SlideShare a Scribd company logo
1 of 46
VISIE OP ICT
Door Sarah Verschuere
1.BLENDED LEARNING EN HYBRIDE
ONDERWIJS
1.1 BLENDED LEARNING EN
HYBRIDE LEREN
• Blended learning = onderwijsmethode
die verschillende leervormen combineert
bijvoorbeeld mix tussen prakrijk en
theorie, online en offline, individueel of
in groepsverband en waarbij je de vraag
stelt hoe technologie de leerdoelen kan
ondersteunen
• Hyrbide learning = vorm van blended
learning en waarbij er gewisseld wordt
dus online en offline leren. Maw een
ruimtelijk concept waar de leerruimte
bestaat uit de combinatie van een
fysieke leerruimte en een online ruimte
1.2 ONDERWIJS ZAL BLENDED
ZIJN OF ZAL NIET ZIJN?
• Jan Elen bedoelt daarmee dat blended
learning de toekomst van het onderwijs
is. Nu staat het nog in zijn
kinderschoenen, maar in de nabije
toekomst zal dit het nieuwe normaal zijn.
In vlaanderen is het pontentieel
aanwezig om blended onderwijs aan te
bieden en om dit optimaal te benutten,
moeten we hier verder in ontwikkelen.
1.3 WELKE IMPACT OP
SCHOLEN?
• Aanpassingen van het curriculum
• Inzetten van meer en de juiste
technologieën
• Trainen van docenten in het gebruik van
‘blended learning’
1.4 WAAROM NODIG OM
CURSUS AAN TE PASSEN?
• De behoeften van de leerlingen
veranderen, waardoor de leerdoelen ook
aangepast moeten worden. Werkvormen
moeten dus aangepast worden.
• Tijdens corona is dit naar boven
gekomen. Blended onderwijs is een
manier om ook kwaliteitsvol onderwijs te
geven, wanneer contactonderwijs niet
altijd of evenveel mogelijk is.
1.5 MOOC
• = massive open online course
• = gratis online cursus die voor iedereen
toegankelijk is en aangeboden wordt
door universiteiten en andere
onderwijsinstellingen
2. SAMR
2.1 WAT IS SAMR?
• taxonomie met vier niveaus die helpt bij
het selecteren, gebruiken en evalueren
van technologie in een onderwijssetting.
• 4 niveaus:
• Substitution: vervangen van een bestaande
tool zonder bijkomende meerwaarde
• Augmentation: vervangen van een bestaande
tool met bijkomende waarde
• Modification: inzet van technologie om delen
van een leeropdracht via technologie te
veranderen
• Redefinition: technologie is een noodzakelijk
middel. Je past nieuwe methodes toe die
zonder technologie onmogelijk zijn.
ANALOOG
• Een tekst schrijven in het Frans over je
favoriete hobby
• Substitution: tekst mag getypt
worden in word
• Augmentation: gebruik maken van de
digitale woordenboek
• Modification: spellingcontrole
inzetten
• Redefinition: gebruik van chatgpt bij
het maken van een tekst en
opdrachten in de klas op basis van je
eigen unieke tekst
DIGITAAL
2.2 VOORBEELD
3. T-PACK
3.1 MODEL
• Ontwikkeld door Matthew Koehler en
PunyaMishra
• = beschrijft de kennis die een leraar
nodig heeft om ict te integreren in het
onderwijs
• 3 kenniscomponenten:
• content knowledge: vakinhoud
• pedagogical knownledge: didactiek
• technological knowledge: ICT
3.2 WAT LOOPT ER MIS?
• De vakinhoud zit grotendeels wel goed bij leerkrachten hoewel dit
regelmatige opfrissing nodig heeft. Op de andere twee kan er nog
ingezet worden. De digitale didactiek is momenteel onvoldoende omdat
er te weinig kennis over ict is bij onderwijzend personeel.
3.3 PERSOONLIJKE GROEI
• Inzetten op alle 3:
• In content knowledge zal ik het verst staan, maar belangrijk is dat ik deze
steeds blijf bijscholen.
• de didactiek ben ik momenteel volop aan het leren en door middel van
ervaring zal ik hierin wel groeien.
• De ict boezemt me soms wel wat angst in, niet zozeer omdat ik het niet wil
leren, maar het evalueert allemaal zo snel. Je moet je constant bijscholen en je
didactiek hieraan aanpassen.
4. EINDTERMEN ICT
4.1 EINDTERMEN IN HET SECUNDAIR
ONDERWIJS
• Eerste graad:
• Digitale media en toepassingen gebruiken om te creëren, te participeren en te interageren.
• BG 4.1: De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal inhouden te creëren en te delen.
• BG 4.2 : De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal te communiceren en te participeren.
• Computationeel denken en handelen.
• BG 4.3 :De leerling herkent in functionele contexten bouwstenen van digitale systemen.
• BG 4.4: De leerling past in functionele contexten een aangereikt algoritme toe om een probleem digitaal en niet-digitaal op te lossen.
• Verantwoord, kritisch en ethisch omgaan met digitale en niet-digitale media en informatie.
• BG 4.5: De leerling past in functionele contexten aangereikte regels van de digitale wereld toe.
• BG 4.6: De leerling evalueert in functionele contexten de mogelijkheden en risico’s van eigen mediagedrag.
• Tweede graad:
• 04.01: De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitaal te communiceren.
• 04.02 : De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te creëren.
• 04.03: De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te beheren.
• 04.04: De leerlingen respecteren ethische, sociale en legale regels bij het gebruiken van digitale technologie.
• 04.05: De leerlingen analyseren de impact van digitale systemen op de maatschappij vanuit principes van computationeel denken.
• Derde graad:
• 04.01: De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te creëren.
• 04.02: De leerlingen respecteren ethische, sociale en legale regels bij het gebruiken van digitale technologie.
4.1 EINDTERMEN IN HET
SECUNDAIR ONDERWIJS
• Er is geen verschil in de eindtermen
