SlideShare a Scribd company logo
1 of 15
2      Concentraties van oplossingen
  2.1    Bespreking & eenheden

 Een oplossing = een mengsel van twee of meer niet-reagerende zuivere bestanddelen waarvan de
 verhouding kan gevarieerd worden binnen bepaalde grenzen.
 Een oplossing (O) bestaat uit een solvent of een oplosmiddel (O.M.) en uit één (of meer) opgeloste
 stoffen (O.S.)
                                               Oplossing (O)


                Opgeloste stof (O.S.)                                Oplosmiddel (O.M.)
      - vaste stof (NaCl, aspirine,…)                      - H2O
      - vloeistof (H2SO4, CH3COOH,…)                       - organisch (CCl4, CH3CH2OH, C6H6, CHCl3)
      - gas (NH3, H2S, HCl, …)


 Tussen de oplossing en zijn componenten bestaat een massaverhouding. Een concentratie van een
 oplossing geeft aan hoeveel opgeloste stof er (bij een bepaalde temperatuur) aanwezig is in een gegeven
 hoeveelheid oplosmiddel.




                                                                                                    Tom Mortier
Analytische                    1 BLT – 1 Chemie                                     Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                       1
2.1.1 Fysische eenheden
  a) Soortelijke of specifieke massa (ρ of s.g.)



  b) d = dichtheid



  Opmerking d = onbenoemd getal
   Volume van H2O is quasi gelijk tussen 0 en 30°C.
                In oefeningen:                     Als bijvoorbeeld d = 1,83 ! ρ =1,83 g/ml
  c) massaprocent = m%


  Voorbeeld
  10 m% waterige NaCl-O = 10 g NaCl/100 g NaCl-O
  Men lost 10 g NaCl (O.S.) op in 90 g H2O (O.M.) = 10 % O.S. (NaCl) en 90 % O.M. (H2O)
  Opmerking V% = volumeprocent = aantal ml O.S./100 ml O
  d) massa O.S. per eenheid van volume van de O = g/l
  Voorbeeld
  KCl-O : 20 g/l betekent 20 g KCl/l O
                                                                                                   Tom Mortier
Analytische                      1 BLT – 1 Chemie                                  Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                      2
2.1.1 Fysische eenheden
  e) Parts per Million en Parts per Billion

  Parts per Million



  Parts per Billion




                                                                Tom Mortier
Analytische                  1 BLT – 1 Chemie   Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                   3
2.1.2 Chemische eenheden
  a) M = molariteit en F = formaliteit

  Molariteit
  M = aantal mol O.S./l O (mol/l)
  Voorbeeld
  0,5 M (molaire) H2SO4-O = 0,5 mol H2SO4/l O
                 = 0,5 mol H2SO4/l O x 98 g/mol
                           = 49 g H2SO4/l O
  Formaliteit
  F = aantal gramformulegewichten O.S./l O (mol/l)




                                                                     Tom Mortier
Analytische                  1 BLT – 1 Chemie        Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                        4
Opmerking – verschil tussen M en F
  Sterke elektrolieten (vb. NaCl)
 Wanneer men 58,5 g NaCl oplost in water en dit aanlengt tot 1,00 liter is dit per definitie een 1 F NaCl-
 oplossing.



 Voor Reactie
 Tijdens Reactie

 Na Reactie                                                     Alles is gedissocieerd in Na+ en Cl– !

  Zwakke elektrolieten (vb. CH3COOH)

 De dissociatie in ionen is beperkt tot een evenwicht.
 Voor 1 F CH3COOH-oplossing:


 Voor Reactie
 Tijdens Reactie

 Na Reactie



                                                                                                        Tom Mortier
Analytische                     1 BLT – 1 Chemie                                        Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                           5
b) N = normaliteit
  Normaliteit
  N = aantal val of gramequivalenten O.S./l O (val/l)
 Wat is een gramequivalent of val?
 Opmerking      molecuulmassa of molmassa : MM (g/mol)
                equivalentmassa of valmassa : VM (g/val)

 Een gramequivalent of val van een O.S. hangt af van de aard van de opgeloste stof en van het type reactie
 waarin het gebruikt wordt.
 i) Zuren


 Voorbeelden




                                                                                  Merk op! MM ¸VM
                                                                                                    Tom Mortier
Analytische                    1 BLT – 1 Chemie                                     Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                       6
b) N = normaliteit (vervolg)
 Wat is een gramequivalent of val?
 ii) Basen


 Voorbeelden




 iii) Zouten (in niet-redox-reacties)


