SlideShare a Scribd company logo
1 of 6
Visie op ICT
Zoek uit wat de onderstaande zaken betekenen en los de bijhorende vragen op.
Je kiest zelf hoe je dit op je Weebly rapporteert.
Dat kan in een Powerpoint presentatie, een andere presentatietool (Genial.ly, Prezi,…) of in een
Word document (PDF, Bookcreator,…) of indien je dat al kan in een leerfilm.
Onderwerp 1: Blended learning en hybride leren: Wat is het? Waarom zegt professor Jan Elen van
KUL "onderwijs zal blended zijn of zal niet zijn"? Wat kan het veranderen in je school? Waarom is het
zinvol om een cursus te redesignen aan de hand van blended learning? Wat met Corona? Wat is een
MOOC?
Blended learning = Bij blended leren wordt de onderwijservaring van studenten verrijkt met de inzet
van verschillende strategieën. Daarbij wordt fysieke interactie gecombineerd met ICT. Er is kortom
sprake van een fysieke en een online leeromgeving met op het raakvlak een blend. Daarmee is
blended leren een weloverwogen integratie van leerervaringen. (Ideaal tijdens corona.)
Hybride leren = Bij hybride leren is er net als bij blended leren sprake van een fysieke en een online
leeromgeving. Bij hybride leren is er in tegenstelling tot bij blended leren echter geen sprake van
overlap. Studenten volgen lessen online of offline en de docent geeft op twee manieren instructie.
Hybride leren verwijst daarmee naar de onderwijssetting van een synchrone bijeenkomst.
MOOC = Is een massive open online course. Het is een cursus, ingericht op massale deelname,
waarbij het cursusmateriaal wordt verspreid over het web en de deelnemers dus niet aan een
locatie gebonden zijn. Naast traditionele studiematerialen, zoals tekst, video’s en cases biedt deze
vorm van onderwijs ook de mogelijkheid tot digitale interactie tussen studenten, docenten en
assistenten, door middel van discussieplatforms. De cursus is geen bijeenkomst maar eerder een
manier van aansluiten van gedistribueerde docenten en leerlingen over een gemeeschappelijk
onderwerp of in het veld van de cursus.
Waarom zegt professor Jan Elen…
Door het implementeren van systematisch ontworpen blended leeromgevingen het hoger onderwijs
manifest professionaliseren. Het is ook in meerdere opzichten efficiënter. We kunnen het
studieproces van studenten vlotter laten verlopen doordat we meer adaptieve en dus
gepersonaliseerde leeromgevingen kunnen aanbieden.
Deze aanpak kan ervoor zorgen dat het hoger onderwijs belangrijke uitdagingen kan aangaan, het
blijvend bieden van hoger onderwijs van hoge kwaliteit en met een belang dat uitstijgt boven het
economisch-functionele aan een grote groep van studenten met eigen kenmeren en een sowieso
relatief beperkte groep van deskundigen die in het hoger onderwijs kunnen worden ingezet.
Het tot stand brengen van de wijziging zeker niet van een leien dakje zal lopen, er zullen veel
moeilijkheden opduiken en dat het uiteindelijke resultaat allicht anders zal zijn dan wat hij heeft
geschetst. Er zal veel overtuigingskracht nodig zijn en een ingrijpende mentaliteitswijziging dient tot
stand te worden gebracht. Er zal beroep moeten gedaan worden op veel deskundigen uit een brede
waaier van disciplinaire invalshoeken. Er zal nood zijn aan tal van aanpassingen aan
organisatiestructuren, er zal ook noog zijn aan de politieke moed om wetten en decreten te
ontwikkelen die het beoogde mogelijk maken en faciliteren. Het zal dus niet zonder slag of stoot
gaan!
Veranderen en zinvol in je school? Het kan resulteren in een beter georganiseerd en flexibeler,
breder inzetbaar onderwijs waarin studenten reële keuzes krijgen, dat het er voor kan zorgen dat
docenten meer tijd krijgen om intensief te werken met studenten.
Onderwerp 2: SAMR: wat is het en geef een voorbeeld van toepassing in je onderwijscontext.
Bedenk een analoge activiteit (bijv. taak op papier) en digitaliseer ze via SAMR tot op niveau van
Redefinition.
Het SAMR-model is een taxonomie met vier niveaus. Ze helpt je het gebruik van technologie in een
onderwijssetting te selecteren, gebruiken en evalueren. Het SAMR-model stelt zich tot doel je
leeruitkomsten te veranderen, niet je leerprocessen. Je start onderaan, bij Substitution (vervanging).
