SlideShare a Scribd company logo
1 of 63
Hoofdstuk 5
Spectrofotometrie
1 Chemie Analytische Chemie II 1
Bron: https://cen.acs.org/articles/96/i23/cuvettes-difficult-come.html
1 Chemie Analytische Chemie II 2
Hoofdstuk 5
Spectrofotometrie
Fotocredits: Ignace De Coninck
De analyse van albumine met behulp van het Folin-Ciocalteu-reagens.
De interactie van licht met materie biedt verschillende
mogelijkheden om zowel kwalitatieve als kwantitatieve metingen uit
te voeren.
Veel chemische reacties genereren heldere kleuren die voldoende
informatie verschaffen om een analyse te doen.
Sommige kleurveranderingen zijn te subtiel → instrumenten!
Spectrofotometrie = eender welke techniek die gebruik maakt van
licht om chemische concentraties te meten.
Colorimetrie = procedure gebaseerd op de absorptie van zichtbaar
licht.
1 Chemie Analytische Chemie II 3
5.1 De eigenschappen van licht
Wat is licht?
Bron: https://science.nasa.gov/ems/03_behaviors
Elektromagnetische straling voorgesteld als een golf die zich verspreidt doorheen de ruimte met zowel elektrische componenten als magnetische
veldcomponenten.
Twee beschrijvingswijzen.
• Licht bezit de eigenschappen van golven
• Licht is opgebouwd uit afzonderlijke energiedeeltjes
Golf-deeltje dualiteitsprincipe
https://phys.org/news/2015-03-particle.html
Beide denkbeelden zijn noodzakelijk om op een adequate manier te beschrijven hoe licht zich gedraagt en
interageert met de materie.
1 Chemie Analytische Chemie II 4
5.1 De eigenschappen van licht
5.1.1 Licht als golfverschijnsel
Klassieke beschrijvingswijze.
Lichtgolven bestaan uit loodrecht oscillerende elektrische en magnetische velden
Voorstelling van vlakgepolariseerde elektromagnetische straling
dat propageert langs de x-as.
Het elektrisch veld van het vlakgepolariseerde licht is beperkt tot
één enkel vlak. Ongepolariseerd licht heeft elektrische
veldcomponenten in alle vlakken.
Het elektrisch veld (E) bevindt zich in het xy-vlak
Het magnetisch veld (B) bevindt zich in het xz-vlak
De golflengte (λ) is de afstand tussen de twee toppen van de golf.
De frequentie (ν) is het aantal volledige oscillaties dat een golf kan maken
per seconde. (1/s)
Eén oscillatie per seconde = één hertz
De relatie tussen de frequentie en de golflengte is
met c de lichtsnelheid in vacuüm (2,998 × 108 m/s)
1 Chemie Analytische Chemie II 5
Voorbeeld 6.1
5.1 De eigenschappen van licht
5.1.1 Licht als golfverschijnsel
Wat is de golflengte van de straling in een microgolfoven waarvan de frequentie 2,45 GHz bedraagt?
2,45 GHz = 2,45 ×109 Hz = 2,45 × 109 s–1
1 Chemie Analytische Chemie II 6
5.1 De eigenschappen van licht
5.1.1 Licht als golfverschijnsel
In een medium anders dan vacuüm is de snelheid van het licht gelijk aan c/n met n de brekingsindex of refractie-index.
Voor zichtbare golflengten is n >1 voor de meeste stoffen.
Wanneer licht beweegt doorheen media met verschillende brekingsindices, zal de frequentie constant blijven, maar zal de golflengte veranderen.
1 Chemie Analytische Chemie II 7
5.1 De eigenschappen van licht
5.1.2 Het elektromagnetische spectrum
Infraroodstraling zal zorgen voor vibraties in moleculen. Zichtbaar licht alsook ultraviolette straling zullen elektronen doen promoveren naar
hogere energie-orbitalen. X-stralen en korte golflengte ultraviolette stralen zullen chemische bindingen doorbreken en moleculen doen ioniseren.
Schematische voorstelling voor de verschillende gebieden van het elektromagnetisch spectrum. Het zichtbare gebied
strekt zich uit van 400 nm tot 700 nm.
Een enorm bereik van golflengten en frequenties (en bijgevolg energieën). Logaritmische schalen worden gebruikt.
1 Chemie Analytische Chemie II 8
5.1 De eigenschappen van licht
5.1.3 Het deeltjeskarakter van licht
Wanneer we in termen van energie denken, is het handig om over licht te spreken als ware het deeltjes die fotonen worden genoemd.
Dit deeltjeskarakter van licht vormde de basis van de kwantumtheorie.
Elk foton bezit de energie, E, die wordt gegeven door
met h de constante van Planck (6,626 × 10-34 Js)
het golfgetal
1 Chemie Analytische Chemie II 9
Voorbeeld 6.2
5.1 De eigenschappen van licht
5.1.3 Het deeltjeskarakter van licht
Met hoeveel joules wordt de energie van een molecule verhoogd wanneer het (a) zichtbaar licht absorbeert met een golflengte van 500 nm of (b)
infraroodstraling absorbeert met een golfgetal van 1251 cm–1?
(a) De golflengte van zichtbaar licht is 500 nm = 500 × 10-9 m.
De energie van één foton dat wordt geabsorbeerd door één molecule.
Voor één mol moleculen dat één mol fotonen absorbeert
1 Chemie Analytische Chemie II 10
https://www.nasa.gov
5.2 Absorptie van licht
Absorptie is het proces waarbij een chemische stof in een transparant medium selectief bepaalde frequenties van de elektromagnetische straling
doet verminderen.
1 Chemie Analytische Chemie II 11
5.2 Absorptie van licht
Absorptie is het proces waarbij een chemische stof in een transparant medium selectief bepaalde frequenties van de elektromagnetische straling
doet verminderen.
1 Chemie Analytische Chemie II 12
5.2 Absorptie van licht
5.2.1 Absorptie en emissie
Volgens de kwantumtheorie bezit elk elementair deeltje (atoom, ion of molecule) een unieke reeks van energietoestanden waarbij de laagste de
grondtoestand wordt genoemd.
Grondtoestand
Bij kamertemperatuur bevinden de meeste elementaire deeltjes zich in de grondtoestand.
Wanneer een stralingsfoton een elementair deeltje nadert, kan absorptie mogelijk worden
enkel en alleen indien de energie van het foton exact overeenkomt met het energieverschil
tussen de grondtoestand en één van de hogere energietoestanden.
Onder deze omstandigheden zal de energie van het foton worden overgedragen op het
atoom, ion of molecule zodat het omgezet wordt naar een hogere energietoestand: de
geëxciteerde of aangeslagen toestand.
Absorptie
Aangeslagen toestanden
De excitatie van een deeltje M naar de aangeslagen toestand M ⃰ kan worden voorgesteld
als
Na een zeer korte periode (10-6 tot 10-9 s), zal het geëxciteerde deeltje relaxeren naar de originele toestand of de grondtoestand waarbij de
overmaat aan energie wordt overgedragen aan andere atomen of moleculen in het medium.
Emissie
Dit proces, dat een kleine verhoging in temperatuur van de omgeving zal veroorzaken, wordt beschreven door
Relaxatie kan zich eveneens voordoen bij fotochemische ontbinding van M ⃰ om nieuwe deeltjes te vormen of door fluorescerende of
fosforescerende emissie of straling.
1 Chemie Analytische Chemie II 13
5.2 Absorptie van licht
5.2.2 Absorptiespectra
Wanneer licht wordt geabsorbeerd door een staal, zal de lichtintensiteit worden verlaagd. De lichtintensiteit, I, is de energie per seconde per
oppervlakte-eenheid van de lichtbundel.
De absorberende karakteristieken van een deeltje worden gewoonlijk beschreven door middel van een absorptiespectrum dat een plot is van een
functie voor de vermindering van straling versus golflengte, frequentie of golfgetal.
Twee termen worden gewoonlijk gebruikt als kwantitatieve maten voor deze stralingsvermindering, namelijk transmissie (doorlaatbaarheid) of
absorbantie.
Transmissie
Schematische weergave voor de verzwakking van een lichtstraal
doorheen een medium met dikte b en een absorberende oplossing met
concentratie c.
Als gevolg van de interacties tussen de fotonen en de absorberende deeltjes,
zal de lichtintensiteit van de lichtbundel verzwakken van I0 tot I.
De transmissie, T, van het medium is een fractie van de inkomende straling
doorgelaten door het medium.
Transmissie wordt vaak uitgedrukt als een percentage of
1 Chemie Analytische Chemie II 14
5.2 Absorptie van licht
5.2.2 Absorptiespectra
Absorbantie
De absorbantie, A, van een medium wordt gedefinieerd als
Daar I0 en I beiden worden gemeten als een eenheid van vermogen (W), zullen beide eenheden elkaar opheffen zodat de absorbantie een
eenheidsloze hoeveelheid is.
In tegenstelling tot de transmissie, zal de absorbantie van het medium verhogen wanneer de verzwakking van de lichtstraal groter wordt.
Stel I = I0, dan is de intensiteit van de uitkomende lichtbundel = de intensiteit van de inkomende lichtbundel zodat I0/I = 1 zodat
Wanneer 90 % van het licht wordt geabsorbeerd, zal 10 % worden getransmitteerd en is I = I0/10 zodat
Wanneer 99 % van het licht wordt geabsorbeerd, zal 1 % worden getransmitteerd en is I = I0/100 zodat
De absorbantie wordt gemeten door het vergelijken van de intensiteit van een inkomende en doorgelaten lichtbundel doorheen een staal. De
intensiteit van de lichtbundel kan worden gedetecteerd door toestellen zoals een fotomultiplicator. De verhouding tussen de inkomende en
doorgelaten lichtbundelintensiteiten kan worden berekend om de absorbantie van een staal te berekenen.
1 Chemie Analytische Chemie II 15
5.2 Absorptie van licht
5.2.2 Absorptiespectra
Voorbeeld 6.3
Een gekleurde oplossing wordt in een UV/Vis-spectrofotometer geplaatst. Bij 465 nm vertoont het staal een absorbantie van 0,79. Bereken het
percentage licht dat wordt geabsorbeerd.
Als I0 = 1, is 6,166 = 1/I zodat
Er wordt bijgevolg 16,22 % van het inkomende licht doorgelaten. Hieruit volgt dat ( 100 – 16, 22) = 83,78 % van het inkomende licht wordt
geabsorbeerd.
1 Chemie Analytische Chemie II 16
5.2 Absorptie van licht
5.2.2 Absorptiespectra
Voorbeeld 6.4
Een oplossing in een UV/Vis-spectrofotometer vertoont een absorbantie van 0,67 bij een golflengte van 560 nm. Wat is het percentage straling dat
wordt doorgelaten?
Als I0 = 1, is 4,677 = 1/I zodat
Er wordt 21,38 % van het inkomende licht doorgelaten.
1 Chemie Analytische Chemie II 17
5.2 Absorptie van licht
5.2.2 Absorptiespectra
Het uitzetten van spectrale data
Ultraviolet en zichtbare absorptiespectra worden gewoonlijk bekomen door het meten van een verdunde oplossing van het analyt in een
transparant solvent.
Absorptiespectra voor kaliumpermanganaat (KMnO4) in oplossing waarbij b = 1 cm.
1 Chemie Analytische Chemie II 18
5.2 Absorptie van licht
5.2.3 Complementaire kleuren
De absorptiespectra voor Chlorofyl a en Chlorofyl b.
Chlorofyl of bladgroen zijn de pigmenten die de groene kleur in planten
en algen veroorzaken. Deze pigmenten zijn verantwoordelijk voor de
absorptie van licht dat wordt omgezet in chemische energie voor de
fotosynthese.
Het licht wordt niet geabsorbeerd tussen 500 en 600 nm zodat de
kleurstoffen een groene kleur krijgen.
1 Chemie Analytische Chemie II 19
5.2 Absorptie van licht
5.2.3 Complementaire kleuren
Absorbantiespectra van Fast Yellow AB, Rhodamine B en Methyleenblauw waarbij b = 1 cm.
Een oplossing van de kleurstof ``Fast Yellow AB´´ is geel van kleur omdat
deze kleurstof de violet-blauwe component van de inkomende witte
lichtbundel absorbeert en de gele component doorlaat of transmitteert.
Fast Yellow AB vertoont een maximale absorbantie tussen 380 en 440 nm.
Algemeen geldt dat de straling die wordt geabsorbeerd een
complementaire kleur geeft aan het analyt in oplossing.
Rhodamine B absorbeert maximaal rond 550 nm zodat de
waargenomen kleur violet zal zijn.
Methyleenblauw absorbeert maximaal rond 660 nm waardoor de
kleur blauw wordt waargenomen.
1 Chemie Analytische Chemie II 20
5.2 Absorptie van licht
5.2.3 Complementaire kleuren
1 Chemie Analytische Chemie II 21
5.3 Soorten absorptie
5.3.1 Atomaire absorptie
Wanneer een bundel polychromatische UV- of zichtbare stralen doorheen een medium gaat dat gasvormige atomen (bijvoorbeeld natriumatomen)
bevat, zullen slechts bepaalde frequenties worden afgezwakt door absorpties. Het bekomen spectrum bestaat uit een aantal zeer fijne (ongeveer
0,005 nm) absorptielijntjes.
Deze transities houden de excitatie in van een enkel
buitenste elektron van natrium van de grondtoestand 3s-
orbitaal naar de 3p, 4p en 5p orbitalen. Deze excitaties
worden veroorzaakt door de absorptie van fotonen
waarvan de energie exact overeenkomt met de
verschillen in energieën tussen de geëxciteerde
toestanden en de 3s-grondtoestand.
UV/Vis-absorptiespectrum voor gasvormige natriumatomen
Schematische weergave van een lijnenspectrum voor
natriumdampen.
Partieel energiediagramma
voor natrium dat de transities toont uit de absorpties bij 590,
330 en 285 nm.
1 Chemie Analytische Chemie II 22
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Drie soorten van gekwantiseerde transities wanneer moleculen worden geëxciteerd door ultraviolette, zichtbare en infrarode straling.
Naast de elektronische transities, kunnen moleculen twee andere soorten van stralingsgeïnduceerde transities ondergaan, namelijk vibrationele
transities en rotationele transities. Vibrationele transities komen voor omdat een molecule een meervoud heeft van gekwantiseerde niveaus (of
vibrationele toestanden) geassocieerd met de bindingen die een molecule samenhouden.
Bij ultraviolette en zichtbare straling betekent de excitatie dat er een elektron dat zich bevindt in een molecuul- of atoomorbitaal met lagere
energie-inhoud zal promoveren naar een orbitaal met hogere energie-inhoud. De energie hν van het foton moet exact hetzelfde zijn als het
energieverschil tussen de twee orbitaalenergieën. De transitie van een elektron tussen twee orbitalen wordt de elektronische transitie genoemd en
het absorptieproces wordt de elektronische absorptie genoemd.
1 Chemie Analytische Chemie II 23
De energieën E1 en E2, twee van de verschillende elektronische geëxciteerde toestanden van
een molecule, worden relatief getoond ten opzichte van de energie in de grondtoestand E0.
De relatieve energieën van enkele van de vele vibrationele toestanden die geassocieerd zijn
met elke elektronische toestand worden weergegeven door lichtere horizontale lijnen.
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Schematische weergave van een partieel energieniveaudiagramma met enkele mogelijke processen die voorkomen wanneer een
polyatomisch deeltje infrarode, zichtbare en ultraviolette straling absorbeert.
1 Chemie Analytische Chemie II 24
Rekvibraties
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
De vibrationele toestanden Stel een binding in een molecule voor als een trillende veer met aan de beide uiteinden atomen.
Bij rekvibraties zal de afstand tussen twee atomen volgens de bindingsas veranderen.
1 Chemie Analytische Chemie II 25
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
De vibrationele toestanden
Bij buigen zal de hoek tussen de bindingsassen veranderen.
Buigingsvibraties in het vlak
Stel een binding in een molecule voor als een trillende veer met aan de beide uiteinden atomen.
1 Chemie Analytische Chemie II 26
Buigingsvibraties uit het vlak
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
De vibrationele toestanden
Bij buigen zal de hoek tussen de bindingsassen veranderen.
Stel een binding in een molecule voor als een trillende veer met aan de beide uiteinden atomen.
1 Chemie Analytische Chemie II 27
Enkele vibrationele energieniveaus zijn weergegeven met 1, 2, 3 en 4. Het laagste vibrationeel
niveau is aangegeven met 0.
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Schematische weergave van een partieel energieniveaudiagramma met enkele mogelijke processen die voorkomen wanneer een
polyatomisch deeltje infrarode, zichtbare en ultraviolette straling absorbeert.
Een molecule bezit eveneens gekwantiseerde rotationele toestanden die overeenkomen met de
rotationele bewegingen van een molecule rond het zwaartepunt (niet getoond).