tussen de verschillende finaliteiten. Voor
iedereen zijn de doelen gelijk. De
leerlingen leren de sociale regels
omtrent digitale technologie en leren die
inzetten om zo inhouden te creëren.
5. VIER IN BALANS
5.1 WAT IS HET VIER IN BALANS MODEL?
5.1 WAT IS HET VIER IN BALANS MODEL?
5.1 WAT IS HET VIER IN
BALANS MODEL?
• = een model dat beschrijft welke
randvoorwaarden nodig zijn om ICT in
het onderwijs goed te kunnen gebruiken.
• 4 randvoorwaarden:
• Visie
• Deskundigheid
• Digitaal leermateriaal
• Ict-infrastructuur
5.2 WAT LOOPT ER FOUT IN
SCHOLEN?
• Scholen voldoen niet aan de 4
randvoorwaarden. Er is soms een gebrek
aan visie, het onderwijspersoneel is niet
genoeg geschoold in het gebruik van ict,
waardoor ieder voor zich uitmaakt welke
digitale content te gebruiken en hoe.
Bovendien is de ict-infrastructuur ook
niet altijd aanwezig. Hoewel er steeds
meer aandacht komt voor het inzetten
van ict binnen het onderwijs, is er een
nog een grote vooruitgang te boeken.
5.3 ‘ALLES STAAT EN VALT MET EEN
VISIE’ VOORBEELD
• Tijdens corona hebben veel scholen een laptop aangekocht om zo digitaal
onderwijs te kunnen aanbieden aan leerlingen. Na corona mochten de
leerlingen opnieuw naar school, maar werd er vaak teruggegrepen naar de
analoge manier van onderwijs. De leerlingen hadden zowel een laptop als
fysiek materiaal wat geleid heeft tot hogere schoolkosten voor de ouders.
Vanuit de school kwam er de oproep dat de kosten naar beneden moesten
en dat de laptop misschien meer ingezet moet worden, maar meer details
kwamen er niet. Het was aan de vakgroepen om dit verder in te vullen. =>
eenmalige inspanning, maar geen structurele veranderingen. Ook is de
infrastructuur onvoldoende aanwezig om bijvoorbeeld de laptop van 26
leerlingen op te laden. Een hele dag gebruik maken van de laptop is
bijvoorbeeld niet mogelijk.
• => belangrijk om een duidelijke visie voorop te stellen als school die
zowel naar het onderwijzend personeel, leerlingen als ouders duidelijk
is.
6. FAKE NEWS EN CLICKBAIT
6.1 FAKE NEWS
• Fake news is een term die verwijst naar
misleidende informatie die opzettelijk
wordt verspreid om te misleiden of te
manipuleren. Het kan gaan om valse
informatie, geruchten, propaganda,
complottheorieën, enzovoort
6.2 CLICKBAIT
• Clickbait is een term die verwijst naar
sensationalistische koppen of titels die
bedoeld zijn om de aandacht van de
lezer te trekken en hen ertoe aan te
zetten op de link te klikken en de inhoud
te bekijken. Clickbait-titels zijn vaak
misleidend, overdreven of sensationeel
en kunnen worden gebruikt om verkeer
naar websites te genereren en
advertentie-inkomsten te verhogen
6.3 NOG NEUTRAAL NIEUWS?
• Nieuws is nooit neutraal omdat nieuws vaak wordt gepresenteerd vanuit
een bepaald perspectief of met een bepaalde agenda. Bovendien is het
vaak politiek gekleurd hoezeer men probeert om politiek neutraal te
zijn.
6.4 WANNEER IK ZEG DAT JE ZOEKRESULTATEN IN
GOOGLE BEPERKT WORDEN ZOALS JE FILMKEUZE IN
NETFLIX, WAT BEDOEL IK DAAR DAN MEE?
• Google en andere zoekmachines houden je zoekresultaten bij om
vervolgens inhoud of content te geven die bij je interesses liggen. Dit
doen ze door gebruik te maken van cookies die je als gebruiker al dan
niet kan accepteren. Bijvoorbeeld Netflix houdt bij welke films of series
je al gekeken hebt en geeft vervolgens een aanbod die persoonlijk op je
eerdere voorkeuren is afgestemd.
6.5 DEEPFAKE
• Deepfake is een techniek waarbij
kunstmatige intelligentie wordt gebruikt
om menselijke beelden te creëren die
niet echt zijn. Deepfakes kunnen ook
worden gebruikt om nepnieuws en
misleidende hoaxen te maken.
• Verontrustend?
• Het is zorgwekkend dat deepfake videos het
moelijker maken om iets te herkennen als echt
of fake. Bijvoorbeeld een politicus die een
campagne gelanceerd heeft en waarbij de
video gebruikt en gemanipuleerd wordt,
waarbij die een totaal andere boodschap
brengt.
NATUURLIJKE REFLEX OM TEKST KRITISCH TE
BEKIJKEN EN BEELDEN TE AANVAARDEN ALS
WAARHEID, IS DAT NOG STEEDS EEN GOED IDEE?
• Neen, beelden kunnen evengoed gemanipuleerd worden als tekst. Het is aangewezen om in
beide gevallen kritisch en alert te zijn. Enkele tips
• Controleer de bron: Controleer de bron van de informatie voordat je deze deelt of gelooft.
Als de informatie afkomstig is van een onbekende of onbetrouwbare bron, is het
waarschijnlijk beter om deze te negeren.
• Wees sceptisch: Wees sceptisch over informatie die te mooi lijkt om waar te zijn of die een
sterke emotionele reactie oproept. Misleidende informatie wordt vaak gebruikt om mensen
te misleiden en te manipuleren.
• Gebruik fact-checking tools: Er zijn verschillende fact-checking tools beschikbaar die je
kunnen helpen bij het verifiëren van informatie. Enkele voorbeelden zijn FactCheck.org,
Snopes.com en PolitiFact.com 1.
• Blijf op de hoogte: Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van
nieuws en informatie en hoe deze kan worden gebruikt om mensen te misleiden. Door op de
hoogte te blijven, kun je jezelf beter beschermen tegen deze bedreiging
7. AUTEURSRECHT EN PLAGIAAT
7.1 WAT MAG WEL EN NIET?
• Er mag niet zomaar een tekst of stukje
tekst gekopieerd worden om dan
vervolgens te doen alsof je het zelf
geschreven hebt. Binnen de Europese
Unie vervallen de auteursrechten 70 jaar
na de dood van de auteur. Dit geldt ook
voor foto’s die door de auteur zelf