Dat is de eenvoudigste vorm van technologie integreren. Daarna klim je op via Augmentation
(uitbreiding), naar Modification (aanpassing) en tot slot Redefinition (herdefiniëring). Bij elke stap is
technologie telkens van grotere waarde in je onderwijs.
Je wilt cursisten bijvoorbeeld op een nieuwe manier laten samenwerken, hen verbinding laten
maken met een groter netwerk of hun interesses centraal plaatsen. Daarvoor moet je reflecteren op
je leeraanpak en die verbeteren of vernieuwen.
Kleuteronderwijs: activiteit: Prentenboeken met emoties.
Vervanging: Bij vervanging wordt technologie ingezet voor een activiteit die ook zonder technologie
mogelijk is. Bijvoorbeeld kijken en luisteren via het digibord naar een digitaal prentenboek over
emoties aan de hele groep. Hierbij hoef de didactiek van de les niet aangepast te worden aan de
technologie die gebruikt wordt.
Uitbreiding: Bij uitbreiding is de inzet van technologie gericht op het verbeteren van de didactische
aanpak en wordt er vaak gebruikt gemaakt van low-level technologie. Bijvoorbeeld is een applicatie
die bij het prentenboek hoort, met allerlei spelletjes die in dit geval over emoties gaan. Deze twee
stadia bevatten veel klik, swipe en type opdrachten, zijn gericht op versterking van de gebruikte
didactiek en vraagt leerlingen weinig kennis en kunnen op technologisch gebied.
Aanpassing: Bij aanpassing gaat het om het herontwerpen van de leertaak, de didactiek wordt
aangepast om de technologische mogelijkheden te benutten. Een herontwerp van de les met het
prentenboek met emoties kan dan bijvoorbeeld zijn dat de kleuters foto’s met de ipad van elkaar
maken met verschillende emoties. Een stapje verder is om op deze foto de tegenovergestelde
emoties te tekenen met de markeerfunctie die op een ipad beschikbaar is.
Herdefiniëring: Bij herdefiniëring is technologie zo geïntegreerd dat zonder technologie de leertaak
niet uit te voeren is. De prentenboekles kan er dan zo uit komen te zien: kleuters maken met een
ipad via padlet foto’s van elkaar en sorteren deze foto’s in de kolommen blij, bang, boos en
bedroefd. Door deze padlet zichtbaar te maken op het digibord kunnen andere kleuters reviews
geven, door een hartje te plaatsen bij de foto in de juiste kolom.
Onderwerp 3: T-Pack: wat is het en wat betekent het voor jou als leraar. Argumenteer waarom het
nog zo vaak fout loopt in lagere scholen wanneer ICT (Media) wordt geïntegreerd. Op welke van de
drie componenten moet jij nog het meeste leerwinst boeken?
T-Pack = Technological pedagogical and content knowledge, het staat voor het integreren van drie
soorten kennis: Vakinhoudelijke (content), didactische (pedagogical) en kennis van techniek
(technological). De specifieke deskundigheid van de leraar om de kennis en de vaardigheden die bij
een vak horen, op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier te presenteren aan de leerling met
behulp van ict. Het kan de leraar helpen bij het maken van keuzes over hoe ict ingezet kan worden
om het leren van een bepaalde vakinhoud te ondersteunen. Tegelijkertijd helpt het model ook om
leraren kritisch te laten nadenken over hun eigen kennis en de kennis die zij nodig hebben om ict
zinvol in te kunnen zetten binnen bepaalde vakken met behulp van een bepaalde didactiek.
Ik moet nog het meeste leerwinst doen op het didactische, omdat ik hier het minste ervaring in heb
en dit nog moet aangeleerd worden.
Waarom het zo vaak fout loopt? Leerkrachten kunnen niet altijd zien wat de kinderen doen. Zo
kunnen de kinderen dus spelletjes spelen of op foute sites terecht komen.
Onderwerp 4: Eindtermen ICT: Wat zijn in Vlaanderen de eindtermen. Wat is er aan het gebeuren in
het secundaire onderwijs?
1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken
om hen te ondersteunen bij het leren.
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken,
verwerken en bewaren.
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier
te communiceren.
Voor het secundair onderwijs zijn er nieuwe eindtermen.
Onderwerp 5: Vier in balans: Wat is het en wat loopt er vaak fout in scholen? Pas dit toe op een
stageschool of een school die je kent. Waar zitten de problemen? Wanneer ik zeg dat alles staat en
valt met een goeie visie, klopt dat dan? Geef een voorbeeld van techniek gedreven beslissingen.