 Voorbeelden




                                                                 Tom Mortier
Analytische                   1 BLT – 1 Chemie   Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                    7
b) N = normaliteit (vervolg)
  Wat is een gramequivalent of val?
  iv) Oxidatoren & reductoren



 Voor een oplossing met KMnO4 als oxidator moet men afhankelijk van de pH de afzonderlijke reacties
 bestuderen.
Voorbeelden
   In sterk zuur milieu
    +VII                         +II



   In minder sterk zuur milieu
    +VII                         +IV



                               STEEDS NAAR DE REACTIE KIJKEN
        +VI                            +III
Voor:




                                                                                                 Tom Mortier
Analytische                   1 BLT – 1 Chemie                                   Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                    8
c) X = molfractie of molaire breuk



Voorbeelden
  Voor een binaire oplossing (bevat slechts twee componenten)

                  en
                                        De som van de molfracties van de aanwezige componenten = 1.
  Voor een oplossing bestaande uit drie componenten: A, B en C

                       en                         en

  Voor een oplossing bestaande uit een opgeloste stof (O.S.) en een oplosmiddel (O.M.)

                        en

  d) m = molaliteit
  Molaliteit
  m = aantal mol O.S./ 1000 g O.M.
 Voorbeeld
   3,5 m (molail) HCl = een 3,5 molaile HCl-oplossing bevat:
   3,5 mol HCl/1000 g H2O = 3,5 mol HCl /1000 g H2O x 36,5 g/mol
                             = 127,75 g HCl/1000 g H2O of 1127,75 g HCl-oplossing
                                                                                                  Tom Mortier
Analytische                   1 BLT – 1 Chemie                                    Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                     9
2.1.3 Formules voor concentratieberekeningen
     a) Titratie
Titratieformules steunen op het feit dat op het equivalentiepunt:
- evenveel val zuur als base (neutralisatiereacties) of
- evenveel val oxidator als reductor (redoxreacties) of
- evenveel val neerslagvormend reagens als neerslaand product (neerslagreacties) gereageerd heeft.
  i) Neutralisatiereacties




of




     of



                          Hieruit volgt

                                                                                                   Tom Mortier
Analytische                     1 BLT – 1 Chemie                                   Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                      10
a) Titratie (vervolg)

     ii) Redoxreacties




of



                             Hieruit volgt


     iii) Neerslagreacties




 of




            Hieruit volgt


                                                                      Tom Mortier
Analytische                        1 BLT – 1 Chemie   Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                         11
a) Titratie (vervolg)
 Opmerking
  Soms wordt een correctiefactor (f) gebruikt (= onbenoemd).

                                                    of

  Voorbeeld
 Een oplossing 0,500 N met een correctiefactor f = 1,060 betekent:


Dit is dus een oplossing waarvan men zegt dat ze 0,5 N is met een correctiefactor f = 1,060.
In werkelijkheid is de oplossing 0,5300 N en bevat de oplossing 0,5300 val O.S./l O




                                                                                                    Tom Mortier
Analytische                    1 BLT – 1 Chemie                                     Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                       12
b) Verdunning



 waarbij Cverd en Cconc allebei uitgedrukt worden ofwel in M, of in N of in g/l.
 In tegenstelling tot de titratieformule geldt:

                                 en                                      en
                                 Opgelet!
                               Dit is een gelijkaardige formule als de titratieformule,
                               maar hier gaat het om twee oplossingen van dezelfde stof
                               met een verschillende concentratie in N.
Voorbeelden
a) Hoe moet 50,0 ml HCl 14,0 N verdund worden om een 2,00 N HCl-oplossing te bereiden?




Dit betekent dat de 50,0 ml 14,0 N moet worden aangelengd met H2O tot 350 ml.
b) Hoe moet men 4,00 l 0,100 M NH3-oplossing bereiden uitgaande van een NH3-oplossing 2,00 M?




Dit betekent dat er 200 ml 1NH3-oplossing 2,00 M moet worden aangelengd met H2O tot 4,00 l.
                                                                                                          Tom Mortier
Analytische                      1 BLT – 1 Chemie                                         Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                             13
c) Menging



                waarbij C telkens uitgedrukt wordt ofwel in M, ofwel in N, ofwel in g/l.
 Voorbeeld
Bereken de N van het mengsel bestaande uit 100 ml HCl-O 10,0 N + 50,0 ml HCl-O 5,00 N.