Het energieverschil tussen de vibrationele toestanden is meestal een grootteorde kleiner dan
tussen de energieniveaus van de elektronische toestanden.
De rotationele energietoestanden liggen bovenop elk van de vibrationele toestanden die werden
getoond in het energiediagramma. De energieverschillen tussen de rotationele toestanden zijn
eveneens een grootteorde kleiner dan deze tussen de vibrationele toestanden.
1 Chemie Analytische Chemie II 28
De totale energie E geassocieerd met een molecule wordt gegeven door
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Schematische weergave van een partieel energieniveaudiagramma met enkele mogelijke processen die voorkomen wanneer een
polyatomisch deeltje infrarode, zichtbare en ultraviolette straling absorbeert.
met Eelektronisch de energie die overeenkomt met de elektronen in de verschillende buitenste
orbitalen van het molecule, Evibrationeel de energie van een molecule als een geheel veroorzaakt
door interatomaire vibraties en Erotationeel de energie voor de rotaties van het molecule rond zijn
zwaartepunt.
1 Chemie Analytische Chemie II 29
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Infrarode absorptie
Infrarode straling is gewoonlijk te weinig energetisch om elektronische overgangen te
veroorzaken, maar kan wel overgangen induceren in de vibrationele en rotationele toestanden
die geassocieerd zijn met de grond elektronische toestand van het molecule.
Enkele van deze overgangen zijn gevisualiseerd in het laagste gedeelte. Opdat absorptie zich
zou voordoen, moet de bron straling uitzenden met frequenties die exact overeenkomen met de
energieën die worden voorgesteld met de lengten van de vier pijlen
1 Chemie Analytische Chemie II 30
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Absorptie van ultraviolette en zichtbare straling
De middelste pijlen stellen dat het molecule zichtbare straling absorbeert van vijf
golflengten waarbij elektronen promoveren naar de vijf vibrationele niveaus van
het geëxciteerd elektronisch niveau E1.
1 Chemie Analytische Chemie II 31
5.3 Soorten absorptie
5.3.2 Moleculaire absorpties
Absorptie van ultraviolette en zichtbare straling
De meer energetische ultraviolette fotonen zijn nodig om de absorptie te
induceren die wordt voorgesteld door de vijf rechtse pijlen.
Moleculaire absorptie in het UV- en zichtbare gebied bestaat uit absorptiebanden van
dicht op elkaar liggende lijnen.
1 Chemie Analytische Chemie II 32
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.1 Algemeen
De botsing tussen enerzijds een foton met een welbepaalde energie-inhoud en anderzijds het te analyseren molecule resulteert in de absorptie van
licht.
Wanneer een groot aantal moleculen worden geplaatst in de baan van de lichtbundel is er een grotere kans dat er zich effectief botsingen voordoen
zodat absorptie kan worden waargenomen.
Stel een glas zwarte bessensap waardoorheen we kunnen kijken. Het lijkt het alsof de drank een paarse
kleur bezit. We weten dat er bepaalde golflengten worden geabsorbeerd terwijl er andere gemakkelijk
worden doorgelaten waardoor de drank zijn karakteristieke kleur bekomt.
Wanneer we een tweede gelijkaardig glas zwarte bessensap plaatsen voor het eerste, lijkt de kleur
tweemaal zo intens te worden omdat we beseffen dat er minder licht doorheen de twee glazen wordt
doorgelaten.
De waarschijnlijkheid van botsingen tussen de fotonen en de licht absorberende moleculen is namelijk
verhoogd.
1 Chemie Analytische Chemie II 33
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.1 Algemeen
Stel nu een eenvoudige doorzichtige cel of een cuvet voor die een oplossing bevat die straling bij een welbepaalde golflengte absorbeert.
ε staat ook gekend als de extinctiecoëfficiënt.
De absorptie zal evenredig zijn met de concentratie van het absorberende moleculaire deeltje en ook met de weglengte
waardoorheen het licht zich moet voortplanten.
De wet van Lambert-Beer relateert de absorptie van de meeste moleculaire deeltjes aan de concentratie, c, de weglengte, b, en de
molaire absorptiviteit, ε, volgens de vergelijking
Verschillende handboeken gebruiken verschillende manieren om de eenheden van ε en b uit te drukken, maar de meest voorkomende eenheid voor
ε is l/(mol cm) zodat de weglengte b in cm moet staan.
De wet van Lambert-Beer wordt soms uitgedrukt in termen van transmissie, T, waarbij T = 1/A.
Een weglengte van één cm wordt gewoonlijk gekozen om de berekeningen van de absorbantie of molaire absorptiviteit te vereenvoudigen.
De wet van Lambert-Beer is één van de meest gebruikte relaties in de analytische chemie en staat centraal in de meeste UV- en zichtbare
kwantitatieve analysemethoden.
1 Chemie Analytische Chemie II 34
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.1 Algemeen
Voorbeeld 6.5
Een cuvet waarin zich een 0,1 molaire oplossing bevindt met een weglengte van 1 cm wordt in een UV/Vis-spectrofotometer geplaatst en vertoont
een absorbantie van 0,95. Bereken de molaire absorptiviteit voor deze stof.
zodat
1 Chemie Analytische Chemie II 35
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.2 Afleiding voor de wet van Lambert-Beer
We beschouwen een monochromatische lichtbundel die doorheen een cuvet gaat met daarin een absorberende stof
Schematische weergave voor de vermindering van een lichtstraal die doorheen een
absorberende stof gaat.
De lichtstraal wordt voorgesteld met een intensiteit I en I+dI is de intensiteit is van de lichtbundel die
uit de cuvet komt.
waarbij k een evenredigheidsconstante is, 𝑐 de molaire concentratie en
dx de dikte van de cuvet.
Differentiaalvergelijking!
De intensiteit van de lichtbundel is gelijk aan het aantal fotonen (of
lichtkwanta) die per tijdseenheid doorheen een eenheidsgebied gaan dat
loodrecht staat ten opzichte van de richting van de lichtbundel.
De cuvet waarin zich de absorberende stof bevindt, heeft een breedte dx.
Wanneer het aantal fotonen wordt voorgesteld met I, is –dI het aantal
fotonen dat wordt geabsorbeerd door een absorberende stof over de afstand
dx. De vermindering in intensiteit, –dI, is dus evenredig met de dikte dx
van de cuvet en met het aantal absorberende moleculen of de concentratie
van de absorberende deeltjes die zich in de cuvet bevindt. We kunnen de
vermindering in intensiteit dus schrijven als
1 Chemie Analytische Chemie II 36
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.2 Afleiding voor de wet van Lambert-Beer
Differentiaalvergelijking van de eerste orde en de eerste graad!
Oplossen door de scheiding van veranderlijken toe te passen.
Integreren aan beide zijden van de vergelijking van I = I0 op
x = 0 tot I=I op x=l
Uitwerking
We bekomen voor de intensiteit, I, van een monochromatische lichtbundel die doorheen een cuvet gaat, dat
In spectroscopie is het meer gebruikelijk dat er Briggse logaritmen of logaritmen met een grondtal 10 (log10) worden gebruikt in plaats van de
natuurlijke logaritmen (ln). We vervangen het natuurlijk grondtal e (het Getal van Euler) door 100,43429… zodat
1 Chemie Analytische Chemie II 37
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.2 Afleiding voor de wet van Lambert-Beer
We definiëren dat ε ≡ 0,4343k zodat
De constante ε is de molaire absorptiecoëfficiënt van de absorberende stof of de extinctiecoëfficiënt. De transmissie, T, wordt gedefinieerd door
waardoor T een bereik heeft tussen 0 en 1. Het percentage transmissie is eenvoudigweg %T en heeft een bereik tussen 0 en 100 %.
Verhoogt de absorbantie met een eenheid, dan verlaagt de transmissie met een factor 10. Wanneer er geen licht wordt geabsorbeerd is I=I0 en A=0.
Indien de wet van Lambert-Beer wordt gevolgd, wordt de absorbantie gegeven door
Daar 𝑐 wordt uitgedrukt in mol/dm3, l in meter en A een getal is zonder eenheden, zal de SI-eenheid ε gelijk zijn aan m2/mol.
waarbij c in mol/l en b de lengte is van de cuvet in cm zodat ε wordt uitgedrukt in lmol–1cm–1.
De molaire absorptiecoëfficiënt wordt traditioneel echter gedefinieerd door
1 Chemie Analytische Chemie II 38
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer
Een groot voordeel van de wet van Lambert-Beer is dat het kan worden gebruikt om de concentratie van een stof te relateren aan de absorptie van
eender welk type van licht. De wet van Lambert-Beer stelt namelijk dat een plot van de absorbantie A in functie van de concentratie c een rechte
moet zijn door de oorsprong met helling εb.
Desalniettemin moet steeds in het achterhoofd worden gehouden dat er verschillende benaderingen werden gemaakt in de vergelijking die de
situaties beperken waaronder de wet kan worden gebruikt.
1 Chemie Analytische Chemie II 39
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer
Een werkelijke beperking op de wet van Lambert-Beer
Een schijnbare instrumentele benadering in de wet van Lambert-Beer
Eveneens kan het gebeuren dat licht de detector van de spectrofotometer bereikt zonder door het staal te gaan waardoor er fouten kunnen
voorkomen in de gemeten absorbantiewaarden. Dit strooilicht leidt tot een negatieve afwijking op de wet van Lambert-Beer.
Anderzijds kan er aan het oppervlak van de cuvet, waarin zich het staal bevindt, ook reflectie van het licht optreden waardoor dit licht de detector
niet bereikt. Dit effect verhoogt de schijnbare absorptie van licht en zorgt voor een positieve afwijking op de wet van Lambert-Beer.
De wet is enkel geldig is voor verdunde stalen (< 0,01 M). In de afleiding wordt er vanuit gegaan dat alle absorberende deeltjes in het staal
onafhankelijk van elkaar handelen. Afwijkingen komen voor bij hogere concentraties omdat bij hogere concentraties de afstand tussen de
individuele deeltjes zodanig klein wordt dat het elektrisch veld rond één deeltje de absorptie van licht rond een ander deeltje zal beïnvloeden.
Daardoor wordt de gemeten absorbantie bij hoge concentraties lager dan men zou verwachten (negatieve afwijking).
De wet stelt dat absorbantie van het staal wordt gemeten gebruik makend van monochromatisch licht of licht dat bestaat uit één enkele golflengte.
In de praktijk is het onmogelijk om spectrofotometers te bouwen die perfect monochromatisch licht uitzenden. Spectrofotometers zenden steeds
polychromatisch licht of licht bestaande uit twee of meerdere golflengten uit. Bij het gebruik van polychromatisch licht zal de molaire
absorptiecoëfficiënt ε wijzigen zodat een negatieve afwijking op de wet van Lambert-Beer wordt bekomen. Om deze reden worden
absorbantiemetingen uitgevoerd nabij het maximum van een piek in een absorptiespectrum.
1 Chemie Analytische Chemie II 40
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer
Bij het gebruik van polychromatisch licht zal de molaire absorptiecoëefficiënt ε wijzigen zodat
een negatieve afwijking op de wet van Lambert-Beer wordt bekomen. Om deze reden worden
absorbantiemetingen uitgevoerd nabij het maximum van een piek in een absorptiespectrum.
Bron: https://pharmaxchange.info/2012/05/ultraviolet-visible-uv-vis-spectroscopy
Figure A: Shows the difference in deviations in absorbance when values are obtained at
maximum wavelength of absorbance (band A) vs other wavelengths of absorbance (band B).
Figure B: shows the deviations in Beer-Lambert law due to observations made at wavelengths
other than lambda max.
1 Chemie Analytische Chemie II 41
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer
Schijnbare chemische afwijkingen op de wet van Lambert-Beer treden op wanneer de absorberende deeltjes deelnemen aan een chemische reactie.
Dit probleem kan voorkomen in de chemische evenwichtsreacties van zwakke zuren of zwakke basen waarbij protonen worden uitgewisseld.
1 Chemie Analytische Chemie II 42
5.4 De wet van Lambert-Beer
5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer
Schijnbare chemische afwijkingen op de wet van Lambert-Beer treden op wanneer de absorberende deeltjes deelnemen aan een chemische reactie.
Dit probleem kan voorkomen in de chemische evenwichtsreacties van zwakke zuren of zwakke basen waarbij protonen worden uitgewisseld.
Bron: https://pharmaxchange.info/2012/05/ultraviolet-visible-uv-vis-spectroscopy
Acid and Base forms of phenol red along with their UV spectra at different pH demonstrates
chemical deviations of Beer-Lambert law in UV-Visible spectroscopy
1 Chemie Analytische Chemie II 43
5.5 De spectrofotometer
Een schematische weergave van een enkelstralig spectrofotometrisch experiment waarbij I0 de lichtintensiteit van de
bundel voorstelt dat het staal binnenkomt; I de lichtintensiteit van de bundel die uit het staal komt; l de lengte van het
pad doorheen het staal.
Een rudimentair spectrofotometrisch experiment.
Het licht gaat doorheen een monochromator (een prisma, een rooster of zelfs een filter) om één welbepaalde golflengte te selecteren. Van licht
dat slechts uit een smal golflengtebereik bestaat, wordt gezegd dat het monochromatisch is (“één kleur”). Het monochromatisch licht met
lichtsterkte I0, treft een staal met lengte l. De lichtsterkte van de bundel die opduikt aan de andere kant van het staal is I. Een gedeelte van het
licht kan worden geabsorbeerd door het staal zodat I ≤ I0.
1 Chemie Analytische Chemie II 44
5.5 De spectrofotometer
5.5.1 Lichtbronnen
• Lichtbron nodig met een constante intensiteitsontwikkeling of vermogen.
• De lichtbron moet voldoende intens zijn zodat er voldoende straling wordt doorgelaten om te kunnen worden gedetecteerd.
• Het te onderzoeken staal moet op elk moment bestraald worden met een stralingsbron die zo monochromatisch mogelijk is. Dit betekent dat het
bereik van de golflengte zo nauw mogelijk moet zijn. Een monochromator is het meest gebruikte toestel om een lichtgolflengte te selecteren
zodat een staal kan worden bestraald.
• Het stralingsvermogen van vele lichtbronnen stijgt exponentieel stijgen met het toegepast voltage en zeer kleine fluctuaties in de toegepaste
elektrische voeding kunnen significante variaties veroorzaken in de intensiteit van de inkomende straling zodat er in de praktijk vaak
voltageregulatoren worden gebruikt in de stroomlijn van de lichtbron.
1 Chemie Analytische Chemie II 45
5.5 De spectrofotometer
5.5.1 Lichtbronnen
Gloeidraadlampen van wolfraam
Het merendeel van de UV- en zichtbare spectrofotometers gebruiken gloeidraadlampen van wolfraam om straling te verschaffen in het
golflengtegebied tussen 320 en 2500 nm dat het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spectrum grotendeels bedekt. Gewoonlijk zal de
temperatuur waarbij de wolfraam gloeidraadlampen worden gebruikt, liggen in een bereik van 2900 tot 3000 K.
Bron: Séamus P J Higson, Analytical Chemistry, Oxford University Press (2004)
Bron: https://www.flickr.com/photos/zeissmicro/
Scanning electron micrograph of light bulb filament
Pure tungsten has some amazing properties including the highest melting
point (3695 K), lowest vapor pressure, and greatest tensile strength out of
all the metals. Because of these properties it is the most commonly used
material for light bulb filaments. Image taken with ZEISS EVO
SEM www.zeiss.com/sem
1 Chemie Analytische Chemie II 46
Wolfraam-halogeenlampen bevatten kleine hoeveelheden jood.
In dergelijke halogeenlampen kan de temperatuur verhoogd worden tot 3600 K zodat dit toelaat dat de intensiteit van de bekomen straling kan
worden verhoogd en dat er ook nog intensiteit is waar te nemen tot ongeveer 3000 nm. Zowel de wolfraam en wolfraam-halogeenlampen zijn