Het vier in balans model beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ICT in het onderwijs goed
te kunnen gebruiken. Wanneer scholen aandacht hebben voor de bouwstenen, en de balans
hiertussen bewaken, kan ICT nog beter gaan werken voor het onderwijs. Scholen kunnen dit model
dus gebruiken om een visie op de inzet van ICT in het onderwijs te ontwikkelen. Het model helpt ook
om zicht te brengen op de investeringen die nodig zijn. Dit alles heeft als doel om te komen tot
gewenste opbrengsten of vrij vertaald, effectieve kwaliteitsverbetering.
Wat loopt er vaak fout en alles staat of valt met een goede visie? Scholen hebben niet altijd de
middelen om ICT materiaal aan te kopen. Maar het kan ook zijn dat de leraren nog te weinig weten
over ICT en zich hier eerst nog moeten in bijscholen als de school een goede visie hierover heeft.
Een voorbeeld: Mijn mama heeft altijd les gegeven in het eerste leerjaar, maar kent helemaal niets
van ICT waardoor dat alles veel langer duurt eer zij met iets weg is wat ze gaat gebruiken in de les.
Ze zou zich eigenlijk erg hard moeten bijscholen om bij te zijn om ICT in de klas te kunnen gebruiken.
Techniek gedreven beslissingen: Je zou leerlingen kunnen aansporen om een powerpoint te maken
voor hun presentatie.
Onderwerp 6: Fake news en clickbait: krijg je als gewone mens nog neutraal nieuws? Wanneer ik zeg
dat je zoekresultaten in Google beperkt worden zoals je filmkeuze in Netflix wat bedoel ik daar dan
mee? Wat is deepfake en waarom moet het je verontrusten? We hebben de natuurlijke reflex om
tekst kritisch te bekijken en beelden te aanvaarden als waarheid, is dat nog steeds een goed idee?
Fakenews en clickbait: Is nepnieuws, een misleidende en onjuiste informatie, die wordt verspreid om
geld te verdienen of om elkaar te beïnvloeden. Clickbait is een vorm van marketing waar je wordt
aangespoord om te klikken en navigeren naar andere achterliggende pagina’s via afbeeldingen,
teksten, …
Deepfake: zijn geluiden, beelden, teksten door kunstmatige intelligente software worden gecreëerd.
Die software wordt dan weer gebruikt voor manipulatie van beelden, audio en teksten.
Neutraal nieuws? Tegenwoordig wordt alles opgeblazen waardoor mensen sneller gaan klikken op
het artikel om het te lezen. Als je het dan begint te lezen merk je ook dat het harder is opgeblazen
dan het was.
Google beperkt de zoekopdrachten: Tegenwoordig zijn onze gsm’s en computer redelijk ‘slim’ . De
reclame op onze facebookpagina is altijd aangepast aan wat we veel opzoeken of bezoeken.
Is het nog een goed idee om tekst en beelden kritisch te bekijken? Alles kan bewerkt zijn, al je foto’s
kunnen bewerkt zijn. Alles is daardoor bijna deepfake.
Onderwerp 7: Auteursrecht en plagiaat: wat mag nu eigenlijk wel en wat niet? Wat zijn de meest
gemaakte fouten in onderwijs? Hoe kan je nakijken of een leerling iets al dan niet zelf heeft
geschreven?
Plagiaat is het overnemen van gegevens uit andermans werk zonder correcte bronvermelding en het
op die manier presenteren als je eigen werk.
Wat zijn de meeste gemaakte fouten in het onderwijs? Plagiaat hoeft niet zonder meer te betekenen
dat een tekst letterlijk wordt overgeschreven, hoewel dat wel de meest duidelijke vorm van plagiaat
is. Plagiaat kan namelijk ook voorkomen in de vorm van bijvoorbeeld een citaat zonder
bronvermelding of een geparafraseerd stuk stekt zonder bronvermelding. Uiteraard zijn er nog een
boel andere vormen van plagiaat zoals het herformuleren van een bestaande tekst in eigen
woorden.
De meeste hogescholen en universiteit gebruiken geavanceerde software om te checken of de
scripties en verslagen van studenten plagiaat bevinden. De meest gebruikte software is Turnitin. Dit
is de marktleider op het gebied van plagiaatdetectiesoftware.
Onderwerp 8: Flipped Classroom: wat is het? Bedenk een goede case voor je school (instructie wel in
de klas, niet thuis). Moet je die filmpjes als onderwijzer zelf maken? Kan dit door kinderen (Jonatan
academie)? Zie je een verband en /of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie? Mogelijkheden
bij Corona?
