT EN VALT MET EEN
GOEIE VISIE, KLOPT DAT DAN?
• De problemen zitten soms nog met de iets oudere leerkrachten die niet de nodige
kennis hebben van ICT.
• Vanaf nu denk ik dat alle leerkrachten ICT op een nuttige, doordachte & veilige manier
kunnen gebruiken.
26. ONDERWERP 6:
FAKE NEWS EN CLICKBAIT: KRIJG JE ALS
GEWONE MENS NOG NEUTRAAL
NIEUWS?
WANNEER IK ZEG DAT JE
ZOEKRESULTATEN IN GOOGLE BEPERKT
WORDEN ZOALS JE FILMKEUZE IN
NETFLIX WAT BEDOEL IK DAAR DAN
MEE?
WAT IS DEEPFAKE EN WAAROM MOET
HET JE VERONTRUSTEN?
WE HEBBEN DE NATUURLIJKE REFLEX
OM TEKST KRITISCH TE BEKIJKEN EN
BEELDEN TE AANVAARDEN ALS
WAARHEID, IS DAT NOG STEEDS EEN
GOED IDEE?
27. FAKE NEWS EN
CLICKBAIT:
KRIJG JE ALS
GEWONE MENS
NOG NEUTRAAL
NIEUWS?
• Tegenwoordig is er veel fake nieuws. Dit is ook dikwijls
om mensen te stimuleren sneller te laten klikken op
het artikel.
28. WA N N E E R I K Z E G D AT J E
Z O E K R E S U LTAT E N I N G O O G L E
B E P E R K T W O R D E N Z O A L S J E
F I L M K E U Z E I N N E T F L I X WAT
B E D O E L I K D A A R D A N M E E ?
We hebben tegenwoordige
slimme apparaten.
Als je eens een website hebt
bezocht, ga je van af dan
regelmatig daarover reclame
krijgen.
29. WAT IS DEEPFAKE EN WAAROM MOET HET JE
VERONTRUSTEN?
• Deepfakes zijn beelden, geluiden en teksten die door kunstmatige intelligente
software worden gecreëerd.
• Slimme software wordt dan gebruikt voor de creatie of manipulatie van beelden,
audio en teksten. Dat noemt men dus ook wel ‘deepfakes‘.
• De bekendste deepfakes zijn waarin het gezicht van de ene persoon wordt
verwisseld met dat van een ander.
• Maar deepfake-technologie vormt ook een bedreiging. De toepassing kan op vele
manieren gebruikt worden en zo meningen manipuleren, mensen chanteren of
reputatieschade toebrengen. We betreden een online tijdperk waarin we onze ogen
en oren niet meer kunnen vertrouwen
30. WE HEBBEN DE NATUURLIJKE REFLEX OM TEKST KRITISCH
TE BEKIJKEN EN BEELDEN TE AANVAARDEN ALS WAARHEID,
IS DAT NOG STEEDS EEN GOED IDEE?
Nee dat is tegenwoordig geen goed idee meer.
31. ONDERWERP 7:
AUTEURSRECHT EN
PLAGIAAT: WAT MAG NU
EIGENLIJK WEL EN WAT NIET?
WAT ZIJN DE MEEST
GEMAAKTE FOUTEN IN
ONDERWIJS?
HOE KAN JE NAKIJKEN OF
EEN LEERLING IETS AL DAN
NIET ZELF HEEFT
GESCHREVEN?
32. AUTEURSRECHT EN PLAGIAAT: WAT
MAG NU EIGENLIJK WEL EN WAT NIET?
• Je mag geen plagiaat plegen! Je kopieert niet zomaar iets
van internet. Tot zover is het auteursrecht voor de meeste
schrijvers wel duidelijk.
• Voorbeeld
Wat mag wel?
Functioneel citeren met een duidelijke bronvermelding.
• Wat mag niet?
Tekst gebruiken zonder dat er een functionele band is met
het geciteerde werk.
• Tekst overnemen als het een puur commercieel doel dient.
• Tekst gebruiken uit een werk dat niet openbaar gemaakt is.
33. Dat ze dikwijls hun bronnen vergeten te vermelden.
WAT ZIJN DE MEEST
GEMAAKTE FOUTEN IN
ONDERWIJS?
34. HOE KAN JE NAKIJKEN OF EEN LEERLING
IETS AL DAN NIET ZELF HEEFT GESCHREVEN?
Je kan altijd nagaan als er een
auteur bijstaat of niet.
35. ONDERWERP 8:
FLIPPED CLASSROOM: WAT IS HET?
BEDENK EEN GOEDE CASE VOOR JE
SCHOOL (INSTRUCTIE WEL IN DE KLAS,
NIET THUIS).
MOET JE DIE FILMPJES ALS
ONDERWIJZER ZELF MAKEN? KAN DIT
DOOR KINDEREN (JONATAN ACADEMIE)?
ZIE JE EEN VERBAND EN /OF
MOGELIJKHEDEN BIJ VERBETEREN OF
DIFFERENTIATIE? MOGELIJKHEDEN BIJ
CORONA?