geschikt voor het meten in het zichtbare gebied van het spectrum.
5.5 De spectrofotometer
5.5.1 Lichtbronnen
Gloeidraadlampen van wolfraam
Het emissiespectrum van een wolfraam infraroodlamp.
1 Chemie Analytische Chemie II 47
5.5 De spectrofotometer
5.5.1 Lichtbronnen
Waterstoflampen en deuteriumlampen
De waterstoflampen en deuteriumlampen zijn twee andere lichtbronnen die kunnen
worden gebruikt in UV/Vis-spectroscopie.
Beide lampen bestaan uit twee inerte elektroden in kwartbehuizing die
gevuld is met H2 of D2. Door een hoge spanning aan te leggen tussen de twee
elektroden, zal er eerst een excitatie optreden van H2 of D2 en de daaropvolgende
dissociatie in H- of D-atomen resulteert in de emissie van licht. Waterstof- en
deuteriumlampen bieden ultraviolette straling als een continue band tussen 180 en 370
nm.
Een deuteriumlamp is iets meer gebruikelijk in moderne labo’s omdat het een meer
intense lichtemissie geeft.
1 Chemie Analytische Chemie II 48
5.5 De spectrofotometer
5.5.2 Golflengteselectoren
Een golflengteselector of monochromator bestaat uit een smalle opening (slit of spleet) waardoor het licht binnenkomt, een systeem om het licht te
scheiden in verschillende golflengten en een andere smalle spleet waardoorheen een gedeelte van het licht kan worden doorgelaten om doorheen
het staal te kunnen gaan. In spectrofotometers wordt er hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een prisma of een rooster om het licht te scheiden in
verschillende golflengten.
Prisma
Prisma's die gebruikt worden in het zichtbare gebied zijn gemaakt van glas. De
brekingsindex van een stof is in het algemeen afhankelijk van de golflengte λ
van de lichtstraal. In het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spectrum
is de brekingsindex bijgevolg afhankelijk van de kleur van het licht. Omdat de
verschillende kleuren onder een andere hoek gebroken worden, zal het verschil
in de brekingsindex van glas in functie van de golflengte ervoor zorgen dat er
een scheiding van het licht in zijn verschillende kleuren kan optreden.
Schematische weergave voor het gebruik van een prisma om zichtbaar licht te
breken in zijn verschillende kleuren.
Het rode licht (λ1) zal het minst worden afgebogen en het violet licht (λ2) het
meest.
1 Chemie Analytische Chemie II 49
5.5 De spectrofotometer
5.5.2 Golflengteselectoren
Roosters
In een transmissierooster wordt de breking van licht veroorzaakt doordat het licht doorheen een rooster gaat dat bestaat uit smalle spleten en die
constructieve of destructieve interferentie van het licht veroorzaken. Verschillende golflengten van licht zullen verschillende hoeken hebben
waarbij ze constructieve interferentie produceren waardoor het mogelijk is om deze golflengten te selecteren.
Een reflectierooster is het meest gebruikt in hedendaagse spectrofotometers.
Dit type van rooster bestaat uit een gepolijst en reflecterend oppervlak met een
reeks van parallelle en dicht op elkaar liggende inkepingen.
Wanneer een lichtstraal wordt gereflecteerd aan dit oppervlak, wordt opnieuw
constructieve en destructieve interferentie gecreëerd. Voor welbepaalde
hoeken kan er een constructieve interferentie optreden voor specifieke
golflengten van licht.
Het veranderen van de oriëntatie en de hoek van een transmissie- of een reflectierooster zal de gekozen golflengte met constructieve
interferentie doorlaten doorheen de uitgangspleet.
1 Chemie Analytische Chemie II 50
5.5 De spectrofotometer
5.5.3 Detectoren
De fotobuis (of foto-elektrische cel of vacuüm cel)
fotonen
draadvormige anode
glazen of kwarts
huls onder vacuüm
DC-versterker en uitlezing
90 V
+–
kathode
elektronen
In een luchtledige glazen buis (eventueel met een
kwartsvenster om UV-licht door te laten) zijn twee
elektroden aangebracht: een kathode in de vorm van een
halve cilinder en een staafvormige anode.
Schematische weergave van een fotobuis (Bron: Dr. Liesbet Weckhuysen).
Het oppervlak van de kathode is bedekt met een
alkalimetaal (vb. cesium) of een metaaloxide zodat
elektronen worden vrijgesteld wanneer
elektromagnetische straling invalt op de kathode.
Wanneer over de kathode en anode een spanning wordt
aangelegd, zullen deze elektronen worden aangetrokken
door de staafvormige anode. Hierdoor ontstaat een
zwakke elektrische stroom, evenredig met
de ingevallen lichtintensiteit.
1 Chemie Analytische Chemie II 51
kathode
anodevacuüm
tube
dynodes-3000V
-2400V
-1800V
-1200V
-600V
-2700V
-2100V
-1500V
-900V
-300V
foton
De bundel elektronen groeit na
iedere inslag op een dynode.
0 V
elektronen
stroomI
5.5 De spectrofotometer
5.5.3 Detectoren
De foto-vermenigvuldigingsbuis
Dit detectiesysteem is een uitbreiding van de gewone fotobuis.
Tussen de kathode en de anode worden meerdere elektroden, dynoden,
geplaatst worden die progressief op een hogere potentiaal worden
gehouden.
Schematische weergave van een foto-vermenigvuldigingsbuis (Bron: Dr. Liesbet Weckhuysen).
1 Chemie Analytische Chemie II 52
5.5 De spectrofotometer
5.5.4 Enkelstraal en dubbelstraal spectrofotometers
Enkelstraal spectrofotometers
Een enkelstraal spectrofotometer betekent dat het licht één pad volgt doorheen het instrument.
Het licht in dit instrument komt van een lichtbron. De golflengte wordt geselecteerd door gebruik te maken van een monochromator.
Vervolgens gaat dit licht doorheen het staal in een cuvet en de intensiteit van het overblijvende licht wordt gemeten door een detector. Doordat
transmissie of absorbantie worden gedefinieerd in termen van de verhouding van de lichtintensiteit die doorheen het staal gaat, moet er een
manier zijn om beide grootheden in dit apparaat te kunnen meten.
Het toestel wordt eerst aangepast zodat het een output geeft
van 0 % transmissie wanneer een luik wordt gesloten en er
geen licht het staal kan bereiken (in het Engels dark current).
Het instrument wordt dan ingesteld op 100 % transmissie (of A
= 0) wanneer een blanco-oplossing dat geen analyt bevat in het
apparaat wordt gebracht. Vervolgens wordt het staal in het
apparaat gebracht en wordt haar %T of A gemeten.
1 Chemie Analytische Chemie II 53
5.5 De spectrofotometer
5.5.4 Enkelstraal en dubbelstraal spectrofotometers
Dubbelstraal spectrofotometers
In een dubbelstraal spectrofotometer wordt de originele lichtbundel gesplitst zodat de helft van het licht doorheen een referentie (of blanco)
oplossing gaat terwijl de andere helft van het licht doorheen het staal passeert.
Dubbelstraal spectrofotometers verminderen de fouten die kunnen
veroorzaakt worden door plotselinge afwijkingen in de lampintensiteiten of
afwijkingen van signalen op de detector.
Wanneer de intensiteit van de lamp of de signalen op de detector
veranderen, zullen deze veranderingen een effect hebben op zowel het
signaal van het staal als op de blanco terwijl de verhouding van deze
signalen onveranderd zal blijven.
1 Chemie Analytische Chemie II 54
5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen
5.6.1 Chromoforen
Het UV/Vis-spectrum van een stof kan heel vaak worden gebruikt om de aanwezigheid in een staal te identificeren. Vele stoffen, en zeker de
stoffen die gekleurd zijn, absorberen straling die karakteristiek is over een welbepaald golflengtegebied. Verschillende moleculaire groepen
kunnen aanleiding geven tot het absorberen van licht bij karakteristieke golflengten en staan gekend als chromoforen. Chromoforen zijn
functionele moleculaire groepen die de reden zijn waarom stoffen gekleurd kunnen zijn of waarom er straling bij een welbepaalde golflengte wordt
geabsorbeerd.
Chromoforen bezitten elektronen die in staat zijn om te worden geëxciteerd door de absorptie van UV- of zichtbaar licht. Veel sterk gekleurde
verbindingen bezitten ofwel een transitiemetaalion of een uitgebreid geconjugeerd systeem met afwisselend enkelvoudige en dubbele bindingen.
Zeer kleine veranderingen in de structuur van de stoffen, kunnen aanleiding geven tot extreem verschillende absorptiefenomenen. Dergelijke
veranderingen vormen de basis van vele pH-gevoelige indicatoren zoals fenolftaleïne.
1 Chemie Analytische Chemie II 55
5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen
5.6.2 Kwalitatieve toepassingen van UV/Vis-spectroscopie Het vergelijken van de UV/Vis-spectra van de twee structuren van
fenoltaleïne kunnen ons gemakkelijk doen afleiden of het molecule zich
in de geprotoneerde of in de gedeprotoneerde vorm bevindt.
1 Chemie Analytische Chemie II 56
5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen
5.6.2 Kwalitatieve toepassingen van UV/Vis-spectroscopie
UV/Vis-spectroscopie stelt ons in staat om zowel een specifiek moleculair deeltje te identificeren, maar dient bovendien als een
analytische vingerafdruktechniek.
Voorbeeld
Bron: Jacobs, M., Meynaerts, B., Chiaverini, N., Mortier, T. (2017). Recovering Bulk Gold
From Scrap Electronics to Synthesize Gold Colloids. The Chemical Educator (18), 135−136.
Het absorbantiespectrum van een goudzout ([AuCl4]–)
opgelost in methanol. De specifieke absorptiebanden werden
gebruikt als karakterisatie om effectief de goudzouten aan te
tonen tijdens een studentenonderzoeksproject.
1 Chemie Analytische Chemie II 57
5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen
5.6.3 Het effect van verschillende organische chromoforen
Organische stoffen die optreden als chromoforen bezitten elektronen die eenvoudig kunnen worden geëxciteerd en bijgevolg gepromoveerd naar
hogere energieniveaus door de absorptie van licht in het UV- of zichtbare gebied van het elektromagnetische spectrum. Organische chromoforen
bezitten vaak één of meerdere dubbele of drievoudige bindingen en/of aromatische structuren.
1 Chemie Analytische Chemie II 58
5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen
5.6.4 UV/Vis-absorptie door anorganische stoffen
De meeste anorganische stoffen absorberen UV- en/of zichtbare straling en vertonen absorptiespectra met meestal brede alsook
overlappende absorptiegebieden.
Stoffen van de eerste twee transitiereeksen behoren tot de meest gekleurde anorganische verbindingen. Absorptie door deze stoffen
houdt de transities in van elektronen tussen halfgevulde en gevulde d-orbitalen en bijgevolg zal de golflengte waarbij de
absorptie voorkomt afhankelijk zijn van het atoomnummer, de oxidatietoestand van het metaal alsook het ligand aan welke dit is gebonden.
Een gedetailleerde behandeling van de kleurenchemie van anorganische stoffen is echter buiten het bereik van deze cursus en behoort tot het
domein van de gevorderde anorganische chemie.
1 Chemie Analytische Chemie II 59
5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen
5.6.5 UV/Vis-absorptieprocessen voor Charge-transfer complexen
Vele anorganische en organische stoffen absorberen UV- of zichtbaar licht en kunnen ladingsov erdrachten ondergaan → charge-transfer
complexen
εmax ≈ 10 000 l mol-1 cm-1 of meer → deze verbindingen zijn zeer gekleurd zijn en zelfs bij zeer lage concentraties te kwantificeren.
Een `charge-transfer complex' bezit een elektronengevende groep
tezamen met een acceptorgroep. Wanneer de absorptie van licht
voorkomt, wordt een elektron overgedragen naar een orbitaal die
grotendeels geassocieerd wordt met de donerende groep naar een orbitaal
die grotendeels wordt geassocieerd met de accepterende groep. Dit
gedrag contrasteert met de absorptie van een organisch chromofoor
waarbij elektronen worden geassocieerd met gedeelde moleculaire
orbitalen.
In vele voorbeelden zal een metaalion optreden als de
elektronenacceptor.
Voorbeelden
KMnO4 = paars
K2Cr2O7 = oranje
[Cu(NH3)4]2+ = diepblauw
1 Chemie Analytische Chemie II 60
5.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie
De meest voorkomende toepassing is de rechtstreekse meting van de analyten door colorimetrie. Dit is het gebruik van de spectrofotometer in het
zichtbare gebied van het elektromagnetisch spectrum waarbij iemand op het zicht de kleur van een staal kan observeren. Deze aanpak kan op een
analoge manier gebruikt worden onder de vorm van rechtstreekse metingen gemaakt door het instrument in het ultraviolette gebied. Met deze
techniek zal de concentratie van een analyt worden bepaald door de absorbantie van een onbekende concentratie van een stof te bepalen en te
vergelijken met de absorbantie van een gekende concentratie van hetzelfde materiaal.
Wanneer de molaire absorptiviteit van het analyt gekend is en een staal heeft een gekende of een te verwaarlozen achtergrondabsorbantie, kan de
concentratie van een analyt rechtstreeks worden bepaald gebruik makende van de wet van Lambert-Beer.
Deze eenpuntsmethode is eenvoudig om te doen, maar geeft vaak fouten wanneer het staal en de standaard niet dezelfde lineariteit vertonen in het
gebied volgens de wet van Lambert-Beer of als er verschillen zijn in voorwaarden die werden gebruikt om deze oplossingen te onderzoeken zoals
de pH van de oplossing of kleine veranderingen in de detectie van de golflengte.
Stel dat de molaire absorptiviteit van een analyt gelijk is aan 5,34 × 103 l mol–1 cm–1 bij een bepaalde golflengte. Hetzelfde analyt geeft een
absorbantie van 0,573 in een staal geplaatst in een 2,00 cm staalhouder waarbij een blanco werd gebruikt om de achtergrondabsorbantie van het
staal te corrigeren. Eén manier om de concentratie van het analyt in het staal te schatten is door het herschikken van de wet van Lambert-Beer
zodat
1 Chemie Analytische Chemie II 61
5.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie
Betere benadering: meerdere standaarden met verschillende concentraties gebruiken, plot uittekenen volgens de wet van Lambert-Beer waarbij er
eerst standaarden worden gemeten onder dezelfde voorwaarden als die zullen worden gebruikt voor de stalen waaronder hetzelfde solvent en
dezelfde gebruikte golflengte.
Opgenomen spectra van verschillende concentraties aan kaliumpermanganaat opgelost in water die werden genomen met een Shimadzu UV/Vis
1800 spectrofotometer in een cuvet met een weglengte van één cm. De concentraties zijn respectievelijk 0,1; 0,15; 0,2; 0,25; 0,3; 0,35 en 0,4 mM
aan kaliumpermanganaat in water.
525
Voorbeeld
De absorbanties bij 525 nm uitgezet in functie van de verschillende
concentraties aan kaliumpermanganaat.
1 Chemie Analytische Chemie II 62
5.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie
Lineair verband tussen A en c.
De golflengte van 525 nm werd gekozen omdat bij deze golflengte kaliumpermanganaat maximaal absorbeert.
De golflengte waar een stof maximaal absorbeert wordt geschreven als λmax.
Met behulp van een regressie-analyse doorheen de datapunten wordt een vergelijking van een rechte bekomen.
De helling van deze rechte geeft ons een waarde voor de molaire
absorptiviteit van kaliumpermangnaat en werd in dit geval experimenteel
bepaald als
De absorbanties bij 525 nm uitgezet in functie van de verschillende
concentraties aan kaliumpermanganaat.
1 Chemie Analytische Chemie II 63
Voorbeeld 6.6
6.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie
Bij een golflengte van 525 nm is experimenteel bepaald dat de molaire absorptiviteit van KMnO4 glijk is aan 2245 l mol-1cm-1. Een onbekend staal
KMnO4 werd 200 maal verdund en gepipetteerd in een cuvet met 1,00 cm weglengte. Een absorbantie van 0,363 werd met een UV/Vis-
spectrofotometer gemeten bij 525 nm. Bereken de concentratie aan KMnO4 in het onverdunde staal in mol/l.
De concentratie van het verdunde staal kan worden berekend uit