In een flipped classroom zet je de traditionele manier van lesgeven op zijn kop. De studenten
verwerven voor de les zelfstandig de basis. In de les komt er dan ruimte vrij voor diepgaande
leeractiviteiten, (inter)actie en discussie, studenten de vertaling laten maken naar de praktijk,
studenten moeilijke oefeningen laten oplossen, studenten een project laten voorbereiden, enzo.
Bij flipped classroom bied je de leerinhoud vooraf aan via online of offline leermateriaal. Maak de
studenten duidelijk dat je van hen verwacht dat ze voorbereid naar de les komen. Dat is een
noodzakelijke voorwaarde om de lestijd optimaal te kunnen benutten.
Case: De juf kan filmpjes maken van de leerstof en een boek met de leerstof. Zo kunnen studenten
zelf aan de slag met de nieuwe leerstof. Je kan dan in de klas opdrachtjes geven en samen de
leerstof nog wat overlopen om te kijken of iedereen het goed heeft begrepen.
Moet je de filmpjes zelf als onderwijzer maken of kan dit door kinderen? Je kan de filmpjes zelf
maken, maar je zal ook veel filmpjes online kunnen vinden. Leerlingen kunnen ook zelf een filmpje
maken van of ze de leerstof goed begrepen hebben, of in een soort van opdrachtje over de leerstof.
Zie je een verband en/of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie? Iedereen kan zelf op hun
eigen tempo werken en op hun eigen niveau. De ene student zal er wat langer over doen dan een
andere student.
Corona? Is heel handig tijdens de corona als studenten thuis les moeten volgen, zo kunnen ze zo veel
als ze willen naar de filmpjes kijken om de leerstof beter te begrijpen.
Onderwerp 9: Onderzoek heeft uitgewezen dat wie schrijft bij het noteren in de les meer onthoudt
dan wie tikt op een pc. Hoe zou dat kunnen komen? (denk aan hoe traag je schrijft en hoe snel
sommigen kunnen tikken tov wat de leerkracht zegt)
In dat geval geef ik aan studenten steeds het advies dat ze leerlingen moeten doen vertalen. Van het
ene medium naar het andere (tekst, stilstaand beeld, bewegend beeld en geluid) Leg uit waarom je
dat beter zo doet.
Dit komt omdat je met de computer meer kan noteren dan als ze schrijven. Het feit dat je minder
kan noteren als je schrijft, zorgt er voor dat je bewuster moet selecteren, en dat je daardoor net
meer zal onthouden. Dit betekent dus niet noodzakelijk dat het aan de technologie ligt. En door
meerdere bronnen te gebruiken worden er meer verbanden gelegd.
Onderwerp 10: Webquests: Wat is het? Wat zijn de bouwstenen? Goeie voorbeelden en
verzamelsites? Onder welke Eindterm (diamant) valt dit? Zie je kansen voor differentiatie? Binnen
welke vakgebieden?
Is een activerende en interactieve lesvorm. Een webquest is een onderzoeksgerichte opdracht
waarbij de informatie, in ieder geval voor een flink deel, afkomstig is uit bronnen op internet.
Bouwstenen? Inleiding, opdracht, werkwijze, informatiebronnen, beoordeling, afsluiting en voor de
leerkracht is er meestal een aparte pagina.
Voorbeelden en verzamelsites? Webquests kunnen gemaakt worden met het programma eXe. De
website Webkwesties is een goede verzamelsite voor webquests
Eindterm? De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie
opzoeken, verwerken en bewaren.
Differentiatie en vakgebieden? Je kan werken met verschillende niveaus voor wiskunde of taal
bijvoorbeeld. Je kan ze een verschillende kleur geven voor de moeilijkheidsgraad.
Eens je werk klaar is ga je het moeten op het internet krijgen.
Zorg dat het daar publiek staat (niet verborgen) zodat ik het kan zien.
Van daar uit zet je het dan op je Weebly.
Probeer zelfredzaam te zijn en een oplossing te bedenken. Google het indien je niet weet hoe het
moet.
Pas als je er zelf niet uit geraakt gebruik je medestudenten als hulplijn.
Als ook zij het niet weten, kan je uiteraard ook nog bij mij terecht.