                                                                                                   Tom Mortier
Analytische                  1 BLT – 1 Chemie                                      Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                                      14
Uitleg oefening 30

                                                                     b)



                                                                               a)
 =


              =


                            =




                                                 =



                                                                 =




                                                                                         =
                                         =
 Molfractie (X) heeft geen eenheden!

 a) X ↔ m                                        b) X ↔ m%

                                                 XO.S. + XO.M. = 1
                                                                     x MM (g/mol)
                                                 XO.S. = …
                                                 XO.M. = …           x MM (g/mol)



                                                                                          Tom Mortier
Analytische                   1 BLT – 1 Chemie                            Katholieke Hogeschool Leuven
Chemie                                                                                             15

More Related Content

What's hot

Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel II
Tom Mortier
 

What's hot (20)

Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
 
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 ChemieHoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLTHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
 
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieHoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLTHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
 
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel II
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel I
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLTHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
 
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproductenOefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
 

Viewers also liked

Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOHLabovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Tom Mortier
 
Ppmenppbverdunningen
PpmenppbverdunningenPpmenppbverdunningen
Ppmenppbverdunningen
Tom Mortier
 
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteitDosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteit
Tom Mortier
 
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteitDosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteit
Tom Mortier
 

Viewers also liked (20)

Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteitTitratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
Titratie van onbekende oplossing HCl met NaOH - normaliteit
 
Voorbeeldoef30
Voorbeeldoef30Voorbeeldoef30
Voorbeeldoef30
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLTHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
 
Micropipetten
MicropipettenMicropipetten
Micropipetten
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methode
 
Hoofdstuk 7 - Enkele toepassingen: de gefractioneerde neerslagvorming
Hoofdstuk 7 - Enkele toepassingen: de gefractioneerde neerslagvormingHoofdstuk 7 - Enkele toepassingen: de gefractioneerde neerslagvorming
Hoofdstuk 7 - Enkele toepassingen: de gefractioneerde neerslagvorming
 
Hoofdstuk 8 - Selectiviteit van de neerslag
Hoofdstuk 8 - Selectiviteit van de neerslag Hoofdstuk 8 - Selectiviteit van de neerslag
Hoofdstuk 8 - Selectiviteit van de neerslag
 
Oefeningen op pH-berekeningen van buffers
Oefeningen op pH-berekeningen van buffersOefeningen op pH-berekeningen van buffers
Oefeningen op pH-berekeningen van buffers
 
Scheikundeonderwerpen in NLT-modules
Scheikundeonderwerpen in NLT-modulesScheikundeonderwerpen in NLT-modules
Scheikundeonderwerpen in NLT-modules
 
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOHLabovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
 
Presentation Master's thesis
Presentation Master's thesisPresentation Master's thesis
Presentation Master's thesis
 
Ppmenppbverdunningen
PpmenppbverdunningenPpmenppbverdunningen
Ppmenppbverdunningen
 
Hoofdstuk 2 - De onbekende is in vaste toestand
Hoofdstuk 2 - De onbekende is in vaste toestandHoofdstuk 2 - De onbekende is in vaste toestand
Hoofdstuk 2 - De onbekende is in vaste toestand
 
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnselHoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
Hoofdstuk 5 - Neerslagvorming als kristallijn en colloïdaal verschijnsel
 
Hoofdstuk 2 2008
Hoofdstuk 2 2008Hoofdstuk 2 2008
Hoofdstuk 2 2008
 
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteitDosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - normaliteit
 
Hoofdstuk 6 - Zuivering van de neerslag
Hoofdstuk 6 - Zuivering van de neerslagHoofdstuk 6 - Zuivering van de neerslag
Hoofdstuk 6 - Zuivering van de neerslag
 
Hoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene InleidingHoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
 
Titratie van onbekende oplossing azijnzuur met NaOH - molariteit
Titratie van onbekende oplossing azijnzuur met NaOH - molariteitTitratie van onbekende oplossing azijnzuur met NaOH - molariteit
Titratie van onbekende oplossing azijnzuur met NaOH - molariteit
 
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteitDosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteit
Dosage van natriumionen met behulp van een kationenwisselaar - molariteit
 

Similar to Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen

Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel IHoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel II
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel IIHoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel II
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel II
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - Eigenschappen van halogeniden
Labovoorbereiding - Eigenschappen van halogenidenLabovoorbereiding - Eigenschappen van halogeniden
Labovoorbereiding - Eigenschappen van halogeniden
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraat
Labovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraatLabovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraat
Labovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraat
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - Bereiding van waterstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van waterstofgasLabovoorbereiding - Bereiding van waterstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van waterstofgas
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgasLabovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgas
Tom Mortier
 

Similar to Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen (18)

Inleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieInleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrie
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
 