More Related Content

What's hot

Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Tom Mortier
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenAnalytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenTom Mortier
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiHoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiTom Mortier
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesTom Mortier
 
Labovoorbereiding - neerslagtitraties
Labovoorbereiding - neerslagtitratiesLabovoorbereiding - neerslagtitraties
Labovoorbereiding - neerslagtitratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesHoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Tom Mortier
 
Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties Tom Mortier
 
Inleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieInleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieTom Mortier
 
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen Tom Mortier
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemieHoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieHoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieTom Mortier
 

What's hot (20)

Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenAnalytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Analytische chemie I - Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiHoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
 
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk 3 - De zuur-base titraties
 
Labovoorbereiding - neerslagtitraties
Labovoorbereiding - neerslagtitratiesLabovoorbereiding - neerslagtitraties
Labovoorbereiding - neerslagtitraties
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Hoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesHoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentraties
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
 
Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk11 - Neerslagtitraties
 
Inleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrieInleiding titrimetrie
Inleiding titrimetrie
 
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
Oefeningen op titratiecurves & toepassingen
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemieHoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
 
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieHoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
 

Similar to Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie

Dynamic Lighting with OpenGL
Dynamic Lighting with OpenGLDynamic Lighting with OpenGL
Dynamic Lighting with OpenGLJeroen Rosenberg
 
Nanochemie - kwantumchemie deel 1
Nanochemie - kwantumchemie deel 1Nanochemie - kwantumchemie deel 1
Nanochemie - kwantumchemie deel 1Tom Mortier
 
Van Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische ZwaartekrachtVan Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische ZwaartekrachtMarcel Vonk
 
spartan eindverslag
spartan eindverslagspartan eindverslag
spartan eindverslagMaurice Vlot
 
