Daan Aerts verhaalt over de stappen die in Hoogstraten gezet werden om een onderbouwd advies te verkrijgen over de ontwikkeling van een gemeenschapscentrum.

1. STUDIE CULTUURHUIS

2. Studie opgevat in vier fasen:
- Fase 1: Gericht onderzoek
Fase 1a: Onderzoek naar gewenst profiel
Fase 1b: Behoeften verenigingen
- Fase 2: Globaal ruimtelijk programma
- Fase 3: Locatieonderzoek
- Fase 4: Definitief ruimtelijk ontwikkelingsscenario
Globaal plan van aanpak

4. Fase 1: Gericht onderzoek

5. Verloop van het verkenningstraject
Fase 1: Gericht onderzoek

6. Met deze studie beoogde het stadsbestuur een zeer specifiek doel, nl.
het bekomen van een onderbouwd advies inzake de gewenste
ontwikkeling van het gemeenschapscentrum dat de basis moet vormen
voor een besluitvorming inzake de ambitie voor de verdere ontwikkeling
van het gemeenschapscentrum en adviezen te verkrijgen voor een
optimale werking van “een” gemeenschapscentrum (GC).
Opzet Fase 1

7. Regiopositionering
Bezochte centra:
Turnhout, Beerse, Brecht, Essen, Merksplas, Ravels, Rijkevorsel en Wuustwezel

8. Benchmarking
Bezochte centra:
Maaseik, Herent, Ternat, Asse en Kapelle-op-den-Bosch

9. De waarde van deze exploraties zijn, zowel voor het regio-onderzoek als de
benchmarking, in elk geval:
- Een rijke ervaring van de onderzoeker die daardoor een uitzonderlijke
expertise verwierf, zowel qua contacten als – vooral – met inzichten in de vele
dimensies van een Gemeenschaps- en cultuurcentrum;
- Een reeks van tips, adviezen enz. van uiterst praktisch tot meer
beheers- en beleidsmatig;
- Een verzameling van praktijken, ervaringen, evaluaties en adviezen
die zeker behulpzaam en oriënterend zullen zijn bij de verdere
uitwerking van een GC in Hoogstraten.
Verwerking van de respons

10. De survey beoogde twee belangrijke en elkaar aanvullende doelstellingen:
- Het registreren van de perceptie van eerst en vooral de inwoners van
Hoogstraten, aangevuld met externe belangstellenden en belanghebbenden;
- Tegelijkertijd ook een publiek forum voor dit proces van positionering creëren, dit
betekent dat door het promoten van de survey mensen op de hoogte worden
gesteld van wat het stadsbestuur beoogt, namelijk een publiek debat rond de
positionering van het gemeenschapscentrum.
Survey bij de bevolking

11. Survey bij de bevolking

12. Aantal algemene reflecties:
• Survey als instrument heeft aantal beperkingen
- Specialistische vraagstelling
- Representativiteit
 Maar daardoor net grote inhoudelijke waarde
• Survey heeft vooral inhoudelijke, kwalitatieve relevantie. Het is een opeenstapeling
van honderden meningen van wellicht betrokken en redelijk geïnformeerde
mensen.
• Het was een beschrijvend statistische oefening die peilt naar interessante,
prikkelende, veelbelovende vaststellingen die dienen als prikkel voor reflectie en
verder onderzoek.
Verwerking van de respons

13. De opzet was om zoveel mogelijk informatie te verzamelen
over de huidige werking van de verenigingen evenals de
bestaande ruimte- en infrastructuurbehoeften.
Bevraging verenigingen

14. De bevraging onder de verenigingen bereikte niet de gewenste respons waardoor de
representativiteit beperkt is. Niettemin kan algemeen gesteld worden dat volgende
punten globaal naar voor komen:
- Geen al te grote zekerheid over de gebruikte locaties, wel grote tevredenheid
daarover.
- Sterke locatiegebondenheid aan de verschillende deeldorpen
- Duidelijke behoefte aan gemeenschapscentruminfrastructuur
Verwerking respons

15. Het voorlopig en tussentijdse rapport van dit exploratietraject werd voorgelegd aan
een aantal experts.
De bedoeling was duidelijk en scherp: zowel de aanpak als (vooral) de resultaten van
deze verkenning van het profiel van een gemeenschaps-/cultuurcentrum in
Hoogstraten zouden kritisch worden beschouwd, besproken, geduid en geamendeerd
door een bewust gekozen groep mensen. Deze brachten elk een heel specifieke en in
dit kader bijzonder relevante expertise mee.
Experten-overleg

16. Duidelijke nood, behoefte en verwachting
De nood en behoefte aan “meer” leeft. Dit betekent een combinatie van volgende
elementen:
- Meer aanbod (in kwantitatieve zin)
- Aanvullend aanbod (uit brede culturele context, van/met professionele kwaliteit, met
bovenlokale uitstraling, voldoende divers)
- En dit in geschikte accommodatie
Conclusie Fase 1

17. Bedoeling om een aantal concepten uit te werken voor een mogelijk GC/CC. Het
college van burgemeester en schepenen zal dan keuze moeten maken voor een
scenario dat we verder zullen uitwerken.
Bouwstenen en
conceptontwikkeling
Scenario’s verfijnen
en programma’s
uitschrijven
Eindrapport
fase 2 en 3
(aug’ – sept’ 2017) (okt’ – dec’ 2017) (januari 2018)
Fase 4:
Definitief
ontwikkelingsscenario
(jan’ – april 2018)
Hoe nu verder?

18. Vragen?