Hoofdstuk 12 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 12  - Complexometrische titratiesHoofdstuk 12  - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 12 - Complexometrische titraties
 
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel IHoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel I
 
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel II
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel IIHoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel II
Hoofdstuk 10 - Redoxtitraties - Deel II
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
 
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolytenOefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
 
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasenOefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
 
Labovoorbereiding - Eigenschappen van halogeniden
Labovoorbereiding - Eigenschappen van halogenidenLabovoorbereiding - Eigenschappen van halogeniden
Labovoorbereiding - Eigenschappen van halogeniden
 
Labovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraat
Labovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraatLabovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraat
Labovoorbereiding - Eigenschappen van waterstofnitriet en waterstofnitraat
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
 
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLTHoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
 
Hoofdstuk 3 - De onbekende is in oplossing
Hoofdstuk 3 - De onbekende is in oplossingHoofdstuk 3 - De onbekende is in oplossing
Hoofdstuk 3 - De onbekende is in oplossing
 
Labovoorbereiding 1 - labo kwalitatieve analytische chemie
Labovoorbereiding 1 - labo kwalitatieve analytische chemieLabovoorbereiding 1 - labo kwalitatieve analytische chemie
Labovoorbereiding 1 - labo kwalitatieve analytische chemie
 
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasenOefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
 
Labovoorbereiding - Bereiding van waterstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van waterstofgasLabovoorbereiding - Bereiding van waterstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van waterstofgas
 
Labovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgasLabovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgas
Labovoorbereiding - Bereiding van zuurstofgas
 
De mol powerpoint
De mol powerpointDe mol powerpoint
De mol powerpoint
 

More from Tom Mortier

More from Tom Mortier (10)