141007 quantumfysica
141007   quantumfysica141007   quantumfysica
141007 quantumfysicaMarcel Vonk
 
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjesMarcel Vonk
 
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekrachtMarcel Vonk
 
homeopathy signals to be transparent
homeopathy signals  to be  transparenthomeopathy signals  to be  transparent
homeopathy signals to be transparentMartin van Leeuwen
 

Similar to Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie (15)

Dynamic Lighting with OpenGL
Dynamic Lighting with OpenGLDynamic Lighting with OpenGL
Dynamic Lighting with OpenGL
 
Nanochemie - kwantumchemie deel 1
Nanochemie - kwantumchemie deel 1Nanochemie - kwantumchemie deel 1
Nanochemie - kwantumchemie deel 1
 
oerknal
oerknaloerknal
oerknal
 
22 kernfysica1
22 kernfysica122 kernfysica1
22 kernfysica1
 
Nw i 2 straling
Nw i 2 stralingNw i 2 straling
Nw i 2 straling
 
Van Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische ZwaartekrachtVan Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
 
spartan eindverslag
spartan eindverslagspartan eindverslag
spartan eindverslag
 
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
 
Hoofdstuk 10 2008
Hoofdstuk 10 2008Hoofdstuk 10 2008
Hoofdstuk 10 2008
 
24 radioactiviteit
24 radioactiviteit24 radioactiviteit
24 radioactiviteit
 
141007 quantumfysica
141007   quantumfysica141007   quantumfysica
141007 quantumfysica
 
21a stralendgezond
21a stralendgezond21a stralendgezond
21a stralendgezond
 
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjes
 
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht
 
homeopathy signals to be transparent
homeopathy signals  to be  transparenthomeopathy signals  to be  transparent
homeopathy signals to be transparent
 

More from Tom Mortier

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesTom Mortier
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenTom Mortier
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iTom Mortier
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaTom Mortier
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methodeTom Mortier
 

More from Tom Mortier (10)