More Related Content

Similar to Visie op ICT.docx

Similar to Visie op ICT.docx (20)

Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdfvisie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
 
Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.pptx gemaakt in een PowerPoint
Visie op ICT.pptx gemaakt in een PowerPointVisie op ICT.pptx gemaakt in een PowerPoint
Visie op ICT.pptx gemaakt in een PowerPoint
 
Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
Visie op ICT (Ingevuld).docx
Visie op ICT (Ingevuld).docxVisie op ICT (Ingevuld).docx
Visie op ICT (Ingevuld).docx
 
Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
Visie op ICT.pptx
Visie op ICT.pptxVisie op ICT.pptx
Visie op ICT.pptx
 
PP Visie op ICT.pptx
PP Visie op ICT.pptxPP Visie op ICT.pptx
PP Visie op ICT.pptx
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
ICTopdrachtB.docx
ICTopdrachtB.docxICTopdrachtB.docx
ICTopdrachtB.docx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptxVisie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 

Visie op ICT.docx

  • 1. Visie op ICT Zoek uit wat de onderstaande zaken betekenen en los de bijhorende vragen op. Je kiest zelf hoe je dit op je Weebly rapporteert. Dat kan in een Powerpoint presentatie, een andere presentatietool (Genial.ly, Prezi,…) of in een Word document (PDF, Bookcreator,…) of indien je dat al kan in een leerfilm. Onderwerp 1: Blended learning en hybride leren: Wat is het? Waarom zegt professor Jan Elen van KUL "onderwijs zal blended zijn of zal niet zijn"? Wat kan het veranderen in je school? Waarom is het zinvol om een cursus te redesignen aan de hand van blended learning? Wat met Corona? Wat is een MOOC? Blended learning = Bij blended leren wordt de onderwijservaring van studenten verrijkt met de inzet van verschillende strategieën. Daarbij wordt fysieke interactie gecombineerd met ICT. Er is kortom sprake van een fysieke en een online leeromgeving met op het raakvlak een blend. Daarmee is blended leren een weloverwogen integratie van leerervaringen. (Ideaal tijdens corona.) Hybride leren = Bij hybride leren is er net als bij blended leren sprake van een fysieke en een online leeromgeving. Bij hybride leren is er in tegenstelling tot bij blended leren echter geen sprake van overlap. Studenten volgen lessen online of offline en de docent geeft op twee manieren instructie. Hybride leren verwijst daarmee naar de onderwijssetting van een synchrone bijeenkomst. MOOC = Is een massive open online course. Het is een cursus, ingericht op massale deelname, waarbij het cursusmateriaal wordt verspreid over het web en de deelnemers dus niet aan een locatie gebonden zijn. Naast traditionele studiematerialen, zoals tekst, video’s en cases biedt deze vorm van onderwijs ook de mogelijkheid tot digitale interactie tussen studenten, docenten en assistenten, door middel van discussieplatforms. De cursus is geen bijeenkomst maar eerder een manier van aansluiten van gedistribueerde docenten en leerlingen over een gemeeschappelijk onderwerp of in het veld van de cursus. Waarom zegt professor Jan Elen… Door het implementeren van systematisch ontworpen blended leeromgevingen het hoger onderwijs manifest professionaliseren. Het is ook in meerdere opzichten efficiënter. We kunnen het studieproces van studenten vlotter laten verlopen doordat we meer adaptieve en dus gepersonaliseerde leeromgevingen kunnen aanbieden. Deze aanpak kan ervoor zorgen dat het hoger onderwijs belangrijke uitdagingen kan aangaan, het blijvend bieden van hoger onderwijs van hoge kwaliteit en met een belang dat uitstijgt boven het economisch-functionele aan een grote groep van studenten met eigen kenmeren en een sowieso relatief beperkte groep van deskundigen die in het hoger onderwijs kunnen worden ingezet. Het tot stand brengen van de wijziging zeker niet van een leien dakje zal lopen, er zullen veel moeilijkheden opduiken en dat het uiteindelijke resultaat allicht anders zal zijn dan wat hij heeft geschetst. Er zal veel overtuigingskracht nodig zijn en een ingrijpende mentaliteitswijziging dient tot stand te worden gebracht. Er zal beroep moeten gedaan worden op veel deskundigen uit een brede waaier van disciplinaire invalshoeken. Er zal nood zijn aan tal van aanpassingen aan organisatiestructuren, er zal ook noog zijn aan de politieke moed om wetten en decreten te ontwikkelen die het beoogde mogelijk maken en faciliteren. Het zal dus niet zonder slag of stoot gaan!