gemaakt zijn. Voor muziek geldt 70 jaar
op de tekst en 50 jaar op de opname.
WAT ZIJN DE MEEST
GEMAAKTE FOUTEN IN HET
ONDERWIJS?
• Gebrek aan kennis: Sommige studenten
hebben ook geen idee wat plagiaat
inhoudt en hoe ze correct moeten
refereren. Ze denken dat het ok is om
een stukje tekst te kopieren of te
herformuleren zonder de bronnen te
vermelden.
• Luiheid: In andere gevallen zijn de
leerlingen te lui om correct te citeren
• Tijdswinst: ze hebben onvoldoende tijd
om een referentiepagina te maken
• Leerlingen maken notities en weten niet
meer waar de informatie vandaan komt.
WELKE TOOLS KAN JE INZETTEN OM NA TE
GAAN OF EEN LEERLING HET ZELF
GESCHREVEN HEEFT?
• Digitale tools:
• AI Content Detector & Checker - Writecream: Deze tool kan met een
nauwkeurigheid van 99,12% vertellen of digitale content door een mens is
geschreven of door AI, inclusief ChatGPT1.
• Plagiaatcontrole: Tools zoals TurnItIn kunnen worden gebruikt om te controleren op
plagiaat2. Er zijn ook gratis online plagiaatcontroleurs beschikbaar3.
• Winston A.I.: Dit is een AI-inhoudsdetectietool die kan controleren of het werk van
een student is geschreven met AI4.
• Communicatievaardigheden van de student: Je leert je leerlinge kennen en je
krijgt een idee van de communicatievaardigheden van individuele studenten.
Als je een tekst ontvangt dat uitzonderlijk welbespraakt en samenhangend
lijkt, van studenten die gemiddeld leken, kun je twijfels hebben.
• Vragen stellen over de kennis van de tekst. Als een student moeite heeft
met het beantwoorden van basisvragen over wat ze in hun project hebben
gedaan, kan dit een teken zijn dat ze het werk niet zelf hebben geschreven.
8. FLIPPED CLASSROOM
8.1 WAT IS FLIPPED
CLASSROOM?
• In een flipped classroom zet je de
traditionele manier van lesgeven op zijn
kop. De studenten verwerven voor de les
zelfstandig de basis. In de les komt er
dan ruimte vrij voor diepgaande
leeractiviteiten, (inter)actie en discussie.
Hoe je de les precies invult, kan
verschillen. Bijvoorbeeld tijd vrijmaken
voor vragen en discussie, studenten de
vertaling laten maken naar de praktijk,
studenten moeilijke oefeningen laten
oplossen, studenten een project laten
voorbereiden, enz.
8.2 VOORBEELD
• theorie COD/COI: korte instructie in de
klas wat het is, maar hoe je het kan
herkennen aanleren via flipped
classroom. Een filmpje met een aantal
kenmerken en daarna oefeningen die de
leerlingen zelfstandig moeten verwerken.
• In de klas dan oefeningen maken waarbij
de focus ligt op het creëren van taal:
mondeling en schriftelijk met de focus
op cod/coi.
8.3. LEERLINGEN FILMPJE
MAKEN EN DIFFERENTIATIE?
• Het is mogelijk om de leerlingen de
filmpjes ook zelf te laten maken.
Bijvoorbeeld tweetalige of Franstalige
leerlingen vragen om de filmpjes te
maken voor hun medeleerlingen die daar
dan vervolgens mee aan de slag gaan.
• Zo differentieer je voor de betere en
gemiddelde leerlingen. Je kan dit dan
ook inzetten indien Corona weer eens
opflakkert als onderdeel van blended
learning.
9. ONDERZOEK
WIE SCHRIJFT, ONTHOUDT MEER DAN
WIE DIE TYPT
• De ene persoon is de ander niet. De ene schrijft vlotter en sneller terwijl
de andere persoon behendiger is in het blind en foutlook typen.
• Ruud van der Weel heeft een onderzoek gedaan bij studenten met een
EEG. Als een student scrijft op een tablet, reageren de diepere delen van
de hersenen anders dan wanneer er getypt wordt. Hij concludeert
daaruit dat wanneer er een pen gebruikt wordt, er beter geleerd wordt.
• Harrold Bekkering maakt hierbij wel een kantekening, want diegene die
goed en blind kan typen, typt welk woord letterlijk over, waardoor die
niet meer actief luistert en gaat nadenken.
10. WEBQUESTS
10.1 WAT IS EEN
WEBQUEST?
• = een online leermiddel dat studenten
helpt informatie te vinden en te
verwerken over een specifiek onderwerp.
Zelfstandigheid staat hierbij centraal.
Leerlingen moeten zelf gevonden
informatie zelf verwerken tot een
eindproduct.
10.2 BOUWSTENEN VAN EEN WEBQUEST
• Inleiding: Hierin wordt het doel en de achtergrond van de opdracht
uitgelegd.
• Opdracht: Hierin wordt beschreven wat de leerlingen moeten doen.
• Werkwijze: Hierin wordt beschreven welke stappen de leerlingen
moeten nemen.
• Informatiebronnen: Hierin wordt beschreven waar de benodigde
informatie te vinden is.
• Beoordelingsschema: Hierin wordt beschreven aan welke criteria het
eindresultaat moet voldoen.
EINTERMEN?
• Basisonderwijs:
• 6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT
voor hen bestemde digitale informatie
opzoeken, verwerken en bewaren.
• 7: De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het
voorstellen van informatie aan anderen.
• Secundair onderwijs:
• BG 4.1: De leerling demonstreert in
functionele contexten basisvaardigheden om
digitaal inhouden te creëren en te delen.
10.3 VOORBEELDEN
• Klascement
• Eathquest (google earth)
• Histoforum
• Webquests.nl
10.4 DIFFERENTIATIE
• Leertempo: leerlingen kunnen zelf hun
leerproces sturen wat leidt tot een
hogere motivatie en autonomie.
• Flexibel: ze kunnen aangepast worden
aan de behoeften van individuele
studenten en kunnen ingezet worden in
verschillende onderwijs contexten.
• Online toegankelijk: ze kunnen gebruikt
worden door leerlingen over heel de
wereld.
• Kan ingezet worden in veel vakgebieden
zoals aardrijkskunde, biologie,
geschiedenis, talen …