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methode
 
Micropipetten
MicropipettenMicropipetten
Micropipetten
 

Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie

  • 1. Hoofdstuk 5 Spectrofotometrie 1 Chemie Analytische Chemie II 1 Bron: https://cen.acs.org/articles/96/i23/cuvettes-difficult-come.html
  • 2. 1 Chemie Analytische Chemie II 2 Hoofdstuk 5 Spectrofotometrie Fotocredits: Ignace De Coninck De analyse van albumine met behulp van het Folin-Ciocalteu-reagens. De interactie van licht met materie biedt verschillende mogelijkheden om zowel kwalitatieve als kwantitatieve metingen uit te voeren. Veel chemische reacties genereren heldere kleuren die voldoende informatie verschaffen om een analyse te doen. Sommige kleurveranderingen zijn te subtiel → instrumenten! Spectrofotometrie = eender welke techniek die gebruik maakt van licht om chemische concentraties te meten. Colorimetrie = procedure gebaseerd op de absorptie van zichtbaar licht.
  • 3. 1 Chemie Analytische Chemie II 3 5.1 De eigenschappen van licht Wat is licht? Bron: https://science.nasa.gov/ems/03_behaviors Elektromagnetische straling voorgesteld als een golf die zich verspreidt doorheen de ruimte met zowel elektrische componenten als magnetische veldcomponenten. Twee beschrijvingswijzen. • Licht bezit de eigenschappen van golven • Licht is opgebouwd uit afzonderlijke energiedeeltjes Golf-deeltje dualiteitsprincipe https://phys.org/news/2015-03-particle.html Beide denkbeelden zijn noodzakelijk om op een adequate manier te beschrijven hoe licht zich gedraagt en interageert met de materie.
  • 4. 1 Chemie Analytische Chemie II 4 5.1 De eigenschappen van licht 5.1.1 Licht als golfverschijnsel Klassieke beschrijvingswijze. Lichtgolven bestaan uit loodrecht oscillerende elektrische en magnetische velden Voorstelling van vlakgepolariseerde elektromagnetische straling dat propageert langs de x-as. Het elektrisch veld van het vlakgepolariseerde licht is beperkt tot één enkel vlak. Ongepolariseerd licht heeft elektrische veldcomponenten in alle vlakken. Het elektrisch veld (E) bevindt zich in het xy-vlak Het magnetisch veld (B) bevindt zich in het xz-vlak De golflengte (λ) is de afstand tussen de twee toppen van de golf. De frequentie (ν) is het aantal volledige oscillaties dat een golf kan maken per seconde. (1/s) Eén oscillatie per seconde = één hertz De relatie tussen de frequentie en de golflengte is met c de lichtsnelheid in vacuüm (2,998 × 108 m/s)
  • 5. 1 Chemie Analytische Chemie II 5 Voorbeeld 6.1 5.1 De eigenschappen van licht 5.1.1 Licht als golfverschijnsel Wat is de golflengte van de straling in een microgolfoven waarvan de frequentie 2,45 GHz bedraagt? 2,45 GHz = 2,45 ×109 Hz = 2,45 × 109 s–1
  • 6. 1 Chemie Analytische Chemie II 6 5.1 De eigenschappen van licht 5.1.1 Licht als golfverschijnsel In een medium anders dan vacuüm is de snelheid van het licht gelijk aan c/n met n de brekingsindex of refractie-index. Voor zichtbare golflengten is n >1 voor de meeste stoffen. Wanneer licht beweegt doorheen media met verschillende brekingsindices, zal de frequentie constant blijven, maar zal de golflengte veranderen.
  • 7. 1 Chemie Analytische Chemie II 7 5.1 De eigenschappen van licht 5.1.2 Het elektromagnetische spectrum Infraroodstraling zal zorgen voor vibraties in moleculen. Zichtbaar licht alsook ultraviolette straling zullen elektronen doen promoveren naar hogere energie-orbitalen. X-stralen en korte golflengte ultraviolette stralen zullen chemische bindingen doorbreken en moleculen doen ioniseren. Schematische voorstelling voor de verschillende gebieden van het elektromagnetisch spectrum. Het zichtbare gebied strekt zich uit van 400 nm tot 700 nm. Een enorm bereik van golflengten en frequenties (en bijgevolg energieën). Logaritmische schalen worden gebruikt.
  • 8. 1 Chemie Analytische Chemie II 8 5.1 De eigenschappen van licht 5.1.3 Het deeltjeskarakter van licht Wanneer we in termen van energie denken, is het handig om over licht te spreken als ware het deeltjes die fotonen worden genoemd. Dit deeltjeskarakter van licht vormde de basis van de kwantumtheorie. Elk foton bezit de energie, E, die wordt gegeven door met h de constante van Planck (6,626 × 10-34 Js) het golfgetal
  • 9. 1 Chemie Analytische Chemie II 9 Voorbeeld 6.2 5.1 De eigenschappen van licht 5.1.3 Het deeltjeskarakter van licht Met hoeveel joules wordt de energie van een molecule verhoogd wanneer het (a) zichtbaar licht absorbeert met een golflengte van 500 nm of (b) infraroodstraling absorbeert met een golfgetal van 1251 cm–1? (a) De golflengte van zichtbaar licht is 500 nm = 500 × 10-9 m. De energie van één foton dat wordt geabsorbeerd door één molecule. Voor één mol moleculen dat één mol fotonen absorbeert
  • 10. 1 Chemie Analytische Chemie II 10 https://www.nasa.gov 5.2 Absorptie van licht Absorptie is het proces waarbij een chemische stof in een transparant medium selectief bepaalde frequenties van de elektromagnetische straling doet verminderen.
  • 11. 1 Chemie Analytische Chemie II 11 5.2 Absorptie van licht Absorptie is het proces waarbij een chemische stof in een transparant medium selectief bepaalde frequenties van de elektromagnetische straling doet verminderen.
  • 12. 1 Chemie Analytische Chemie II 12 5.2 Absorptie van licht 5.2.1 Absorptie en emissie Volgens de kwantumtheorie bezit elk elementair deeltje (atoom, ion of molecule) een unieke reeks van energietoestanden waarbij de laagste de grondtoestand wordt genoemd. Grondtoestand Bij kamertemperatuur bevinden de meeste elementaire deeltjes zich in de grondtoestand. Wanneer een stralingsfoton een elementair deeltje nadert, kan absorptie mogelijk worden enkel en alleen indien de energie van het foton exact overeenkomt met het energieverschil tussen de grondtoestand en één van de hogere energietoestanden. Onder deze omstandigheden zal de energie van het foton worden overgedragen op het atoom, ion of molecule zodat het omgezet wordt naar een hogere energietoestand: de geëxciteerde of aangeslagen toestand. Absorptie Aangeslagen toestanden De excitatie van een deeltje M naar de aangeslagen toestand M ⃰ kan worden voorgesteld als Na een zeer korte periode (10-6 tot 10-9 s), zal het geëxciteerde deeltje relaxeren naar de originele toestand of de grondtoestand waarbij de overmaat aan energie wordt overgedragen aan andere atomen of moleculen in het medium. Emissie Dit proces, dat een kleine verhoging in temperatuur van de omgeving zal veroorzaken, wordt beschreven door Relaxatie kan zich eveneens voordoen bij fotochemische ontbinding van M ⃰ om nieuwe deeltjes te vormen of door fluorescerende of fosforescerende emissie of straling.
  • 13. 1 Chemie Analytische Chemie II 13 5.2 Absorptie van licht 5.2.2 Absorptiespectra Wanneer licht wordt geabsorbeerd door een staal, zal de lichtintensiteit worden verlaagd. De lichtintensiteit, I, is de energie per seconde per oppervlakte-eenheid van de lichtbundel. De absorberende karakteristieken van een deeltje worden gewoonlijk beschreven door middel van een absorptiespectrum dat een plot is van een functie voor de vermindering van straling versus golflengte, frequentie of golfgetal. Twee termen worden gewoonlijk gebruikt als kwantitatieve maten voor deze stralingsvermindering, namelijk transmissie (doorlaatbaarheid) of absorbantie. Transmissie Schematische weergave voor de verzwakking van een lichtstraal doorheen een medium met dikte b en een absorberende oplossing met concentratie c. Als gevolg van de interacties tussen de fotonen en de absorberende deeltjes, zal de lichtintensiteit van de lichtbundel verzwakken van I0 tot I. De transmissie, T, van het medium is een fractie van de inkomende straling doorgelaten door het medium. Transmissie wordt vaak uitgedrukt als een percentage of
  • 14. 1 Chemie Analytische Chemie II 14 5.2 Absorptie van licht 5.2.2 Absorptiespectra Absorbantie De absorbantie, A, van een medium wordt gedefinieerd als Daar I0 en I beiden worden gemeten als een eenheid van vermogen (W), zullen beide eenheden elkaar opheffen zodat de absorbantie een eenheidsloze hoeveelheid is. In tegenstelling tot de transmissie, zal de absorbantie van het medium verhogen wanneer de verzwakking van de lichtstraal groter wordt. Stel I = I0, dan is de intensiteit van de uitkomende lichtbundel = de intensiteit van de inkomende lichtbundel zodat I0/I = 1 zodat Wanneer 90 % van het licht wordt geabsorbeerd, zal 10 % worden getransmitteerd en is I = I0/10 zodat Wanneer 99 % van het licht wordt geabsorbeerd, zal 1 % worden getransmitteerd en is I = I0/100 zodat De absorbantie wordt gemeten door het vergelijken van de intensiteit van een inkomende en doorgelaten lichtbundel doorheen een staal. De intensiteit van de lichtbundel kan worden gedetecteerd door toestellen zoals een fotomultiplicator. De verhouding tussen de inkomende en doorgelaten lichtbundelintensiteiten kan worden berekend om de absorbantie van een staal te berekenen.
  • 15. 1 Chemie Analytische Chemie II 15 5.2 Absorptie van licht 5.2.2 Absorptiespectra Voorbeeld 6.3 Een gekleurde oplossing wordt in een UV/Vis-spectrofotometer geplaatst. Bij 465 nm vertoont het staal een absorbantie van 0,79. Bereken het percentage licht dat wordt geabsorbeerd. Als I0 = 1, is 6,166 = 1/I zodat Er wordt bijgevolg 16,22 % van het inkomende licht doorgelaten. Hieruit volgt dat ( 100 – 16, 22) = 83,78 % van het inkomende licht wordt geabsorbeerd.
  • 16. 1 Chemie Analytische Chemie II 16 5.2 Absorptie van licht 5.2.2 Absorptiespectra Voorbeeld 6.4 Een oplossing in een UV/Vis-spectrofotometer vertoont een absorbantie van 0,67 bij een golflengte van 560 nm. Wat is het percentage straling dat wordt doorgelaten? Als I0 = 1, is 4,677 = 1/I zodat Er wordt 21,38 % van het inkomende licht doorgelaten.
  • 17. 1 Chemie Analytische Chemie II 17 5.2 Absorptie van licht 5.2.2 Absorptiespectra Het uitzetten van spectrale data Ultraviolet en zichtbare absorptiespectra worden gewoonlijk bekomen door het meten van een verdunde oplossing van het analyt in een transparant solvent. Absorptiespectra voor kaliumpermanganaat (KMnO4) in oplossing waarbij b = 1 cm.
  • 18. 1 Chemie Analytische Chemie II 18 5.2 Absorptie van licht 5.2.3 Complementaire kleuren De absorptiespectra voor Chlorofyl a en Chlorofyl b. Chlorofyl of bladgroen zijn de pigmenten die de groene kleur in planten en algen veroorzaken. Deze pigmenten zijn verantwoordelijk voor de absorptie van licht dat wordt omgezet in chemische energie voor de fotosynthese. Het licht wordt niet geabsorbeerd tussen 500 en 600 nm zodat de kleurstoffen een groene kleur krijgen.
  • 19. 1 Chemie Analytische Chemie II 19 5.2 Absorptie van licht 5.2.3 Complementaire kleuren Absorbantiespectra van Fast Yellow AB, Rhodamine B en Methyleenblauw waarbij b = 1 cm. Een oplossing van de kleurstof ``Fast Yellow AB´´ is geel van kleur omdat deze kleurstof de violet-blauwe component van de inkomende witte lichtbundel absorbeert en de gele component doorlaat of transmitteert. Fast Yellow AB vertoont een maximale absorbantie tussen 380 en 440 nm. Algemeen geldt dat de straling die wordt geabsorbeerd een complementaire kleur geeft aan het analyt in oplossing. Rhodamine B absorbeert maximaal rond 550 nm zodat de waargenomen kleur violet zal zijn. Methyleenblauw absorbeert maximaal rond 660 nm waardoor de kleur blauw wordt waargenomen.
  • 20. 1 Chemie Analytische Chemie II 20 5.2 Absorptie van licht 5.2.3 Complementaire kleuren
  • 21. 1 Chemie Analytische Chemie II 21 5.3 Soorten absorptie 5.3.1 Atomaire absorptie Wanneer een bundel polychromatische UV- of zichtbare stralen doorheen een medium gaat dat gasvormige atomen (bijvoorbeeld natriumatomen) bevat, zullen slechts bepaalde frequenties worden afgezwakt door absorpties. Het bekomen spectrum bestaat uit een aantal zeer fijne (ongeveer 0,005 nm) absorptielijntjes. Deze transities houden de excitatie in van een enkel buitenste elektron van natrium van de grondtoestand 3s- orbitaal naar de 3p, 4p en 5p orbitalen. Deze excitaties worden veroorzaakt door de absorptie van fotonen waarvan de energie exact overeenkomt met de verschillen in energieën tussen de geëxciteerde toestanden en de 3s-grondtoestand. UV/Vis-absorptiespectrum voor gasvormige natriumatomen Schematische weergave van een lijnenspectrum voor natriumdampen. Partieel energiediagramma voor natrium dat de transities toont uit de absorpties bij 590, 330 en 285 nm.
  • 22. 1 Chemie Analytische Chemie II 22 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Drie soorten van gekwantiseerde transities wanneer moleculen worden geëxciteerd door ultraviolette, zichtbare en infrarode straling. Naast de elektronische transities, kunnen moleculen twee andere soorten van stralingsgeïnduceerde transities ondergaan, namelijk vibrationele transities en rotationele transities. Vibrationele transities komen voor omdat een molecule een meervoud heeft van gekwantiseerde niveaus (of vibrationele toestanden) geassocieerd met de bindingen die een molecule samenhouden. Bij ultraviolette en zichtbare straling betekent de excitatie dat er een elektron dat zich bevindt in een molecuul- of atoomorbitaal met lagere energie-inhoud zal promoveren naar een orbitaal met hogere energie-inhoud. De energie hν van het foton moet exact hetzelfde zijn als het energieverschil tussen de twee orbitaalenergieën. De transitie van een elektron tussen twee orbitalen wordt de elektronische transitie genoemd en het absorptieproces wordt de elektronische absorptie genoemd.
  • 23. 1 Chemie Analytische Chemie II 23 De energieën E1 en E2, twee van de verschillende elektronische geëxciteerde toestanden van een molecule, worden relatief getoond ten opzichte van de energie in de grondtoestand E0. De relatieve energieën van enkele van de vele vibrationele toestanden die geassocieerd zijn met elke elektronische toestand worden weergegeven door lichtere horizontale lijnen. 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Schematische weergave van een partieel energieniveaudiagramma met enkele mogelijke processen die voorkomen wanneer een polyatomisch deeltje infrarode, zichtbare en ultraviolette straling absorbeert.
  • 24. 1 Chemie Analytische Chemie II 24 Rekvibraties 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties De vibrationele toestanden Stel een binding in een molecule voor als een trillende veer met aan de beide uiteinden atomen. Bij rekvibraties zal de afstand tussen twee atomen volgens de bindingsas veranderen.
  • 25. 1 Chemie Analytische Chemie II 25 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties De vibrationele toestanden Bij buigen zal de hoek tussen de bindingsassen veranderen. Buigingsvibraties in het vlak Stel een binding in een molecule voor als een trillende veer met aan de beide uiteinden atomen.
  • 26. 1 Chemie Analytische Chemie II 26 Buigingsvibraties uit het vlak 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties De vibrationele toestanden Bij buigen zal de hoek tussen de bindingsassen veranderen. Stel een binding in een molecule voor als een trillende veer met aan de beide uiteinden atomen.