36. FLIPPED CLASSROOM: WAT IS HET?
• Flipped classroom is geen tijdbesparende werkvorm
• Wanneer je intensief inzet op het flippedclassroommodel, is het mogelijk dat de
contacturen gereduceerd worden. Dat betekent echter niet dat je hier als lesgever
tijd in steekt.
• Zorg ervoor dat de studenten de voorbereiding maken
37. BEDENK EEN GOEDE CASE VOOR JE SCHOOL
(INSTRUCTIE WEL IN DE KLAS, NIET THUIS).
DE LEERKRACHT GEEFT EEN DUIDELIJKE
OPDRACHT MEE.
=> VOORBEELD: MAAK EEN PORTRET
VAN JE EIGEN, MET JE POSITIEVE &
NEGATIEVE KENMERKEN EN BRENG DIT
DE VOLGENDE LES MEE.
38. MOET JE DIE
FILMPJES ALS
ONDERWIJZER
ZELF MAKEN? KAN
DIT DOOR
KINDEREN
(JONATAN
ACADEMIE)?
• Nee dit is niet nodig.
• Het moeten filmpjes zijn waaruit elke leerling kan
leren.
39. ZIE JE EEN VERBAND EN /OF MOGELIJKHEDEN BIJ
VERBETEREN OF DIFFERENTIATIE? MOGELIJKHEDEN BIJ
CORONA?
• Niet dadelijk. Hopelijk komt Corona niet meer terug.
40. ONDERWERP 9:
ONDERZOEK HEEFT UITGEWEZEN DAT WIE
SCHRIJFT BIJ HET NOTEREN IN DE LES MEER
ONTHOUDT DAN WIE TIKT OP EEN PC. HOE
ZOU DAT KUNNEN KOMEN? (DENK AAN HOE
TRAAG JE SCHRIJFT EN HOE SNEL SOMMIGEN
KUNNEN TIKKEN TOV WAT DE LEERKRACHT
ZEGT)
IN DAT GEVAL GEEF IK AAN STUDENTEN
STEEDS HET ADVIES DAT ZE LEERLINGEN
MOETEN DOEN VERTALEN. VAN HET ENE
MEDIUM NAAR HET ANDERE (TEKST,
STILSTAAND BEELD, BEWEGEND BEELD EN
GELUID) LEG UIT WAAROM JE DAT BETER ZO
DOET.
41. ONDERZOEK HEEFT UITGEWEZEN DAT WIE SCHRIJFT BIJ HET NOTEREN
IN DE LES MEER ONTHOUDT DAN WIE TIKT OP EEN PC. HOE ZOU DAT
KUNNEN KOMEN? (DENK AAN HOE TRAAG JE SCHRIJFT EN HOE SNEL
SOMMIGEN KUNNEN TIKKEN TOV WAT DE LEERKRACHT ZEGT)
• Schrijven is beter dan typen.
• Je neemt de informatie beter tot
je op. Omdat je de belangrijke
delen nog eens kan noteren. Je
gaat deze beter onthouden.
42. IN DAT GEVAL GEEF IK AAN STUDENTEN STEEDS HET ADVIES DAT ZE
LEERLINGEN MOETEN DOEN VERTALEN. VAN HET ENE MEDIUM NAAR
HET ANDERE (TEKST, STILSTAAND BEELD, BEWEGEND BEELD EN
GELUID) LEG UIT WAAROM JE DAT BETER ZO DOET.
• Zo heb je het in beide vormen gezien en herhaald. Zo gaat alles duidelijker worden.
43. ONDERWERP 10:
WEBQUESTS: WAT IS HET?
WAT ZIJN DE BOUWSTENEN?
GOEIE VOORBEELDEN EN
VERZAMELSITES?
ONDER WELKE EINDTERM (DIAMANT)
VALT DIT?
ZIE JE KANSEN VOOR DIFFERENTIATIE?
BINNEN WELKE VAKGEBIEDEN?
44. WEBQUESTS:
WAT IS HET?
• Webquest = webkwestie
• Is een activerende en
interactieve lesvorm.
• Is een onderzoeksgerichte
opdracht waarbij de
informatie, in ieder geval
voor een flink deel,
afkomstig is uit bronnen op
internet.
45. WAT ZIJN DE BOUWSTENEN?
De inleiding De opdracht De werkwijze
De
informatiebronnen
De
beoordelingspagina
De afsluitpagina
Aparte pagina voor
de leerkracht
46. GOEIE
VOORBEELDEN EN
VERZAMELSITES?
• Verzamelsites of webportalen
• Denk bijvoorbeeld aan Facebook, Yahoo,
eBay, Marktplaats, Bing, Foursquare en Yelp.
Allemaal voorbeelden van websites die
producten en diensten verzamelen waar wij
als gebruiker doorheen kunnen scrollen.
48. ZIE JE KANSEN VOOR DIFFERENTIATIE?
BINNEN WELKE VAKGEBIEDEN?
• Er is heel veel kans voor differentiatie. Dit
omdat elke student op zijn eigen & unieke
manier kan werken.
