(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
Adviezen over koninklijk domein Opgrimbie
1.
2.
3.
4. Vlaamse overheid
Grasmarkt 61
1000 BRUSSEL
T 02 504 03 00
IBAN BE03 3751 1172 5184
BIC BBRUBEBB
btw BE 0225 944 375
www.toerismevlaanderen.be
Ruimte Vlaanderen
Chris Fermon
Koning Albert II-laan 19 bus 16
1210 BRUSSEL
Uw kenmerk Ons kenmerk Plaats Datum
2.12/73107/102.2 Brussel
Contactpersoon E-mail Telefoonnummer
Mia Lammens Mia.lammens@toerismevlaanderen.be 02 504 03 83
Voorontwerp RUP ‘Domein Opgrimbie’
Geachte
Na een analyse van het RUP ‘Domein Opgrimbie’ heeft Toerisme Vlaanderen geen opmerkingen en gaat
bijgevolg akkoord met het voorliggende RUP.
Vriendelijke groeten
Peter De Wilde
Administrateur-generaal
5. 2016-04-29
De heer Luc Goedertier
afdelingshoofd
Ruimte Vlaanderen
Afdeling Gebieden en Projecten
Phoenixgebouw
Koning Albert ll-laan 19 bus 12
1210 BRUSSEL
Contactpersoon: Sigrid Janssen
Telefoonnummer: 01 1 23 83 75
Kenmerk: 1 24.03.1 0/5201 6N01 91 99
Dossier: 201 3N002330
Bijlagen: Advies Dienst Water en Domeinen
r o v in c i eLimburg
D¡r¿rtie omgeving
nuimtelijke elanning en seleid
Provincie timburg, Un¡versite¡tslø on 1, 8-3500 Hasselt
ler€foo¡ 011 23 83 05 ¡ax 011 24 92 35
roplangroep@limburg.be www.limburg.be
Bij antwogtd kenmetk, dossiet en dotum vetmelden
p
Mijnheer de secretaris-generaal
BetrcÍt: het advies naar aanleiding van de plenaÌre vergadering over het voorontwerp van het
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Domeín Opgrim bie "
Conform artikel 2.2.6 g1 Vlaamse Godex Ruimtelijke Ordening wordt de deputatie van de provincie
Limburg uitgenodigd op de plenaire vergadering over het voorontwerp van het gewestelijk RUP "Domein
Opgrimbie".
ln zitting van 28 april2016 heeft de deputatie kennis genomen van dit GRUP en wenst volgend advies uit
te brengen.
De stedenbouwkundige voorschriften laten toe dat de villa kan uitbreiden; de nood tot
uitbreiding is echter doorheen de toelichtingsnota niet omschreven.
Het GRUP wordt in het kader van de bindende bepalingen rond onbevaarbare
waterlopen voon¡vaardelijk gunstig beoordeeld; bij de te verwachten
vergunningsaanvraag moeten lozingen (bestaand en nieuw) van regen- en afvalwater
worden geihventariseerd. Ui{gangspunt moet zijn dat het regenwater ter plaatse kan
bezinken en dat het afvalwater gezuiverd wordt (d.m.v. IBA of KWZI) alvorens te lozen.
(zie ook integraal advies Dienst Water en Domeinen)
Wat betreft de Watertoets is gebleken dat als gevolg van dit GRUP geen betekenisvol
schadelijk effect op het milieu te venrachten is als gevolg van de verandering van de
toestand van watersystemen door het realiseren van dit RUP voor zover de voonuaarden
onder punt drie van de Watertoets worden opgenomen in de stedenbouwkundige
voorschriften en toelichting; de ruimte voor water die moet gecreëerd worden onder de
vorm van open paterbergingszones moet binnen elk van de voorgestelde zoneringen in
dit GRUP mogelijk zijn. (zie ook integraal advies Dienst Water en Domeinen)
De Dienst Mobiliteit en Routenetwerken is reeds enige tijd bezig een nieuw mountainbikenetwerk
te ontwikkelen in het Nationaal Park Hoge Kempen en dit in nauwe samenwerking met het
Agentschap voor Natuur en Bos, het Regionaal Landschap Kempen en Maasland en de
betreffende gemeenten. Het wordt een netwerk met verschillende lussen voor in totaal zo'n 170
km routes in de gemeenten Maaseik, Dilsen-Stokkem, Maasmechelen, Lanaken, As, Genk en
Zutendaal en dit op 3 plaatsen verbonden met het netwerk in de Duinengordel.
Het traject in de buurt van het plangebied dat door het ANB is voorgesteld is hieronder
weergegeven.
cotraspondentieadres
6. Het traject bevindt zich net buiten de omheining van het domein op voorstel van het ANB. Wij
stellen echter vast dat de route de westelijke uitloper van dit plangebied doorsteekt t.h.v. het
wad. Wij vragen deze doorsteek te mogen behouden.