  • 27. 1 Chemie Analytische Chemie II 27 Enkele vibrationele energieniveaus zijn weergegeven met 1, 2, 3 en 4. Het laagste vibrationeel niveau is aangegeven met 0. 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Schematische weergave van een partieel energieniveaudiagramma met enkele mogelijke processen die voorkomen wanneer een polyatomisch deeltje infrarode, zichtbare en ultraviolette straling absorbeert. Een molecule bezit eveneens gekwantiseerde rotationele toestanden die overeenkomen met de rotationele bewegingen van een molecule rond het zwaartepunt (niet getoond). Het energieverschil tussen de vibrationele toestanden is meestal een grootteorde kleiner dan tussen de energieniveaus van de elektronische toestanden. De rotationele energietoestanden liggen bovenop elk van de vibrationele toestanden die werden getoond in het energiediagramma. De energieverschillen tussen de rotationele toestanden zijn eveneens een grootteorde kleiner dan deze tussen de vibrationele toestanden.
  • 28. 1 Chemie Analytische Chemie II 28 De totale energie E geassocieerd met een molecule wordt gegeven door 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Schematische weergave van een partieel energieniveaudiagramma met enkele mogelijke processen die voorkomen wanneer een polyatomisch deeltje infrarode, zichtbare en ultraviolette straling absorbeert. met Eelektronisch de energie die overeenkomt met de elektronen in de verschillende buitenste orbitalen van het molecule, Evibrationeel de energie van een molecule als een geheel veroorzaakt door interatomaire vibraties en Erotationeel de energie voor de rotaties van het molecule rond zijn zwaartepunt.
  • 29. 1 Chemie Analytische Chemie II 29 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Infrarode absorptie Infrarode straling is gewoonlijk te weinig energetisch om elektronische overgangen te veroorzaken, maar kan wel overgangen induceren in de vibrationele en rotationele toestanden die geassocieerd zijn met de grond elektronische toestand van het molecule. Enkele van deze overgangen zijn gevisualiseerd in het laagste gedeelte. Opdat absorptie zich zou voordoen, moet de bron straling uitzenden met frequenties die exact overeenkomen met de energieën die worden voorgesteld met de lengten van de vier pijlen
  • 30. 1 Chemie Analytische Chemie II 30 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Absorptie van ultraviolette en zichtbare straling De middelste pijlen stellen dat het molecule zichtbare straling absorbeert van vijf golflengten waarbij elektronen promoveren naar de vijf vibrationele niveaus van het geëxciteerd elektronisch niveau E1.
  • 31. 1 Chemie Analytische Chemie II 31 5.3 Soorten absorptie 5.3.2 Moleculaire absorpties Absorptie van ultraviolette en zichtbare straling De meer energetische ultraviolette fotonen zijn nodig om de absorptie te induceren die wordt voorgesteld door de vijf rechtse pijlen. Moleculaire absorptie in het UV- en zichtbare gebied bestaat uit absorptiebanden van dicht op elkaar liggende lijnen.
  • 32. 1 Chemie Analytische Chemie II 32 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.1 Algemeen De botsing tussen enerzijds een foton met een welbepaalde energie-inhoud en anderzijds het te analyseren molecule resulteert in de absorptie van licht. Wanneer een groot aantal moleculen worden geplaatst in de baan van de lichtbundel is er een grotere kans dat er zich effectief botsingen voordoen zodat absorptie kan worden waargenomen. Stel een glas zwarte bessensap waardoorheen we kunnen kijken. Het lijkt het alsof de drank een paarse kleur bezit. We weten dat er bepaalde golflengten worden geabsorbeerd terwijl er andere gemakkelijk worden doorgelaten waardoor de drank zijn karakteristieke kleur bekomt. Wanneer we een tweede gelijkaardig glas zwarte bessensap plaatsen voor het eerste, lijkt de kleur tweemaal zo intens te worden omdat we beseffen dat er minder licht doorheen de twee glazen wordt doorgelaten. De waarschijnlijkheid van botsingen tussen de fotonen en de licht absorberende moleculen is namelijk verhoogd.
  • 33. 1 Chemie Analytische Chemie II 33 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.1 Algemeen Stel nu een eenvoudige doorzichtige cel of een cuvet voor die een oplossing bevat die straling bij een welbepaalde golflengte absorbeert. ε staat ook gekend als de extinctiecoëfficiënt. De absorptie zal evenredig zijn met de concentratie van het absorberende moleculaire deeltje en ook met de weglengte waardoorheen het licht zich moet voortplanten. De wet van Lambert-Beer relateert de absorptie van de meeste moleculaire deeltjes aan de concentratie, c, de weglengte, b, en de molaire absorptiviteit, ε, volgens de vergelijking Verschillende handboeken gebruiken verschillende manieren om de eenheden van ε en b uit te drukken, maar de meest voorkomende eenheid voor ε is l/(mol cm) zodat de weglengte b in cm moet staan. De wet van Lambert-Beer wordt soms uitgedrukt in termen van transmissie, T, waarbij T = 1/A. Een weglengte van één cm wordt gewoonlijk gekozen om de berekeningen van de absorbantie of molaire absorptiviteit te vereenvoudigen. De wet van Lambert-Beer is één van de meest gebruikte relaties in de analytische chemie en staat centraal in de meeste UV- en zichtbare kwantitatieve analysemethoden.
  • 34. 1 Chemie Analytische Chemie II 34 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.1 Algemeen Voorbeeld 6.5 Een cuvet waarin zich een 0,1 molaire oplossing bevindt met een weglengte van 1 cm wordt in een UV/Vis-spectrofotometer geplaatst en vertoont een absorbantie van 0,95. Bereken de molaire absorptiviteit voor deze stof. zodat
  • 35. 1 Chemie Analytische Chemie II 35 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.2 Afleiding voor de wet van Lambert-Beer We beschouwen een monochromatische lichtbundel die doorheen een cuvet gaat met daarin een absorberende stof Schematische weergave voor de vermindering van een lichtstraal die doorheen een absorberende stof gaat. De lichtstraal wordt voorgesteld met een intensiteit I en I+dI is de intensiteit is van de lichtbundel die uit de cuvet komt. waarbij k een evenredigheidsconstante is, 𝑐 de molaire concentratie en dx de dikte van de cuvet. Differentiaalvergelijking! De intensiteit van de lichtbundel is gelijk aan het aantal fotonen (of lichtkwanta) die per tijdseenheid doorheen een eenheidsgebied gaan dat loodrecht staat ten opzichte van de richting van de lichtbundel. De cuvet waarin zich de absorberende stof bevindt, heeft een breedte dx. Wanneer het aantal fotonen wordt voorgesteld met I, is –dI het aantal fotonen dat wordt geabsorbeerd door een absorberende stof over de afstand dx. De vermindering in intensiteit, –dI, is dus evenredig met de dikte dx van de cuvet en met het aantal absorberende moleculen of de concentratie van de absorberende deeltjes die zich in de cuvet bevindt. We kunnen de vermindering in intensiteit dus schrijven als
  • 36. 1 Chemie Analytische Chemie II 36 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.2 Afleiding voor de wet van Lambert-Beer Differentiaalvergelijking van de eerste orde en de eerste graad! Oplossen door de scheiding van veranderlijken toe te passen. Integreren aan beide zijden van de vergelijking van I = I0 op x = 0 tot I=I op x=l Uitwerking We bekomen voor de intensiteit, I, van een monochromatische lichtbundel die doorheen een cuvet gaat, dat In spectroscopie is het meer gebruikelijk dat er Briggse logaritmen of logaritmen met een grondtal 10 (log10) worden gebruikt in plaats van de natuurlijke logaritmen (ln). We vervangen het natuurlijk grondtal e (het Getal van Euler) door 100,43429… zodat
  • 37. 1 Chemie Analytische Chemie II 37 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.2 Afleiding voor de wet van Lambert-Beer We definiëren dat ε ≡ 0,4343k zodat De constante ε is de molaire absorptiecoëfficiënt van de absorberende stof of de extinctiecoëfficiënt. De transmissie, T, wordt gedefinieerd door waardoor T een bereik heeft tussen 0 en 1. Het percentage transmissie is eenvoudigweg %T en heeft een bereik tussen 0 en 100 %. Verhoogt de absorbantie met een eenheid, dan verlaagt de transmissie met een factor 10. Wanneer er geen licht wordt geabsorbeerd is I=I0 en A=0. Indien de wet van Lambert-Beer wordt gevolgd, wordt de absorbantie gegeven door Daar 𝑐 wordt uitgedrukt in mol/dm3, l in meter en A een getal is zonder eenheden, zal de SI-eenheid ε gelijk zijn aan m2/mol. waarbij c in mol/l en b de lengte is van de cuvet in cm zodat ε wordt uitgedrukt in lmol–1cm–1. De molaire absorptiecoëfficiënt wordt traditioneel echter gedefinieerd door
  • 38. 1 Chemie Analytische Chemie II 38 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer Een groot voordeel van de wet van Lambert-Beer is dat het kan worden gebruikt om de concentratie van een stof te relateren aan de absorptie van eender welk type van licht. De wet van Lambert-Beer stelt namelijk dat een plot van de absorbantie A in functie van de concentratie c een rechte moet zijn door de oorsprong met helling εb. Desalniettemin moet steeds in het achterhoofd worden gehouden dat er verschillende benaderingen werden gemaakt in de vergelijking die de situaties beperken waaronder de wet kan worden gebruikt.
  • 39. 1 Chemie Analytische Chemie II 39 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer Een werkelijke beperking op de wet van Lambert-Beer Een schijnbare instrumentele benadering in de wet van Lambert-Beer Eveneens kan het gebeuren dat licht de detector van de spectrofotometer bereikt zonder door het staal te gaan waardoor er fouten kunnen voorkomen in de gemeten absorbantiewaarden. Dit strooilicht leidt tot een negatieve afwijking op de wet van Lambert-Beer. Anderzijds kan er aan het oppervlak van de cuvet, waarin zich het staal bevindt, ook reflectie van het licht optreden waardoor dit licht de detector niet bereikt. Dit effect verhoogt de schijnbare absorptie van licht en zorgt voor een positieve afwijking op de wet van Lambert-Beer. De wet is enkel geldig is voor verdunde stalen (< 0,01 M). In de afleiding wordt er vanuit gegaan dat alle absorberende deeltjes in het staal onafhankelijk van elkaar handelen. Afwijkingen komen voor bij hogere concentraties omdat bij hogere concentraties de afstand tussen de individuele deeltjes zodanig klein wordt dat het elektrisch veld rond één deeltje de absorptie van licht rond een ander deeltje zal beïnvloeden. Daardoor wordt de gemeten absorbantie bij hoge concentraties lager dan men zou verwachten (negatieve afwijking). De wet stelt dat absorbantie van het staal wordt gemeten gebruik makend van monochromatisch licht of licht dat bestaat uit één enkele golflengte. In de praktijk is het onmogelijk om spectrofotometers te bouwen die perfect monochromatisch licht uitzenden. Spectrofotometers zenden steeds polychromatisch licht of licht bestaande uit twee of meerdere golflengten uit. Bij het gebruik van polychromatisch licht zal de molaire absorptiecoëfficiënt ε wijzigen zodat een negatieve afwijking op de wet van Lambert-Beer wordt bekomen. Om deze reden worden absorbantiemetingen uitgevoerd nabij het maximum van een piek in een absorptiespectrum.
  • 40. 1 Chemie Analytische Chemie II 40 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer Bij het gebruik van polychromatisch licht zal de molaire absorptiecoëefficiënt ε wijzigen zodat een negatieve afwijking op de wet van Lambert-Beer wordt bekomen. Om deze reden worden absorbantiemetingen uitgevoerd nabij het maximum van een piek in een absorptiespectrum. Bron: https://pharmaxchange.info/2012/05/ultraviolet-visible-uv-vis-spectroscopy Figure A: Shows the difference in deviations in absorbance when values are obtained at maximum wavelength of absorbance (band A) vs other wavelengths of absorbance (band B). Figure B: shows the deviations in Beer-Lambert law due to observations made at wavelengths other than lambda max.
  • 41. 1 Chemie Analytische Chemie II 41 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer Schijnbare chemische afwijkingen op de wet van Lambert-Beer treden op wanneer de absorberende deeltjes deelnemen aan een chemische reactie. Dit probleem kan voorkomen in de chemische evenwichtsreacties van zwakke zuren of zwakke basen waarbij protonen worden uitgewisseld.
  • 42. 1 Chemie Analytische Chemie II 42 5.4 De wet van Lambert-Beer 5.4.3 Beperkingen van de wet van Lambert-Beer Schijnbare chemische afwijkingen op de wet van Lambert-Beer treden op wanneer de absorberende deeltjes deelnemen aan een chemische reactie. Dit probleem kan voorkomen in de chemische evenwichtsreacties van zwakke zuren of zwakke basen waarbij protonen worden uitgewisseld. Bron: https://pharmaxchange.info/2012/05/ultraviolet-visible-uv-vis-spectroscopy Acid and Base forms of phenol red along with their UV spectra at different pH demonstrates chemical deviations of Beer-Lambert law in UV-Visible spectroscopy
  • 43. 1 Chemie Analytische Chemie II 43 5.5 De spectrofotometer Een schematische weergave van een enkelstralig spectrofotometrisch experiment waarbij I0 de lichtintensiteit van de bundel voorstelt dat het staal binnenkomt; I de lichtintensiteit van de bundel die uit het staal komt; l de lengte van het pad doorheen het staal. Een rudimentair spectrofotometrisch experiment. Het licht gaat doorheen een monochromator (een prisma, een rooster of zelfs een filter) om één welbepaalde golflengte te selecteren. Van licht dat slechts uit een smal golflengtebereik bestaat, wordt gezegd dat het monochromatisch is (“één kleur”). Het monochromatisch licht met lichtsterkte I0, treft een staal met lengte l. De lichtsterkte van de bundel die opduikt aan de andere kant van het staal is I. Een gedeelte van het licht kan worden geabsorbeerd door het staal zodat I ≤ I0.
  • 44. 1 Chemie Analytische Chemie II 44 5.5 De spectrofotometer 5.5.1 Lichtbronnen • Lichtbron nodig met een constante intensiteitsontwikkeling of vermogen. • De lichtbron moet voldoende intens zijn zodat er voldoende straling wordt doorgelaten om te kunnen worden gedetecteerd. • Het te onderzoeken staal moet op elk moment bestraald worden met een stralingsbron die zo monochromatisch mogelijk is. Dit betekent dat het bereik van de golflengte zo nauw mogelijk moet zijn. Een monochromator is het meest gebruikte toestel om een lichtgolflengte te selecteren zodat een staal kan worden bestraald. • Het stralingsvermogen van vele lichtbronnen stijgt exponentieel stijgen met het toegepast voltage en zeer kleine fluctuaties in de toegepaste elektrische voeding kunnen significante variaties veroorzaken in de intensiteit van de inkomende straling zodat er in de praktijk vaak voltageregulatoren worden gebruikt in de stroomlijn van de lichtbron.
  • 45. 1 Chemie Analytische Chemie II 45 5.5 De spectrofotometer 5.5.1 Lichtbronnen Gloeidraadlampen van wolfraam Het merendeel van de UV- en zichtbare spectrofotometers gebruiken gloeidraadlampen van wolfraam om straling te verschaffen in het golflengtegebied tussen 320 en 2500 nm dat het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spectrum grotendeels bedekt. Gewoonlijk zal de temperatuur waarbij de wolfraam gloeidraadlampen worden gebruikt, liggen in een bereik van 2900 tot 3000 K. Bron: Séamus P J Higson, Analytical Chemistry, Oxford University Press (2004) Bron: https://www.flickr.com/photos/zeissmicro/ Scanning electron micrograph of light bulb filament Pure tungsten has some amazing properties including the highest melting point (3695 K), lowest vapor pressure, and greatest tensile strength out of all the metals. Because of these properties it is the most commonly used material for light bulb filaments. Image taken with ZEISS EVO SEM www.zeiss.com/sem
  • 46. 1 Chemie Analytische Chemie II 46 Wolfraam-halogeenlampen bevatten kleine hoeveelheden jood. In dergelijke halogeenlampen kan de temperatuur verhoogd worden tot 3600 K zodat dit toelaat dat de intensiteit van de bekomen straling kan worden verhoogd en dat er ook nog intensiteit is waar te nemen tot ongeveer 3000 nm. Zowel de wolfraam en wolfraam-halogeenlampen zijn geschikt voor het meten in het zichtbare gebied van het spectrum. 5.5 De spectrofotometer 5.5.1 Lichtbronnen Gloeidraadlampen van wolfraam Het emissiespectrum van een wolfraam infraroodlamp.