More Related Content

Similar to ICT visie .pptx

Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B         ppt.pptxVisie op ICT taak ICT B         ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B ppt.pptxFemkeNijs
 
Keuzes bij ict-beleid
Keuzes bij ict-beleidKeuzes bij ict-beleid
Keuzes bij ict-beleidKennisnet
 
Visie op ICT (Ingevuld).docx
Visie op ICT (Ingevuld).docxVisie op ICT (Ingevuld).docx
Visie op ICT (Ingevuld).docxCaroSerneels
 
Visie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfVisie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfcatharinavdb
 
Presentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdfPresentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdfarnevdb3022
 
Presentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdfPresentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdfarnevdb3022
 
visie op ICT .pptx
visie op ICT .pptxvisie op ICT .pptx
visie op ICT .pptxsilkeheuten
 
visie op ict.pdf
visie op ict.pdfvisie op ict.pdf
visie op ict.pdfnona340343
 
RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013
RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013
RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013Henk Orsel
 
Opdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docxOpdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docxMoriauMarthe
 

Similar to ICT visie .pptx (20)

Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B         ppt.pptxVisie op ICT taak ICT B         ppt.pptx
Visie op ICT taak ICT B ppt.pptx
 
Visie op ICT: 26Sep.docx
Visie op ICT: 26Sep.docxVisie op ICT: 26Sep.docx
Visie op ICT: 26Sep.docx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT (1).pdf
Visie op ICT (1).pdfVisie op ICT (1).pdf
Visie op ICT (1).pdf
 
Keuzes bij ict-beleid
Keuzes bij ict-beleidKeuzes bij ict-beleid
Keuzes bij ict-beleid
 
Visie op ICT
Visie op ICT Visie op ICT
Visie op ICT
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT (Ingevuld).docx
Visie op ICT (Ingevuld).docxVisie op ICT (Ingevuld).docx
Visie op ICT (Ingevuld).docx
 
Visie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfVisie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdf
 
Presentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdfPresentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdf
 
Presentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdfPresentatie ict.pdf
Presentatie ict.pdf
 
visie op ICT.pdf
visie op ICT.pdfvisie op ICT.pdf
visie op ICT.pdf
 
visie op ICT .pptx
visie op ICT .pptxvisie op ICT .pptx
visie op ICT .pptx
 
visie op ict.pdf
visie op ict.pdfvisie op ict.pdf
visie op ict.pdf
 
RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013
RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013
RSG Enkhuizen | Digitalisering onderwijs 2013
 
taak ict .pdf
taak ict .pdftaak ict .pdf
taak ict .pdf
 
Opdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docxOpdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docx
 