  • 2. Veranderen en zinvol in je school? Het kan resulteren in een beter georganiseerd en flexibeler, breder inzetbaar onderwijs waarin studenten reële keuzes krijgen, dat het er voor kan zorgen dat docenten meer tijd krijgen om intensief te werken met studenten. Onderwerp 2: SAMR: wat is het en geef een voorbeeld van toepassing in je onderwijscontext. Bedenk een analoge activiteit (bijv. taak op papier) en digitaliseer ze via SAMR tot op niveau van Redefinition. Het SAMR-model is een taxonomie met vier niveaus. Ze helpt je het gebruik van technologie in een onderwijssetting te selecteren, gebruiken en evalueren. Het SAMR-model stelt zich tot doel je leeruitkomsten te veranderen, niet je leerprocessen. Je start onderaan, bij Substitution (vervanging). Dat is de eenvoudigste vorm van technologie integreren. Daarna klim je op via Augmentation (uitbreiding), naar Modification (aanpassing) en tot slot Redefinition (herdefiniëring). Bij elke stap is technologie telkens van grotere waarde in je onderwijs. Je wilt cursisten bijvoorbeeld op een nieuwe manier laten samenwerken, hen verbinding laten maken met een groter netwerk of hun interesses centraal plaatsen. Daarvoor moet je reflecteren op je leeraanpak en die verbeteren of vernieuwen. Kleuteronderwijs: activiteit: Prentenboeken met emoties. Vervanging: Bij vervanging wordt technologie ingezet voor een activiteit die ook zonder technologie mogelijk is. Bijvoorbeeld kijken en luisteren via het digibord naar een digitaal prentenboek over emoties aan de hele groep. Hierbij hoef de didactiek van de les niet aangepast te worden aan de technologie die gebruikt wordt. Uitbreiding: Bij uitbreiding is de inzet van technologie gericht op het verbeteren van de didactische aanpak en wordt er vaak gebruikt gemaakt van low-level technologie. Bijvoorbeeld is een applicatie die bij het prentenboek hoort, met allerlei spelletjes die in dit geval over emoties gaan. Deze twee stadia bevatten veel klik, swipe en type opdrachten, zijn gericht op versterking van de gebruikte didactiek en vraagt leerlingen weinig kennis en kunnen op technologisch gebied.
  • 3. Aanpassing: Bij aanpassing gaat het om het herontwerpen van de leertaak, de didactiek wordt aangepast om de technologische mogelijkheden te benutten. Een herontwerp van de les met het prentenboek met emoties kan dan bijvoorbeeld zijn dat de kleuters foto’s met de ipad van elkaar maken met verschillende emoties. Een stapje verder is om op deze foto de tegenovergestelde emoties te tekenen met de markeerfunctie die op een ipad beschikbaar is. Herdefiniëring: Bij herdefiniëring is technologie zo geïntegreerd dat zonder technologie de leertaak niet uit te voeren is. De prentenboekles kan er dan zo uit komen te zien: kleuters maken met een ipad via padlet foto’s van elkaar en sorteren deze foto’s in de kolommen blij, bang, boos en bedroefd. Door deze padlet zichtbaar te maken op het digibord kunnen andere kleuters reviews geven, door een hartje te plaatsen bij de foto in de juiste kolom. Onderwerp 3: T-Pack: wat is het en wat betekent het voor jou als leraar. Argumenteer waarom het nog zo vaak fout loopt in lagere scholen wanneer ICT (Media) wordt geïntegreerd. Op welke van de drie componenten moet jij nog het meeste leerwinst boeken? T-Pack = Technological pedagogical and content knowledge, het staat voor het integreren van drie soorten kennis: Vakinhoudelijke (content), didactische (pedagogical) en kennis van techniek (technological). De specifieke deskundigheid van de leraar om de kennis en de vaardigheden die bij een vak horen, op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier te presenteren aan de leerling met behulp van ict. Het kan de leraar helpen bij het maken van keuzes over hoe ict ingezet kan worden om het leren van een bepaalde vakinhoud te ondersteunen. Tegelijkertijd helpt het model ook om leraren kritisch te laten nadenken over hun eigen kennis en de kennis die zij nodig hebben om ict zinvol in te kunnen zetten binnen bepaalde vakken met behulp van een bepaalde didactiek. Ik moet nog het meeste leerwinst doen op het didactische, omdat ik hier het minste ervaring in heb en dit nog moet aangeleerd worden. Waarom het zo vaak fout loopt? Leerkrachten kunnen niet altijd zien wat de kinderen doen. Zo kunnen de kinderen dus spelletjes spelen of op foute sites terecht komen. Onderwerp 4: Eindtermen ICT: Wat zijn in Vlaanderen de eindtermen. Wat is er aan het gebeuren in het secundaire onderwijs? 1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. 2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. 3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving. 4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving. 5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. 6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. 7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. 8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren. Voor het secundair onderwijs zijn er nieuwe eindtermen.