  • 47. 1 Chemie Analytische Chemie II 47 5.5 De spectrofotometer 5.5.1 Lichtbronnen Waterstoflampen en deuteriumlampen De waterstoflampen en deuteriumlampen zijn twee andere lichtbronnen die kunnen worden gebruikt in UV/Vis-spectroscopie. Beide lampen bestaan uit twee inerte elektroden in kwartbehuizing die gevuld is met H2 of D2. Door een hoge spanning aan te leggen tussen de twee elektroden, zal er eerst een excitatie optreden van H2 of D2 en de daaropvolgende dissociatie in H- of D-atomen resulteert in de emissie van licht. Waterstof- en deuteriumlampen bieden ultraviolette straling als een continue band tussen 180 en 370 nm. Een deuteriumlamp is iets meer gebruikelijk in moderne labo’s omdat het een meer intense lichtemissie geeft.
  • 48. 1 Chemie Analytische Chemie II 48 5.5 De spectrofotometer 5.5.2 Golflengteselectoren Een golflengteselector of monochromator bestaat uit een smalle opening (slit of spleet) waardoor het licht binnenkomt, een systeem om het licht te scheiden in verschillende golflengten en een andere smalle spleet waardoorheen een gedeelte van het licht kan worden doorgelaten om doorheen het staal te kunnen gaan. In spectrofotometers wordt er hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een prisma of een rooster om het licht te scheiden in verschillende golflengten. Prisma Prisma's die gebruikt worden in het zichtbare gebied zijn gemaakt van glas. De brekingsindex van een stof is in het algemeen afhankelijk van de golflengte λ van de lichtstraal. In het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spectrum is de brekingsindex bijgevolg afhankelijk van de kleur van het licht. Omdat de verschillende kleuren onder een andere hoek gebroken worden, zal het verschil in de brekingsindex van glas in functie van de golflengte ervoor zorgen dat er een scheiding van het licht in zijn verschillende kleuren kan optreden. Schematische weergave voor het gebruik van een prisma om zichtbaar licht te breken in zijn verschillende kleuren. Het rode licht (λ1) zal het minst worden afgebogen en het violet licht (λ2) het meest.
  • 49. 1 Chemie Analytische Chemie II 49 5.5 De spectrofotometer 5.5.2 Golflengteselectoren Roosters In een transmissierooster wordt de breking van licht veroorzaakt doordat het licht doorheen een rooster gaat dat bestaat uit smalle spleten en die constructieve of destructieve interferentie van het licht veroorzaken. Verschillende golflengten van licht zullen verschillende hoeken hebben waarbij ze constructieve interferentie produceren waardoor het mogelijk is om deze golflengten te selecteren. Een reflectierooster is het meest gebruikt in hedendaagse spectrofotometers. Dit type van rooster bestaat uit een gepolijst en reflecterend oppervlak met een reeks van parallelle en dicht op elkaar liggende inkepingen. Wanneer een lichtstraal wordt gereflecteerd aan dit oppervlak, wordt opnieuw constructieve en destructieve interferentie gecreëerd. Voor welbepaalde hoeken kan er een constructieve interferentie optreden voor specifieke golflengten van licht. Het veranderen van de oriëntatie en de hoek van een transmissie- of een reflectierooster zal de gekozen golflengte met constructieve interferentie doorlaten doorheen de uitgangspleet.
  • 50. 1 Chemie Analytische Chemie II 50 5.5 De spectrofotometer 5.5.3 Detectoren De fotobuis (of foto-elektrische cel of vacuüm cel) fotonen draadvormige anode glazen of kwarts huls onder vacuüm DC-versterker en uitlezing 90 V +– kathode elektronen In een luchtledige glazen buis (eventueel met een kwartsvenster om UV-licht door te laten) zijn twee elektroden aangebracht: een kathode in de vorm van een halve cilinder en een staafvormige anode. Schematische weergave van een fotobuis (Bron: Dr. Liesbet Weckhuysen). Het oppervlak van de kathode is bedekt met een alkalimetaal (vb. cesium) of een metaaloxide zodat elektronen worden vrijgesteld wanneer elektromagnetische straling invalt op de kathode. Wanneer over de kathode en anode een spanning wordt aangelegd, zullen deze elektronen worden aangetrokken door de staafvormige anode. Hierdoor ontstaat een zwakke elektrische stroom, evenredig met de ingevallen lichtintensiteit.
  • 51. 1 Chemie Analytische Chemie II 51 kathode anodevacuüm tube dynodes-3000V -2400V -1800V -1200V -600V -2700V -2100V -1500V -900V -300V foton De bundel elektronen groeit na iedere inslag op een dynode. 0 V elektronen stroomI 5.5 De spectrofotometer 5.5.3 Detectoren De foto-vermenigvuldigingsbuis Dit detectiesysteem is een uitbreiding van de gewone fotobuis. Tussen de kathode en de anode worden meerdere elektroden, dynoden, geplaatst worden die progressief op een hogere potentiaal worden gehouden. Schematische weergave van een foto-vermenigvuldigingsbuis (Bron: Dr. Liesbet Weckhuysen).
  • 52. 1 Chemie Analytische Chemie II 52 5.5 De spectrofotometer 5.5.4 Enkelstraal en dubbelstraal spectrofotometers Enkelstraal spectrofotometers Een enkelstraal spectrofotometer betekent dat het licht één pad volgt doorheen het instrument. Het licht in dit instrument komt van een lichtbron. De golflengte wordt geselecteerd door gebruik te maken van een monochromator. Vervolgens gaat dit licht doorheen het staal in een cuvet en de intensiteit van het overblijvende licht wordt gemeten door een detector. Doordat transmissie of absorbantie worden gedefinieerd in termen van de verhouding van de lichtintensiteit die doorheen het staal gaat, moet er een manier zijn om beide grootheden in dit apparaat te kunnen meten. Het toestel wordt eerst aangepast zodat het een output geeft van 0 % transmissie wanneer een luik wordt gesloten en er geen licht het staal kan bereiken (in het Engels dark current). Het instrument wordt dan ingesteld op 100 % transmissie (of A = 0) wanneer een blanco-oplossing dat geen analyt bevat in het apparaat wordt gebracht. Vervolgens wordt het staal in het apparaat gebracht en wordt haar %T of A gemeten.
  • 53. 1 Chemie Analytische Chemie II 53 5.5 De spectrofotometer 5.5.4 Enkelstraal en dubbelstraal spectrofotometers Dubbelstraal spectrofotometers In een dubbelstraal spectrofotometer wordt de originele lichtbundel gesplitst zodat de helft van het licht doorheen een referentie (of blanco) oplossing gaat terwijl de andere helft van het licht doorheen het staal passeert. Dubbelstraal spectrofotometers verminderen de fouten die kunnen veroorzaakt worden door plotselinge afwijkingen in de lampintensiteiten of afwijkingen van signalen op de detector. Wanneer de intensiteit van de lamp of de signalen op de detector veranderen, zullen deze veranderingen een effect hebben op zowel het signaal van het staal als op de blanco terwijl de verhouding van deze signalen onveranderd zal blijven.
  • 54. 1 Chemie Analytische Chemie II 54 5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen 5.6.1 Chromoforen Het UV/Vis-spectrum van een stof kan heel vaak worden gebruikt om de aanwezigheid in een staal te identificeren. Vele stoffen, en zeker de stoffen die gekleurd zijn, absorberen straling die karakteristiek is over een welbepaald golflengtegebied. Verschillende moleculaire groepen kunnen aanleiding geven tot het absorberen van licht bij karakteristieke golflengten en staan gekend als chromoforen. Chromoforen zijn functionele moleculaire groepen die de reden zijn waarom stoffen gekleurd kunnen zijn of waarom er straling bij een welbepaalde golflengte wordt geabsorbeerd. Chromoforen bezitten elektronen die in staat zijn om te worden geëxciteerd door de absorptie van UV- of zichtbaar licht. Veel sterk gekleurde verbindingen bezitten ofwel een transitiemetaalion of een uitgebreid geconjugeerd systeem met afwisselend enkelvoudige en dubbele bindingen. Zeer kleine veranderingen in de structuur van de stoffen, kunnen aanleiding geven tot extreem verschillende absorptiefenomenen. Dergelijke veranderingen vormen de basis van vele pH-gevoelige indicatoren zoals fenolftaleïne.
  • 55. 1 Chemie Analytische Chemie II 55 5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen 5.6.2 Kwalitatieve toepassingen van UV/Vis-spectroscopie Het vergelijken van de UV/Vis-spectra van de twee structuren van fenoltaleïne kunnen ons gemakkelijk doen afleiden of het molecule zich in de geprotoneerde of in de gedeprotoneerde vorm bevindt.
  • 56. 1 Chemie Analytische Chemie II 56 5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen 5.6.2 Kwalitatieve toepassingen van UV/Vis-spectroscopie UV/Vis-spectroscopie stelt ons in staat om zowel een specifiek moleculair deeltje te identificeren, maar dient bovendien als een analytische vingerafdruktechniek. Voorbeeld Bron: Jacobs, M., Meynaerts, B., Chiaverini, N., Mortier, T. (2017). Recovering Bulk Gold From Scrap Electronics to Synthesize Gold Colloids. The Chemical Educator (18), 135−136. Het absorbantiespectrum van een goudzout ([AuCl4]–) opgelost in methanol. De specifieke absorptiebanden werden gebruikt als karakterisatie om effectief de goudzouten aan te tonen tijdens een studentenonderzoeksproject.
  • 57. 1 Chemie Analytische Chemie II 57 5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen 5.6.3 Het effect van verschillende organische chromoforen Organische stoffen die optreden als chromoforen bezitten elektronen die eenvoudig kunnen worden geëxciteerd en bijgevolg gepromoveerd naar hogere energieniveaus door de absorptie van licht in het UV- of zichtbare gebied van het elektromagnetische spectrum. Organische chromoforen bezitten vaak één of meerdere dubbele of drievoudige bindingen en/of aromatische structuren.
  • 58. 1 Chemie Analytische Chemie II 58 5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen 5.6.4 UV/Vis-absorptie door anorganische stoffen De meeste anorganische stoffen absorberen UV- en/of zichtbare straling en vertonen absorptiespectra met meestal brede alsook overlappende absorptiegebieden. Stoffen van de eerste twee transitiereeksen behoren tot de meest gekleurde anorganische verbindingen. Absorptie door deze stoffen houdt de transities in van elektronen tussen halfgevulde en gevulde d-orbitalen en bijgevolg zal de golflengte waarbij de absorptie voorkomt afhankelijk zijn van het atoomnummer, de oxidatietoestand van het metaal alsook het ligand aan welke dit is gebonden. Een gedetailleerde behandeling van de kleurenchemie van anorganische stoffen is echter buiten het bereik van deze cursus en behoort tot het domein van de gevorderde anorganische chemie.
  • 59. 1 Chemie Analytische Chemie II 59 5.6 Kwalitatieve UV/Vis-metingen 5.6.5 UV/Vis-absorptieprocessen voor Charge-transfer complexen Vele anorganische en organische stoffen absorberen UV- of zichtbaar licht en kunnen ladingsov erdrachten ondergaan → charge-transfer complexen εmax ≈ 10 000 l mol-1 cm-1 of meer → deze verbindingen zijn zeer gekleurd zijn en zelfs bij zeer lage concentraties te kwantificeren. Een `charge-transfer complex' bezit een elektronengevende groep tezamen met een acceptorgroep. Wanneer de absorptie van licht voorkomt, wordt een elektron overgedragen naar een orbitaal die grotendeels geassocieerd wordt met de donerende groep naar een orbitaal die grotendeels wordt geassocieerd met de accepterende groep. Dit gedrag contrasteert met de absorptie van een organisch chromofoor waarbij elektronen worden geassocieerd met gedeelde moleculaire orbitalen. In vele voorbeelden zal een metaalion optreden als de elektronenacceptor. Voorbeelden KMnO4 = paars K2Cr2O7 = oranje [Cu(NH3)4]2+ = diepblauw
  • 60. 1 Chemie Analytische Chemie II 60 5.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie De meest voorkomende toepassing is de rechtstreekse meting van de analyten door colorimetrie. Dit is het gebruik van de spectrofotometer in het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spectrum waarbij iemand op het zicht de kleur van een staal kan observeren. Deze aanpak kan op een analoge manier gebruikt worden onder de vorm van rechtstreekse metingen gemaakt door het instrument in het ultraviolette gebied. Met deze techniek zal de concentratie van een analyt worden bepaald door de absorbantie van een onbekende concentratie van een stof te bepalen en te vergelijken met de absorbantie van een gekende concentratie van hetzelfde materiaal. Wanneer de molaire absorptiviteit van het analyt gekend is en een staal heeft een gekende of een te verwaarlozen achtergrondabsorbantie, kan de concentratie van een analyt rechtstreeks worden bepaald gebruik makende van de wet van Lambert-Beer. Deze eenpuntsmethode is eenvoudig om te doen, maar geeft vaak fouten wanneer het staal en de standaard niet dezelfde lineariteit vertonen in het gebied volgens de wet van Lambert-Beer of als er verschillen zijn in voorwaarden die werden gebruikt om deze oplossingen te onderzoeken zoals de pH van de oplossing of kleine veranderingen in de detectie van de golflengte. Stel dat de molaire absorptiviteit van een analyt gelijk is aan 5,34 × 103 l mol–1 cm–1 bij een bepaalde golflengte. Hetzelfde analyt geeft een absorbantie van 0,573 in een staal geplaatst in een 2,00 cm staalhouder waarbij een blanco werd gebruikt om de achtergrondabsorbantie van het staal te corrigeren. Eén manier om de concentratie van het analyt in het staal te schatten is door het herschikken van de wet van Lambert-Beer zodat
  • 61. 1 Chemie Analytische Chemie II 61 5.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie Betere benadering: meerdere standaarden met verschillende concentraties gebruiken, plot uittekenen volgens de wet van Lambert-Beer waarbij er eerst standaarden worden gemeten onder dezelfde voorwaarden als die zullen worden gebruikt voor de stalen waaronder hetzelfde solvent en dezelfde gebruikte golflengte. Opgenomen spectra van verschillende concentraties aan kaliumpermanganaat opgelost in water die werden genomen met een Shimadzu UV/Vis 1800 spectrofotometer in een cuvet met een weglengte van één cm. De concentraties zijn respectievelijk 0,1; 0,15; 0,2; 0,25; 0,3; 0,35 en 0,4 mM aan kaliumpermanganaat in water. 525 Voorbeeld De absorbanties bij 525 nm uitgezet in functie van de verschillende concentraties aan kaliumpermanganaat.
  • 62. 1 Chemie Analytische Chemie II 62 5.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie Lineair verband tussen A en c. De golflengte van 525 nm werd gekozen omdat bij deze golflengte kaliumpermanganaat maximaal absorbeert. De golflengte waar een stof maximaal absorbeert wordt geschreven als λmax. Met behulp van een regressie-analyse doorheen de datapunten wordt een vergelijking van een rechte bekomen. De helling van deze rechte geeft ons een waarde voor de molaire absorptiviteit van kaliumpermangnaat en werd in dit geval experimenteel bepaald als De absorbanties bij 525 nm uitgezet in functie van de verschillende concentraties aan kaliumpermanganaat.
  • 63. 1 Chemie Analytische Chemie II 63 Voorbeeld 6.6 6.7 Kwantitatieve UV/Vis-spectroscopie Bij een golflengte van 525 nm is experimenteel bepaald dat de molaire absorptiviteit van KMnO4 glijk is aan 2245 l mol-1cm-1. Een onbekend staal KMnO4 werd 200 maal verdund en gepipetteerd in een cuvet met 1,00 cm weglengte. Een absorbantie van 0,363 werd met een UV/Vis- spectrofotometer gemeten bij 525 nm. Bereken de concentratie aan KMnO4 in het onverdunde staal in mol/l. De concentratie van het verdunde staal kan worden berekend uit