ICT visie .pptx

  • 1. VISIE OP ICT Door Sarah Verschuere
  • 2. 1.BLENDED LEARNING EN HYBRIDE ONDERWIJS
  • 3. 1.1 BLENDED LEARNING EN HYBRIDE LEREN • Blended learning = onderwijsmethode die verschillende leervormen combineert bijvoorbeeld mix tussen prakrijk en theorie, online en offline, individueel of in groepsverband en waarbij je de vraag stelt hoe technologie de leerdoelen kan ondersteunen • Hyrbide learning = vorm van blended learning en waarbij er gewisseld wordt dus online en offline leren. Maw een ruimtelijk concept waar de leerruimte bestaat uit de combinatie van een fysieke leerruimte en een online ruimte
  • 4. 1.2 ONDERWIJS ZAL BLENDED ZIJN OF ZAL NIET ZIJN? • Jan Elen bedoelt daarmee dat blended learning de toekomst van het onderwijs is. Nu staat het nog in zijn kinderschoenen, maar in de nabije toekomst zal dit het nieuwe normaal zijn. In vlaanderen is het pontentieel aanwezig om blended onderwijs aan te bieden en om dit optimaal te benutten, moeten we hier verder in ontwikkelen.
  • 5. 1.3 WELKE IMPACT OP SCHOLEN? • Aanpassingen van het curriculum • Inzetten van meer en de juiste technologieën • Trainen van docenten in het gebruik van ‘blended learning’
  • 6. 1.4 WAAROM NODIG OM CURSUS AAN TE PASSEN? • De behoeften van de leerlingen veranderen, waardoor de leerdoelen ook aangepast moeten worden. Werkvormen moeten dus aangepast worden. • Tijdens corona is dit naar boven gekomen. Blended onderwijs is een manier om ook kwaliteitsvol onderwijs te geven, wanneer contactonderwijs niet altijd of evenveel mogelijk is.
  • 7. 1.5 MOOC • = massive open online course • = gratis online cursus die voor iedereen toegankelijk is en aangeboden wordt door universiteiten en andere onderwijsinstellingen
  • 9. 2.1 WAT IS SAMR? • taxonomie met vier niveaus die helpt bij het selecteren, gebruiken en evalueren van technologie in een onderwijssetting. • 4 niveaus: • Substitution: vervangen van een bestaande tool zonder bijkomende meerwaarde • Augmentation: vervangen van een bestaande tool met bijkomende waarde • Modification: inzet van technologie om delen van een leeropdracht via technologie te veranderen • Redefinition: technologie is een noodzakelijk middel. Je past nieuwe methodes toe die zonder technologie onmogelijk zijn.
  • 10. ANALOOG • Een tekst schrijven in het Frans over je favoriete hobby • Substitution: tekst mag getypt worden in word • Augmentation: gebruik maken van de digitale woordenboek • Modification: spellingcontrole inzetten • Redefinition: gebruik van chatgpt bij het maken van een tekst en opdrachten in de klas op basis van je eigen unieke tekst DIGITAAL 2.2 VOORBEELD
  • 12. 3.1 MODEL • Ontwikkeld door Matthew Koehler en PunyaMishra • = beschrijft de kennis die een leraar nodig heeft om ict te integreren in het onderwijs • 3 kenniscomponenten: • content knowledge: vakinhoud • pedagogical knownledge: didactiek • technological knowledge: ICT
  • 13. 3.2 WAT LOOPT ER MIS? • De vakinhoud zit grotendeels wel goed bij leerkrachten hoewel dit regelmatige opfrissing nodig heeft. Op de andere twee kan er nog ingezet worden. De digitale didactiek is momenteel onvoldoende omdat er te weinig kennis over ict is bij onderwijzend personeel.
  • 14. 3.3 PERSOONLIJKE GROEI • Inzetten op alle 3: • In content knowledge zal ik het verst staan, maar belangrijk is dat ik deze steeds blijf bijscholen. • de didactiek ben ik momenteel volop aan het leren en door middel van ervaring zal ik hierin wel groeien. • De ict boezemt me soms wel wat angst in, niet zozeer omdat ik het niet wil leren, maar het evalueert allemaal zo snel. Je moet je constant bijscholen en je didactiek hieraan aanpassen.
  • 16. 4.1 EINDTERMEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS • Eerste graad: • Digitale media en toepassingen gebruiken om te creëren, te participeren en te interageren. • BG 4.1: De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal inhouden te creëren en te delen. • BG 4.2 : De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal te communiceren en te participeren. • Computationeel denken en handelen. • BG 4.3 :De leerling herkent in functionele contexten bouwstenen van digitale systemen. • BG 4.4: De leerling past in functionele contexten een aangereikt algoritme toe om een probleem digitaal en niet-digitaal op te lossen. • Verantwoord, kritisch en ethisch omgaan met digitale en niet-digitale media en informatie. • BG 4.5: De leerling past in functionele contexten aangereikte regels van de digitale wereld toe. • BG 4.6: De leerling evalueert in functionele contexten de mogelijkheden en risico’s van eigen mediagedrag. • Tweede graad: • 04.01: De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitaal te communiceren. • 04.02 : De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te creëren. • 04.03: De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te beheren. • 04.04: De leerlingen respecteren ethische, sociale en legale regels bij het gebruiken van digitale technologie. • 04.05: De leerlingen analyseren de impact van digitale systemen op de maatschappij vanuit principes van computationeel denken. • Derde graad: • 04.01: De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te creëren. • 04.02: De leerlingen respecteren ethische, sociale en legale regels bij het gebruiken van digitale technologie.