Een afschrift van deze brief wordt ter kennisgeving verzonden aan het Ruimte Vlaanderen
Limburg.
de deputatie
*Ptw
IW
@
Renata Camps
provinciegriffier
Moors
VERZONDEN
1g APR,1010
2
7. 201 6-04-1 9
&p r o v in c i eLimburg
Direct¡? Omgev¡ng
Woter en Domeinen
¡ de afstand van gebouwen. vaste constructies en beplantingen naast de waterlooÞ
. het olaatsen van afsluitingen naast de waterloop
. machtigingen
DOSSIER: het GRUP Domein Opgrimbie
DEEL I TNLTC']flNEEN
Liqging van het perceel:
r gemêenteMaasmechelen,
. niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied
Waterloop en machtiqinq
. stroomgebied van de onbevaarbare waterlopen: I{EIWICKBEEK' nummer 8O5, categorie:
2de
. watering: neen
DEEL 2 AFSÍAND 7O7 DE WÁTEELOOP: VIJFT]EÍERZONE VßIJHOUDEN - ZONE NON
AEDTFTCÂNDT
De vergunninghouder moet volgende voonivaarden naleven:
2.1 Afstand tot de waterloop
De minimumafstand voor het oprichten van gebouwen, vaste constructies en vaste beplantingen tot de
taludinsteek van de waterloop/rand van de overuvelving moet vijf meter bedragen zowel op de linker- als
de rechteroever zodat het recht van doorgang, het afzetten van ruimingsproducten en het onderhoud van
de waterloop gewaarborgd blijft. Leidingen of verhardingen binnen de vijfmeterzone moeten overrijdbaar
zijn voor voertuigen met aslast 15 ton en totaal gewicht tot 30 ton.
Geen grondbewerkingen zijn toegelaten op minder dan 1 m langs de waterloop volgens het decreet
integraal waterbeleid van 18 juli 2003.
Binnen een afstand van 6 m langs de waterloop mogen geen naaldbomen geplant of herplant worden.
Ophoging van de oever binnen de vijf meter vanaf de rand van de ovenruelving/taludinsteek van de
waterloop is vergunningsplichtig en moet beoordeeld worden in kader van de watertoets)
De vijfmeterzone is niet aangeduid op het plan.
2.2. Afrasterinqen en afsluitingen
Rfrasteringen en afsluitingen parallel met de oeverlijn van de waterloop mogen zonder machtiging
opgericht worden op 0,75 m tot 1 m van de taludinsteek en mogen niet hoger zijn dan 1,50 m.
Afrasteringen of afsluitingen die niet parallel met de oeverlijn van de waterloop opgericht worden binnen
de vijfmetêrzone mogen nooit de doorgang langs de waterloop en/of de doorgang naar achterliggende
Kenmerk
1 24.02.1 0 /5201 6N0 1 9640
Dossier
20'13N003205 - RUP 352
Bijlagen
Advies in verband met bindende bepalingen en machtigingen
bevaarbare waterlopen van tweede of derde cate
rond
orle ove
8. Machtiging is vereist voor volgende werken aan de waterloop:
o lozingen en lozingsconstructies in de waterloop.
. aanbrengen van oeververdediging, ovenuelving, herprofilering, verlegging of andere
. werken aan de waterloop.
Bii de te verwachten vergunningsaanvraag moeten lozingen (bestaand en nieuw) van
re$en' en afvalwater worden geihventariseerd. Uitgangspunt moet zijn dat het
regenwater ter plaatse kan bezinken en dat het afvalwatet gezuiverd wotdt (d.m.v.
IBA of KWZU alvorens te lozen.
DEEL 4 CONCLUSTE
Het dossier wordt in het kader van de bindende bepalingen rond onbevaarbare
waterlopen voorwaardelijk gunstig beoordeeld.
1 Afstand tot de waterloop: vijfmeterzone vriihouden - zone non aedificandi
Het plan kan goedgekeurd worden voor zover in een apart artit<el worot opgenomen:
De minimumafstand voor.het oprichten van gebouwen, vaste constructies en vaste beplantingen tot de
tal-tld!-n-sle-ek-Y-an.d-e--w-a!-er!9--op.Í-and.-v-qn--d-e--qy-env-çJv-i-ng moet vijf meter bedragen zowet op de tinker- ats
de rechteroever zodat het recht van doorgang, het afzelten van iuimingsproduóten en het ònderhoud van
de waterloop gewaarborgd blijft.
Aanduiding waterlopen
percelen hinderen. Deze afrasteringen en afsluitingen moeten op een eenvoudige wijze kunnen verplaatst
worden of voorzien worden van een poort van minimaal 5 meter lang.