  • 4. Onderwerp 5: Vier in balans: Wat is het en wat loopt er vaak fout in scholen? Pas dit toe op een stageschool of een school die je kent. Waar zitten de problemen? Wanneer ik zeg dat alles staat en valt met een goeie visie, klopt dat dan? Geef een voorbeeld van techniek gedreven beslissingen. Het vier in balans model beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ICT in het onderwijs goed te kunnen gebruiken. Wanneer scholen aandacht hebben voor de bouwstenen, en de balans hiertussen bewaken, kan ICT nog beter gaan werken voor het onderwijs. Scholen kunnen dit model dus gebruiken om een visie op de inzet van ICT in het onderwijs te ontwikkelen. Het model helpt ook om zicht te brengen op de investeringen die nodig zijn. Dit alles heeft als doel om te komen tot gewenste opbrengsten of vrij vertaald, effectieve kwaliteitsverbetering. Wat loopt er vaak fout en alles staat of valt met een goede visie? Scholen hebben niet altijd de middelen om ICT materiaal aan te kopen. Maar het kan ook zijn dat de leraren nog te weinig weten over ICT en zich hier eerst nog moeten in bijscholen als de school een goede visie hierover heeft. Een voorbeeld: Mijn mama heeft altijd les gegeven in het eerste leerjaar, maar kent helemaal niets van ICT waardoor dat alles veel langer duurt eer zij met iets weg is wat ze gaat gebruiken in de les. Ze zou zich eigenlijk erg hard moeten bijscholen om bij te zijn om ICT in de klas te kunnen gebruiken. Techniek gedreven beslissingen: Je zou leerlingen kunnen aansporen om een powerpoint te maken voor hun presentatie. Onderwerp 6: Fake news en clickbait: krijg je als gewone mens nog neutraal nieuws? Wanneer ik zeg dat je zoekresultaten in Google beperkt worden zoals je filmkeuze in Netflix wat bedoel ik daar dan mee? Wat is deepfake en waarom moet het je verontrusten? We hebben de natuurlijke reflex om tekst kritisch te bekijken en beelden te aanvaarden als waarheid, is dat nog steeds een goed idee? Fakenews en clickbait: Is nepnieuws, een misleidende en onjuiste informatie, die wordt verspreid om geld te verdienen of om elkaar te beïnvloeden. Clickbait is een vorm van marketing waar je wordt aangespoord om te klikken en navigeren naar andere achterliggende pagina’s via afbeeldingen, teksten, … Deepfake: zijn geluiden, beelden, teksten door kunstmatige intelligente software worden gecreëerd. Die software wordt dan weer gebruikt voor manipulatie van beelden, audio en teksten. Neutraal nieuws? Tegenwoordig wordt alles opgeblazen waardoor mensen sneller gaan klikken op het artikel om het te lezen. Als je het dan begint te lezen merk je ook dat het harder is opgeblazen dan het was. Google beperkt de zoekopdrachten: Tegenwoordig zijn onze gsm’s en computer redelijk ‘slim’ . De reclame op onze facebookpagina is altijd aangepast aan wat we veel opzoeken of bezoeken. Is het nog een goed idee om tekst en beelden kritisch te bekijken? Alles kan bewerkt zijn, al je foto’s kunnen bewerkt zijn. Alles is daardoor bijna deepfake. Onderwerp 7: Auteursrecht en plagiaat: wat mag nu eigenlijk wel en wat niet? Wat zijn de meest gemaakte fouten in onderwijs? Hoe kan je nakijken of een leerling iets al dan niet zelf heeft geschreven? Plagiaat is het overnemen van gegevens uit andermans werk zonder correcte bronvermelding en het op die manier presenteren als je eigen werk.