  • 17. 4.1 EINDTERMEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS • Er is geen verschil in de eindtermen tussen de verschillende finaliteiten. Voor iedereen zijn de doelen gelijk. De leerlingen leren de sociale regels omtrent digitale technologie en leren die inzetten om zo inhouden te creëren.
  • 18. 5. VIER IN BALANS
  • 19. 5.1 WAT IS HET VIER IN BALANS MODEL?
  • 20. 5.1 WAT IS HET VIER IN BALANS MODEL?
  • 21. 5.1 WAT IS HET VIER IN BALANS MODEL? • = een model dat beschrijft welke randvoorwaarden nodig zijn om ICT in het onderwijs goed te kunnen gebruiken. • 4 randvoorwaarden: • Visie • Deskundigheid • Digitaal leermateriaal • Ict-infrastructuur
  • 22. 5.2 WAT LOOPT ER FOUT IN SCHOLEN? • Scholen voldoen niet aan de 4 randvoorwaarden. Er is soms een gebrek aan visie, het onderwijspersoneel is niet genoeg geschoold in het gebruik van ict, waardoor ieder voor zich uitmaakt welke digitale content te gebruiken en hoe. Bovendien is de ict-infrastructuur ook niet altijd aanwezig. Hoewel er steeds meer aandacht komt voor het inzetten van ict binnen het onderwijs, is er een nog een grote vooruitgang te boeken.
  • 23. 5.3 ‘ALLES STAAT EN VALT MET EEN VISIE’ VOORBEELD • Tijdens corona hebben veel scholen een laptop aangekocht om zo digitaal onderwijs te kunnen aanbieden aan leerlingen. Na corona mochten de leerlingen opnieuw naar school, maar werd er vaak teruggegrepen naar de analoge manier van onderwijs. De leerlingen hadden zowel een laptop als fysiek materiaal wat geleid heeft tot hogere schoolkosten voor de ouders. Vanuit de school kwam er de oproep dat de kosten naar beneden moesten en dat de laptop misschien meer ingezet moet worden, maar meer details kwamen er niet. Het was aan de vakgroepen om dit verder in te vullen. => eenmalige inspanning, maar geen structurele veranderingen. Ook is de infrastructuur onvoldoende aanwezig om bijvoorbeeld de laptop van 26 leerlingen op te laden. Een hele dag gebruik maken van de laptop is bijvoorbeeld niet mogelijk. • => belangrijk om een duidelijke visie voorop te stellen als school die zowel naar het onderwijzend personeel, leerlingen als ouders duidelijk is.
  • 24. 6. FAKE NEWS EN CLICKBAIT
  • 25. 6.1 FAKE NEWS • Fake news is een term die verwijst naar misleidende informatie die opzettelijk wordt verspreid om te misleiden of te manipuleren. Het kan gaan om valse informatie, geruchten, propaganda, complottheorieën, enzovoort
  • 26. 6.2 CLICKBAIT • Clickbait is een term die verwijst naar sensationalistische koppen of titels die bedoeld zijn om de aandacht van de lezer te trekken en hen ertoe aan te zetten op de link te klikken en de inhoud te bekijken. Clickbait-titels zijn vaak misleidend, overdreven of sensationeel en kunnen worden gebruikt om verkeer naar websites te genereren en advertentie-inkomsten te verhogen
  • 27. 6.3 NOG NEUTRAAL NIEUWS? • Nieuws is nooit neutraal omdat nieuws vaak wordt gepresenteerd vanuit een bepaald perspectief of met een bepaalde agenda. Bovendien is het vaak politiek gekleurd hoezeer men probeert om politiek neutraal te zijn.
  • 28. 6.4 WANNEER IK ZEG DAT JE ZOEKRESULTATEN IN GOOGLE BEPERKT WORDEN ZOALS JE FILMKEUZE IN NETFLIX, WAT BEDOEL IK DAAR DAN MEE? • Google en andere zoekmachines houden je zoekresultaten bij om vervolgens inhoud of content te geven die bij je interesses liggen. Dit doen ze door gebruik te maken van cookies die je als gebruiker al dan niet kan accepteren. Bijvoorbeeld Netflix houdt bij welke films of series je al gekeken hebt en geeft vervolgens een aanbod die persoonlijk op je eerdere voorkeuren is afgestemd.
  • 29. 6.5 DEEPFAKE • Deepfake is een techniek waarbij kunstmatige intelligentie wordt gebruikt om menselijke beelden te creëren die niet echt zijn. Deepfakes kunnen ook worden gebruikt om nepnieuws en misleidende hoaxen te maken. • Verontrustend? • Het is zorgwekkend dat deepfake videos het moelijker maken om iets te herkennen als echt of fake. Bijvoorbeeld een politicus die een campagne gelanceerd heeft en waarbij de video gebruikt en gemanipuleerd wordt, waarbij die een totaal andere boodschap brengt.
  • 30. NATUURLIJKE REFLEX OM TEKST KRITISCH TE BEKIJKEN EN BEELDEN TE AANVAARDEN ALS WAARHEID, IS DAT NOG STEEDS EEN GOED IDEE? • Neen, beelden kunnen evengoed gemanipuleerd worden als tekst. Het is aangewezen om in beide gevallen kritisch en alert te zijn. Enkele tips • Controleer de bron: Controleer de bron van de informatie voordat je deze deelt of gelooft. Als de informatie afkomstig is van een onbekende of onbetrouwbare bron, is het waarschijnlijk beter om deze te negeren. • Wees sceptisch: Wees sceptisch over informatie die te mooi lijkt om waar te zijn of die een sterke emotionele reactie oproept. Misleidende informatie wordt vaak gebruikt om mensen te misleiden en te manipuleren. • Gebruik fact-checking tools: Er zijn verschillende fact-checking tools beschikbaar die je kunnen helpen bij het verifiëren van informatie. Enkele voorbeelden zijn FactCheck.org, Snopes.com en PolitiFact.com 1. • Blijf op de hoogte: Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van nieuws en informatie en hoe deze kan worden gebruikt om mensen te misleiden. Door op de hoogte te blijven, kun je jezelf beter beschermen tegen deze bedreiging
  • 31. 7. AUTEURSRECHT EN PLAGIAAT