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
 

Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen

  • 1. 2 Concentraties van oplossingen 2.1 Bespreking & eenheden Een oplossing = een mengsel van twee of meer niet-reagerende zuivere bestanddelen waarvan de verhouding kan gevarieerd worden binnen bepaalde grenzen. Een oplossing (O) bestaat uit een solvent of een oplosmiddel (O.M.) en uit één (of meer) opgeloste stoffen (O.S.) Oplossing (O) Opgeloste stof (O.S.) Oplosmiddel (O.M.) - vaste stof (NaCl, aspirine,…) - H2O - vloeistof (H2SO4, CH3COOH,…) - organisch (CCl4, CH3CH2OH, C6H6, CHCl3) - gas (NH3, H2S, HCl, …) Tussen de oplossing en zijn componenten bestaat een massaverhouding. Een concentratie van een oplossing geeft aan hoeveel opgeloste stof er (bij een bepaalde temperatuur) aanwezig is in een gegeven hoeveelheid oplosmiddel. Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 1
  • 2. 2.1.1 Fysische eenheden a) Soortelijke of specifieke massa (ρ of s.g.) b) d = dichtheid Opmerking d = onbenoemd getal Volume van H2O is quasi gelijk tussen 0 en 30°C. In oefeningen: Als bijvoorbeeld d = 1,83 ! ρ =1,83 g/ml c) massaprocent = m% Voorbeeld 10 m% waterige NaCl-O = 10 g NaCl/100 g NaCl-O Men lost 10 g NaCl (O.S.) op in 90 g H2O (O.M.) = 10 % O.S. (NaCl) en 90 % O.M. (H2O) Opmerking V% = volumeprocent = aantal ml O.S./100 ml O d) massa O.S. per eenheid van volume van de O = g/l Voorbeeld KCl-O : 20 g/l betekent 20 g KCl/l O Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 2
  • 3. 2.1.1 Fysische eenheden e) Parts per Million en Parts per Billion Parts per Million Parts per Billion Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 3
  • 4. 2.1.2 Chemische eenheden a) M = molariteit en F = formaliteit Molariteit M = aantal mol O.S./l O (mol/l) Voorbeeld 0,5 M (molaire) H2SO4-O = 0,5 mol H2SO4/l O = 0,5 mol H2SO4/l O x 98 g/mol = 49 g H2SO4/l O Formaliteit F = aantal gramformulegewichten O.S./l O (mol/l) Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 4
  • 5. Opmerking – verschil tussen M en F Sterke elektrolieten (vb. NaCl) Wanneer men 58,5 g NaCl oplost in water en dit aanlengt tot 1,00 liter is dit per definitie een 1 F NaCl- oplossing. Voor Reactie Tijdens Reactie Na Reactie Alles is gedissocieerd in Na+ en Cl– ! Zwakke elektrolieten (vb. CH3COOH) De dissociatie in ionen is beperkt tot een evenwicht. Voor 1 F CH3COOH-oplossing: Voor Reactie Tijdens Reactie Na Reactie Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 5
  • 6. b) N = normaliteit Normaliteit N = aantal val of gramequivalenten O.S./l O (val/l) Wat is een gramequivalent of val? Opmerking molecuulmassa of molmassa : MM (g/mol) equivalentmassa of valmassa : VM (g/val) Een gramequivalent of val van een O.S. hangt af van de aard van de opgeloste stof en van het type reactie waarin het gebruikt wordt. i) Zuren Voorbeelden Merk op! MM ¸VM Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 6
  • 7. b) N = normaliteit (vervolg) Wat is een gramequivalent of val? ii) Basen Voorbeelden iii) Zouten (in niet-redox-reacties) Voorbeelden Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 7
  • 8. b) N = normaliteit (vervolg) Wat is een gramequivalent of val? iv) Oxidatoren & reductoren Voor een oplossing met KMnO4 als oxidator moet men afhankelijk van de pH de afzonderlijke reacties bestuderen. Voorbeelden In sterk zuur milieu +VII +II In minder sterk zuur milieu +VII +IV STEEDS NAAR DE REACTIE KIJKEN +VI +III Voor: Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 8
  • 9. c) X = molfractie of molaire breuk Voorbeelden Voor een binaire oplossing (bevat slechts twee componenten) en De som van de molfracties van de aanwezige componenten = 1. Voor een oplossing bestaande uit drie componenten: A, B en C en en Voor een oplossing bestaande uit een opgeloste stof (O.S.) en een oplosmiddel (O.M.) en d) m = molaliteit Molaliteit m = aantal mol O.S./ 1000 g O.M. Voorbeeld 3,5 m (molail) HCl = een 3,5 molaile HCl-oplossing bevat: 3,5 mol HCl/1000 g H2O = 3,5 mol HCl /1000 g H2O x 36,5 g/mol = 127,75 g HCl/1000 g H2O of 1127,75 g HCl-oplossing Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 9
  • 10. 2.1.3 Formules voor concentratieberekeningen a) Titratie Titratieformules steunen op het feit dat op het equivalentiepunt: - evenveel val zuur als base (neutralisatiereacties) of - evenveel val oxidator als reductor (redoxreacties) of - evenveel val neerslagvormend reagens als neerslaand product (neerslagreacties) gereageerd heeft. i) Neutralisatiereacties of of Hieruit volgt Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 10
  • 11. a) Titratie (vervolg) ii) Redoxreacties of Hieruit volgt iii) Neerslagreacties of Hieruit volgt Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 11
  • 12. a) Titratie (vervolg) Opmerking Soms wordt een correctiefactor (f) gebruikt (= onbenoemd). of Voorbeeld Een oplossing 0,500 N met een correctiefactor f = 1,060 betekent: Dit is dus een oplossing waarvan men zegt dat ze 0,5 N is met een correctiefactor f = 1,060. In werkelijkheid is de oplossing 0,5300 N en bevat de oplossing 0,5300 val O.S./l O Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 12
  • 13. b) Verdunning waarbij Cverd en Cconc allebei uitgedrukt worden ofwel in M, of in N of in g/l. In tegenstelling tot de titratieformule geldt: en en Opgelet! Dit is een gelijkaardige formule als de titratieformule, maar hier gaat het om twee oplossingen van dezelfde stof met een verschillende concentratie in N. Voorbeelden a) Hoe moet 50,0 ml HCl 14,0 N verdund worden om een 2,00 N HCl-oplossing te bereiden? Dit betekent dat de 50,0 ml 14,0 N moet worden aangelengd met H2O tot 350 ml. b) Hoe moet men 4,00 l 0,100 M NH3-oplossing bereiden uitgaande van een NH3-oplossing 2,00 M? Dit betekent dat er 200 ml 1NH3-oplossing 2,00 M moet worden aangelengd met H2O tot 4,00 l. Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 13
  • 14. c) Menging waarbij C telkens uitgedrukt wordt ofwel in M, ofwel in N, ofwel in g/l. Voorbeeld Bereken de N van het mengsel bestaande uit 100 ml HCl-O 10,0 N + 50,0 ml HCl-O 5,00 N. Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 14
  • 15. Uitleg oefening 30 b) a) = = = = = = = Molfractie (X) heeft geen eenheden! a) X ↔ m b) X ↔ m% XO.S. + XO.M. = 1 x MM (g/mol) XO.S. = … XO.M. = … x MM (g/mol) Tom Mortier Analytische 1 BLT – 1 Chemie Katholieke Hogeschool Leuven Chemie 15