  • 5. Wat zijn de meeste gemaakte fouten in het onderwijs? Plagiaat hoeft niet zonder meer te betekenen dat een tekst letterlijk wordt overgeschreven, hoewel dat wel de meest duidelijke vorm van plagiaat is. Plagiaat kan namelijk ook voorkomen in de vorm van bijvoorbeeld een citaat zonder bronvermelding of een geparafraseerd stuk stekt zonder bronvermelding. Uiteraard zijn er nog een boel andere vormen van plagiaat zoals het herformuleren van een bestaande tekst in eigen woorden. De meeste hogescholen en universiteit gebruiken geavanceerde software om te checken of de scripties en verslagen van studenten plagiaat bevinden. De meest gebruikte software is Turnitin. Dit is de marktleider op het gebied van plagiaatdetectiesoftware. Onderwerp 8: Flipped Classroom: wat is het? Bedenk een goede case voor je school (instructie wel in de klas, niet thuis). Moet je die filmpjes als onderwijzer zelf maken? Kan dit door kinderen (Jonatan academie)? Zie je een verband en /of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie? Mogelijkheden bij Corona? In een flipped classroom zet je de traditionele manier van lesgeven op zijn kop. De studenten verwerven voor de les zelfstandig de basis. In de les komt er dan ruimte vrij voor diepgaande leeractiviteiten, (inter)actie en discussie, studenten de vertaling laten maken naar de praktijk, studenten moeilijke oefeningen laten oplossen, studenten een project laten voorbereiden, enzo. Bij flipped classroom bied je de leerinhoud vooraf aan via online of offline leermateriaal. Maak de studenten duidelijk dat je van hen verwacht dat ze voorbereid naar de les komen. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om de lestijd optimaal te kunnen benutten. Case: De juf kan filmpjes maken van de leerstof en een boek met de leerstof. Zo kunnen studenten zelf aan de slag met de nieuwe leerstof. Je kan dan in de klas opdrachtjes geven en samen de leerstof nog wat overlopen om te kijken of iedereen het goed heeft begrepen. Moet je de filmpjes zelf als onderwijzer maken of kan dit door kinderen? Je kan de filmpjes zelf maken, maar je zal ook veel filmpjes online kunnen vinden. Leerlingen kunnen ook zelf een filmpje maken van of ze de leerstof goed begrepen hebben, of in een soort van opdrachtje over de leerstof. Zie je een verband en/of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie? Iedereen kan zelf op hun eigen tempo werken en op hun eigen niveau. De ene student zal er wat langer over doen dan een andere student. Corona? Is heel handig tijdens de corona als studenten thuis les moeten volgen, zo kunnen ze zo veel als ze willen naar de filmpjes kijken om de leerstof beter te begrijpen. Onderwerp 9: Onderzoek heeft uitgewezen dat wie schrijft bij het noteren in de les meer onthoudt dan wie tikt op een pc. Hoe zou dat kunnen komen? (denk aan hoe traag je schrijft en hoe snel sommigen kunnen tikken tov wat de leerkracht zegt) In dat geval geef ik aan studenten steeds het advies dat ze leerlingen moeten doen vertalen. Van het ene medium naar het andere (tekst, stilstaand beeld, bewegend beeld en geluid) Leg uit waarom je dat beter zo doet. Dit komt omdat je met de computer meer kan noteren dan als ze schrijven. Het feit dat je minder kan noteren als je schrijft, zorgt er voor dat je bewuster moet selecteren, en dat je daardoor net meer zal onthouden. Dit betekent dus niet noodzakelijk dat het aan de technologie ligt. En door meerdere bronnen te gebruiken worden er meer verbanden gelegd.
  • 6. Onderwerp 10: Webquests: Wat is het? Wat zijn de bouwstenen? Goeie voorbeelden en verzamelsites? Onder welke Eindterm (diamant) valt dit? Zie je kansen voor differentiatie? Binnen welke vakgebieden? Is een activerende en interactieve lesvorm. Een webquest is een onderzoeksgerichte opdracht waarbij de informatie, in ieder geval voor een flink deel, afkomstig is uit bronnen op internet. Bouwstenen? Inleiding, opdracht, werkwijze, informatiebronnen, beoordeling, afsluiting en voor de leerkracht is er meestal een aparte pagina. Voorbeelden en verzamelsites? Webquests kunnen gemaakt worden met het programma eXe. De website Webkwesties is een goede verzamelsite voor webquests Eindterm? De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. Differentiatie en vakgebieden? Je kan werken met verschillende niveaus voor wiskunde of taal bijvoorbeeld. Je kan ze een verschillende kleur geven voor de moeilijkheidsgraad. Eens je werk klaar is ga je het moeten op het internet krijgen. Zorg dat het daar publiek staat (niet verborgen) zodat ik het kan zien. Van daar uit zet je het dan op je Weebly. Probeer zelfredzaam te zijn en een oplossing te bedenken. Google het indien je niet weet hoe het moet. Pas als je er zelf niet uit geraakt gebruik je medestudenten als hulplijn. Als ook zij het niet weten, kan je uiteraard ook nog bij mij terecht.