  • 32. 7.1 WAT MAG WEL EN NIET? • Er mag niet zomaar een tekst of stukje tekst gekopieerd worden om dan vervolgens te doen alsof je het zelf geschreven hebt. Binnen de Europese Unie vervallen de auteursrechten 70 jaar na de dood van de auteur. Dit geldt ook voor foto’s die door de auteur zelf gemaakt zijn. Voor muziek geldt 70 jaar op de tekst en 50 jaar op de opname.
  • 33. WAT ZIJN DE MEEST GEMAAKTE FOUTEN IN HET ONDERWIJS? • Gebrek aan kennis: Sommige studenten hebben ook geen idee wat plagiaat inhoudt en hoe ze correct moeten refereren. Ze denken dat het ok is om een stukje tekst te kopieren of te herformuleren zonder de bronnen te vermelden. • Luiheid: In andere gevallen zijn de leerlingen te lui om correct te citeren • Tijdswinst: ze hebben onvoldoende tijd om een referentiepagina te maken • Leerlingen maken notities en weten niet meer waar de informatie vandaan komt.
  • 34. WELKE TOOLS KAN JE INZETTEN OM NA TE GAAN OF EEN LEERLING HET ZELF GESCHREVEN HEEFT? • Digitale tools: • AI Content Detector & Checker - Writecream: Deze tool kan met een nauwkeurigheid van 99,12% vertellen of digitale content door een mens is geschreven of door AI, inclusief ChatGPT1. • Plagiaatcontrole: Tools zoals TurnItIn kunnen worden gebruikt om te controleren op plagiaat2. Er zijn ook gratis online plagiaatcontroleurs beschikbaar3. • Winston A.I.: Dit is een AI-inhoudsdetectietool die kan controleren of het werk van een student is geschreven met AI4. • Communicatievaardigheden van de student: Je leert je leerlinge kennen en je krijgt een idee van de communicatievaardigheden van individuele studenten. Als je een tekst ontvangt dat uitzonderlijk welbespraakt en samenhangend lijkt, van studenten die gemiddeld leken, kun je twijfels hebben. • Vragen stellen over de kennis van de tekst. Als een student moeite heeft met het beantwoorden van basisvragen over wat ze in hun project hebben gedaan, kan dit een teken zijn dat ze het werk niet zelf hebben geschreven.
  • 36. 8.1 WAT IS FLIPPED CLASSROOM? • In een flipped classroom zet je de traditionele manier van lesgeven op zijn kop. De studenten verwerven voor de les zelfstandig de basis. In de les komt er dan ruimte vrij voor diepgaande leeractiviteiten, (inter)actie en discussie. Hoe je de les precies invult, kan verschillen. Bijvoorbeeld tijd vrijmaken voor vragen en discussie, studenten de vertaling laten maken naar de praktijk, studenten moeilijke oefeningen laten oplossen, studenten een project laten voorbereiden, enz.
  • 37. 8.2 VOORBEELD • theorie COD/COI: korte instructie in de klas wat het is, maar hoe je het kan herkennen aanleren via flipped classroom. Een filmpje met een aantal kenmerken en daarna oefeningen die de leerlingen zelfstandig moeten verwerken. • In de klas dan oefeningen maken waarbij de focus ligt op het creëren van taal: mondeling en schriftelijk met de focus op cod/coi.
  • 38. 8.3. LEERLINGEN FILMPJE MAKEN EN DIFFERENTIATIE? • Het is mogelijk om de leerlingen de filmpjes ook zelf te laten maken. Bijvoorbeeld tweetalige of Franstalige leerlingen vragen om de filmpjes te maken voor hun medeleerlingen die daar dan vervolgens mee aan de slag gaan. • Zo differentieer je voor de betere en gemiddelde leerlingen. Je kan dit dan ook inzetten indien Corona weer eens opflakkert als onderdeel van blended learning.
  • 40. WIE SCHRIJFT, ONTHOUDT MEER DAN WIE DIE TYPT • De ene persoon is de ander niet. De ene schrijft vlotter en sneller terwijl de andere persoon behendiger is in het blind en foutlook typen. • Ruud van der Weel heeft een onderzoek gedaan bij studenten met een EEG. Als een student scrijft op een tablet, reageren de diepere delen van de hersenen anders dan wanneer er getypt wordt. Hij concludeert daaruit dat wanneer er een pen gebruikt wordt, er beter geleerd wordt. • Harrold Bekkering maakt hierbij wel een kantekening, want diegene die goed en blind kan typen, typt welk woord letterlijk over, waardoor die niet meer actief luistert en gaat nadenken.
  • 42. 10.1 WAT IS EEN WEBQUEST? • = een online leermiddel dat studenten helpt informatie te vinden en te verwerken over een specifiek onderwerp. Zelfstandigheid staat hierbij centraal. Leerlingen moeten zelf gevonden informatie zelf verwerken tot een eindproduct.
  • 43. 10.2 BOUWSTENEN VAN EEN WEBQUEST • Inleiding: Hierin wordt het doel en de achtergrond van de opdracht uitgelegd. • Opdracht: Hierin wordt beschreven wat de leerlingen moeten doen. • Werkwijze: Hierin wordt beschreven welke stappen de leerlingen moeten nemen. • Informatiebronnen: Hierin wordt beschreven waar de benodigde informatie te vinden is. • Beoordelingsschema: Hierin wordt beschreven aan welke criteria het eindresultaat moet voldoen.
  • 44. EINTERMEN? • Basisonderwijs: • 6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. • 7: De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. • Secundair onderwijs: • BG 4.1: De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal inhouden te creëren en te delen.
  • 45. 10.3 VOORBEELDEN • Klascement • Eathquest (google earth) • Histoforum • Webquests.nl
  • 46. 10.4 DIFFERENTIATIE • Leertempo: leerlingen kunnen zelf hun leerproces sturen wat leidt tot een hogere motivatie en autonomie. • Flexibel: ze kunnen aangepast worden aan de behoeften van individuele studenten en kunnen ingezet worden in verschillende onderwijs contexten. • Online toegankelijk: ze kunnen gebruikt worden door leerlingen over heel de wereld. • Kan ingezet worden in veel vakgebieden zoals aardrijkskunde, biologie, geschiedenis, talen …