DEEL î MACHTIGTNGEN
---* 5 m zone non aedificandi (te meten vanaf taludinsteek),
als overlay aanduiden in blauw op plan
-* Waterloop inkleuren met blauwe stippen met de
breedte van de waterloop zoals aangeduid op
kaclasternlan
Waterloop met zone non-aedificandi als apart artikel
opnemen in voorschriften als indicatief element
(verschuifbaar = herlegging mogelijk)
2 Afrasteringen en afsluitingen
Bij de te ven¡vachten vergunningsaanvraag moet voldaan worden aan de bepalingen onder 2.2.
3 Machtiginqen
Bij de te venruachten vergunningsaanvraag moet voldaan worden aan de bepalingen onder Deel 3.
Opgesteld te Hasselt d.d. 19 aprit2016
{:__
Raf Cox
adviesverlener watertoets
011 23 73 91
raf.cox@limburg.be
2
9. 201 6-04-1 I
p r o v in c i eLimburg
Direct¡€ omgeving
Woter en Domeinen
DOSSIER: l{ET GRUP DOMEIN OPGRIMBIE
WATEBADVTES T.V.frT. DE WÁnENTOETS
(decreet integraal waterbeleid artikel 8)
1 Beschriiving van het watersysteem
. Het betreft een activiteit binnen het stroomgebied van een onbevaarbare waterloop van 2de
categorie; zie hoger.
. Het perceel is daarenboven gelegen in:
o het bekken van de Maas
o het deelbekken Kikbeek en Ziepbeek
2 Waterplannen
Het stroomgebiedbeheerplan van de Maas is van toepassing
3 Toetsen aan de doelstellingen decreet inteqraal waterbeheer - artikel 5
De adviesvraag handelt over:
r richtlijngewijzigdeafstromingsregime
Vanaf een verharde oppervlakte van meer dan 1 000 m2 moet door de vergunningverlenende instantie
advies worden gevraagd aan de waterbeheerder met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de
toestand van het oppervlaktewater ln het kader daarvan moet voldaan worden aan de volgende
vooruaarden:
Gezien de bodemgesteldheid (cfr. bodemkaart) hier uitermate geschikt is om het regenwater van de
verharding te laten bezinken moet bij nieuwe verharding en bebouwing er van uitgegaan worden dat er
geen lozing van hemelwater op de riolering plaatsvindt. Er moet voldoende ruimte voorzien worden om
het regenwater te laten infiltreren. Deze bepalingen moeten worden opgenomen in de
stedenbouwkundige voorschriften en worden aangevuld in de watertoets.
Bij het uitvoeren van infiltratiemaatregelen moet voor nieuwe structuren steeds gekozen worden voor
open waterstructuren zoals grachten of vijvers (wadi's). Deze ruimtes moeten dienen voor de
compensatie van de verharde oppervlakte van de wegenis, gebouwen en andere verhardingen. Dit kan in
de vorm van een open gracht aan de rand van het perceel of een open bekken.
Ook de bestaande wegenis, gebouwen en andere verhardingen moet afwateren naar de aan te leggen
open infiltratievoorziening. De dimensionering ervan moet aangepast worden aan de totaal aangesloten
verharde oppervlakte. Hieraan kan enkel voorbijgegaan worden indien aan de hand van een
haalbaarheidsstudie blijkt dat afkoppelen van de bestaande verharding niet mogelijk is.
Er moet in de te venruachten bouwvergunning(en) een dwarsprofiel van het infiltratie/bufferbekken
bijgebracht worden met het niveau van de inloop en eventuele overloop. Het volume dat voor buffering
instaat is het volume onder de overloop.
Kenmerk
124.02.1 0/5201 6N01 9643
Dossier
2013N003205 - RUP 352
Bijlagen
Advies in verband met de watertoets
10. infiltratie
lnf iltratievoorzieninq :
noodoverloop
waterdoorlatende
materialen
De ruimte voor water die moet gecreëerd worden onder vorm van open waterbergingszones moet
binnen elk van de voorgestelde zoneringen in dit GRUp mogelijk zijn.
CONCL USTES ONDEBZOEK WÂTERBEHEER DEß
1 Wateradvies i.v.m. de watertoets
Uit bovenstaand onderzoek is gebleken dat als gevolg van het RUP geen betekenisvol schadelijk effect
op het milieu te venruachten is als gevolg van de verandering van de toestand van watersystemen (of
bestanddelen ervan) door hçt realiseren van dit ruimtelijk uitvoeringsplan voor zover de
bovenstaande voorwaarden worden opgenomen in de stedenbouwkundige
voorschriften en toelichting.
Opgesteld te Hasselt d.d. 19 april2016
(.
Raf Cox
adviesverlener watertoets
011 23 73 91
raf.cox@limburg.be
2