Editor's Notes

  1. Bing chat: opvallend: maakt geen onderscheid tussen blended learning en hybride leren: Blended learning en hybride leren is een onderwijsmethode die verschillende leervormen combineert om een ​​geïntegreerde leerervaring te bieden. Het is een mix van face-to-face en online leren, waarbij traditionele lesmethoden worden gecombineerd met moderne technologieën 123. Blended learning kan bestaan ​​uit verschillende combinaties van leermethoden, zoals klassikaal onderwijs, e-learning, webinars, whitepapers, kennisbijeenkomsten, coaching sessies en meer 1. Het is interessant voor vrijwel iedereen die moet of wil leren, omdat het leerpad kan worden aangepast aan de eisen en wensen van zowel de leerlingen als de leraren 1. Snelgids blended onderwijsontwerp - KU Leuven Learning Lab Meer informatie: 1. breens.nl2. quintessence.be3. nl.wikipedia.org4. lcgconsulting.com
  2. Bing chat: Jan Elen is een professor aan de KU Leuven en een expert op het gebied van onderwijs. Hij heeft de uitspraak “Onderwijs zal blended zijn of zal niet zijn” gedaan tijdens een bijdrage aan de VLHORA-studiedag in 2011 1. Met deze uitspraak bedoelde hij dat blended learning, een combinatie van face-to-face en online leren, de toekomst van het onderwijs is. Hij pleit voor blended learning omdat het de mogelijkheid biedt om traditionele lesmethoden te combineren met moderne technologieën 234. Blended learning kan bestaan ​​uit verschillende combinaties van leermethoden, zoals klassikaal onderwijs, e-learning, webinars, whitepapers, kennisbijeenkomsten, coaching sessies en meer 2. Het is interessant voor vrijwel iedereen die moet of wil leren, omdat het leerpad kan worden aangepast aan de eisen en wensen van zowel de leerlingen als de leraren 2.
  3. Om blended learning in te zetten op school, zijn er verschillende stappen die je kunt volgen. Hier zijn enkele suggesties: Analyseer de behoeften van de studenten: Voordat je begint met het implementeren van blended learning, is het belangrijk om te begrijpen wat de behoeften van de studenten zijn. Dit kan worden bereikt door middel van enquêtes of interviews met studenten en docenten. Bepaal de doelen: Bepaal wat je wilt bereiken met blended learning. Dit kan bijvoorbeeld zijn om studenten meer flexibiliteit te bieden in hun leerproces of om de betrokkenheid van studenten te vergroten. Ontwerp het curriculum: Ontwerp het curriculum op basis van de behoeften van de studenten en de doelen die je hebt gesteld. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat je bepaalde lessen online aanbiedt en andere lessen face-to-face. Selecteer de juiste technologieën: Selecteer de technologieën die het beste passen bij je doelen en curriculum. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat je een leerplatform gebruikt om online lessen aan te bieden of dat je videoconferencing gebruikt om virtuele klaslokalen te creëren. Train docenten: Zorg ervoor dat docenten getraind zijn in het gebruik van de technologieën die worden gebruikt in blended learning. Evalueer het succes: Evalueer het succes van blended learning op basis van de doelen die je hebt gesteld.
  4. Een MOOC (Massive Open Online Course) is een online cursus die openstaat voor iedereen ter wereld. Het is een vorm van afstandsonderwijs die gratis toegankelijk is en vaak wordt aangeboden door universiteiten en andere onderwijsinstellingen. MOOC’s zijn ontworpen om een groot aantal studenten te kunnen accommoderen, en de cursusmaterialen worden verspreid via het internet, waardoor deelnemers niet aan een specifieke locatie gebonden zijn  MOOCs at KU Leuven - MOOC
  5. Bing chat: Het SAMR-model is een taxonomie met vier niveaus die helpt bij het selecteren, gebruiken en evalueren van technologie in een onderwijssetting 12. Het doel van het SAMR-model is om leeruitkomsten te veranderen, niet leerprocessen 1. Het model begint bij Substitution, waarbij technologie een bestaande tool vervangt zonder bijkomende meerwaarde. Daarna klim je op via Augmentation, naar Modification en tot slot Redefinition. Bij elke stap is technologie telkens van grotere waarde in je onderwijs 1. Op het hoogste niveau van het SAMR-model wordt technologie een noodzakelijk middel. Je wilt nieuwe methodes toepassen die zonder technologie onmogelijk zijn 1.
  6. Klascement: Het TPACK-model is ontwikkeld door Matthew Koehler en Punya Mishra en beschrijft de kennis die een leraar nodig heeft om ICT te integreren in het onderwijs.  Uit de figuur kan afgelezen worden dat TPACK bestaat uit de drie kennisdomeinen vakinhoud (Content Knowledge), didactiek (Pedagogical Knowledge) en ICT (Technological Knowledge). Content Knowledge (CK) omvat de centrale feiten, concepten, theorieën en procedures van een bepaald vakgebied, maar ook kennis van de manier waarop het vakgebied zich uitbreidt. Pedagogical Knowledge (PK) omvat de manier waarop leerlingen leren, hun (mis)concepties, inzet van leermiddelen, evaluatie van leren, klassenmanagement, lesvoorbereiding en -uitvoering. Met de combinatie van vakinhoudelijke en didactische kennis kan de leraar leerlingen helpen complexe concepten te begrijpen. Technological Knowledge (TK) is kennis van media. Dit kunnen traditionele media zijn zoals het schoolbord, de overheadprojector en de rekenliniaal, maar ook  moderne media, zoals het digibord, het internet en digitale video. Verder onderscheiden Koehler en Mishra de geïntegreerde componenten Pedagogical Content Knowledge (PCK), Technological Pedagocial Knowledge (TPK) en Technological Content Knowledge (TCK). Pedagogical Content Knowledge is daarbij wat hierboven beschreven werd: vakdidactiek, de kennis die de leraar nodig heeft om het vak vorm te geven en aan te passen met het oog op instructie. Technological Pedagogical Knowledge is kennis over hoe de didactiek verandert ten gevolge van ICT en Technological Content Knowledge is kennis over hoe de vakinhoud verandert ten gevolge van ICT.
  7. Lagere school: Informatie- en communicatietechnologie (ICT) 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving. 4 De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving. 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. 6 De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. 7 De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. 8 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.
  8. Lagere school: Informatie- en communicatietechnologie (ICT) 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving. 4 De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving. 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. 6 De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. 7 De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. 8 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren. Bron: Onderwijsdoelen - Resultaten
  9. Het herwerkte Vier in balans-model | Vlaanderen.be
  10. Vier in balans’ is een model dat beschrijft welke randvoorwaarden nodig zijn om ICT in het onderwijs goed te kunnen gebruiken. Het model bestaat uit vier randvoorwaarden ofwel bouwstenen: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur. Wanneer deze bouwstenen goed op elkaar zijn afgestemd (met elkaar in balans zijn), kan uw school de gewenste opbrengsten op het gebied van ICT behalen. Voor elke bouwsteen zijn er allerlei vragen die u kunt beantwoorden. Het doel van het Vier in balans-model is om optimale keuzes voor ICT in het onderwijs te maken en om de juiste randvoorwaarden daarvoor op te stellen. Het model helpt bij het selecteren, gebruiken en evalueren van technologie in een onderwijssetting 1.
  11. Het is moeilijk om volledig neutraal nieuws te vinden, omdat nieuws vaak wordt gepresenteerd vanuit een bepaald perspectief. Er zijn echter verschillende nieuwsbronnen die proberen zo objectief mogelijk te zijn, zoals de openbare omroepen en sommige kranten. Het is belangrijk om kritisch te blijven en verschillende bronnen te raadplegen om een volledig beeld te krijgen van een bepaald onderwerp. Daarnaast kan het nuttig zijn om te kijken naar de achtergrond van de nieuwsbron en eventuele politieke of commerciële belangen die daarbij betrokken zijn 12.
  12. Wat is fake news? | Mediawijs
  13. Bronnen : Richtlijn van het Europees parlement: L_2006372NL.01001201.xml (europa.eu)
  14. Bronnen: Free AI Content Detector & Checker – Writecream plagiarism - How can I determine whether a student has written an excellent paper themselves, or hired someone else to do it? - Academia Stack Exchange The Most Trusted AI Detector | ChatGPT Detection Tool (gowinston.ai)
  15. Bronnen: Flipped classroom: een traditionele les omgedraaid | Onderwijstips (ugent.be)
  16. Wil je iets beter onthouden? Pak een pen en schrijf het op - EenVandaag (avrotros.nl)
  17. Een WebQuest is een online leermiddel dat studenten helpt om informatie te vinden en te verwerken over een specifiek onderwerp. Het is een gestructureerde activiteit die studenten door middel van een reeks vragen en opdrachten door het onderzoeksproces leidt.